In dit arrangement ga je thema 6 uit het boek `Cliënt en omgeving` ontdekken en maak je opdrachten die aansluiten op de lesstof uit dit thema. Aan de linkerkant van deze pagina zie je verschillende titels staan die je ook terug kan vinden in je boek. Het arrangement is zo opgebouwd dat je de verschillende titels van boven naar beneden maar ook afzonderlijk van elkaar kan maken. Je begint bij de bovenste titel en drukt onder aan de pagina op volgende om door te gaan. Zo werk je door het gehele thema.
Het is zeker raadzaam om het boek bij dit arrangement te gebruiken. Het arrangement dient ter ondersteuning van het boek en dus niet ter vervanging.
Veel leerplezier toegewenst!
Jeugdjaren
De puberteit is de periode tussen het kind-zijn en volwassen worden in. Hierin is een indeling te zien:
-Prepuberteit (9-12jaar)
ook wel laatste fase van kindertijd genoemd
- Puberteit (12-16jaar)
fase waarin de seksuele of geslachtelijke rijping plaatsvindt
- Adolescentie (16-21jaar)
Vroeger (voor de 18e eeuw) was er niet zoiets als een puberteit. Kinderen hoefden zich niet los te maken van het gezin op die leeftijd en waren al zelfstandig. In de veranderlijke maatschappij die ook complexer is geworden, is het van belang dat men langer wordt voorbereid op de volwassenheid. In de fase van puberteit staat het volwassen worden, losmaken van gezin, zelfstandig worden en opbouwen van eigen identiteit centraal.
Puberteit
Lichamelijke ontwikkeling
In de puberteit gebeurt er vanalles met de puber. Lichamelijk verandert er een hoop. Oestrogeen bij meisjes en androgeen en testosteron zorgt er bij jongens voor de aanzet voor lichamelijke veranderingen.
Meisjes vertonen doorgaans eerder (9,5-14jaar) uiterlijke kenmerken die puberteit met zich meebrengt. Dit heet vroegrijp. Jongens zijn zo`n twee jaar later (10,5-16jaar) wat laatrijp genoemd wordt.
Vaak zijn er grote verschillen tussen jongens en meisjes in de puberteit. Groeispurt bij meisjes start zo rond het tiende levensjaar en eindigt rond 16, waar het bij jongens rond het elfde levensjaar begint en bij 17 eindigt. Jongens groeien wel langer door (tot 18 jaar) en kennen een hogere lengtegroeisnelheid dan meiden. Daarom zijn ze op latere leeftijd ook vaak langer dan meiden.
De puberteit
Bij meisjes
Bij jongens
Belangrijke verschijnselen in de puberteit
Botten worden dikker en zwaarder
Botten worden dikker en zwaarder (meer dan bij meisjes)
Heupen groeien
Schouders groeien
Vetmassa neemt toe
Vetmassa neemt toe
Spiermassa neemt toe
Spiermassa neemt toe (meer dan bij meisjes)
Groei van eierstokken en baarmoeder (11jaar)
Begin groei zaadballen en scrotum (11,5 jaar)
Eerste aanzet groei borsten (11jaar)
Begin uitgroei penis (12,5 jaar)
Eerste groei schaamhaar (11jaar)
Eerste groei schaamhaar (12,5 jaar)
Piek in groeiversnelling/groeispurt (12 jaar)
Begin van stembreking (baard in de keel) (13 jaar)
Verdere uitgroei borsten (12 jaar)
Eerst zaadlozingen (13 jaar)
Eerste menstruatie (13 jaar)
Piek in groeiversnelling/groeispurt (14 jaar)
Okselbeharing (13jaar)
Okselbeharing (14 jaar)
Geslachtsrijp (15 jaar)
Snor- en baardgroei (14 jaar)
Al deze veranderingen kunnen voor verwarring zorgen bij de puber en aanleiding geven tot twijfel of schaamte. Er is geen enkele andere levensfase waarin het eigen lichaam en het uiterlijk zo centraal staan als in de puberteit. Een belangrijk gevoel voor elke puber is dan ook: het erbij horen!
Cognitieve ontwikkeling
Het brein van de puber maakt ook een ontwikkeling door. Zo neemt het langetermijngeheugen toe, het abstracte denken (denken in mogelijkheden die werkelijkheid overstijgen) neemt toe en pubers kunnen meer dan voorheen alternatieven bedenken en in hypotheses denken (verbanden leggen). Ze gebruiken betere strategieën om dingen te onthouden en nemen de kennis beter op dan bijvoorbeeld basisschoolkinderen.
Bij een puber staat de eigen denkwereld centraal. Zij zijn minder dan een adolescent in staat om te luisteren naar de mening van anderen en visies te delen. Zelfreflectie (nadenken over zichzelf) hebben ze wel, met name over het eigen lichaam en het uiterlijk. In hun handelen zijn pubers nog wel eens tegenstrijdig.
Het puberbrein
Sociaal-affectieve ontwikkeling
Persoonlijkheid, eigenheid en sociale contacten zijn termen die bij de sociaal-affectieve ontwikkeling horen. De puberteit kenmerkt zich door het streven naar zelfstandigheid en het dragen van verantwoordelijkheid, het erbij willen horen en het zoeken naar een eigen identiteit. Hierbij hoort ook dat in deze fase de interesse voor het andere geslacht en seks groter wordt.
Normovertredend gedrag
Experimenteren hoort bij de puberteit. Het overtreden van normen en waarden kan leiden tot vandalisme of andere normovertredende zaken. Bijna 20% van de jeugd tussen de 12 en 18 jaar komt in aanraking met de politie. Voor het grootste deel van deze 20% is dit een eenmalig contact.
Wanneer een puber een crimineel feit heeft gepleegd dan komt deze terecht bij bureau HALT wat staat voor Het ALTernatief. Hier voert hij/zij een taakstraf uit die kan bestaan uit werken, leren of een combinatie van beide. Wanneer hij dit niet wil, wordt er een proces-verbaal opgemaakt en gaat er een melding naar de kinderrechter. In dat geval wordt er een strafdossier opgebouwd die ervoor zorgt dat je in het strafrechterlijk circuit terecht komt. Taakstraffen zijn uitgevonden om pubers hier zo lang mogelijk uit te houden.
Bureau Halt
Alcohol- en drugsmisbruik komt ook voor in de puberteit. Vaak experimenteren pubers met alcohol of drugs en stoppen ze naar verloop van tijd hier weer mee. Soms loopt het uit de hand en kan een puber verslaafd raken. Tegenwoordig is het binge drinken en comazuipen een veelgehoord fenomeen onder de jeugd. Thuis indrinken gebeurt vaak om kosten van stappen te beperken.
Het arrangement Thema 6 De puber is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteur
Aline de Vries
Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
Laatst gewijzigd
2015-11-19 19:34:11
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.