Hartelijk welkom bij het thema Personalien!
In de vakantie op de camping, tijdens een uitwisseling op school, op het internet of op facebook; er zijn heel veel mogelijkheden om met jongeren uit andere landen kennis te maken.
De meeste leeftijdsgenoten uit andere landen zullen echter geen Nederlands spreken. Je kunt er ook niet van uitgaan dat overal zo goed Engels wordt gesproken als in Nederland.
Gelukkig leer jij nu nog een vreemde taal die je helpt met mensen uit andere landen te kunnen communiceren: Duits.
Deze taal spreken meer mensen dan je misschien in eerste instantie zou denken.
In veel landen is Duits bovendien een schoolvak.
Daarmee zijn jouw kansen om met iemand Duits te kunnen praten best groot!
Einleitung (2)
Je leert...
Je leert de eerste woorden en zinnen die je nodig hebt als je met iemand in het Duits wilt communiceren. Een taal leer je pas goed als je hem ook gebruikt!
In het onderdeel Sprachaufgaben vind je verschillende situaties die uit het leven gegrepen zijn. Ze zijn bedoeld om alles wat je geleerd hebt ook echt te gebruiken.
Let bij het maken van de Sprachaufgabe op:
de uitspraak,
de spelling,
de woorden en uitdrukkingen die je geleerd hebt,
de grammatica (niet alleen van dit thema, maar ook grammatica die je al eerder hebt geleerd).
Voordat je aan de Sprachaufgabe begint, ga je eerst het thema doorwerken.
In de volgende onderdelen leer je alles wat je nodig hebt om de Sprachaufgabe goed te kunnen maken!
Was kannst du schon? (1)
Wat kan je al?
Waarschijnlijk heb je nog nooit Duits als schoolvak gehad, maar misschien kan je al best wel wat. Doe de volgende vier oefeningen om er in te komen. 1
Hieronder zie je negen begroetingen.
Welke vijf begroetingen gebruik je in het Duits?
Servus!
Goddag!
Guten Tag!
Dzien dorbry!
Gruß Gott!
Dobrij den!
Grüezi!
Hallo!
Bonjour!
2
Hieronder zie je vijf Nederlandse en vijf Duitse woorden.
Zoek bij ieder Nederlands woord het juiste Duitse woord.
a doei
b tot ziens
c bedankt
d tien
e twaalf
1 Auf Wiedersehen
2 zwölf
3 Danke
4 zehn
5 Tschüss
Neem over en vul in: 1 = ..... 2 = ..... 3 = ..... 4 = ..... 5 = .....
Lees verder op pagina 2.
Was kannst du schon? (2)
3
Hieronder nogmaals vijf Nederlandse en vijf Duitse woorden.
Maak de juiste combinaties.
a ik
b wij
c zij
d jij
e jullie
1 wir
2 du
3 sie
4 ihr
5 ich
Neem over en vul in: 1 = ..... 2 = ..... 3 = ..... 4 = ..... 5 = .....
4
Zoek ook bij de volgende vijf Nederlandse woorden het juiste Duitse woord.
a van
b uit
c in
d hoe
e waar
1 wo
2 aus
3 wie
4 in
5 von
Neem over en vul in: 1 = ..... 2 = ..... 3 = ..... 4 = ..... 5 = .....
Hoe ging het? Wist je van de meeste Nederlandse woorden de Duitse vertaling te vinden? Ja, dan ben je zeker klaar om met het thema te beginnen.
Was wirst du lernen? (1)
Ziele - Doelstellingen
In het afsluitende project in het onderdeel Sprachaufgaben (taaltaken) ga je met een meisje uit Duitsland informatie uitwisselen over jullie en jullie families.
Daarom:
leer je hoe je iemand begroet en afscheid neemt;
lees je en luister je naar berichten van verschillende personen over het thema familie;
vertel je over jezelf en jouw familie;
schrijf je een tekst voor een stripverhaal;
teken je de stamboom van jouw familie;
krijg je nuttige tips voor de omgang met Duitsers;
kom je iets te weten over Duitse autokentekens;
hoor je hoe goed bekende Nederlanders Duits praten;
leer je belangrijke woorden en uitdrukkingen;
leer je enkele basisregels van de Duitse grammatica;
leer en doe je nog veel meer...
Arbeitsplan
Bij 'Sprachaufgaben' vind je realistische situaties waarin je alles wat je hebt geleerd kunt gebruiken.
Let daarbij op:
de uitspraak
de spelling
de woorden en de zinnen
de grammatica
Het is echt niet erg als je dat nog niet kunt!
Je leert het namelijk pas in dit thema.
Aan de slag!
Arbeitsplan
Ieder thema bestaat uit een groot aantal opdrachten.
Het is belangrijk dat je goed bijhoudt welke opdrachten je gedaan hebt. Om je te helpen hebben we een werkplan gemaakt. Op dat werkplan kun je bijhouden welke onderdelen je al gedaan hebt.
De Werkzeugkasten is een soort gereedschapskist.
In dit deel van de Werkzeugkasten vind je de woordjes en zinnen die je nodig hebt bij het maken van de taaltaken van het thema Personalien.
In de Werkzeugkasten vind je de onderdelen:
Wortschatz
Wortschatz-werken met WRTS
Hilfsmittel
Spiele
Veel succes!
Wortschatz-Wrts (1)
WRTS
Om de opdrachten in het thema Personalien goed te kunnen maken, moet je een aantal woordjes en zinnen kennen. Voor elk thema staan er op ovcduits.wrts.nl woordenlijsten klaar waar je mee kunt oefenen.
De eerste keer dat je WRTS gebruikt, moet je een account aanmaken:
Bepaal welke lijst je wilt gaan oefenen. Bij dit thema heb je de keuze uit zes lijsten:
Personalien Wortschatz A
Personalien Wortschatz B
Personalien Wortschatz C
Personalien Aussagen A
Personalien Aussagen B
Personalien Aussagen C
Klik op het woord 'Overnemen' achter de lijst die je wilt gaan gebruiken.
Je ziet de lijst staan. Scroll naar beneden en klik op 'Opslaan'.
Klik op 'Overhoren'. Geef aan op welke manier je wilt oefenen en klik op 'Begin overhoring'. Oefen op verschillende manieren.
Hilfsmittel
1 Woordenboek
Zowel echte woordenboeken als ook digitale woordenboeken helpen je bij het opzoeken en leren van nieuwe woordjes.
Een bekend online woordenboek is: vertalen.nu
Probeer ook eens een ander woordenboek, bijvoorbeeld: www.interglot.nl
2 Tekstverwerkingsprogramma
Als je op de computer een tekst schrijft, bv. met Word, kun je natuurlijk de Duitse spellingscontrole gebruiken (bij Taal -> Duits standaard instellen).
Maar opgelet: het programma kan niet al je fouten opsporen; zelf blijven nadenken dus!
3 Uitspraakhulp
Op de website www2.research.att.com kun je Duitse woorden of een Duitse tekst laten voorlezen. Kies eerst de taal en de stem. Vul dan de tekst in en kies dan voor SPEAK.
Lesen
Einleitung
Einleitung - Inleiding
In dit onderdeel oefen je je leesvaardigheid.
Je leert Duitse teksten beter te begrijpen.
De teksten gaan over:
de familie van Lotte en Max,
de familie van Maria.
Na, dann mal los!
Lotte und Max
Unsere Familie
Lees het verhaal over Lotte en Max en maak dan de oefening.
Hallo, wir sind Lotte und Max!
Wir sind Geschwister.
Max ist 12 und ich bin 14.
Wir wohnen mit unseren Eltern in Dresden. Das liegt im Bundesland Sachsen.
Unsere Mutter heißt Irene, unser Vater heißt Daniel. Wir haben noch eine kleine Schwester. Sie heißt Anne und ist 5 Jahre alt.
Die Eltern von unserer Mutter wohnen in Leipzig. Oma Hilde ist 62 und Opa Gerd ist 65. Papa hat nur noch seine Mutter: Liesbeth. Opa Artur ist schon gestorben.
Unsere Tante heißt Jana. Sie ist die Schwester von Mama.
Einen Onkel haben wir nicht.
Unsere Cousine Paula ist 2 Jahre, unser Cousin Hannes ist 4.
Das sind die Kinder von Tante Jana.
Ach ja, ich habe auch ein Meerschweinchen und Max hat ein Kaninchen. Anne möchte gern einen Hund, aber sie ist noch zu klein.
Beantwoord de volgende vier vragen.
Hoe heet de zus van Max? En hoe de zus van Irene?
Wat is de relatie tussen Irene en Daniël?
Hoe heet de schoonmoeder van Irene?
Welke van de volgende beweringen kloppen?
Tante Jana heeft twee kinderen.
Max en Lotte zijn een tweeling.
Het neefje van Max en Lotte is 4.
De vader van Daniël is al overleden.
Anne is het nichtje van Lotte en Max.
Anne heeft een hond.
Vergelijk jouw antwoorden met de antwoorden van een klasgenoot.
Hebben jullie op alle vragen hetzelfde antwoord? Bespreek eventuele verschillen.
Maria
Lees de tekst over Maria.
Maria
Mein Name ist Maria. Ich komme aus Tirol und lebe schon 12 Jahre in Wien.
Ich bin Krankenschwester von Beruf. Ich bin 32 Jahre alt und habe zwei Kinder. Meine Tochter Jana ist 11 und geht ins Gymnasium.
Mein Sohn Markus ist 7 und geht in die Volksschule.
Mein Mann arbeitet als Automechaniker. Wir sind seit 12 Jahren verheiratet.
Meine Hobbys sind Lesen und Sport. Ich treffe auch gerne Freunde und höre gern Musik.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Einleitung
De Werkzeugkasten is een soort gereedschapskist.
In dit deel van de Werkzeugkasten vind je de grammatica die je nodig hebt bij het maken van de taaltaken van het thema Personalien.
In de Werkzeugkasten vind je de onderdelen:
Grammatik
Aussprache
Hilfsmittel
Veel succes!
Grammatik (1)
Als je de opdrachten die bij dit thema horen goed wilt doen, zul je ook iets moeten weten over de taalregels, de grammatica - Grammatik.
Je gaat leren over:
de persoonlijke voornaamwoorden;
de werkwoorden haben en sein;
de bezittelijke voornaamwoorden.
Over ieder onderwerp bestudeer je de theorie in StudioDuits en maak je één of enkele oefeningen.
Succes!
Grammatik (2)
Bestudeer uit de kennisbank Duits het onderdeel over het Persoonlijk voornaamwoord.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Beweeg met je muis over de plaatjes.
Luister naar de woorden en oefen de uitspraak door ze hardop uit te spreken.
Kies de tien moeilijkste woorden uit elke oefening. Schrijf ze op in je schrift.
Lees ze hardop voor aan een medeleerling.
Hilfsmittel
1 Woordenboek
Zowel echte woordenboeken als ook digitale woordenboeken helpen je bij het opzoeken en leren van nieuwe woordjes.
Een bekend online woordenboek is: vertalen.nu
Probeer ook eens een ander woordenboek, bijvoorbeeld: www.interglot.nl
2 Tekstverwerkingsprogramma
Als je op de computer een tekst schrijft, bv. met Word, kun je natuurlijk de Duitse spellingscontrole gebruiken (bij Taal -> Duits standaard instellen).
Maar opgelet: het programma kan niet al je fouten opsporen; zelf blijven nadenken dus!
3 Uitspraakhulp
Op de website www2.research.att.com kun je Duitse woorden of een Duitse tekst laten voorlezen. Kies eerst de taal en de stem. Vul dan de tekst in en kies dan voor SPEAK.
Het arrangement DU 1VA Arr 1 Personalien is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteur
Jan Heuvelman
Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
Laatst gewijzigd
2015-10-29 23:08:40
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Maria
Persoonlijk voornaamwoord - Personalpronomen
Haben - Sein
Haben - Sein
Haben - Sein
Haben - Sein
Bezittelijk voornaamwoord
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.