LOB 5 Mijn loopbaan - Werken en leren

PORTFOLIO

Plaats in je portfolio de uitwerking van:

  • de startopdracht
  • de portfolio-opdrachten
  • de eindopdracht (bewijzen van uitvoering zoals: documenten, foto's en/of kort verslagje van werkproces en resultaat)

 

DOEL

Je kunt:

  • je eigen kwaliteiten, mogelijkheden, waarden en motieven vergelijken met de waarden en kwaliteiten die bij het werk horen
  • aangeven welke mogelijkheden er voor jou zijn om te gaan werken
  • aangeven welke mogelijkheden er voor jou zijn om verder te leren

 

STARTOPDRACHT

Tijd

1,5 uur

 

Doel

Je kunt:

  • uitleggen wat jouw keuzestijl is
  • bewuster keuzes maken m.b.t. jouw loopbaan
  • opleidingen en cursussen herkennen die goed passen bij jouw interesses en kwaliteiten
     
Weten

Keuzes maken kan op verschillende manieren. De ene persoon vergelijkt voor- en tegenargumenten en maakt zo een keuze. Een ander kiest op basis van wat goed voelt en weer een ander is impulsief in het maken van keuzes. Er bestaan tests om te achterhalen wat jouw manier van keuzes maken is.

Er zijn veel verschillende opleidingen waaruit je kunt kiezen. Sommige opleidingen hebben arbeidsmarktperspectief en andere opleidingen sluiten meer aan bij je hobby's en interesses. Studies die uit een beroepskeuzetest komen hoeven niet persé dè opleidingen te zijn die je zou moeten gaan volgen.
 

Interesse in doorstuderen?
Fontys is een HBO-instelling en biedt veel opleidingen in verschillende steden in Noord-Brabant. Fontys heeft een interessetest ontwikkeld waarmee je kunt onderzoeken welke opleidingen bij je passen. Het voordeel van deze test is dat niet alleen opleidingen van Fontys uitgelicht worden, maar ook de opleidingen van alle HBO-instellingen binnen Nederland.

(1) Keuzestijlen

Ga naar Lerenkiezen - Keuzestijlen test
Doe test 1 t/m 4.

 

Kopieer de uitkomsten van de vier testen naar een Word-bestand. Zet in de bestandsnaam Mijn loopbaan en daarachter je naam en datum. Verzamel hierin alle uitwerkingen van de opdrachten van Mijn loopbaan - werken en leren.

Zorg dat de docent jouw ontwikkeling kan volgen. Spreek samen af waar je het bestand plaatst of naartoe mailt en wanneer. Pas achteraf inleveren van je antwoorden heeft geen zin. Het is belangrijk dat je tussentijdse feedback ontvangt zodat je jezelf verder kunt ontwikkelen.

 

Beantwoord de volgende vragen:

  1. Hoe kom jij tot je keuzes? Omschrijf dit.
  2. Komt dit overeen met de manier van kiezen die uit de testen is gekomen?
  3. Hoe heb jij je huidige studie gekozen?
  4. Komt dit overeen met de manier van kiezen wat uit de testen is gekomen?
  5. Bespreek jij je keuzes met anderen? Wie kies je dan? Waarom hem/haar?
  6. Wat zijn de voor- en nadelen van de manier waarop jij keuzes maakt? Geef een opsomming.

 

Werk je antwoorden uit in het Word-bestand.

(2) Fontys Interessetest (voor wie verder wil studeren)

Achterhaal welke opleidingen op basis van je interesses en kwaliteiten het beste bij je zouden passen.
Doe de Fontys interesse test

 

Als je klaar bent en de uitslag ziet, selecteer je in de linker kolom Alle aanbieders i.p.v. alleen Fontys. Sla de uitslag op zodat je deze later nog een keer kunt inzien. Je kunt de uitslag ook gebruiken bij Portfolio-opdracht 2.

Beantwoord de volgende vragen:

  1. Welke studies komen in jouw top 10?
  2. Komen deze studies overeen met jouw interesse, kwaliteiten en je huidige studie? Leg je antwoord uit.
  3. Passen deze studies bij jouw persoonlijke kenmerken/karakter?

Werk je antwoorden uit in het Word-bestand.

(3) Blijven leren binnen jullie sector

Opdracht 3 Blijven leren in jullie sector

Je hebt inmiddels wat (BPV-)bedrijven van binnen mogen zien. Soms zie je duidelijk de verschillen tussen oudere medewerkers en jongere medewerkers. Vaak vullen zij elkaar goed aan; de oudere medewerker heeft vaak meer ervaring en de jongere medewerker heeft vaak meer actuele kennis van de nieuwste toepassingen en innovaties.
 

Vorm kleine groepen. Maak gebruik van jullie eigen BPV- of werkervaring in jullie sector.
 

Praat samen over:

  • Op welke manieren blijven werknemers in jullie sector op de hoogte van nieuwe ontwikkelingen?
  • Blijven werknemers in jullie sector een leven lang leren? Leg uit.
  • Is blijven leren in jullie sector nodig? Leg uit.
  • Welke mogelijkheden om in jullie sector te blijven leren, missen jullie? Geef minimaal twee vernieuwende tips.
     

Neem een groot vel papier en stiften. Vul samen een poster met jullie bevindingen.

Maak een foto van jullie poster voor in je portfolio.

Hang alle posters op. Bespreek jullie bevindingen met de klas en de docent.

1. WERKEN

1. Beroepskeuzetest

Tijd

1 uur

 

Doel

Je kunt:

  • uitleggen welke persoonlijkheidstypering bij jou past
  • bedenken binnen welk beroep deze typering het beste tot zijn recht komt

 

Weten

Een beroepskeuzetest gaat uit van bepaalde eigenschappen die wel of niet bij je passen. Op basis van de test worden de beroepen en studies aangegeven waarbij jouw kwaliteiten het beste tot hun recht komen.
 

 
Opdracht

Doe de beroepskeuzetest op: Keuzetest Carrièretijger.

Vul de test serieus in en neem er de tijd voor. Kopieer de uitkomsten van de test naar je Word-bestand.

Beantwoord de volgende vragen:

  1. Op welke persoonlijkheidstypering scoor jij het hoogst?
  2. Herken jij jezelf in de omschrijving die gegeven wordt bij die typering? Waarom wel/niet?
  3. Leg de uitslag van de test voor aan iemand die jou goed kent. Komt de uitslag overeen met het beeld wat een ander van je heeft? Als dit niet het geval is, waar zou dat door komen?
  4. Passen de beroepen en studies uit de test bij de twee persoonlijkheidstypen waar je het hoogst op hebt gescoord? Leg je antwoord uit.
  5. Passen de beroepen en studies uit de test niet bij je? Welk beroep of welke studie spreekt jou dan wel aan? Onder welke typering valt dit beroep of deze studie? Kan jij jezelf vinden in die typering?
  6. Welk beroep of welke studie vind jij het beste bij je passen (binnen je persoonlijkheidstypering)?
  7. Kijk naar de beroepstypering, voorbeeldberoepen en studies van de twee persoonlijkheidstypen waar je het laagst op hebt gescoord. Klopt het dat deze je minder aanspreken? Leg je antwoord uit.

Werk je antwoorden uit in het Word-bestand.

 

Vind je de uitslag van de test niet kloppen? Maak dan de test opnieuw. Gebruik hiervoor een andere internetbrowser dan die je net gebruikt hebt, bijvoorbeeld Firefox, Chrome of Internet Explorer.

Klopt de nieuwe uitslag wel? Beantwoord dan opnieuw de bovenstaande zeven vragen.

 

2. Loopbaanwaarden

Tijd

1 uur

 

Doel

Je kunt:

  • benoemen welke waarden jij belangrijk vindt binnen een baan
  • benoemen welke invloed deze waarden hebben op jouw keuze voor een baan

 

Weten

Je loopbaan gaat niet alleen over het werk dat je hebt gedaan, doet of gaat doen. Ook je privéleven hoort bij je loopbaan. De centrale vragen zijn daarom: "Waar sta jij voor?" en "Wat voor invloed heeft dat op jouw keuze voor een bepaalde functie, baan of besluit?"

 

 

Voorbeeld: Misschien vind je het belangrijk om mensen te helpen (waarde). Op basis van deze waarde ga je op zoek naar een baan als begeleider voor mensen in de schuldsanering.

 

Opdracht

Download de tabel en vul de tabel in.

 

In de tabel staan loopbaanwaarden. Lees ze door.

Kruis achter elke waarde aan of dit een levenswaarde is of een waarde voor de arbeidsmarkt. Je mag ze ook beiden aankruisen.

Kruis ook aan of je de waarde erg belangrijk vindt, meestal belangrijk, soms belangrijk of niet belangrijk.

Beantwoord de volgende vragen:

  1. Wat zijn de 8 meest belangrijke waarden voor jou? Maak een lijst van jouw top 8.
  2. Waarom vind jij deze waarden zo belangrijk? Leg uit.
  3. Welke kwaliteiten heb je nodig bij de waarden in jouw lijst?
  4. Welke van deze kwaliteiten bezit jij al? Geef een voorbeeld waarmee je bewijst dat je deze kwaliteit al bezit.
  5. Hoe zou je de kwaliteiten die je nog niet of te weinig bezit kunnen oefenen? Geef concrete voorbeelden.
  6. Welke waarden zijn belangrijk voor de sector waarvoor je wordt opgeleid? Komen deze waarden overeen met jouw waarden?
  7. Hebben jouw loopbaanwaarden invloed op jouw keuze voor een baan? Leg uit.

Werk je antwoorden uit in het Word-bestand.

3. Competenties

Tijd

45 minuten

 

Doel

Je kunt:

  • uitleggen wat competenties zijn
  • benoemen wat jouw competenties zijn
  • uitleggen hoe je jouw competenties kunt benutten

 

Weten

Om de opleiding succesvol af te ronden moet je een aantal competenties kunnen aantonen. Competenties hebben te maken met kennis, vaardigheid en houding. Voldoende kennis en vaardigheid en een goede houding heb je nodig om een goede baan te vinden en te houden.

 

 

Opdracht

Download de tabel en vul de tabel in.

 

 

Je hebt nu een overzicht van jouw competenties.

Wat betekent dit nu voor jou en jouw toekomstig beroep? Beantwoord de volgende vragen:

  1. Wat is opvallend aan de jouw score?
  2. Vergelijk jouw antwoorden met die van een klasgenoot. Noem minimaal 2 verschillen tussen jullie antwoorden.
  3. Wat zijn jouw twee beste competenties? Waar kun je deze goed gebruiken? (Denk aan: werk, school en/of thuissituatie.)
  4. Wat kun je volgens jezelf minder goed? Waar kan dat problemen bij geven? (Denk aan: werk, school en/of thuissituatie.)
  5. Aan welke competenties wil je nog gaan werken in de toekomst? Hoe ga je dat doen? Geen duidelijk aan wat je gaat doen.

Werk je antwoorden uit in het Word-bestand.

4. Vacature zoeken

Tijd

1 uur

 

Doel

Je kunt:

  • via verschillende media vacatures zoeken die bij jou passen
  • aangeven wat je moet doen voordat je de arbeidsmarkt op kunt

 

Weten

Er zijn veel verschillende vacaturesites. Op sites van bedrijven worden ook vacatures geplaatst. Je moet dus veel websites in de gaten houden. Soms wordt een vacature alleen mondeling bekend gemaakt, de vacature wordt dan niet op een website geplaatst. Gebruik dus altijd je netwerk om op de hoogte te blijven van vacatures.

Opdracht

Zoek drie vacatures op internet waarin jij geïnteresseerd bent. Sla deze vacatures op.

Download de tabel en vul de tabel in.

 

Beantwoord de volgende vragen.

  1. Wat vind jij interessant aan deze vacatures?
  2. Voldoe jij aan alle eisen van deze vacatures? Waaraan voldoe je wel en waaraan niet? Geef per vacature een antwoord. Maak onderscheid in competenties, kwaliteiten en werkzaamheden.
  3. Hoe zou je de competenties, kwaliteiten en werkzaamheden die je nog niet of te weinig bezit, kunnen oefenen/leren? Geef concrete voorbeelden.
  4. Passen de drie vacatures bij jouw loopbaanwaarden (opdracht 2)? Leg uit.

Werk je antwoorden uit in het Word-bestand.

5. Unique selling point

Tijd

45 minuten

 

Doel

Je kunt uitleggen waarom bedrijven juist voor jou moeten kiezen.

 

Weten

Hoeveel leerlingen zitten er in jullie klas? Zijn er nog meer leerlingen van een soortgelijke opleiding in jullie regio? Elk jaar verlaten veel leerlingen de school met een diploma. Zij gaan op zoek naar hetzelfde soort werk als jij zoekt. Waarom moet de werkgever nu juist voor jou kiezen? Wat maakt jou bijzonder? Wat onderscheid jou van de groep waaruit de werkgever moet kiezen? Ofwel: wat is jouw unique selling point?
 

 

Opdracht

Onderzoek jouw unique selling point binnen jullie sector. Vorm een groep met andere leerlingen. Neem allemaal een vel papier (A4) en zet je naam erop.

Doe alsof jij een werkgever bent in jullie sector. Loop bij elke groepsgenoot langs en noteer op elk blad:

  • welk soort bedrijf jij hebt binnen jullie sector
  • twee redenen waarom jij deze persoon wel binnen jouw bedrijf zou willen hebben

Bekijk je eigen blad. Lees waarom je zo gewild bent bij de bedrijven.

Wat is volgens jezelf jouw unique selling point? Bereid een korte Pitch voor die niet langer dan één minuut mag duren. Vertel duidelijk waarom bedrijven binnen jullie sector juist jou nodig hebben!

De docent geeft aan hoe jullie de pitch moeten uitvoeren. Bijvoorbeeld:

  • neem je stem digitaal op en zet het bestand op een afgesproken plek voor je docent (of mail)
  • film jezelf digitaal en zet het bestand op een afgesproken plek voor je docent (of mail)
  • doe je pitch live voor de klas

Portfolio-opdracht 1

Tijd

1 uur en 45 minuten

 

Doel

Je kunt laten zien dat je:

  • inzicht hebt in je kwaliteiten en deze kunt benoemen voor het werkveld
  • een functionele en aantrekkelijke cv kunt maken
    - gericht op de sector waarvoor je wordt opgeleid
    - volgens de regel van het maken van een cv

 

Weten

Een curriculum vitae is een schriftelijke weergave van jouw (professionele) mijlpalen. Het begint met persoonlijke gegevens, daarna volgen werkervaring, studie-ervaring en stage-ervaring (BPV), extra kwalificaties en overige informatie.

Er zijn veel verschillende soorten cv’s die passen bij verschillende situaties. Maar er zijn geen vaste regels; je bepaalt uiteindelijk zelf de vorm van je cv.

Je kunt een chronologische cv gebruiken. Dit houdt in dat je begint met je allereerste

studie-/stage- (BPV)/werkervaring. Daaronder noteer je wat je daarna hebt gedaan, enz. Deze cv gebruik je bijvoorbeeld als student tijdens je schooltijd (bijvoorbeeld om te solliciteren op een BPV-plek).

Sommige werkgevers vinden het fijn als een cv in omgekeerde chronologische volgorde staat. Dit houdt in dat je begint met je huidige studie/stage (BPV)/werk. Daaronder noteer je wat je daarvoor hebt gedaan, enz. Je vertelt dus van nu naar vroeger. Door deze manier van noteren zien werkgevers in een oogopslag waar je nu mee bezig bent en hoeven ze daarvoor niet eerst een hele rij door te nemen. Dit noemen we ook wel het 'Teruglopend cv'.

Een profielschets is een onderdeel van je cv. Dit is een kort stukje tekst waarmee je je aan het begin van je cv voorstelt. Dit geeft de lezer een beter beeld van jou als persoon en dat zorgt voor een persoonlijk tintje aan je cv.

 

Opdracht

Opdracht 1 Profielschets

Lees de uitleg over de inhoud van een profieltekst op: Persoonlijk profiel voor je cv.

Stel nu zelf je eigen profielschets op of verbeter je profielschets als je er al een hebt. Werk dit uit in het Word-bestand.

Laat je profielschets controleren door iemand die jou goed kent. En, klopt het? Welke feedback heb je gekregen? Verbeter jouw profieltekst als dat nodig is.

 

Opdracht 2 CV

Lees de informatie over het maken van een cv op: Chronologische cv en Teruglopend cv.

Kijk ook eens bij de onderdelen in de linker kolom van de website waar je meer informatie vindt over verschillende onderdelen van het cv.

Maak je eigen cv of verbeter je cv als je er al een hebt. Zorg dat je deze kunt gebruiken voor het reageren op BPV-plekken en/of vacatures.

Wissel je cv uit met een vriend/vriendin/klasgenoot. Bespreek samen de cv's:

  • Is het cv aantrekkelijk?
  • Valt het cv op een positieve manier op?
  • Is er voor gekozen een foto op het cv te zetten? Waarom wel/niet?
  • Is de informatie overzichtelijk?

Verbeter je cv als dat nodig is. Plaats je cv in het Word-bestand.

Tip: Bewaar je cv goed zodat je deze in het vervolg kunt gebruiken. Sla je cv ook op als PDF-document en mail deze versie wanneer je reageert op een vacature. Zo kan er niets verschuiven als je mogelijk toekomstige werkgever je cv opent.

 

Opdracht 3 Jouw toekomstige baan

Laat een digitale foto van jezelf maken waarop je naar links wijst. Plaats de foto in het Word-bestand. Type boven de foto: DAAR STA IK OVER 10 JAAR!

Bedenk bij welk (bestaand) bedrijf je over tien jaar zou willen werken en in welke functie. Praat hier over met je vrienden, familie, kennissen en/of klasgenoten.

Schrijf naast jouw foto bij welk (bestaand) bedrijf je over tien jaar zou willen werken en in welke functie. Noteer ook waarom.

Wil je eerst ergens anders werken, voordat je op deze plek terecht komt? Schrijf dat er dan ook bij.

Let op, je kunt de uitwerking van deze opdracht gebruiken bij een van de eindopdrachten.

In de volgende opdracht (opdracht 6) gaan we verder in op jouw ambities.

2. LEREN

6. Ambitie

Tijd

20 minuten

 

Doel

Je kunt:

  • je ambitie beschrijven
  • aangeven van welke factoren jouw ambitie afhankelijk is

 

Weten

Ambitie is een ander woord voor streven; je weet wat je wilt bereiken en je bent bereid je daar flink voor in te zetten. Een ambitie kun je hebben op het gebied van werk, sport, gezin, woonsituatie enz. Een ambitie kan ook een bepaalde volgorde inhouden, denk aan: Ik wil eerst doorstuderen, dan op reis naar … en daarna werken als ... en pas dan een huis en een gezin.
 

 

Opdracht

Maak een woordweb met het woord ambitie als uitgangspunt. Noteer al jouw ambities erbij. Als er een bepaalde volgorde is, laat die dan zien.

Welke ambities, hebben te maken met jouw carrière (denk daarbij aan leren en werken)? Zet daar in je tekening een sterretje bij.

Plaats een afbeelding van jouw ambitie in het Word-document.

Kijk naar de sterretjes in je tekening. Noteer onder je tekening welke factoren van invloed kunnen zijn op jouw carrière (denk bijvoorbeeld aan locatie, financiën, relatie, drukke agenda, arbeidsmarktperspectief, motivatie vasthouden, opleidingsniveau, werkervaring).

Leg ook uit waarom of hoe deze factoren van invloed kunnen zijn.

7. Expertise

Tijd

30 minuten

 

Doel

Je kunt:

  • aangeven hoe je jezelf zou kunnen specialiseren binnen de arbeidsmarkt
  • aangeven hoe je jezelf zou willen specialiseren binnen de arbeidsmarkt

 

Weten

Welke expertises zijn er in jouw beroepenveld? Als dierenartsassistent kun je je bijvoorbeeld specialiseren in klantencontact of het reinigen van gebitten. Als bloemist kun je je bijvoorbeeld specialiseren in rouw- of trouwwerk en bij Welness in massages. Door je te verdiepen in een bepaalde richting verbreed je jezelf en maak je jezelf uniek op de arbeidsmarkt. Je kunt ook kiezen voor meerdere specialisaties binnen je vakgebied, daardoor maak je jezelf nog meer gewild bij werkgevers.
 

 

Opdracht

Beantwoord de onderstaande vragen. Noteer je antwoorden in een tabel. De specialisaties (vraag 1) zet je in de bovenste rij. Het antwoord op vraag 2 noteer je in de rij eronder (steeds onder de bijbehorende specialisatie) enz.

 

  1. Welke specialisaties zijn er?
  2. Waar kun je voor deze specialisaties leren? Is er een cursuscentrum o.i.d.?
  3. Wat moet je betalen voor deze specialisaties?
  4. Hoeveel tijd gaat dit kosten?
  5. Hoe lang zijn deze specialisaties geldig?
  6. Ken je iemand met deze specialisatie? Hoe is deze persoon hier vaardig in geworden?
  7. Welke specialisatie past bij jou? Leg uit.
  8. Wat maakt je trots als je deze specialisatie zou hebben?
  9. Wat maakt iemand volgens jou een expert in het beroep?

 

Zet je tabel in het Word-bestand.

Portfolio-opdracht 2

Tijd

1 tot 2 uur

 

Doel

Je kunt laten zien dat je:

  • de mogelijkheden kent om verder te studeren die bij je passen
  • inzicht hebt in de kosten van doorstuderen of op jezelf wonen

 

Weten

Het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud) is een onafhankelijke stichting die informeert en adviseert over de financiën van huishoudens. Ze hebben interessante onderwerpen gericht op o.a. studeren en op jezelf wonen. Via het Nibud kun je veel informatie en tips vinden als je na je MBO studie de volgende stap wilt aangaan.

 

Opdracht

Wil je doorstuderen? Maak dan opdracht 1.

Wil je op jezelf gaan wonen? Maak dan opdracht 2.

Twijfel je over je huidige studie, je studiemogelijkheden of je kans op werk met je huidige studie? Maak dan opdracht 3.

 

Opdracht 1 Doorstuderen

Werk de volgende vragen uit in het Word-document:

  1. Maak een lijst van 6 tot 8 vervolgstudies waarvan jij denkt dat ze bij je passen of die jouw interesse wekken. Je kunt hiervoor de uitslag van de Fontys interesse-test gebruiken (startopdracht 2).
  2. Maak per vervolgstudie een korte beschrijving waarin je de antwoorden op de volgende vragen zet:
    1. Waar wordt de opleiding aangeboden?
    2. Moet je hiervoor op kamers of kan je blijven wonen waar je nu woont? Houdt op kamers gaan je tegen of niet?
    3. Wat zijn de studiekosten?
    4. Wat is de studieduur?
    5. Sluit je huidige opleiding aan bij deze vervolgstudie? Of sluit de opleiding alleen aan bij jouw interesse/hobby?
    6. Heb je straks het juiste diploma om aan deze vervolgstudie te beginnen? Zo nee, welk diploma is nodig?
    7. Welke vakken kun je in leerjaar 3 het beste kiezen als je voor deze vervolgstudie kiest? Wordt er een vakkenpakket geëist?
    8. Bij welke organisaties/bedrijven kun je gaan werken na afronding van deze vervolgstudie? In welke functie?
    9. Voldoe je niet aan de toelatingseis en ben je 21 jaar of ouder? Wat kun je dan doen?
    10. Wordt je enthousiast van de informatie die te vinden is over deze vervolgstudie?
    11. Is er een bepaalde richting binnen de opleiding die je trekt? Zo ja, welke en waarom maakt deze je zo enthousiast?
    12. Wanneer is er voor die opleiding een opendag of meeloopdag?
    13. Ga je deze vervolgopleiding (misschien) echt volgen?
  3. Kies de 3 vervolgstudies die je het liefst zou gaan volgen. Beantwoord de vragen:
    1. Welke voordelen hebben deze studies voor jouw loopbaan?
    2. Zoek op wat de baankans is voor de banen waarvoor de 3 vervolgstudies je opleiden. Zoek dit op via Kans op werk.
    3. Beïnvloedt het ontbreken van studiefinanciering je keuze om door te studeren? Leg uit.
  4. Bekijk wat DUO voor jou kan betekenen als je gaat doorstuderen. Hoe pakt de nieuwe studiefinanciering voor jou uit? Bereken je studiefinanciering: De nieuwe studiefinanciering.
  5. Wil/kun je naar het HBO? Kijk dan eens op:
    1. Rondkomen van je studentenbudget.
    2. Wat kost studeren?
  6. Bekijk het filmpje van Financieel studieplan via Uitleg Financieel studieplan.
  7. Stel een financieel studieplan op met de site Financieel studieplan.
  8. Is het voor jou financieel haalbaar om te gaan studeren?

 

Opdracht 2 Op jezelf wonen

Werk de volgende vragen uit in het Word-document:

  1. Als je zou moeten verhuizen voor een baan, zou je dat dan doen? Leg je antwoord uit.
  2. Hoeveel kost het om zelfstandig te wonen? Kijk op Wijzer in geldzaken - Op jezelf.
  3. Weet jij al wat je zou kunnen verdienen? Controleer dit via Loonwijzer - Salarischeck.
  4. Doe de test van Persoonlijk budget advies. Wat is je budget als je op jezelf gaat wonen? Is het financieel haalbaar voor jou om op jezelf te gaan wonen?

 

Tip: Ga je doorstuderen of werken maar blijf je thuiswonend? Bespreek dan eens met je ouder(s) of je kostgeld moet betalen. Kijk eens op Kostgeld.

Tip: Een site die alle informatie heeft verzameld is Wijzer in geldzaken. Of het nu gaat om doorstuderen, werken en/of op jezelf wonen, hier kan je alles terugvinden.

 

Opdracht 3 Studietwijfels

Twijfel je over je huidige studie, studiemogelijkheden of kans op werk met je huidige studie? Vraag dan zo snel mogelijk een gesprek aan bij je mentor.

Bereid het gesprek goed voor. Noteer voor jezelf:

  • Waar je over twijfelt.
  • Sinds wanneer.
  • Hoe je jezelf daarbij voelt.
  • Welke mogelijke oplossingen in jou opkomen.
  • Welke hulp je kunt gebruiken.

EINDOPDRACHT

Tijd

1 tot 4 uur

 

Doel

Je kunt laten zien dat je:

  • je eigen kwaliteiten, mogelijkheden, waarden en motieven kunt vergelijken met de waarden en kwaliteiten die bij het werk horen
  • weet welke mogelijkheden er voor jou zijn om te gaan werken
  • weet welke mogelijkheden er voor jou zijn om verder te leren
  • jezelf kort en krachtig kunt promoten
  • weet wat je verder wil in je loopbaan (vervolgstudie of baan)
  • je keuzes kunt beargumenteren
  • inzicht hebt in het effect van je keuzes

 

Opdracht

De docent vertelt wat jullie gaan doen. Voorbeelden:

 

Laat aan je docent zien dat je de doelen bij deze eindopdracht hebt bereikt.
Heb je deze doelen bereikt en is je portfolio op orde? Dan heb je dit LOB-thema behaald.

Werkboek LOB Mijn loopbaan - Werken en leren (pdf)

  • Het arrangement LOB 5 Mijn loopbaan - Werken en leren is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Janneke Hopman
    Laatst gewijzigd
    2016-07-21 12:32:54
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

    Gebruiksregels Helicon:

    De link naar dit arrangement wordt alleen verspreid onder medewerkers en leerlingen van Helicon.

    Deze link wordt door gebruikers ook niet doorgestuurd naar anderen.

    In dit arrangement is zoveel mogelijk gebruik gemaakt van eigen teksten en afbeeldingen en/of copyrightvrije teksten en afbeeldingen.

    Er is geprobeerd om gebruikstoestemming te krijgen voor afbeeldingen en teksten die (mogelijk) niet copyrightvrij zijn.

     

    Auteur:               Jan Ehlebracht, Tanja Vogels

    Projectleider:       Ivette Kleijngeld, Karin Elferink

    Eindredactie:       Janneke Hopman

    Uitgever:             Helicon Opleidingen

    Versiedatum:       24-09-'15

     

    Er is gebruikgemaakt van de adviezen van de werkgroep LOB en van Bjorn Hillebrandt en Bram de Jong.

     

    Bronnen:

    Bundel Carrièrebeurs, 1-12-2014, Helicon Opleidingen, Tanja Vogels

    Ik en mijn loopbaan, 4-11-2014, Helicon MBO Nijmegen, Tanja Vogels

    Competentielijst, Helicon MBO Helicon, Ivette Kleijngeld

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Voor developers

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.