Activiteitenmap Sabine

Activiteitenmap Sabine

Baby

Beeldend

Activiteit

Vingerverven

Kuikens maken

Doelgroep

Baby vanaf 6 maand

Doel

Een kuiken geschilderd door kinderen va 6 maand levert geen herkenbare resultaten op. Door ze vingerverf te geven krijgen ze de gelegenheid om verf te voelen en beweging te sturen. De herkenbare details laten aanbrengen met een andere kleur benadrukt deze accenten. Kinderen nodig je zo uit doelbewust op een bepaalde plaats een stip of een lijntje te zetten, met een vinger. Hiervoor is beheersing van de beweging nodig en groeit herkenning. 

Benodigdheden

 

Kuikens in alle soorten en maten, ze moeten wel geel zijn.

Afbeeldingen uit tijdschriften, pluche kuikens, paaskuikens, veertjes, indien mogelijk; echte kuikens!

Gele, rode en zwarte vingerverf.

Vellen papier. Minimaal A3 formaat

Plaats

Binnen

Voorbereiding

Praat over kuikens, hoe zacht ze zijn. Wijs op de snaveltjes, de zwarte oogjes, en de dunnen pootjes. Laat de kinderen met een vinger een zacht speelgoedkuiken voelen, of de veertjes.

Uitvoering

Geef alleen zwarte en gele vingerverf en inspireer tot het schilderen van een kuiken. Zet in alle soorten en maten en materialen verzamelde kuikens in de buurt. Als een kuiken geschilderd is, mogen ze 1x hun vinger in de zwarte verf dopen om een oogje te zetten 2 pootjes te maken. Laat ze zelf bepalen waar de poten en het oog komen, maar houdt het bij hooguit 2x dopen. Daarna nog 1x vinger in rode verf voor snaveltje. NIET voordoen, laat je verrassen!

Variatie

Ander onderwerp kiezen, vlinder, winter sneeuwman, etc.

 

Activiteit

Vingerverf in zakjes

Doelgroep

Baby v.a. 12 maanden

 

Doel

met voelzakjes werk je aan de sensorische ontwikkeling, creativiteit  en kleurenkennis

Benodigdheden

  • Wat heb je nodig?
  • Een hersluitbare diepvrieszak, groot model
  • vingerverf, aangelengd met water
  • Schilders tape
  • Je giet de aangelengde verf in

  de diepvrieszak en sluit het af.

 

Plaats

Binnen / Buiten

Voorbereiding

in een paar zakjes 1 of twee verschillende kleuren verf doen. In geval van 2 kleuren; zodat de kinderen het zelf door de zak heen kunnen mengen, zo ontdekken ze dat je op die manier nieuwe kleuren kunt maken. Vooraf met de kinderen even bespreken dat ze er alleen met hun handen en vingertoppen op mogen (tenzij je zelf aanvullende materialen gebruikt zoals wattenstaafjes) omdat het zakje anders kan scheuren.

Uitvoering

je kunt met dit simpele concept eindeloos variëren en het kan, met kleine aanpassingen, in vrijwel elk thema ingezet worden. Voelzakjes!

Variatie

  • witte verf met glitters voor kerst
  • scheerschuim of shampoo er in…

je kunt zelfs nog een foto of tekening achter het zakje op het raam plakken zodat je door in de verf te wrijven de afbeelding zichtbaar maakt.

Muziek

Activiteit

Babyliedjes zingen/opzegversjes opzeggen.
 

Voorbeeld:
Klap eens in je handjes, blij, blij, blij
op je boze bolletje, allebei.
Handjes in de hoogte, handjes in je zij
zo varen de scheepjes voorbij
zo varen de scheepjes voorbij.

 

Gekregen opdracht tijdens de les muziek:
Uiteindelijk zitten er vijf voorbeelden van een opzegversje en/of een babyliedje in je map

(ga op zoek naar liedjes die je nog niet kent).

Doelgroep

Baby’s
(ook geschikt voor peuters, kleuters).

Doel

Contact maken met de baby, de baby laten luisteren naar je stem. Het helpt om luister- en concentratievermogen te verhogen.


Je stem is een muziekinstrument waarmee je het meest directe contact maakt met een baby.
Je geeft de baby persoonlijke aandacht, het biedt troost/geruststelling, bezorgt vrolijkheid enz.

 

Het kan structuur helpen geven aan de dag (bijvoorbeeld liedjes zingen voor het slapen gaan).


Simpele melodieën leggen de basis voor muzikaliteit en een goed muzikaal gehoor.
 

Op latere leeftijd:

Liedjes zingen ondersteunt taalontwikkeling, taalvaardigheid en het vergroten van de woordenschat. Ritme, rijm, melodie en intonatie vormen de basis van taal.
 

Bij muziek hoort bewegen: klappen of dansen (motorische ontwikkeling), een kringdansje of een spelletje (sociale ontwikkeling).

Benodigdheden

Babyliedjes/opzegversjes.
De melodietjes van veel traditionele kinderliedjes zijn, in rustig tempo, er wordt gebruik gemaakt van veel herhaling, voor kinderen al snel mee te zingen; dat geeft zelfvertrouwen.

Plaats

-

 

Voorbereiding

Zoek de tekst op en leer het liedje/opzegversje uit je hoofd.

 

 

Uitvoering

Zing het liedje of zeg het opzegversje op. Maak (oog) contact met de baby. Gebruik mimiek, varieer in toonhoogte en dynamiek met je stem en gebruik eventueel ondersteunende gebaren/overige lichaamstaal.

Variatie

Tekstvariatie; “poesje mauw” wordt “hondje waf”.

Variatie in uitvoering: verander je stem/mimiek/overige lichaamshouding en gebaren.

 

 

 

 

Activiteit

De wielen van de bus

De wielen van de bus gaan rond en rond, rond en rond, rond en rond.

De wielen van de bus gaan rond en rond, als de bus gaat rijden.

Doelgroep

Baby’s
(ook geschikt voor peuters, kleuters).

Doel

Contact maken met de baby, de baby laten luisteren naar je stem. Het helpt om luister- en concentratievermogen te verhogen.


Je stem is een muziekinstrument waarmee je het meest directe contact maakt met een baby.
Je geeft de baby persoonlijke aandacht, het biedt troost/geruststelling, bezorgt vrolijkheid enz.

Het kan structuur helpen geven aan de dag (bijvoorbeeld liedjes zingen voor het slapen gaan).
Simpele melodieën leggen de basis voor muzikaliteit en een goed muzikaal gehoor.


Op latere leeftijd: Liedjes zingen ondersteunt taalontwikkeling, taalvaardigheid en het vergroten van de woordenschat. Ritme, rijm, melodie en intonatie vormen de basis van taal.

Bij muziek hoort bewegen: klappen of dansen (motorische ontwikkeling), een kringdansje of een spelletje (sociale ontwikkeling).

Benodigdheden

tekst van liedje

 

Plaats

-

 

Voorbereiding

Zoek de tekst op en leer het liedje/opzegversje uit je hoofd.

Uitvoering

Zing het liedje of zeg het opzegversje op. Maak (oog) contact met de baby. Gebruik mimiek, varieer in toonhoogte en dynamiek met je stem en gebruik eventueel ondersteunende gebaren/overige lichaamstaal.

Variatie

draaien met je handen om elkaar heen

 

 

 

Activiteit

Kleine ster

Twinkel twinkel kleine ster, ik zie jou al van heel ver.

Met jou stralen zij aan zij, maak jij alle mensen blij.

Twinkel twinkel kleine ster, ik zie jou al van heel ver.

Doelgroep

Baby’s
(ook geschikt voor peuters, kleuters).

Doel

Contact maken met de baby, de baby laten luisteren naar je stem. Het helpt om luister- en concentratievermogen te verhogen.
Je stem is een muziekinstrument waarmee je het meest directe contact maakt met een baby.
Je geeft de baby persoonlijke aandacht, het biedt troost/geruststelling, bezorgt vrolijkheid enz.

Het kan structuur helpen geven aan de dag (bijvoorbeeld liedjes zingen voor het slapen gaan).
Simpele melodieën leggen de basis voor muzikaliteit en een goed muzikaal gehoor.


Op latere leeftijd: Liedjes zingen ondersteunt taalontwikkeling, taalvaardigheid en het vergroten van de woordenschat. Ritme, rijm, melodie en intonatie vormen de basis van taal.

Bij muziek hoort bewegen: klappen of dansen (motorische ontwikkeling), een kringdansje of een spelletje (sociale ontwikkeling).

Benodigdheden

tekst van liedje

Plaats

-

Voorbereiding

Zoek de tekst op en leer het liedje/opzegversje uit je hoofd.

Uitvoering

Zing het liedje of zeg het opzegversje op. Maak (oog) contact met de baby. Gebruik mimiek, varieer in toonhoogte en dynamiek met je stem en gebruik eventueel ondersteunende gebaren/overige lichaamstaal.

Variatie

Variatie: verrekijker van handen maken

 

Activiteit

Smakelijk eten

Smakelijk eten, smakelijk drinken.

Hap hap hap, slok slok slok

Dat zal lekker smaken, dat dat zal lekker smaken,

Eet maar op, drink maar op.

Doelgroep

Baby’s
(ook geschikt voor peuters, kleuters).

Doel

Contact maken met de baby, de baby laten luisteren naar je stem. Het helpt om luister- en concentratievermogen te verhogen.
Je stem is een muziekinstrument waarmee je het meest directe contact maakt met een baby.
Je geeft de baby persoonlijke aandacht, het biedt troost/geruststelling, bezorgt vrolijkheid enz.

Het kan structuur helpen geven aan de dag (bijvoorbeeld liedjes zingen voor het slapen gaan).
Simpele melodieën leggen de basis voor muzikaliteit en een goed muzikaal gehoor.


Op latere leeftijd: Liedjes zingen ondersteunt taalontwikkeling, taalvaardigheid en het vergroten van de woordenschat. Ritme, rijm, melodie en intonatie vormen de basis van taal.

Bij muziek hoort bewegen: klappen of dansen (motorische ontwikkeling), een kringdansje of een spelletje (sociale ontwikkeling).

Benodigdheden

tekst van liedje

Plaats

-

Voorbereiding

Zoek de tekst op en leer het liedje/opzegversje uit je hoofd.

Uitvoering

Zing het liedje of zeg het opzegversje op. Maak (oog) contact met de baby. Gebruik mimiek, varieer in toonhoogte en dynamiek met je stem en gebruik eventueel ondersteunende gebaren/overige lichaamstaal.

Variatie

Lepel naar je mond, beker naar je mond

 

 

 

Activiteit

Op een grote paddenstoel

Op een grote paddenstoel, rood met witte stippen

Zat kabouter spillebeen heen en weer te wippen

‘’krak’’ zei toen de paddenstoel, en met een diepe zucht

Allebei de beentjes Hoepla! In de lucht.

 

Doelgroep

Baby’s
(ook geschikt voor peuters, kleuters).

Doel

Contact maken met de baby, de baby laten luisteren naar je stem. Het helpt om luister- en concentratievermogen te verhogen.
Je stem is een muziekinstrument waarmee je het meest directe contact maakt met een baby.
Je geeft de baby persoonlijke aandacht, het biedt troost/geruststelling, bezorgt vrolijkheid enz.

Het kan structuur helpen geven aan de dag (bijvoorbeeld liedjes zingen voor het slapen gaan).
Simpele melodieën leggen de basis voor muzikaliteit en een goed muzikaal gehoor.


Op latere leeftijd: Liedjes zingen ondersteunt taalontwikkeling, taalvaardigheid en het vergroten van de woordenschat. Ritme, rijm, melodie en intonatie vormen de basis van taal.

Bij muziek hoort bewegen: klappen of dansen (motorische ontwikkeling), een kringdansje of een spelletje (sociale ontwikkeling).

Benodigdheden

tekst van liedje

Plaats

-

Voorbereiding

Zoek de tekst op en leer het liedje/opzegversje uit je hoofd.

Uitvoering

Zing het liedje of zeg het opzegversje op. Maak (oog) contact met de baby. Gebruik mimiek, varieer in toonhoogte en dynamiek met je stem en gebruik eventueel ondersteunende gebaren/overige lichaamstaal.

Variatie

wippen, vallen op de grond, diepe zucht, benen in de lucht

 

Activiteit

Wist je dat de zon al slaapt.

Wist je dat de zon al slaapt, hij was van de dag zo moe

Net als jij van alles meegemaakt, deed hij blij zijn oogjes toe

Maar vlak voordat het licht uitging, vroeg hij nog zachtjes aan de maan

Wil jij op (naam kind) passen, dan kan zij/hij ook slapen gaan.

Doelgroep

Baby’s
(ook geschikt voor peuters, kleuters).

Doel

Contact maken met de baby, de baby laten luisteren naar je stem. Het helpt om luister- en concentratievermogen te verhogen.
Je stem is een muziekinstrument waarmee je het meest directe contact maakt met een baby.
Je geeft de baby persoonlijke aandacht, het biedt troost/geruststelling, bezorgt vrolijkheid enz.

Het kan structuur helpen geven aan de dag (bijvoorbeeld liedjes zingen voor het slapen gaan).
Simpele melodieën leggen de basis voor muzikaliteit en een goed muzikaal gehoor.


Op latere leeftijd: Liedjes zingen ondersteunt taalontwikkeling, taalvaardigheid en het vergroten van de woordenschat. Ritme, rijm, melodie en intonatie vormen de basis van taal.

Bij muziek hoort bewegen: klappen of dansen (motorische ontwikkeling), een kringdansje of een spelletje (sociale ontwikkeling).

Benodigdheden

tekst van liedje

Plaats

-

Voorbereiding

Zoek de tekst op en leer het liedje/opzegversje uit je hoofd.

Uitvoering

Zing het liedje of zeg het opzegversje op. Maak (oog) contact met de baby. Gebruik mimiek, varieer in toonhoogte en dynamiek met je stem en gebruik eventueel ondersteunende gebaren/overige lichaamstaal.

Variatie

slaap gebaar, ogen dicht doen, gapen.

 

Sport

Activiteit

RAMMELAAR

Doelgroep

 

6-9 maanden

 

Doel

 

Stimulering van de motoriek.

  • Verbetering van de hand-oog coördinatie.
  • Verbetering van grip en vasthouden

 

Benodigdheden

 

  • Omgespoeld 0,2cl flesje
  • Knikker
  • papier

Plaats

 

Binnen; op de grond/ kussen of in de box

 

Voorbereiding

 

Stop een knikker in een klein drinkflesje. LIJM DE DOP VAST! Plak een papier over de helft van het flesje.

 

Uitvoering

  • Laat de baby het flesje vasthouden.
  • Help de baby in het begin met bewegingen heen en weer. De baby ziet de knikker wel; en niet meer als de knikker achter het opgeplakte papier ‘verdwijnt’.
  • Vraag de baby; ‘waar is de knikker?’

 

Variatie

 

Laat het flesje rollen over de grond of door de box.(dichtbij genoeg)  Stimuleer de baby om het flesje te pakken.

 

 

Expressievorm:      SPEL

 

Drama

Peuter

Beeldend

Activiteit

Vingerverf in zakjes

Doelgroep

Peuter

Kleuter

Doel

Wij werken met deze zakjes aan de fijne motoriek (voorbereidend schrijven)

Maar met voelzakjes werk je ook aan de sensorische ontwikkeling, creativiteit (op een veilige manier, want wat je niet ‘mooi’ vindt kun je zo weer wegvegen) en kleurenkennis (in dit geval herfstkleuren)

Benodigdheden

 

Ziploczakjes, of zakjes met een ‘ritssluiting’ aan de bovenkant (op de foto zie je Ziploc van 1 liter)
Brede doorzichtige tape
Verf
Een raam om ze op te hangen
(Let op: dit laatste is niet noodzakelijk, maar verhoogt wel de waarde van je activiteit. Het tegenlicht zorgt voor een extra effect en kinderen vinden het heerlijk om tussendoor naar buiten te kijken

Plaats

Binnen / Buiten

Voorbereiding

in een paar zakjes twee verschillende kleuren verf doen, zodat de kinderen het zelf door de zak heen kunnen mengen, zo ontdekken ze dat je op die manier nieuwe kleuren kunt maken. Vooraf met de kinderen even bespreken dat ze er alleen met hun handen en vingertoppen op mogen (tenzij je zelf aanvullende materialen gebruikt zoals wattenstaafjes) omdat het zakje anders kan scheuren.

Uitvoering

je kunt met dit simpele concept eindeloos variëren en het kan, met kleine aanpassingen, in vrijwel elk thema ingezet worden.Voelzakjes!

Variatie

  • witte verf met glitters voor kerst
  • een rijtje zakjes met wit en steeds een beetje meer blauw zodat je van wit naar donkerblauw kunt werken voor de winter (of met een andere kleur voor de lente of zomer)
  • een heleboel zakjes dicht tegen elkaar aan om een groot kunstwerk te maken
  • haargel of shampoo er in…

je kunt zelfs nog een foto of tekening achter het zakje op het raam plakken zodat je door in de verf te wrijven de afbeelding zichtbaar maakt.

Activiteit

Stempelen met verf

Doelgroep

Peuter

Doel

Je biedt allerlei materialen aan om de verf mee te verkennen, te voelen en eigen te maken terwijl het kind ook zijn motoriek oefent en veel leert over verschillende technieken en structuren. Het proces is belangrijker dan het product, vooral voor peuters is het nog zo belangrijk de verf te ervaren met het hele lichaam.

Benodigdheden

papier, vinger-/plakkaatverfverf, bordjes om de verf op te doen en ‘’dingen ‘’ die geschikt zijn om mee te stempelen.

 

Denk aan:

achterkant van plastic fles

wc rol

ballon beetje opgeblazen

doormidden gesneden groente en fruit

aardappel waar figuurtje uit gesneden is door begeleider

sponsjes

proppen kranten

bladeren etc.

Plaats

Binnen

Voorbereiding

doe wat verf op een bord, niet meer dan 3 kleuren tegelijk, Het is leuk om af te wisselen in kleur omdat kinderen zo leren hoe mengkleuren gemaakt worden

Smeer de verf een beetje uit over het bord zodat er een  dun laagje verf ligt om het rolletje in te drukken.

Uitvoering

Druk de stempel in de verf en maak een afdruk op een groot stuk ( minimaal Aa3) papier. Stempel ook door zodat je het effect ziet van de verf die steeds minder zichtbaar wordt.

Evt. peuter in luier laten stempelen aan tafel zittend of staand ivm klieder-ongelukjes

Of schort aan doen.

 

Variatie

Het kan lang duren voor de verf helemaal droog is vanwege de soms grote hoeveelheid verf.

De tekeningen zijn leuk om zo op te hangen, maar je kan er ook kaarten van maken of het gebruiken om rolletjes mee te beplakken, of om een cadeau mee in te pakken.

Muziek

Activiteit

Een hoorspel maken voor/met peuters

Doelgroep

Peuters
(ook geschikt voor andere doelgroepen).

Doel

Het helpt om luister- en concentratievermogen te verhogen.

Simpele melodieën leggen de basis voor muzikaliteit en een goed muzikaal gehoor.
 

Ondersteunt taalontwikkeling, taalvaardigheid en het vergroten van de woordenschat. Ritme, rijm, melodie en intonatie vormen de basis van taal.
 

Bij muziek hoort bewegen: klappen of dansen (motorische ontwikkeling), een kringdansje of een spelletje (sociale ontwikkeling).

Benodigdheden

Instrumenten die geschikt zijn voor kleuters (geen kleine, losse of scherpe onderdelen). Bij voorkeur ritme (percussie) instrumenten.

 

Je kunt ook werken met zelf geknutselde instrumenten en/of geluiden/liedjes die je maakt met je stem.

Plaats

-

Voorbereiding

Instrumenten klaarleggen die geschikt zijn. Nadenken over welk kind je laat werken met welk instrument.

Uitvoering

Laat de peuters kennis maken met de instrumenten op een speelse manier. Laat ze tegelijk geluid maken; zacht geluid maken, hard geluid maken, om de beurt geluid maken, alle jongens geluid maken, alle meisjes geluid maken, alle trommels eerst enz. Maak eventueel een op- en afbouw (spreek een volgorde af) en maak zo een muziekstuk/hoorspel met de leerlingen. Geef voorbeelden en doe zelf mee. Spreek een stilte-teken af en laat de peuters ook een keer van instrument wisselen.

Variatie

Zie benodigdheden; je kunt in deze les ook werken met zelf geknutselde instrumenten (shakers gemaakt van wc rolletjes met rijst erin enz.) en/of met stemmen (klakken met je tong maakt geluid, zoemen als een bij, klanken maken (ha, ho, he) enz.)

 

Bij oudere kinderen:
Je kunt een leerling de “dirigent-rol” geven; hij/zij kan dan (groepjes) leerlingen aanwijzen die het instrument mogen bespelen, stil moeten houden enz.

 

Aan de oceaan hier ver vandaan ligt het land haaje baaje. Daar woont prinses Sofia met de boze koningin Violetta. Op een dag vraagt boze koningin Violetta aan prinses Sofia of ze in de kelder wil kijken of er nog genoeg kippen zijn (Kippen geluid maken). Als Sofia in de kelder is, gooit de boze koningin de kelder deur dicht(Hard op trommel slaan). Prinses Sofia wil de kelder deur open doen, maar de deur gaat niet open. Sofia pakt haar mobieltje en sms’t Valentijn: ‘’Help mij, ik zit opgesloten in de kelder’’. Prins Valentijn die in het dorpje hoije moije 10 minuten verderop woont, krijgt het sms’je direct binnen(Sms geluidje maken). Hij schrikt zich een hoedje. ‘’Ik moet haar helpen’’ denkt hij. Snel haalt hij zijn ezel uit de schuur en gaat op weg naar haaje baaje. Om in ezel. ‘’Sneller’’. Als ze het bos uit zijn prins Valentijn haaje baaje al zien liggen. Aangekomen bij haaje baaje te komen, moet prins Valentijn door het grote donkere bos (Langzaam slaan op trommel). In het bos komt prins Valentijn de grote boze draak tegen. ‘’Snel’’, roept hij tegen zijn ezel.(Slaan op tafel met platte hand). Aangekomen in het kasteel, rent prins Valentijn snel naar binnen, de trap af naar de kelder. (Stampen op de grond) Als hij de kelder deur open doet, vliegt prinses Sofia hem om de hals. ‘’Dankje dat je me gered hebt’’. ‘’Snel, we moeten hier weg’’, zegt prins Valentijn. Op dat moment komt boze koningin Violetta eraan. Prins Valentijn duwt haar de kelder in en gooit snel de deur dicht(hard op trommel slaan). Samen rijden ze op de ezel terug naar hoije moije en hier leven ze nog lang en gelukkig.

Sport

Activiteit

Pittenzakken

Doelgroep

 

2-4 jaar

 

Doel

 

Stimulering van de motoriek.

  • Verbetering van de motoriek van het gehele lichaam. Handen i.c.m. voeten(werk).
  • Verbetering van de hand-oog coördinatie. 

 

Benodigdheden

 

  • Pittenzakken
  • Blikken
  • Bakken of emmers

 

Plaats

 

Binnen / buiten

 

Voorbereiding

 

Draag zorg voor aanwezigheid van het benodigde materiaal.

 

Uitvoering

  • Laat de kinderen de pittenzak voelen.
  • Laat de kinderen in een kring lopen met een pittenzak in de hand
  • Laat de kinderen met de pittenzak met gestrekte armen lopen.
  • Laat de kinderen met een pittenzak op het hoofd lopen
  • Laat de kinderen met een pittenzak op een schouder lopen en wissel de schouder af.
  • Laat een kind de pittenzak op de rug dragen en als een ‘paard’ dragen.
  • Laat de kinderen in groepjes een stapel blikken (blokjes) omgooien.
  • Laat een kind met gespreide benen staan en een ander de pittenzak erdoor gooien.
  • Laat een kind de pittenzak bij zichzelf verstoppen en een ander zoeken.

 

 

Variatie

 

Zijn reeds bovenstaand beschreven..

 

 

    SPEL   2-4 jaar

 

 

 

 

 

 

Activiteit

Dierendans

Doelgroep

 

1,5 - 3 jaar

 

Doel

 

Stimulering van de motoriek.

  • Lichaamsdelen leren kennen.
  • Verbetering van de motoriek van het gehele lichaam. Handen i.c.m. voeten(werk).
  • Verbetering van de hand-oog coördinatie. 

 

Benodigdheden

 

  • Ruimte om te bewegen

 

Plaats

 

Binnen / buiten

 

Voorbereiding

 

  • Weet wat de peuters (deels) kunnen

 

Uitvoering

  • Laat de peuters in een kring staan
  • ‘roep’; handen op je hoofd. En doe zelf voor.
  • Handen op je buik en doe voor
  • Zo kun je vele lichaamsdelen bij langs.

 

Variatie

  • Doe het geluid en de beweging van dieren na.  bijv;
  • Kikker; ga op de hurken zitten en handen op de grond; spring omhoog.
  • Olifant; pak met de linkerhand de neus en steek erdoor heen
  •  

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Activiteit

Hokus Pocus

Doelgroep

 

2-4 jaar

 

Doel

 

Stimulering van het geheugen.

  •  

Benodigdheden

 

  • Theedoek
  • Meerdere kleine voorwerpen

Plaats

 

Binnen

 

Voorbereiding

 

Draag zorg voor aanwezigheid van het benodigde materiaal; theedoek; lepel; balletje; blokje; enz…

 

Uitvoering

  • Leg drie onderwerpen onder de theedoek
  • Leg de kinderen uit dat je gaat toveren;
  • Haal 1 voorwerp weg en vraag welke is weggetoverd.

 

Variatie

 

  • Voer het geheel uit met meer dan 3 voorwerpen.
  • Voeg er een ding extra bij.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Activiteit

Ballenregen

Doelgroep

 

2-4 jaar

 

Doel

 

Stimulering van de motoriek.

  • Verbetering van met name het ‘hard lopen’.
  • Vergroting van het vermogen om te gooien.

 

Benodigdheden

 

  • Veel ballen. (tennis of kleine schuimballen)

 

Plaats

 

Binnen / buiten

 

Voorbereiding

 

Draag zorg voor aanwezigheid van het benodigde materiaal.

 

Uitvoering

  • Laat de kinderen achter een lijn (denkbeeldig) staan.
  • Jij gooit de ballen in de ruimte.
  • De kinderen halen zoveel mogelijk ballen tegelijk op.

 

Variatie

  • Laat de kinderen 1 bal tegelijk ophalen.
  • Laat de kinderen de bal in een emmer of mand gooien.

 

Drama

Kleuter

Beeldend

Activiteit

Ecoline blazen  

Doelgroep

Kleuter

Doel

 

Dmv het blazen ben je bezig met mondmotorische oefeningen, deze zullen een ondersteuning zijn voor het spreken: verstevigen van de spraakspieren.

De kinderen komen in aanraking met het thema herfst, donker(paraplu) / licht(wit papier), het materiaal ecoline

Benodigdheden

A-4 papier, 200 gram, wit, Zwart papier, Malletje van een paraplu zelf gemaakt, overgetrokken van een voorbeeld van internet, Rietjes, Bekertjes, Ecoline, Wit potlood om map over te trekken op zwart papier, Verfschort, Ouder kranten

Schaar, Lijm, Schaar

Plaats

Binnen

Voorbereiding

Bedek de hele werkplek met oude kranten, vul de bekertjes met verschillende kleuren ecoline. Leg de rietjes klaar, je hebt zelf van te voren de paraplu’s uitgeknipt. Ieder kind krijgt een A-4tje. Introduceer de opdracht door over het thema Herfst te praten en laat spullen, boeken ed zien die met de herfst/regen te maken hebben

Uitvoering

Laat de paraplu’s aan de onderkant van het papier opplakken

Laat een druppel ecoline op het vel bovenaan het papier vallen ( dmv kwast of rietje in de ecoline te steken). Doe dit met verschillende kleuren.
Blaas met een rietje tegen de druppel zodat de druppel uit gaat lopen. 
Doe dit met verschillende kleuren ecoline tot je een ‘’flinke regenbui’’ hebt.

Variatie

 

Laat de kinderen een vuurpijl uitknippen uit stroken papier  en plak een vuurpijl over het geblazen werkje

                        

Laat de kinderen een monster blazen en plak er 2 ogen op

Activiteit

Ecoline met wasco

Doelgroep

Kleuter

Doel

 

De kinderen komen in aanraking met het thema oceen/de vis, het materiaal ecoline en wasco ( vet/water) ontwikkelen de fijne motoriek, stimuleren van de creativiteit

Benodigdheden

Voorbeelden van vissen, of boek over vissen, A-3 papier, 200 gram, Bekertjes, Ecoline, wasco, kwasten, Verfschort, Oude kranten

 

Plaats

Binnen

Voorbereiding

Bedek de hele werkplek met oude kranten, vul de bekertjes met verschillende kleuren ecoline. Leg de kwasten en het papier en de wasco klaar. Geef eerst iedereen de wasco, daarna pas de ecoline ( als de tekening klaar is) Ieder kind krijgt een A-3tje. Introduceer de opdracht door over het thema te praten en laat spullen, boeken ed zien die met de vissen/oceaan ed te maken hebben

Uitvoering

Laat de kinderen een eigen bedachte vis tekenen met wasco, lijnen dik aanzetten.

Ga met de ecoline over de wascotekening heen, dat kan met 1 kleur zijn, maar mag ook meerdere kleuren.

Variatie

 

 

Maak een’’ Tovertekening’’ door met witte wasco  te tekenen, de afbeelding verschijnt dan wanneer er met ecoline overheen geschilderd wordt!

Muziek

Activiteit

Een hoorspel met verhaal maken voor/met kleuters

Gekregen opdracht tijdens muziek:
Uiteindelijk zit er in je online activiteitenmap het verhaal voor kleuters wat je tijdens de muziekles gemaakt hebt.

Dit verhaal heb je uitgetypt (minimaal een halve A4). Bij het verhaal staat steeds tussen haakjes wat je zou moeten horen.

Voorbeeld:
Het meisje liep op straat (maak met djembe trommel geluiden als voetstappen).

Doelgroep

Kleuters
(ook geschikt voor andere doelgroepen).

Doel

Het helpt om luister- en concentratievermogen te verhogen.

Simpele melodieën leggen de basis voor muzikaliteit en een goed muzikaal gehoor.
 

Ondersteunt taalontwikkeling, taalvaardigheid en het vergroten van de woordenschat. Ritme, rijm, melodie en intonatie vormen de basis van taal.
 

Bij muziek hoort bewegen: klappen of dansen (motorische ontwikkeling), een kringdansje of een spelletje (sociale ontwikkeling).

Benodigdheden

Instrumenten die geschikt zijn voor kleuters (geen kleine, losse of scherpe onderdelen). Bij voorkeur ritme (percussie) instrumenten.

 

Je kunt ook werken met zelf geknutselde instrumenten en/of geluiden/liedjes die je maakt met je stem.

 

Een zelfgemaakt of bestaand kort verhaal die aansluit bij de doelgroep kleuters.

Plaats

-

 

Voorbereiding

Instrumenten klaarleggen die geschikt zijn. Nadenken over welk kind je laat werken met welk instrument.

 

Het verhaal kennen; door hebben gelezen; weten waar de leerlingen wat kunnen doen.

Uitvoering

Laat de kleuters geluiden maken bij een verhaal. Geef van te voren voorbeelden door zelf te doen.
Bijvoorbeeld: het regent: tik zachtjes met ritmestokjes op een tafel, de wind waait: blaas lucht uit met je mond, de olifant komt aanlopen: trommel langzaam een paar keer op een zware trommel.

Begin met duidelijk afspreken wie wat wanneer moet doen.

Spreek een stilte-teken af en laat de peuters ook een keer van instrument wisselen.

Variatie

Je kunt een ander verhaal gebruiken.
Je kunt zelf gemaakte instrumenten en/of (alleen) stemmen gebruiken.
Je kunt de leerlingen de vrijheid geven om zelf geluiden te maken, of je kunt dingen vastleggen/afspreken van te voren.

Sport

Activiteit

Schipper,

mag ik overvaren

 

Doelgroep

  • 4-6 jaar

 

 

Doel

 

  • Kinderen in beweging te laten zijn.
  • Kinderen op verschillende manieren de mogelijkheden van bewegen te laten ontdekken.
  • Versterking / verbetering van de motoriek.

 

Benodigdheden

 

  • Grote open ruimte

 

 

Plaats

 

  • Binnen / Buiten

 

Voorbereiding

 

  •  

 

Uitvoering

 

  • Leer kinderen het spel a.d.h.v. de ‘zongregel’; schipper mag ik overvaren, ja of nee? Moet ik dan ook geld betalen ja of nee?
  • Bij nee kunnen de kinderen gewoon oversteken.
  • Bij ja; geeft de ‘schipper’ (tikker) aan hoe. Bijv; hinkelend, als een olifant, kruipend enz..

 

Variatie

 

  • Je zou eventueel obstakels in de ruimte kunnen plaatsen; spannender en uitdagender (moet de groep wel aan toe zijn!)

 

 

 

 

 

 

 

 

Activiteit

  • Ballonen volleybal

Doelgroep

 

  • 4-6 jaar

 

Doel

 

  • Plezier
  • Hand-oog coördinatie verbeteren.

 

Benodigdheden

 

  • Meerdere ballonnen
  • Touwtje om op te hangen

 

Plaats

 

  • Open ruimte /gymzaal
  • Buiten

 

Voorbereiding

 

  • Hang een touw of draad (of meerdere) in de ruimte op.
  • Blaas meerdere ballonen op en bewaar ze achteraf. (kunnen kinderen er niet bij).

 

Uitvoering

 

  • Laat kinderen een ballon hoog houden.
  • Laat kinderen daarna de ballon over een langere afstand de ballon over een touwtje heen tikken.

 

Variatie

 

  • Breng meer ballonen in het spel dan er kinderen zijn.

 

 

Drama

Schoolkind

Beeldend

Activiteit

Patronen tekenen met fineliner en stift

Doelgroep

Het schoolkind

Doel

 

Ontwikkelen van de fijne motoriek en concentratievermogen.

Doordat je bezig bent met herhaling van patronen ben je ook bezig met de aanzet tot het schrijven. ( krullen maken, hekjes maken, etc)

Je stimuleert de creativiteit, dmv het maken van fantasie patronen die niet realistisch hoeven te zijn

Benodigdheden

wit tekenpapier op A4 of A3 formaat, zwarte viltstiften en markers in verschillende diktes, gele ecoline, penselen, zwart papier, foto's van uilen  

Plaats

Binnen

Voorbereiding

Bespreek met de kinderen kenmerken van uilen en bekijk daarbij diverse foto's. Uilen zijn nachtdieren. Ze slapen overdag en jagen 's nachts.

Uitvoering

 

De kinderen schetsen met potlood een uil op een tak, waarbij ze rekening houden met de kenmerken van de uil zoals die besproken zijn. Hierna worden met diverse diktes zwarte stiften patronen aangebracht in de lichaamsdelen van de uil. Door middel van verschillende patronen, moeten de afzonderlijke onderdelen van de uil te herkennen zijn. Alleen de ogen en de snavel mogen met geel of oranje worden ingekleurd, de rest blijft zwart.

Als de tekening klaar is, wordt de achtergrond rondom de uil en de tak met gele ecoline ingekleurd. Pas op dat de tekening niet geraakt wordt, want dan loopt de stift uit. Blijf daarom zo'n halve centimeter uit de buurt van de uil. Plak het werk op een zwarte achtergrond.

Variatie

 

Bedenk een andere vorm of fantasievormen zoals een Zentangle, zie: http://www.writersplaza.nl/c-1429776/wat-is-zentangle-tekenen/

 

Muziek

Activiteit

Liedjes zingen aangevuld met een muziekactiviteit.

 

Gekregen opdracht tijdens de les muziek:
Uiteindelijk zitten er in je map per “bouw”(onderbouw, middenbouw, bovenbouw) drie liedjes in je map (dus totaal 9 liedjes), op een A4’tje met de titel van het liedje en de artiest.
Ook voeg je per bouw een extra muziekactiviteit (geen zingen) die je kort omschrijft (dus drie activiteiten). Om de activiteit te omschrijven kun je dit schema gebruiken (activiteit, doelgroep, doel enz.).

Doelgroep

Schoolkinderen
 

Doel

Het helpt om luister- en concentratievermogen te verhogen.

Simpele melodieën leggen de basis voor muzikaliteit en een goed muzikaal gehoor.
 

Ondersteunt taalontwikkeling, taalvaardigheid en het vergroten van de woordenschat. Ritme, rijm, melodie en intonatie vormen de basis van taal.
 

Het kan structuur helpen geven aan de dag (bijvoorbeeld liedjes zingen voor het slapen gaan).

 

Feiten in rijmpjes en liedjes worden vaak makkelijk onthouden (abc, tellen, seizoenen, enz.).

 

De teksten stimuleren de fantasie.

 

Bij muziek hoort bewegen: klappen of dansen (motorische ontwikkeling), een kringdansje of een spelletje (sociale ontwikkeling).

Benodigdheden

Liedjes; de teksten, eventueel de akkoorden/noten voor als je de kinderen wilt begeleiden op een instrument.

Eventuele andere instrumenten/benodigdheden die je nodig hebt bij een bedachte muziekactiviteit.

Plaats

-

 

Voorbereiding

Zoek een lied uit die passend is bij je doelgroep. Niet te moeilijk/makkelijk qua (hoeveelheid en inhoud) tekst en passend qua toonhoogte (jongere kinderen: hogere noten). Zorg dat het inhoudelijk (thema) aansluit bij de belevingswereld van je doelgroep.
 

Zorg dat je het lied zelf kent, hebt gehoord, hebt gezongen en dus kunt voorzingen, eventueel kunt begeleiden op een instrument.

Bereid je bedachte muziekactiviteit ook voor; leg materialen klaar, bedenk hoe je het wilt uitvoeren en waarom (maak je groepjes? Waarom? Wie bij wie? Enz.)

Uitvoering

Leer de kinderen een lied. Vertel waar het over gaat. Laat het horen. Bespreek de tekst. Oefen het lied in korte stukjes. Zing voor, laat nazingen. Herhaal veel. Geef hoog- en laag (qua toonhoogte) aan d.m.v. handgebaren. Heb aandacht voor kinderen die het spannend vinden; motiveer ze, complimenteer ze, laat ze met z’n allen tegelijk zingen.

 

Voer de muziekactiviteit uit die je hebt bedacht voor de onder-, midden-, bovenbouw.

Variatie

Variatie op het lied:
Laat de kinderen de melodie neuriën (zonder tekst). Laat de kinderen het ritme klappen of spelen met instrumenten. Laat de leerlingen een nieuw couplet schrijven bij het lied/ een andere tekst bedenken op de melodie (geschikt voor bovenbouw).

 

Activiteit

Ik ben zo zenuwachtig

Doelgroep

Onderbouw.   Groep 3&4

Doel

Gezellig met z’n allen een lied zingen dat voor de kinderen heel dicht in de buurt komt bij dingen in het echte leven.

Benodigdheden

Digibord, of een gitaar. liedteksten

Plaats

In de klas, tijdens de muziekles

Voorbereiding

Het liedje opzoeken op het digibord, akkoorden opzoeken

Uitvoering

Zing het liedje, terwijl de juf/meester gitaar speelt. Als het via het digibord gaat doet de juf/meester lekker mee.

Variatie

Als ze het  lied goed kennen, kun je de kinderen om de beurt een solo geven

 

Activiteit

Snappie de kleine krokodil

Doelgroep

Onderbouw, groep 3&4

Doel

 

 

een leuk liedje zingen, wat voor de fantasie van de kinderen heel leuk is. En heel bekent

benodigdheden

Digibord, of een gitaar. Lied teksten

plaats

Op school tijdens de muziekles

voorbereiding

Akkoorden opzoeken. Kijken of het liedje op youtube staat.

uitvoering

het liedje zingen, en eventueel erop dansen

variatie

Een dansje bij het liedje maken.

 

 

 

 

activiteit

Theo Theo wat raar

doelgroep

Onderbouw, groep 3&4

Doel

 

Met z’n allen een leuk lied zingen waar een grappig dansje bij zit die de motoriek van de kinderen stimuleert.

benodigdheden

Het liedje op het digibord, liedteksten

plaats

op school tijdens de muziekles.

voorbereiding

het liedje opzoeken, het dansje zelf leren.

uitvoering

het liedje zingen en de kinderen het dansje aanleren.

variatie

Laat de kinderen zelf andere bewegingen bedenken.

 

 

activiteit

Een sambabal knutselen

doelgroep

Onderbouw, groep 3&4

Doel

 

Je laat kinderen hun eigen sambabal knutselen, waardoor de fijne motoriek word verbeterd.

benodigdheden

Wc rollen, rijst en/of droge erwten, gekleurd papier, scharen, en lijm.

plaats

op school

voorbereiding

Zelf een maken als voorbeeld.

uitvoering

De kinderen uitleggen wat ze moeten doen, laat de kinderen lekker hun gang gaan. Help ze waar nodig is.

variatie

In plaats van wc-rollen zou je ook een lege fles kunnen gebruiken.

 

 

 

 

 

 

 

Activiteit

Klaar voor de start –kinderen voor kinderen

Doelgroep

Middenbouw, groep 5&6

Doel

 

Met z’n allen een lied zingen, waar de kinderen goed op kunnen dansen.

Benodigdheden

Digibord, liedteksten

Plaats

Op school tijdens de muziekles.

Voorbereiding

Liedteksten uitprinten en het lied opzoeken op youtube.

Uitvoering

Het lied zingen en de kinderen het dansje erbij leren.

Variatie

De kinderen kunnen zelf een ander dansje bij het liedje verzinnen.

 

 

 

Activiteit

Double me- Mylené en Rosanne

Doelgroep

Middenbouw, groep 5&6

Doel

 

Met z’n allen een liedje zingen, waarmee de kinderen nieuwe woorden in het Engels leren kennen en uitspreken.

Benodigdheden

Liedteksten en het digibord

Plaats

Op school tijdens de muziekles.

Voorbereiding

De liedteksten uitprinten en het liedje opzoeken op youtube.

Uitvoering

Het liedje zingen, en de kinderen de goede uitspraak van de Engelse woorden laten horen

Variatie

Laat de kinderen de Engelse woorden in het liedje vertalen naar het Nederlandse woord.

 

 

 

 

 

 

Activiteit

Wakker met een wijsje –kinderen voor kinderen

Doelgroep

Middenbouw, groep 5&6

Doel

 

Met z’n allen een liedje zingen die leuk is voor de kinderen. En misschien ook wel herkenbaar is.

Benodigdheden

Digibord en liedteksten

Plaats

op school tijdens de muziekles

Voorbereiding

Het liedje opzoeken op youtube en de liedteksten uitprinten.

Uitvoering

Het liedje zingen.

Variatie

Laat de kinderen proberen met het liedje mee te fluiten

 

 

 

Activiteit

Tekenen op de maat van de muziek

Doelgroep

Middenbouw, groep 5&6

Doel

 

je laat de kinderen op de maat van de muziek tekenen, hierdoor word het ritme gevoel beter.

Benodigdheden

Verschillende liedjes met verschillende maatsoorten. Papier en potloden

Plaats

Op school tijdens de muziekles.

Voorbereiding

Verschillende liedjes opzoeken.

Uitvoering

geef iedereen een papier en een potlood, doe de muziek aan, en wissel soms de liedjes af, laat de kinderen tekenen op de maat

Variatie

Zet een liedje op en laat de kinderen iets tekenen waarvan ze vinden dat het bij de muziek past.

 

 

 

 

Activiteit

I like the flowers

Doelgroep

Bovenbouw, groep 7&8

Doel

 

Samen een Engels liedje zingen, waardoor de Engelse uitspraak beter word.

Benodigdheden

Digibord of een gitaar. En liedteksten

Plaats

Op school tijdens de muziekles.

Voorbereiding

Liedteksten uitprinten, gitaar akkoorden opzoeken.

Uitvoering

het liedje spelen en zingen.

Variatie

nvt

 

 

 

 

Activiteit

The lion sleeps tonight

Doelgroep

Bovenbouw, groep 7&8

Doel

 

Samen een Engels liedje zingen, waardoor de Engelse uitspraak beter word.

Benodigdheden

Digibord, of een gitaar. Liedteksten

Plaats

Op school tijdens de muziekles.

Voorbereiding

Gitaar akkoorden opzoeken, liedteksten uitprinten

Uitvoering

Het liedje zingen en spelen.

Variatie

Nvt

 

 

 

 

 

 

 

 

Activiteit

Olga van de wolga

Doelgroep

Bovenbouw, groep 7&8

Doel

 

Samen een liedje zingen, waardoor de kinderen even hun energie kwijt kunnen.

Benodigdheden

Digibord of een gitaar, liedteksten

Plaats

Op school tijdens de muziekles.

Voorbereiding

Gitaar akkoorden opzoeken. De liedteksten uitprinten.

Uitvoering

Het liedje spelen en zingen

Variatie

Nvt

 

 

 

 

Activiteit

Een hip-hop les

Doelgroep

Bovenbouw, groep 7&8

Doel

 

de kinderen een dansles geven, waardoor de motoriek beter word. 

Benodigdheden

Muziek, een hip-hop leraar, een grote ruimte.

Plaats

In de gymzaal

Voorbereiding

Een hiphop leraar vragen om te komen, zorgen dat de kinderen sportkleren mee nemen

Uitvoering

De kinderen krijgen een hiphop les van een leraar.

Variatie

Laat de kinderen zelf een dansje bedenken

Sport

Activiteit

 

  • Pionnenroof

 

Doelgroep

 

  • 6-10 jaar

 

Doel

 

  • Vergroten van reactievermogen
  • Omgaan met ‘scheidsrechter’ en regels wel/ niet af.
  • Verbetering loopvermogen

 

Benodigdheden

 

  • Groot veld
  • Pion(nen)
  • Mogelijkheid tot afbakenen achterlijnen

 

Plaats

 

  • Buiten of gymzaal

 

Voorbereiding

  •  
  • Zet een veld af ter grootte van 30 bij 10.
  • Gebruik hiervoor lint of bestaande lijnen.

 

Uitvoering

 

  • Groep 1 beschermd de Pion en moet de tegenstander aftikken
  • Stapt deze groep tikkers over de lijn dan moet een ander getikt worden; zo niet dan is de tikker zelf af. Hij/zij gaat zitten op de bank; zijn alle rovers getikt dan winnen de tikkers.
  • De rovers moeten de Pion trachten te stelen
  • Zijn zij eerder over de veilige zone achter de lijn, hebben zij gewonnen.

 

Variatie

 

  • Afstand verschillend maken
  • Attribuut veranderen.
  • Niet alleen rennen; iedereen moet hinkelen.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Activiteit

 

  • “als de kat van huis is..”

 

Doelgroep

 

  • 6-10 jaar

 

Doel

 

  • Energizer
  • Samenspel
  • Reactievermogen vergroten

 

Benodigdheden

 

  • Vier hoeken, palen, matten of anderzijds ‘hoek’ materiaal
  •  

 

Plaats

 

  • Grote ruimte of buiten

 

Voorbereiding

 

  • Creëer met vier matten of tape/ linten een veilig ‘holletje’ voor de muizen.

 

Uitvoering

 

  • Vier muizen trachten van hoek /holletje te wisselen.
  • Als er een lege hoek is, probeert de kat deze plek op te vullen.
  • Lukt dit dan is de muis zonder hoek de kat geworden.

 

Variatie

 

  • Je kunt dit altijd vergroten met meerdere muizen en katten.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Activiteit

 

  • “De reddingsboot.”

 

Doelgroep

 

  • 6-10 jaar

 

Doel

 

  • Energizer
  • Samenspel/ samen werken

 

 

Benodigdheden

 

  • Een of meer gymzaal banke(n)/ afgetapte vorm van max 20 cm breed.

 

Plaats

 

  • Binnen /  buiten

Voorbereiding

 

  • Zet / maak 1 of meer banken of vormen klaar in de ruimte.

Uitvoering

 

  • Er staan een x aantal kinderen op de reddingsboot (bank)
  • Er zijn ook een aantal haaien.
  • De kinderen moeten in een nader aangegeven volgorde gaan staan (bijv; op leeftijd, 1e letter van de voornaam enz.) als er iemand in het water komt is deze af. En wordt door de haaien opgegeten.

 

Variatie

 

  • De kinderen moeten zich m.b.v. klein materiaal veilig naar het land begeven.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Activiteit

 

  • “evenwichtsduo’s’

 

Doelgroep

 

  • 6-10 jaar

 

Doel

 

  • Energizer
  • Samenspel
  • Afhankelijkheid ervaren.

 

Benodigdheden

 

  • Kinderen in duo’s

 

Plaats

 

  • Binnen en buiten

 

Voorbereiding

 

  • Schone ruimte/ vloer

 

Uitvoering

 

  • Laat de kinderen tegen over elkaar staan.
  • Tenen tegen elkaar (hier kan bijv eerst een omgekeerde gymzaalbank tussen; voor de persoonlijke ruimte) en de handen vast.
  • Langzaam gaan de kinderen naar achteren leunen en proberen de armen te strekken.

 

Variatie

 

  • Met de rug tegen elkaar en dan omlaag; met de billen op de grond komen, vervolgens weer omhoog.
  • Schouders tegen elkaar en leunen tegen elkaar; daarna de voeten langzaam opzij schuiven.

 

 

Activiteit

 

  • Pantomime-estafette

 

Doelgroep

 

  • 10-14 jaar

 

Doel

 

  • Samenspel
  • D.m.v. uitvoeren en beweging de kinderen comfortabeler laten voelen met en in hun eigen lijf.

 

Benodigdheden

 

  • Kaartjes met woorden die uitgebeeld kunnen worden.

 

Plaats

 

  • binnen

 

Voorbereiding

 

  • maak genoeg kaartjes met verschillende categorieën woorden / begrippen / personen

 

Uitvoering

 

  • maak 2 groepen
  • laat de groepen tegen over elkaar zitten
  • laat de 1e ‘uitbeelders’ voor de eigen groep staan. De uitbeelders zien tegelijk het kaartje en proberen nu om de eigen groep zo snel mogelijk te laten raden wat uitgebeeld wordt.

 

Variatie

 

  • van makkelijk naar moeilijk;
  • makkelijk; sporten, gevoelens
  • moeilijker; handelingen; koken, naaien, stofzuigen, ook dingen zoals; televisie, mobiel, brievenbus
  • nog moeilijker; karaktereigenschappen; eerlijkheid, respect, betrouwbaar…

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Activiteit

 

  • ‘bruggen bouwers’

 

Doelgroep

 

  • 10-14 jaar

 

Doel

 

  • samenwerken

 

Benodigdheden

 

  • grote ruimte en veel deelnemers

 

Plaats

 

  • binnen en buiten

 

Voorbereiding

 

  • maak met 2 lijnen duidelijk een begin en eind.

 

Uitvoering

 

  • de groep verdeeld zich in 2 groepen; een kleine en een grote.
  • De grote worden de brug onderdelen als start
  •  De kleine groep zijn de ‘overstekers’.
  • De groep overlegt welke vorm wordt gekozen om de “rivier” over te steken. Bijv; op handen en knieen een brug maken of armen gekrijst vasthoudend.
  • Wanneer alle ‘oversterkers’ aan de overkant zijn, worden de 1e brugdelen ook overstekers en zijn de overstekers worden brugdelen.
  • Doel is van begin tot eindstreep niet de rivier in te gaan en dus geen ‘natte’ voeten te halen.

 

Variatie

 

  • Eerst 1 persoon naar de overkant
  •  Groep weer terug en de volgende halen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Activiteit

 

  • Vlaggenroof

 

Doelgroep

 

  • 10-14 jaar

 

Doel

 

  • Samenwerken
  • Tactisch leren denken

 

Benodigdheden

 

  • Een vlag (bijv een theedoek)
  • Een ruimte buiten zoals een groot  perceel bos

 

Plaats

 

  • Buiten / bos

 

Voorbereiding

 

  • Kijk of het bos geschikt is; bramenbosjes / brandnetels end..

 

Uitvoering

 

De spelers worden verdeeld in twee (of meer) gelijke groepen. Elke speler krijgt een wollen draadje, een leven, om de arm. De groepen hebben een verschillende kleur draad. De opdracht voor deze groepen luidt: verover de vlag van een andere groep. Iedere groep heeft op zijn speelveld een vrijplaats waar de vlag wordt verdedigd. De afmetingen van deze vrijplaats zijn van te voren door de leiding vastgesteld. Ook wordt door de leiding de plaats van de vlag gecontroleerd. Je kunt er levens proberen te veroveren. Zo'n leven is een wollen draad die door alle spelers dwars over de borst gedragen wordt. Als een speler zijn leven kwijt is -de draad kapot getrokken-, moet hij eerst naar de spelleider om een nieuw leven te halen. Vervolgens mag deze speler weer meespelen.

Variatie

 

  • Meerdere teams
  • Als het een beetje tegenzit is de vlag binnen een paar minuten gepakt. Een oplossing daarvoor: De vlag bestaat bijvoorbeeld uit 10 linten vastgemaakt aan een stok. Per keer mag er maar 1 lint meegenomen worden. De groep die als eerste een kale stok overhoudt heeft verloren. Als een speler in de vrijplaats van de tegenstander is doorgedrongen, is deze speler vrij, er mag dan geen leven van hem/haar worden afgepakt. Het spel is afgelopen als de vlag van de tegenstander is geroofd en naar het eigen gebied is meegenomen.
  • In het donker met Light-sticks

 

 

 

Activiteit

 

  • Blaasvoetbal

 

Doelgroep

 

  • 10-14 jaar

 

Doel

 

  • samenwerken

 

Benodigdheden

 

  • tafel of grote plaat
  • rietjes
  • kleine doeltjes

 

Plaats

 

  • binnen

 

Voorbereiding

 

  • maak een veld op een tafel of een plaat door er een rand op te maken.
  • Maak een doeltje op de beide einden van de plaat

 

Uitvoering

 

  • Verdeel de spelers in twee partijen rondom een tafel met opstaande randen en daarop twee goals. Alle spelers krijgen een rietje en moeten het pingpong balletje in het goal van de tegenstander blazen. Voor spelers die in hun buigrietje nog wel een hockeystick herkennen en deze ook als zodanig gebruiken, is een schaar aanbevelenswaardig. In elk geval het dreigen ermee. Als het maken van de doelen moeilijk is, of het is voor de spelers lastig om een doelpunt te maken, haal dan de opstaande uiteindes van de tafel af en werk met dit tafelbrede goal.

 

Variatie

 

  • i.pv. een harde rand kan er ook meel worden gebruikt (het effect dat het een grote puinhoop wordt moet dan ook maar geaccepteerd worden)

 

 

Drama

Puber/Adolescent

Beeldend

Activiteit

Street-art ( stoepkrijt tekening maken op straat)

Kijk eens anders naar de dingen om je heen

 

Doelgroep

Puber/adolescent

Doel

 

Met deze activiteit kom je tegemoet aan de behoefte van de puber om zelf te creëren en te ontwerpen. Eigenheid te brengen in het werk, een uniek werk te maken en zelfstandig te werken. Je sluit aan bij de belevingswereld van de doelgroep.

Benodigdheden

Fotocamera/telefoon, evt. selfie-stick, usb-kabel om foto’s op computer te zetten, printer, viltstiften, Stoepkrijt, gekleurde kinderklei

Plaats

Binnen en buiten 

Voorbereiding

Zorg dat de kinderen hun mobiel opgeladen hebben en hun eigen kabeltjes meebrengen.

Uitvoering

 

Ga in duo’s aan de slag. Je gaat naar buiten en je bekijkt je omgeving eens anders dan je gewend bent! Een paaltje waar je altijd omheen liep wordt nu ineens de neus van Pinoccio, een putdeksel wordt het huisje van een slak en in een streep van het zebrapad kun je allerlei andere dingen zien, bv een horlogebandje.

 

bedenk zelf eens een ander beeld van iets bestaands en fotografeer deze plekken.

 

print deze foto’s uit op A4 formaat in zwart/wit en maak hier overheen een ontwerp met viltstiften

 

voer 1 van de ontwerpen i.o. met de docent uit in het echt met stoepkrijt en/of klei (zoek wel een veilige plek, dus niet midden op de straat!)

 

maak hier een foto of filmpje van en presenteer deze aan elkaar in de klas 

Variatie

 

 

Voeg meer materialen toe, zoals plakplastic, natuurlijke materialen of gebruik indien het toegestaan is bijvoorbeeld spuitverf ( graffiti)

Muziek

Activiteit

Rappen

 

Gekregen opdracht tijdens de les muziek:
Voeg je zelfgemaakte rap of de bestaande tekst die je hebt gebruikt in de muziekles (en eventueel een opname van je rap op beat of een link van waar de beat (of je hele rap) te vinden is online) toe aan je online activiteitenmap.

Doelgroep

Pubers/adolescenten (jong-volwassenen).
Kijk voor volwassene ook bij doelgroep “de oudere”

Doel

Het helpt om luister- en concentratievermogen te verhogen.

Simpele melodieën leggen de basis voor muzikaliteit en een goed muzikaal gehoor.
 

Ondersteunt taalontwikkeling, taalvaardigheid en het vergroten van de woordenschat. Ritme, rijm, melodie en intonatie vormen de basis van taal.
 

Feiten in rijmpjes en liedjes worden vaak makkelijk onthouden (abc, tellen, seizoenen, enz.).

 

De teksten stimuleren de fantasie.

Benodigdheden

Een beat (zelfgemaakt; van te voren of ter plekke gespeeld of een bestaande beat).

 

Tekst (bestaand of zelfgemaakt).

 

Apparatuur: materiaal om de beat af te spelen, (eventueel: ) microfoons.

Plaats

-

 

Voorbereiding

Zorg dat je een beat hebt (zoek deze online, maak hem zelf of zorg dat er materialen zijn om deze ter plekke te maken (gebruik bijvoorbeeld drums, overige percussie of een loopstation en je stem).

 

Zorg dat je teksten hebt (zelfgemaakt of een bestaande tekst of gedicht) of inspireer de pubers om teksten te maken (geen voorbeelden, thema’s).

Uitvoering

Gebruik een beat om de tekst op te zetten. Besteed aandacht aan hoe je en tekst maakt (of gebruik bestaande teksten). Besteed aandacht aan: ritme, rijm, uitspraak, hoe gebruik je verder je stem. Dit kan in allerlei vormen/oefeningen.

Laat pubers/adolescenten een rap maken, oefenen, performen.

Variatie

Gebruik informatieve teksten; om (studie)stof te onthouden.

Voeg aan de raps zangkoortjes en/of instrumenten toe. Werk de nummers uit. Voeg teksten samen. Neem de nummers op. Zet de nummers online. Maak een videoclip erbij, organiseer een optreden(tje) enz.

I just want to hold you
Keep you in my world

But you wanted to go higher
Take the chance and explode
Thought I was more than the afterlife
Thought I was more than the...
You're at the edge of your desire
Left the story untold
Thought I was more than the afterlife
Thought I was more than the, more than the, more than the...
Baby...

 

https://www.youtube.com/watch?v=_4KETuTveLA

Sport

Activiteit

 

  • Ballonnenrace

 

Doelgroep

 

  • 15 – 18 jaar

 

Doel

 

  • Plezier hebben
  • Eigen grenzen leren kennen

 

Benodigdheden

 

  • Opgeblazen ballonnen
  • Ballonnen opblaaspomp

 

Plaats

 

  • Binnen en buiten

 

Voorbereiding

 

  • Maak een ruimte vrij
  • Blaas meer dan genoeg ballonnen op!!

 

Uitvoering

 

  • Maak of laat 2 tallen maken.
  • Laat de deelnemers de ballon vanuit de buik naar boven duwen. Zonder handen!
  • Een startsignaal is het teken om te starten.

 

Variatie

 

  • Laat de deelnemers een parcous afleggen.
  • Laat de deelnemers elkaar ballonnen stuk trappen.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Activiteit

 

  • Swoppen

 

Doelgroep

 

  • 15 – 18 jaar

 

Doel

 

  • Leren ontdekken
  • In contact gaan met vreemden
  • Grenzen ontdekken

 

Benodigdheden

 

  • Een klein en goedkoop voorwerp

(kan een gum, een potlood, een oude cd, een afwasborstel zijn..

Plaats

 

  • In buurt, dorp of deel van een stad.

 

Voorbereiding

 

  • Zorg voor een brief met regels en contactgegevens, zowel voor nood als bewijs dat deelnemers op pad zijn.

Uitvoering

 

  • Stuur de deelnemers op pad met een voorwerp
  • Geef ze de opdracht om in een bepaald tijdstip het voorwerp om te ruilen voor een groter of duurder voorwerp.
  • Diegene die het beste voorwerp weet te swoppen wint.

 

Variatie

 

  • Laat deelnemers onderweg opdrachten uitvoeren en hier een foto van maken; deze moeten ze dan doorsturen via een app.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Activiteit

 

  • “Psychiater”

 

Doelgroep

 

  • 15 – 18 jaar

 

Doel

 

  • Groepsbinding versterken

 

Benodigdheden

 

  • N.v.t.

 

Plaats

 

  • binnen

 

Voorbereiding

 

  • speluitleg zo goed mogelijk in het hoofd hebben.

 

Uitvoering

 

  • 1 deelnemer verlaat de ruimte
  • De andere deelnemers spreken af wat het ‘ziektebeeld’ is. Voorbeelden zijn; iedereen denkt degene links naast hem/ haar te zijn. Of iedereen denkt een kikker te zijn.
  • Door vragen te stellen moet de ‘psychiater’ er achter komen wat de aandoening is.
  • Helpen na verloop van tijd is raadzaam, afhankelijk van de vragen die in de juiste richting worden gesteld.

 

Variatie

 

  •  

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Activiteit

 

  • Weerwolven van wakkerdam

 

Doelgroep

 

  • 15 -18 jaar

 

Doel

 

  • Samenwerken en strategisch denken

 

Benodigdheden

 

  • Speelkaarten;  weerwolven van wakkerdam

 

Plaats

 

  • binnen

 

Voorbereiding

 

  • verzorg een set speelkaarten en kaarsjes (met aansteker)

 

Uitvoering

 

  • zie onder de bijlage (bron; scouting.nl)

 

Variatie

 

  •  

 

Het spel: De basis

Maak van tevoren kaartjes met daarop de rollen van de spelers. Op elk kaartje komt één rol. Er zijn een stuk of vier weerwolven, de rest is een gewone burger. Als het spel begint, krijgen alle spelers een kaartje van de spelleider, met daarop de naam van het karakter dat ze in het spel zijn. Iedereen houdt zijn eigen kaartje geheim voor alle andere spelers, en alleen de spelleider weet wie wie is. Het doel van de weerwolven is om alle burgers uit te moorden, terwijl de burgers moeten opsporen wie de weerwolven zijn voordat er geen burger meer in leven is.

De spelleider begint het spel met een verhaal, waarin hij vertelt over een rustig dorpje waar overdag nooit iets aan de hand is. Maar niets is wat het lijkt, want iedere nacht verandert een deel van de bewoners in het dorpje in een bloeddorstige weerwolf, en iedere nacht valt één van de dorpelingen aan de weerwolven ten prooi.

Het spel wordt gespeeld in rondes, en iedere ronde begint met de nacht. Alle spelers doen hun ogen dicht, waarna de spelleider de weerwolven oproept hun ogen te openen en in stilte te overleggen wie hun volgende slachtoffer is. Alle weerwolven moeten het met elkaar eens zijn: is dat niet het geval, dan sterft er niemand. Daarna sluiten de weerwolven ook hun ogen weer, en wordt het dag. Alle dorpelingen worden wakker, behalve het slachtoffer. De spelers moeten nu met de hele groep iemand aanwijzen die volgens hen een weerwolf is. Iedereen (dus ook de dorpelingen die 's nachts weerwolven zijn) kan nu iemand verdacht maken, en proberen de anderen te overtuigen. De speler die de meeste stemmen tegen zich krijgt eindigt op de brandstapel. De rondes worden net zolang herhaald tot er geen weerwolven of gewone burgers meer zijn. De overblijvende partij heeft gewonnen.

Het spel: Bijzondere burgers

Om het spel ingewikkelder, maar ook een stuk spannender te maken, kun je één of meerdere met bijzondere burgers aan het stapeltje met weerwolven en gewone burgers toevoegen. Het meest eenvoudig is om alleen de ziener toe te voegen. Andere bekende personen zijn de heks, de jager, cupido, het onschuldige meisje en de dief. Elk hebben zij hun eigen eigenschappen. Iedere nacht doen nu niet alleen de weerwolven hun ogen even open, maar ook een aantal van deze bijzondere burgers. Dit gebeurt één voor één, en in deze volgorde: de dief (alleen de eerste nacht), cupido (alleen de eerste nacht), de ziener, de weerwolven & onschuldig meisje, heks.

De bijzondere burgers hebben de volgende eigenschappen:

De ziener

De ziener heeft telepathische gaven. Hij wijst 's nachts een speler aan. De spelleider laat daarna aan de ziener de karakterkaart van die speler zien.

De heks

De heks heeft 2 drankjes: een levensdrankje en een doodsdrankje. Zij kan elke nacht kiezen om één drankje te gebruiken of niets doen. Met het levensdrankje kan ze iemand die gedood is door de weerwolven terug tot leven brengen. Met het doodsdrankje kan ze bovenop de dode van de weerwolven nog een slachtoffer maken.

De jager

Als de jager sterft, reikt hij uit naar zijn jachtgeweer en kan in een laatste wanhoopsdaad nog een schot lossen en iemand naar keuze vermoorden. Dit kan 's morgens zijn als hij ontdekt dat hij sterft, maar ook wanneer de burgers besluiten hem op te hangen.

Cupido

Cupido schiet een liefdespijl in twee mensen tijdens de eerste nacht (na de eerste nacht wordt hij burger). Deze twee mensen hebben vanaf dat moment een alternatief doel in het spel, namelijk samen het spel overleven (ook als een van de twee geliefden weerwolf is). Zij moeten elkaar dus zoveel mogelijk verdedigen. Indien de ene geliefde sterft dan sterft de ander van liefdesverdriet. De spelleider geeft aan wanneer deze twee mensen even hun ogen mogen opendoen, zodat ze van elkaar weten wie ze zijn.

Het onschuldige meisje

Het onschuldige meisje mag door haar vingers kijken terwijl de weerwolven iemand vermoorden. Dit moet natuurlijk zo voorzichtig mogelijk, want als de weerwolven het merken, kunnen ze het onschuldige meisje vermoorden, zodat zij niemand meer verdacht kan maken.

Dief

Afhankelijk van het aantal deelnemers zijn er een aantal kaarten over. Twee van die kaarten worden in het midden gelegd. In de allereerste ronde is de dief de eerste die wakker wordt. Hij kan zijn kaart ruilen voor één van de twee kaarten die in het midden liggen.


Iedere ochtend kan er door "verkiezingen" een burgemeester gekozen worden. Hij zal het gesprek en de veroordeling leiden. De burgemeester krijgt een extra stem, en als de stemmen op wie er op de brandstapel moet, in een gelijke stand eindigt, dan is de extra stem van de burgemeester doorslaggevend. Dit kan ervoor zorgen dat er niet eindeloos geargumenteerd wordt.

Andere mogelijkheden zijn bijvoorbeeld een magiër (die 's nachts twee personen van identiteit kan laten wisselen), een zelfmoordenaar (die het spel wint als íe het voor elkaar krijgt dat hij gedood wordt), of een hond (een burger die door de ziener voor een weerwolf wordt aangezien, of andersom).

Drama

Oudere

Beeldend

Muziek

Activiteit

Lied zingen uit de tijd van de oudere

Gekregen opdracht tijdens de les muziek:
Voeg je gemaakte verslag toe aan je online activiteitenmap.

Welke muziek luisterden de ouderen van nu toen ze zo oud waren als jullie?
Zoek muziek op uit de jaren 50 en 60.

Maak een kort verslagje (1A4, mag handgeschreven) in deze les en beantwoord de volgende vragen:
Werk alleen, in een twee-of drietal.

1. Welke muziekstijl was er populair in de jaren 50?
2. Wat was kenmerkend aan deze muziek? (noem 3 dingen denk aan; muziekinstrumenten, tempo/ritme, waar ging de muziek over enz.)
3. Noem vijf artiesten/bands uit deze tijd en bij iedere 1 nummer. Luister deze nummers.
4. Welke muziekstijl was er populair in de jaren 60?
5. Wat was kenmerkend aan deze muziek? (noem 3 dingen denk aan; muziekinstrumenten, tempo/ritme, waar ging de muziek over en wat er veranderde ten op zichtte van de jaren ‘50).
6. Noem vijf artiesten/bands uit deze tijd en bij iedere 1 nummer. Luister deze nummers.
Voeg het verslagje toe aan je online activiteitenmap (getypt of duidelijk geschreven en een duidelijke foto ervan).

Doelgroep

Ouderen (kan evt. ook voor volwassenen).
 

Doel

Vermaak, herinneringen ophalen

Benodigdheden

Een lied uit de jaren van de ouderen (in dit geval jaren ’50 en ’60). Denk ook aan Nederlandstalig.

Plaats

-

Voorbereiding

Zorg dat je het lied zelf kent; de melodie en de tekst. Eventueel kun je de akkoorden instuderen op een begeleidend harmonie instrument (bijvoorbeeld een gitaar of piano) en het lied begeleiden.


Wil je het lied zingen/aanleren met ouderen: zorg voor tekst op groot formaat.

Uitvoering

Zing het lied voor of laat het horen. Geef aan welk stuk je eerst gaat oefenen (bijvoorbeeld de eerste twee zinnen van het eerste couplet).
Herhaal het een aantal keer. Besteed eventueel aandacht aan: ritme, melodie (op toon zingen), hoe gebruik je verder je stem.

Variatie

Maak de melodie tweestemmig (maak een heel koor).

  1. Welke muziekstijl was er populair in de jaren 50?

In de jaren 50 waren rock ’n roll en blues heel erg populair.

 

  1. Wat was kenmerkend aan deze muziek (noem 3 dingen denk aan; muziekinstrumenten, tempo/ritme, waar ging de muziek over)

Ze gebruikten elektrische gitaren, saxofoons en drum voor de muziek. De onderwerpen zijn vaak seks, vrijheid en liefde.

 

  1. Noem 5 artiesten/bands uit deze tijd en bij iedere 1 nummer. Luister deze nummers.

 

  1. The Kingston Trio – Tom Dooley
  2. Slim Whitman – Indian Love Call
  3. Elvis Presley – Suspicious Minds
  4. Frank Sinatra – New York
  5. Connie Francis – Everybody’s Somebody’s Fool

 

  1. Welke muziekstijl was er populair in de jaren 60?

In de jaren 60 was een mengvorm van rock ’n roll en blues met een eigen stijl populair. Dit werd beatmuziek genoemd.

 

  1. Wat was kenmerkend aan deze muziek? (noem 3 dingen denk aan; muziekinstrumenten, tempo/ritme, waar ging de muziek over)

Kenmerkend was de elektrische gitaar en de basgitaar.

 

  1. Noem 5 artiesten/bands uit deze tijd en bij iedere 1 nummer. Luister deze nummers.

 

  1. The Rolling Stones – Satisfaction.
  2. The Edwin Hawkins Singers – Oh Happy Day
  3. The Beatles – All You Need is Love
  4. Procol Harum – A Salty Dog
  5. Beach Boys – Wouldn’t It Be Nice

Sport

Drama

  • Het arrangement Activiteitenmap Sabine is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Sabine Letens Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
    Laatst gewijzigd
    2015-11-19 19:12:09
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Meer informatie voor ontwikkelaars

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.