Verslag Natuurkunde, Scheikunde en Biologie
Bij het schrijven van een verslag van een (experimenteel) onderzoek voor natuurkunde, scheikunde en biologie houd je je aan de indeling zoals die in dit hoofdstuk uiteen wordt gezet. Een verslag is beknopt geschreven in goed Nederlands: dus geen lange verhalen maar ook geen telegramstijl. Voor een uitgebreide uitleg: zie bijlage I
Voorblad
- Titel: De titel moet kort en relevant zijn, in ieder geval nooit langer dan één zin. Er kan ook gebruik worden gemaakt van een “ondertitel”.
- Naam/namen
- Datum
Stap 1: Inleiding (één of twee alinea's) - Hierin vertel je op welke waarneming je onderzoek is gebaseerd en ga je eventueel in op theoretische kennis die je nodig hebt om dit practicum te begrijpen. Wanneer je meer tekst nodig hebt voor de theorie voeg je een theoriedeel in na de inleiding of bij de methodebeschrijving.
Tip: Schrijf bij het begin van het onderzoek een ruwe schets met theorie opdat je een goede onderzoeksvraag vindt. Wanneer je je onderzoek hebt afgerond met een conclusie heb je een goed idee van je werk. Schrijf dan pas de definitieve versie van de inleiding en de theorie.
Stap 2: Onderzoeksvraag (één zin)
- Deze vraag is een logisch gevolg van wat je in de inleiding hebt beschreven. Dit is een vraag, dus de zin eindigt met een vraagteken.
- Een goede onderzoeksvraag is enkelvoudig, eenduidig en specifiek.
Stap 3: Hypothese (één zin, eventueel met een of twee alinea's)
- In de onderbouw: alleen een hypothese bij het vak biologie
-Hypothese (één zin).
-Verklaring van de hypothese (één of twee afzonderlijke alinea's). Belangrijk is dat de lezer begrijpt hoe de hypothese tot stand is gekomen.
Stap 4: Methode (½ tot één bladzijde)
- Welke materialen heb je gebruikt?
- Wat heb je gedaan? (opschrijven in 'kookboekvorm'. Iemand anders moet het experiment met jouw beschrijving na kunnen doen.
- Meestal maakt een overzichtelijke tekening van de gebruikte opstelling het verslag beter leesbaar.
Stap 5: Resultaten
- Gebruik één of meerdere tabellen en één of meerdere diagrammen
- Beschrijving van je resultaten in woorden.
Stap 6: Conclusie
- Antwoord op de onderzoeksvraag, dit moet overeenkomen met je resultaten.
- Terugkomen op de hypothese
Stap 7: Discussie
- Een kritische kijk naar de opzet van je experiment en resultaten.
Referentielijst – Een lijst met de gebruikte bronnen.
Bijlage(n) - Voor een toelichting of uitwerking die de verhaallijn onderbreekt, gebruik je een bijlage. Denk aan extra theorie, grafieken of tabellen met ruwe data.
Logboek- Een overzicht van de tussentijdse activiteiten en resultaten