Activiteitenmap Esmee

Activiteitenmap Esmee

De Baby

Beeldend

Vingerverven Baby 

Activiteit

Vingerverven

Kuikens maken

Doelgroep

Baby vanaf 6 maand

Doel

Een kuiken geschilderd door kinderen va 6 maand levert geen herkenbare resultaten op. Door ze vingerverf te geven krijgen ze de gelegenheid om verf te voelen en beweging te sturen. De herkenbare details laten aanbrengen met een andere kleur benadrukt deze accenten. Kinderen nodig je zo uit doelbewust op een bepaalde plaats een stip of een lijntje te zetten, met een vinger. Hiervoor is beheersing van de beweging nodig en groeit herkenning. 

Benodigdheden

 

Kuikens in alle soorten en maten, ze moeten wel geel zijn.

Afbeeldingen uit tijdschriften, pluche kuikens, paaskuikens, veertjes, indien mogelijk; echte kuikens!

Gele, rode en zwarte vingerverf.

Vellen papier. Minimaal A3 formaat

Plaats

Binnen

Voorbereiding

Praat over kuikens, hoe zacht ze zijn. Wijs op de snaveltjes, de zwarte oogjes, en de dunnen pootjes. Laat de kinderen met een vinger een zacht speelgoedkuiken voelen, of de veertjes.

Uitvoering

Geef alleen zwarte en gele vingerverf en inspireer tot het schilderen van een kuiken. Zet in alle soorten en maten en materialen verzamelde kuikens in de buurt. Als een kuiken geschilderd is, mogen ze 1x hun vinger in de zwarte verf dopen om een oogje te zetten 2 pootjes te maken. Laat ze zelf bepalen waar de poten en het oog komen, maar houdt het bij hooguit 2x dopen. Daarna nog 1x vinger in rode verf voor snaveltje. NIET voordoen, laat je verrassen!

Variatie

Ander onderwerp kiezen, vlinder, winter sneeuwman, etc.

 

 

Kliederen met vingerverf

Zand erover!

 

Leeftijd

Baby v.a. 8 maanden

Activiteit

Tekenzand

Nodig

Per kind 1 dienblad met opstaande rand

Aardappelmeel; maïzena

Lepel

Zout

Schoon zand, engels duinzand, vogelzand

Voorbereiding

Maak een papje van maïzena. Het papje moet slijmerig zijn en van een lepel afdruipen. Meng dit papje door het zand om er ‘pakzand’ van te maken. Als je een hand ‘pakzand’ samenknijpt, staan de afdrukken van je vinger in het zand en blijft de samengedrukte vorm op je hand liggen. Evt. beetje zout toevoegen.  Leg op ieder dienblad een laagje zand, laat de kinderen daarin tekenen met hun vinger of stokje.

 

Evt. zet rustige muziek op.

 

( paar week bewaren in dichte emmer, ivm maïzena is bederfelijk)

 

Waar

Binnen / Buiten

Doel, visie

Stimuleert spelen met zand, door grijpen, prikken, voelen kinderen de structuur en kunnen opgaan in deze beleving

 

 

 

Spaghetti grijpen!

 

Leeftijd

Baby v.a. 6 maanden

Peuter

Activiteit

Spaghetti grijpen

Nodig

Afwasteil

Nog stevige, gekookte spaghetti ( evt. gekleurd met vingerverf)

Voor een dreumes: bakje

Voor een peuter: bakje en pollepel  

Voorbereiding

Dit is lekker graaien voor alle leeftijden. De glibberige zachte gladde en veerkrachtige structuur van gekookte, lange, spaghettislierten is uniek! Spelen met voedsel kan bezwaren oproepen. Om daaraan tegemoet te komen kan je de spaghetti een onappetijtelijke kleur geven door er een eetlepel vingerverf doorheen te roeren. Vingerverf is gifvrij. Laat de kinderen graaien in de spaghetti. Daag dreumesen uit om de glibberige slierten in een bakje te doen, waarbij niets over de rand mag hangen. Laat ze sliert voor sliert pakken. Peuters kunnen met een pollepen roeren, om een vork draaien.

 

Waar

Binnen

Doel, visie

Voelen hoort bij ervaren. In spaghetti graaien stimuleert het bewust voelen met handen en vingers. Doordoor zijn de kinderen bewust bezig met fijne spierbewegingen, kracht en gerichtheid. Om een sliertje te kunnen pakken gebruikten ze de pengreep. Dit is een goed voorbereidende schrijfoefening. Extra spannend door de veerkracht in de spaghetti. Werken met een bakje stimuleert de oog-hand coördinatie. Dit past bij de interesse van kleine peuters. De pollepen daagt uit tot ingewikkelde bewegingen met gedoseerde kracht, vanuit de schouder, elle boog en de pols. De draaiende beweging is de alle moeilijkste, maar nodig voor schroeven vastdraaien, schrijven en netjes eten.

Kuikens maken

 

Leeftijd

Baby v.a. 6 maanden

peuter

Activiteit

Kuikens maken

Nodig

Kuikens in alle soorten en maten, ze moeten wel geel zijn.

Afbeeldingen uit tijdschriften, pluche kuikens, paaskuikens, veertjes, indien mogelijk; echte kuikens!

Gele, rode en zwarte vingerverf.

Vellen papier.

Voorbereiding

Praat over kuikens, hoe zacht ze zijn. Wijs op de snaveltjes, de zwarte oogjes, en de dunnen pootjes. Laat de kinderen met een vinger een zacht speelgoedkuiken voelen, of de veertjes. Geef alleen zwarte en gele vingerverf en inspireer tot het schilderen van een kuiken. Zet in alle soorten en maten en materialen verzamelde kuikens in de buurt. Als een kuiken geschilderd is, mogen ze 1x hun vinger in de zwarte verf dopen om een oogje te zetten 2 pootjes te maken. Laat ze zelf bepalen waar de poten en het oog komen, maar houdt het bij hooguit 2x dopen. Daarna nog 1x vinger in rode verf voor snaveltje. NIET voordoen, laat je verrassen!

Waar

Binnen

Doel, visie

Een kuiken geschilderd door kinderen va 6 maand levert geen herkenbare resultaten op. Door ze vingerverf te geven krijgen ze de gelegenheid om verf te voelen en beweging te sturen. De herkenbare details laten aanbrengen met een andere kleur benadrukt deze accenten. Kinderen nodig je zo uit doelbewust op een bep. Plaats een stip of een lijntje te zetten, met een vinger. Hiervoor is beheersing van de beweging nodig en groeit herkenning. 

Watertekenen!

 

Leeftijd

Dreumes v.a. 1 jaar

Peuter 

Activiteit

Watertekening maken 

Nodig

Schoon drinkwater in een emmer

Spuitflessen met grote spuitmond, goed schoongemaakt

Kleinere spuitmond is meer geschikt voor peuter

Voorbereiding

Spuitflessen vullen met water.

Laat kinderen de fles met 2 handen vasthouden, met spuitmond naar beneden. Drukken en krach zetten is dan nauwelijks nodig. Kleine kinderen kunnen dit al. Op deze manier kunnen ze sporen maken door lopend te spuiten of door spuitend te tekenen. Gericht spuiten stimuleren door met krijt cirkels te trekken waarop ze kunnen mikken.

Waar

Buiten

Doel, visie

Spuiten is 1 van de verrassende mogelijkheden van water. Voor kinderen houdt spuiten met water de ontdekking in dat ze door iets te doen met hun handen, iets kunnen veroorzaken buiten hun bereik. Dar is veel oog- hand coördinatie voor nodig. 

 

 

 

 

 

Enge spinnen maken

 

Leeftijd

Dreumes v.a. 1 jaar

Peuter 

Activiteit

Enge spinnen maken 

Nodig

Grote aardappelen

Cocktailprikkers of afgebrande lucifers

Handborsteltje

Water

Voorbereiding

Geef alle kinderen een aardappel. Goed schoon laten borstelen. Controleren. De kinderen prikken stokjes in de aardappel om een enge spin te maken.

Waar

Binnen

Doel, visie

Aardappelprikken past bij kinderen die graat gaatjes maken en gaatjes vullen. Een spin maken behoort tot de eerste constructies. Zodra kinderen kunnen zitten en beide handen beschikbaar hebben, kunnen ze prikken. Om een stokje in een aardappel te prikken moeten ze deze vastpakken met de pengreep; Duim en wijsvinger en gericht kracht zetten. Het stimuleert de fijne motoriek. Het resultaat kan bewaard blijven, maar minsten zo leuk is om later die dag alle stokjes eruit te halen en in een doosje te doen voor de volgende x. de aardappelen zijn te verwerken tot chips, salade of patat!

 

Muziek

Muziek
Ontwikkelingsfase: De baby

Activiteit

Babyliedjes zingen/opzegversjes opzeggen.
 

Voorbeeld:
Klap eens in je handjes, blij, blij, blij
op je boze bolletje, allebei.
Handjes in de hoogte, handjes in je zij
zo varen de scheepjes voorbij
zo varen de scheepjes voorbij.

 

 

De bezem, de bezem
wat doe je ermee, wat doe je ermee?
Je veegt ermee, je veegt ermee
de vloer, de vloer.

 

Helikopter, helikopter
mag ik met jou mee omhoog?
Hoog in de wolken wil ik wezen
hoog in de wolken wil ik zijn.
Helikopter, helikopter
vliegen is zo fijn!

 

http://2.bp.blogspot.com/_E38PVOc96HM/Rl2r3BmqXYI/AAAAAAAAABM/kVIDXeYga8E/s320/visjeknop.jpghttp://www.pianokinderliedjes.nl/images/vegen6.gifVisje, visje
in het water.
Visje, visje
in de kom.
Visje, visje,
kan niet praten.
Visje, visje,
draai je om.

 

Linkervoetje - rechtervoetje
't is een stapje bij elkaar,
rechtervoetje - linkervoetje...
maar dan val je op je snoetje.
Even huilen? Kom dan maar...

 

Doelgroep

Baby’s
(ook geschikt voor peuters, kleuters).

Doel

Contact maken met de baby, de baby laten luisteren naar je stem. Het helpt om luister- en concentratievermogen te verhogen.


Je stem is een muziekinstrument waarmee je het meest directe contact maakt met een baby.
Je geeft de baby persoonlijke aandacht, het biedt troost/geruststelling, bezorgt vrolijkheid enz.
 

Het kan structuur helpen geven aan de dag (bijvoorbeeld liedjes zingen voor het slapen gaan).


Simpele melodieën leggen de basis voor muzikaliteit en een goed muzikaal gehoor.
 

Op latere leeftijd:

Liedjes zingen ondersteunt taalontwikkeling, taalvaardigheid en het vergroten van de woordenschat. Ritme, rijm, melodie en intonatie vormen de basis van taal.
 

Bij muziek hoort bewegen: klappen of dansen (motorische ontwikkeling), een kringdansje of een spelletje (sociale ontwikkeling).

Benodigdheden

Babyliedjes/opzegversjes.
De melodietjes van veel traditionele kinderliedjes zijn, in rustig tempo, er wordt gebruik gemaakt van veel herhaling, voor kinderen al snel mee te zingen; dat geeft zelfvertrouwen.

Plaats

-

 

Voorbereiding

Zoek de tekst op en leer het liedje/opzegversje uit je hoofd.

 

 

Uitvoering

Zing het liedje of zeg het opzegversje op. Maak (oog) contact met de baby. Gebruik mimiek, varieer in toonhoogte en dynamiek met je stem en gebruik eventueel ondersteunende gebaren/overige lichaamstaal.

Variatie

Tekstvariatie; “poesje mauw” wordt “hondje waf”.

Variatie in uitvoering: verander je stem/mimiek/overige lichaamshouding en gebaren.

 

 

 

 

 

 

Spel

Drama

De Peuter

Beeldend

Activiteit

Stempelen met verf

Doelgroep

Peuter

Doel

Je biedt allerlei materialen aan om de verf mee te verkennen, te voelen en eigen te maken terwijl het kind ook zijn motoriek oefent en veel leert over verschillende technieken en structuren. Het proces is belangrijker dan het product, vooral voor peuters is het nog zo belangrijk de verf te ervaren met het hele lichaam.

Benodigdheden

Crafts for Tots -- flower prints from soda bottles, colorful sun catchers, and more! #crafts #kids #ece #preschool #parenting:

papier, vinger-/plakkaatverfverf, bordjes om de verf op te doen en ‘’dingen ‘’ die geschikt zijn om mee te stempelen.

 

Denk aan:

achterkant van plastic fles

wc rol

ballon beetje opgeblazen

doormidden gesneden groente en fruit

aardappel waar figuurtje uit gesneden is door begeleider

sponsjes

proppen kranten

bladeren etc.

Plaats

Binnen

Voorbereiding

doe wat verf op een bord, niet meer dan 3 kleuren tegelijk, Het is leuk om af te wisselen in kleur omdat kinderen zo leren hoe mengkleuren gemaakt worden

Smeer de verf een beetje uit over het bord zodat er een  dun laagje verf ligt om het rolletje in te drukken.

Uitvoering

Druk de stempel in de verf en maak een afdruk op een groot stuk ( minimaal Aa3) papier. Stempel ook door zodat je het effect ziet van de verf die steeds minder zichtbaar wordt.

Evt. peuter in luier laten stempelen aan tafel zittend of staand ivm klieder-ongelukjes

Of schort aan doen.

 

Variatie

Het kan lang duren voor de verf helemaal droog is vanwege de soms grote hoeveelheid verf.

De tekeningen zijn leuk om zo op te hangen, maar je kan er ook kaarten van maken of het gebruiken om rolletjes mee te beplakken, of om een cadeau mee in te pakken.

Activiteit

Vingerverf in zakjes

Doelgroep

Peuter

Kleuter

Doel

Wij werken met deze zakjes aan de fijne motoriek (voorbereidend schrijven)

Maar met voelzakjes werk je ook aan de sensorische ontwikkeling, creativiteit (op een veilige manier, want wat je niet ‘mooi’ vindt kun je zo weer wegvegen) en kleurenkennis (in dit geval herfstkleuren)

Benodigdhedenvoelzakjes1

Ziploczakjes, of zakjes met een ‘ritssluiting’ aan de bovenkant (op de foto zie je Ziploc van 1 liter)
Brede doorzichtige tape
Verf
Een raam om ze op te hangen
(Let op: dit laatste is niet noodzakelijk, maar verhoogt wel de waarde van je activiteit. Het tegenlicht zorgt voor een extra effect en kinderen vinden het heerlijk om tussendoor naar buiten te kijken

Plaats

Binnen / Buiten

Voorbereiding

in een paar zakjes twee verschillende kleuren verf doen, zodat de kinderen het zelf door de zak heen kunnen mengen, zo ontdekken ze dat je op die manier nieuwe kleuren kunt maken. Vooraf met de kinderen even bespreken dat ze er alleen met hun handen en vingertoppen op mogen (tenzij je zelf aanvullende materialen gebruikt zoals wattenstaafjes) omdat het zakje anders kan scheuren.

Uitvoering

je kunt met dit simpele concept eindeloos variëren en het kan, met kleine aanpassingen, in vrijwel elk thema ingezet worden.Voelzakjes!

Variatie

  • witte verf met glitters voor kerst
  • een rijtje zakjes met wit en steeds een beetje meer blauw zodat je van wit naar donkerblauw kunt werken voor de winter (of met een andere kleur voor de lente of zomer)
  • een heleboel zakjes dicht tegen elkaar aan om een groot kunstwerk te maken
  • haargel of shampoo er in…

je kunt zelfs nog een foto of tekening achter het zakje op het raam plakken zodat je door in de verf te wrijven de afbeelding zichtbaar maakt.

Muziek

Muziek
Ontwikkelingsfase: De peuter

Activiteit

Een hoorspel maken voor/met peuters

Doelgroep

Peuters
(ook geschikt voor andere doelgroepen).

Doel

Het helpt om luister- en concentratievermogen te verhogen.

Simpele melodieën leggen de basis voor muzikaliteit en een goed muzikaal gehoor.
 

Ondersteunt taalontwikkeling, taalvaardigheid en het vergroten van de woordenschat. Ritme, rijm, melodie en intonatie vormen de basis van taal.
 

Bij muziek hoort bewegen: klappen of dansen (motorische ontwikkeling), een kringdansje of een spelletje (sociale ontwikkeling).

Benodigdheden

Instrumenten die geschikt zijn voor kleuters (geen kleine, losse of scherpe onderdelen). Bij voorkeur ritme (percussie) instrumenten.

 

Je kunt ook werken met zelf geknutselde instrumenten en/of geluiden/liedjes die je maakt met je stem.

Plaats

-

Voorbereiding

Instrumenten klaarleggen die geschikt zijn. Nadenken over welk kind je laat werken met welk instrument.

Uitvoering

Laat de peuters kennis maken met de instrumenten op een speelse manier. Laat ze tegelijk geluid maken; zacht geluid maken, hard geluid maken, om de beurt geluid maken, alle jongens geluid maken, alle meisjes geluid maken, alle trommels eerst enz. Maak eventueel een op- en afbouw (spreek een volgorde af) en maak zo een muziekstuk/hoorspel met de leerlingen. Geef voorbeelden en doe zelf mee. Spreek een stilte-teken af en laat de peuters ook een keer van instrument wisselen.

Variatie

Zie benodigdheden; je kunt in deze les ook werken met zelf geknutselde instrumenten (shakers gemaakt van wc rolletjes met rijst erin enz.) en/of met stemmen (klakken met je tong maakt geluid, zoemen als een bij, klanken maken (ha, ho, he) enz.)

 

Bij oudere kinderen:
Je kunt een leerling de “dirigent-rol” geven; hij/zij kan dan (groepjes) leerlingen aanwijzen die het instrument mogen bespelen, stil moeten houden enz.

 

Spel

Drama

De Kleuter

Beeldend

Activiteit

Vingerverf in zakjes

Doelgroep

Peuter

Kleuter

Doel

Wij werken met deze zakjes aan de fijne motoriek (voorbereidend schrijven)

Maar met voelzakjes werk je ook aan de sensorische ontwikkeling, creativiteit (op een veilige manier, want wat je niet ‘mooi’ vindt kun je zo weer wegvegen) en kleurenkennis (in dit geval herfstkleuren)

Benodigdhedenvoelzakjes1

Ziploczakjes, of zakjes met een ‘ritssluiting’ aan de bovenkant (op de foto zie je Ziploc van 1 liter)
Brede doorzichtige tape
Verf
Een raam om ze op te hangen
(Let op: dit laatste is niet noodzakelijk, maar verhoogt wel de waarde van je activiteit. Het tegenlicht zorgt voor een extra effect en kinderen vinden het heerlijk om tussendoor naar buiten te kijken

Plaats

Binnen / Buiten

Voorbereiding

in een paar zakjes twee verschillende kleuren verf doen, zodat de kinderen het zelf door de zak heen kunnen mengen, zo ontdekken ze dat je op die manier nieuwe kleuren kunt maken. Vooraf met de kinderen even bespreken dat ze er alleen met hun handen en vingertoppen op mogen (tenzij je zelf aanvullende materialen gebruikt zoals wattenstaafjes) omdat het zakje anders kan scheuren.

Uitvoering

je kunt met dit simpele concept eindeloos variëren en het kan, met kleine aanpassingen, in vrijwel elk thema ingezet worden.Voelzakjes!

Variatie

  • witte verf met glitters voor kerst
  • een rijtje zakjes met wit en steeds een beetje meer blauw zodat je van wit naar donkerblauw kunt werken voor de winter (of met een andere kleur voor de lente of zomer)
  • een heleboel zakjes dicht tegen elkaar aan om een groot kunstwerk te maken
  • haargel of shampoo er in…

je kunt zelfs nog een foto of tekening achter het zakje op het raam plakken zodat je door in de verf te wrijven de afbeelding zichtbaar maakt.

Activiteit

Ecoline met wasco

Doelgroep

Kleuter

Doel

http://www.jufanke.nl/afbeeldingen/creatief7.jpg

De kinderen komen in aanraking met het thema oceen/de vis, het materiaal ecoline en wasco ( vet/water) ontwikkelen de fijne motoriek, stimuleren van de creativiteit

Benodigdheden

Voorbeelden van vissen, of boek over vissen, A-3 papier, 200 gram, Bekertjes, Ecoline, wasco, kwasten, Verfschort, Oude kranten

 

Plaats

Binnen

Voorbereiding

Bedek de hele werkplek met oude kranten, vul de bekertjes met verschillende kleuren ecoline. Leg de kwasten en het papier en de wasco klaar. Geef eerst iedereen de wasco, daarna pas de ecoline ( als de tekening klaar is) Ieder kind krijgt een A-3tje. Introduceer de opdracht door over het thema te praten en laat spullen, boeken ed zien die met de vissen/oceaan ed te maken hebben

Uitvoering

Laat de kinderen een eigen bedachte vis tekenen met wasco, lijnen dik aanzetten.

Ga met de ecoline over de wascotekening heen, dat kan met 1 kleur zijn, maar mag ook meerdere kleuren.

Variatie

http://www.veetje.be/wp-content/uploads/2015/06/WP_20150612_029-656x1024.jpg

 

Maak een’’ Tovertekening’’ door met witte wasco  te tekenen, de afbeelding verschijnt dan wanneer er met ecoline overheen geschilderd wordt!

Activiteit

Ecoline blazen  

Doelgroep

Kleuter

Doel

Dmv het blazen ben je bezig met mondmotorische oefeningen, deze zullen een ondersteuning zijn voor het spreken: verstevigen van de spraakspieren.

De kinderen komen in aanraking met het thema herfst, donker(paraplu) / licht(wit papier), het materiaal ecoline

Benodigdheden

A-4 papier, 200 gram, wit, Zwart papier, Malletje van een paraplu zelf gemaakt, overgetrokken van een voorbeeld van internet, Rietjes, Bekertjes, Ecoline, Wit potlood om map over te trekken op zwart papier, Verfschort, Ouder kranten

Schaar, Lijm, Schaar

Plaats

Binnen

Voorbereiding

Bedek de hele werkplek met oude kranten, vul de bekertjes met verschillende kleuren ecoline. Leg de rietjes klaar, je hebt zelf van te voren de paraplu’s uitgeknipt. Ieder kind krijgt een A-4tje. Introduceer de opdracht door over het thema Herfst te praten en laat spullen, boeken ed zien die met de herfst/regen te maken hebben

Uitvoering

Laat de paraplu’s aan de onderkant van het papier opplakken

Laat een druppel ecoline op het vel bovenaan het papier vallen ( dmv kwast of rietje in de ecoline te steken). Doe dit met verschillende kleuren.
Blaas met een rietje tegen de druppel zodat de druppel uit gaat lopen. 
Doe dit met verschillende kleuren ecoline tot je een ‘’flinke regenbui’’ hebt.

Variatie

 

Laat de kinderen een vuurpijl uitknippen uit stroken papier  en plak een vuurpijl over het geblazen werkje

vuurpijl met vuurwerk                         https://s-media-cache-ak0.pinimg.com/736x/2b/39/fb/2b39fbe976ba06022c78c3904f79b3d6.jpg

Laat de kinderen een monster blazen en plak er 2 ogen op

 

Muziek

Muziek
Ontwikkelingsfase: De kleuter

Activiteit

Een hoorspel met verhaal maken voor/met kleuters

Doelgroep

Kleuters
(ook geschikt voor andere doelgroepen).

Doel

Het helpt om luister- en concentratievermogen te verhogen.

Simpele melodieën leggen de basis voor muzikaliteit en een goed muzikaal gehoor.
 

Ondersteunt taalontwikkeling, taalvaardigheid en het vergroten van de woordenschat. Ritme, rijm, melodie en intonatie vormen de basis van taal.
 

Bij muziek hoort bewegen: klappen of dansen (motorische ontwikkeling), een kringdansje of een spelletje (sociale ontwikkeling).

Benodigdheden

Instrumenten die geschikt zijn voor kleuters (geen kleine, losse of scherpe onderdelen). Bij voorkeur ritme (percussie) instrumenten.

 

Je kunt ook werken met zelf geknutselde instrumenten en/of geluiden/liedjes die je maakt met je stem.

 

Een zelfgemaakt of bestaand kort verhaal die aansluit bij de doelgroep kleuters.

Plaats

-

 

Voorbereiding

Instrumenten klaarleggen die geschikt zijn. Nadenken over welk kind je laat werken met welk instrument.

 

Het verhaal kennen; door hebben gelezen; weten waar de leerlingen wat kunnen doen.

Uitvoering

Laat de kleuters geluiden maken bij een verhaal. Geef van te voren voorbeelden door zelf te doen.
Bijvoorbeeld: het regent: tik zachtjes met ritmestokjes op een tafel, de wind waait: blaas lucht uit met je mond, de olifant komt aanlopen: trommel langzaam een paar keer op een zware trommel.

Begin met duidelijk afspreken wie wat wanneer moet doen.

Spreek een stilte-teken af en laat de peuters ook een keer van instrument wisselen.

Variatie

Je kunt een ander verhaal gebruiken.
Je kunt zelf gemaakte instrumenten en/of (alleen) stemmen gebruiken.
Je kunt de leerlingen de vrijheid geven om zelf geluiden te maken, of je kunt dingen vastleggen/afspreken van te voren.

 

 

Het hoorspel:

Het Circus

Er klinkt een luid muziek en applaus. Dan klinkt er een mannen stem: “Welkom allemaal bij het grote circus van Haren!” Vandaag is er een speciale voorstelling omdat we vandaag voor de laatste keer in haren zijn. We beginnen als eerst met Sanne en de paarden! (paardengeluiden). Na de show van Sanne volgt een daverend applaus. (klappen). Dan klinkt de mannen stem weer: “Jullie kunnen nu kijken naar de vuurshow van Tim!” (trommels, piano).

Weer volgt er een daverend applaus. Na de vuurshow komt Manon. Zij is het meisje dat hoog boven in de circus tent kunstjes doet in een ring.

(liedje: All of Me). Na haar optreden zegt de circus presentator: “Dat was prachtig, dankjewel Manon! Nu zijn we aangekomen bij het laatste deel van de show: Luna en haar honden!” (honden geluiden).

Maar ohnee! Er gaat iets mis!

Een van de honden doet het niet goed! Hij rent zomaar de circus piste uit. (piano en ‘Oh’ geroep). Na 2 minuten roepen, rent de hond toch weer terug naar de andere honden, en doet gewoon weer mee aan de circus voorstelling.

 

Na de show, komen alle artiesten nog een keer de piste in. Dan zeggen alle artiesten samen: “Bedankt dat u er was, en hopelijk tot ziens!” (applaus)

Spel

Drama

Drama Werkvorm

Uitbeeldspel
De spelers laten hun spel zien zonder tekst te gebruiken, eventueel wel met geluid. Een professionele vorm is mime of pantomime

https://static.mijnwebwinkel.nl/winkel/woonmaterie/full32559978.jpgDeze werkvorm is met name geschikt
voor beginnende spelers.
Uitbeelden geeft ook de vrijheid om
zonder decor en attributen toch te
verbeelden dat dat er allemaal is.

De allerjongsten kun je in het uitbeelden
begeleiden door mee te spelen of ze als
verteller mee te nemen in het uit te
beelden spel.

Activiteit

Twee stoelen

Doelgroep

Vanaf 6 jaar

Doel

  • (lichamelijke) Uitdrukkingsvaardigheid vergroten
  • Goed kijken en bewust uitbeelden stimuleren
  • Inzicht in non verbale communicatie vergroten

Benodigdheden

Twee stoelen naast elkaar, los in de ruimte

Plaats

Op veel plekken mogelijk

Voorbereiding

Uitleg: Deel de groep in tweetallen. Elk tweetal bedenkt wat de twee stoelen kunnen voorstellen. Speel eventueel een auto als voorbeeld. Daarbij bedenken ze een begin, midden en een eind van een verhaaltje dat ze op/bij/rondom de stoelen kunnen laten zien zodat het publiek begrijpt waar ze zijn en wat er gebeurt. Controleer eventueel of elk tweetal een andere plek heeft gekozen.

Uitvoering

De tweetallen spelen om de beurt hun scene met de stoelen. Bespreek na wat het publiek zag en welke plek het dus is. Laat ze ook zeggen wat ze leuk vonden aan het uitbeelden.
 

Variatie

  • Stoelen staan tegenover elkaar
  • Tweetal maakt de plek duidelijk voor andere spelers die na kort overleggen er een gebeurtenis uitbeelden.
  • Eén speler begint te spelen tot de plek duidelijk is, freeze en vraagt “Wat nu?’. Het publiek doet suggesties voor het vervolg van het verhaal. Net zo lang herhalen tot een verhaaltje is ontstaan.

 

Het Schoolkind

Beeldend

Activiteit

Patronen tekenen met fineliner en stift

Doelgroep

Het schoolkind

Doel

http://3.bp.blogspot.com/_rMt0M-ndko4/SxK_UMXKnhI/AAAAAAAABN8/-RFiSvx-0kE/s1600/Elaine+uil.jpg

Ontwikkelen van de fijne motoriek en concentratievermogen.

Doordat je bezig bent met herhaling van patronen ben je ook bezig met de aanzet tot het schrijven. ( krullen maken, hekjes maken, etc)

Je stimuleert de creativiteit, dmv het maken van fantasie patronen die niet realistisch hoeven te zijn

Benodigdheden

wit tekenpapier op A4 of A3 formaat, zwarte viltstiften en markers in verschillende diktes, gele ecoline, penselen, zwart papier, foto's van uilen  

Plaats

Binnen

Voorbereiding

Bespreek met de kinderen kenmerken van uilen en bekijk daarbij diverse foto's. Uilen zijn nachtdieren. Ze slapen overdag en jagen 's nachts.

Uitvoering

http://1.bp.blogspot.com/_rMt0M-ndko4/SxK4dOpQ8PI/AAAAAAAABNk/TymrZZz2ySE/s1600/DSC06060.JPG

De kinderen schetsen met potlood een uil op een tak, waarbij ze rekening houden met de kenmerken van de uil zoals die besproken zijn. Hierna worden met diverse diktes zwarte stiften patronen aangebracht in de lichaamsdelen van de uil. Door middel van verschillende patronen, moeten de afzonderlijke onderdelen van de uil te herkennen zijn. Alleen de ogen en de snavel mogen met geel of oranje worden ingekleurd, de rest blijft zwart.

Als de tekening klaar is, wordt de achtergrond rondom de uil en de tak met gele ecoline ingekleurd. Pas op dat de tekening niet geraakt wordt, want dan loopt de stift uit. Blijf daarom zo'n halve centimeter uit de buurt van de uil. Plak het werk op een zwarte achtergrond.

Variatie

http://thingadayforever.files.wordpress.com/2012/02/zentangle.jpg

Bedenk een andere vorm of fantasievormen zoals een Zentangle, zie: http://www.writersplaza.nl/c-1429776/wat-is-zentangle-tekenen/

 

Muziek

Muziek
Ontwikkelingsfase: Het schoolkind

Activiteit

Liedjes zingen aangevuld met een muziekactiviteit.

 

Onderbouw:

  1. Berend botje.
  2. In de maneschijn.
  3. Hansje pansje kevertje.

 

Middenbouw:

  1. Dikkertje Dap.
  2. Vader Jacob.
  3. Hoki Poki.

 

Bovenbouw:

  1. If you happy and you know it.
  2. I like the flowers.
  3. Old MacDonald had a farm.

Doelgroep

Schoolkinderen
 

Doel

Het helpt om luister- en concentratievermogen te verhogen.

Simpele melodieën leggen de basis voor muzikaliteit en een goed muzikaal gehoor.
 

Ondersteunt taalontwikkeling, taalvaardigheid en het vergroten van de woordenschat. Ritme, rijm, melodie en intonatie vormen de basis van taal.
 

Het kan structuur helpen geven aan de dag (bijvoorbeeld liedjes zingen voor het slapen gaan).

 

Feiten in rijmpjes en liedjes worden vaak makkelijk onthouden (abc, tellen, seizoenen, enz.).

 

De teksten stimuleren de fantasie.

 

Bij muziek hoort bewegen: klappen of dansen (motorische ontwikkeling), een kringdansje of een spelletje (sociale ontwikkeling).

Benodigdheden

Liedjes; de teksten, eventueel de akkoorden/noten voor als je de kinderen wilt begeleiden op een instrument.

Eventuele andere instrumenten/benodigdheden die je nodig hebt bij een bedachte muziekactiviteit.

Plaats

-

 

Voorbereiding

Zoek een lied uit die passend is bij je doelgroep. Niet te moeilijk/makkelijk qua (hoeveelheid en inhoud) tekst en passend qua toonhoogte (jongere kinderen: hogere noten). Zorg dat het inhoudelijk (thema) aansluit bij de belevingswereld van je doelgroep.
 

Zorg dat je het lied zelf kent, hebt gehoord, hebt gezongen en dus kunt voorzingen, eventueel kunt begeleiden op een instrument.

Bereid je bedachte muziekactiviteit ook voor; leg materialen klaar, bedenk hoe je het wilt uitvoeren en waarom (maak je groepjes? Waarom? Wie bij wie? Enz.)

Uitvoering

Leer de kinderen een lied. Vertel waar het over gaat. Laat het horen. Bespreek de tekst. Oefen het lied in korte stukjes. Zing voor, laat nazingen. Herhaal veel. Geef hoog- en laag (qua toonhoogte) aan d.m.v. handgebaren. Heb aandacht voor kinderen die het spannend vinden; motiveer ze, complimenteer ze, laat ze met z’n allen tegelijk zingen.

 

Voer de muziekactiviteit uit die je hebt bedacht voor de onder-, midden-, bovenbouw.

Variatie

Variatie op het lied:
Laat de kinderen de melodie neuriën (zonder tekst). Laat de kinderen het ritme klappen of spelen met instrumenten. Laat de leerlingen een nieuw couplet schrijven bij het lied/ een andere tekst bedenken op de melodie (geschikt voor bovenbouw).

 

 

 

 

Muziek activiteiten:

Activiteit

stoelendans

Doelgroep

onderbouw

Doel

Zo snel mogelijk op een lege stoel zitten

Benodigdheden

Stoelen en muziek

Plaats

Grote ruimte

Voorbereiding

Stoelen in een kring zetten

Uitvoering

Liedje aan zetten, kinderen om de kring laten dansen. Wanneer de muziek stopt moet iedereen op een lege stoel gaan zitten. Degene die niet op een stoel zitten zijn af

Variatie

Meerdere stoelen uit de kring halen

 

 

Activiteit

standbeeld

Doelgroep

middenbouw

Doel

Zo stil mogelijk blijven staan zodra de muziek stopt

Benodigdheden

muziek

Plaats

Grote ruimte

Voorbereiding

-

Uitvoering

Liedje aan zetten, kinderen laten dansen op de muziek. Wanneer de muziek stopt moet iedereen als een standbeeld stil blijven staan.

Variatie

Bepaalde manieren laten stilstaan. Zoals; topmodel

 

 

Activiteit

Karaoke

Doelgroep

bovenbouw

Doel

Meezingen met bepaalde liedjes

Benodigdheden

Karaoke set en een beamer

Plaats

In een ruimte waar een beamer is

Voorbereiding

Karaoke set klaar zetten en beamer plaatsen

Uitvoering

Groepen maken die tegen elkaar zingen. De gene die wint krijgt een punt

Variatie

Jongens tegen de meisjes of erbij moeten dansen

 

 

 

Spel

Drama

 

Drama Werkvorm

Inspringspel
Een improvisatiespelvorm waarbij de spelers volgens een bepaalde spelregel na elkaar in het spel komen, oftewel inspringen.

http://3.bp.blogspot.com/-bTL-M8fPmZI/T8T6N7OTuvI/AAAAAAAABwk/_UI7rbEfA34/s1600/P2180417.JPG

Deze werkvorm is een variatie op improviseren en is bestemd voor spelers die meer durven of al ervaring hebben met drama.
Meestal spreek je ook af hoe spelers weer uit het spel kunnen. Zo blijft het
overzichtelijk.

Activiteit

In de wachtkamer

Doelgroep

Schoolkind

Doel

  • In spel durven stappen
  • In samenspel leren spelideeën geven en accepteren
  • Elkaar verrassen
  • Fouten durven maken
  • Flexibel reageren op de (spel)situatie zonder eigen rol of speldoel te verliezen (in je rol blijven) 

Benodigdheden

Stoelen

Plaats

Speelvlak

Voorbereiding

Kaartjes maken

Uitvoering

Iedereen pakt een kaartje, je hebt gele en rode kaartjes. Op elk kaartje staat het gevolg van de ander. Geel begint, wanneer iemand met een rood kaartje denkt dat hij bij het gele kaartje hoort springt hij in, in de scene en spelen de samen naar een eind toe.

Bijvoorbeeld: geel zit in de wachtkamer te wachten op de dokter. Rood is de dokter die de patiënt gaat helpen

 

Bijlage
Opdrachtkaartjes

Maak zo veel kaartjes als nodig zijn voor jouw inspringspel. Ga uit van jouw klas voor het aantal spelers. Noteer de kaartjes op één of meer pagina’s, zodat ze geprint en geknipt kunnen worden.


Opdrachtkaartjes

geel

Je vraagt iemand ten huwelijk


Opdrachtkaartjes

geel

Je bent een huilende baby die verschoont moet worden


Opdrachtkaartjes

geel

Je bent aan het hardlopen maar struikelt


Opdrachtkaartjes

geel

De bel gaat, jij doet open


Opdrachtkaartjes

geel

Jij bent de hond


Opdrachtkaartjes

geel

Jij bent opzoek naar een nieuwe jas in de winkel


Opdrachtkaartjes

geel

Jij bent uiteten met je vriend/ vriendin en begint opeens heel hard te huilen


Opdrachtkaartjes

geel

Je rijd in de auto en opeens stopt de auto ermee. Je belt de wegenwacht

 

 

 


Opdrachtkaartjes

rood

Je word ten huwelijk gevraagd, maar zegt nee en loopt weg


Opdrachtkaartjes

rood

Je bent degene die de huilende baby verschoont


Opdrachtkaartjes

rood

Je helpt degene die gevallen is tijdens het hardlopen


Opdrachtkaartjes

rood

Jij bent een huis aan huis verkoper die koekjes verkoopt


Opdrachtkaartjes

rood

Jij bent degene die de hond uitlaat


Opdrachtkaartjes

rood

Je bent de verkoper die degene die een jas zoekt advies geeft


Opdrachtkaartjes

rood

Jij bent de vriend/ vriendin van degene die heel hard begint te huilen en troost diegene


Opdrachtkaartjes

rood

Jij bent de wegenwacht, je word door iemand gebeld met een kapotte auto. Jij komt diegene helpen

 

 

Drama Werkvorm

(Levend) Schimmenspel
De spelers spelen tussen een doek en een lichtbron. Met hun schaduw verbeelden ze het spel.

http://www.parkschool-utrecht.nl/uploads/1/3/4/9/13495396/776592861.jpgDit is voor veel doelgroepen een
fascinerende werkvorm. Hoe ouder de leeftijdsgroep hoe preciezer en
gedetailleerder ze hiermee willen werken.
Voor sommigen is het fijn om zich achter
het doek te kunnen verbergen, anderen
vinden het confronterend om in de
schaduw hun eigen lichaamsvormen
terug te zien. Verkleden/vervormen is
dan een oplossing.
Technische aspecten:
Dichtbij het doek geeft kleine en scherpe schaduwen, verderaf groter; langzaam bewegen maakt de details goed zichtbaar; altijd voorwerpen gebruiken die de schaduw verbeelden; in profiel maakt mimiek zichtbaar; gebruik de trucjes met verbergen-verschijnen en de magie van schaduwspel waarbij je kunt doen alsof je
elkaar raakt, kust, verwondt zolang het in
de schaduwen maar klopt.

Activiteit

De handeling

Doelgroep

Vanaf 8 jaar

Doel

  • (lichamelijke) uitdrukkingsvaardigheid vergroten
  • Goed kijken en bewust uitbeelden stimuleren
  • Nadenken over (lichamelijke) verhoudingen

Benodigdheden

Doek, lichtbron, attributen, 2 schotten naast het doek

Plaats

Binnen of buiten m.b.v. de zon

Voorbereiding

Uitleg: Licht de technische mogelijkheden van schimmenspel toe. Deel de groep in twee- of drietallen. Elk groepje kiest één handeling en verzint daaromheen een verhaaltje met begin midden eind. Ze zoeken attributen bij elkaar en proberen alles uit achter het doek. Handelingen die uitdagen zijn: vechten, toveren, opereren, zoenen.

Uitvoering

De groepjes presenteren om de beurt hun verhaal. Naderhand laten ze zien welke materialen ze hebben gebruikt en het publiek raadt de gekozen handeling.
 

Variatie

  • Laat groepjes een schaduwspel maken bij een lied
  • Speel handschimmenspel.
  • Speel met uit karton geknipte figuren. Dit kan ook achter een klein doek op een tafel.

 

Drama Werkvorm

Tableau Vivant / Fotospel
De spelers verbeelden situatie, handeling en gevoel met stilstaande houding en mimiek in een bepaalde opstelling

http://4.bp.blogspot.com/-SXruZeMyij4/T5gYYbS8aLI/AAAAAAAAAG8/M5luxEa9UeY/s1600/DSCF0125.JPG

Deze werkvorm is met name geschikt voor beginnende spelers. Het maakt hen bewust van het gebruik van houding en mimiek en het uitvergroten daarvan. Voor bepaalde groepen is het stilstaan een extra uitdaging.

Activiteit

Groepsfoto

Doelgroep

Vanaf 4 jaar

Doel

  • (lichamelijke) uitdrukkingsvaardigheid vergroten
  • Goed kijken en bewust uitbeelden stimuleren
  • Inzicht in non verbale communicatie vergroten

Benodigdheden

Niets

Plaats

Op veel plekken mogelijk

Voorbereiding

Uitleg: Deel de groep in tweeën. Elke groep bereid twee tableaus voor. In de eerste zien we een bepaalde groep mensen, b.v. een groep voetbalsupporters. Op de tweede foto zien we wat er intussen is gebeurd, b.v. er is gescoord. Geef korte overlegtijd. Ze mogen zelf bedenken welke groep mensen ze worden.

Uitvoering

De eerste groep komt op het speelvlak. De andere is publiek maar kijkt niet. In de eerste tien tellen stellen de spelers zich op in foto 1 (tel hardop van 10 naar 1, de nul is de klik voor de foto). Publiek kijkt, maar reageert nog niet. Dan tien tellen voor opstellen foto 2 terwijl het publiek niet kijkt. Nu mogen de kijkers hun vinger opsteken als ze foto 1 en 2 begrijpen. Bespreek na op wat er te zien was en wat je daardoor weet.
 

Variatie

  • Geef een thema of welke groep mensen het moet zijn.
  • Geef langer voorbereidingstijd.
  • Geef de mogelijkheid attributen ed. te gebruiken.
  • Laat een andere groep een foto bedenken tussen 1 en 2.

Drama Werkvorm

Uitbeeldspel
De spelers laten hun spel zien zonder tekst te gebruiken, eventueel wel met geluid. Een professionele vorm is mime of pantomime

https://static.mijnwebwinkel.nl/winkel/woonmaterie/full32559978.jpgDeze werkvorm is met name geschikt
voor beginnende spelers.
Uitbeelden geeft ook de vrijheid om
zonder decor en attributen toch te
verbeelden dat dat er allemaal is.

De allerjongsten kun je in het uitbeelden
begeleiden door mee te spelen of ze als
verteller mee te nemen in het uit te
beelden spel.

Activiteit

Twee stoelen

Doelgroep

Vanaf 6 jaar

Doel

  • (lichamelijke) Uitdrukkingsvaardigheid vergroten
  • Goed kijken en bewust uitbeelden stimuleren
  • Inzicht in non verbale communicatie vergroten

Benodigdheden

Twee stoelen naast elkaar, los in de ruimte

Plaats

Op veel plekken mogelijk

Voorbereiding

Uitleg: Deel de groep in tweetallen. Elk tweetal bedenkt wat de twee stoelen kunnen voorstellen. Speel eventueel een auto als voorbeeld. Daarbij bedenken ze een begin, midden en een eind van een verhaaltje dat ze op/bij/rondom de stoelen kunnen laten zien zodat het publiek begrijpt waar ze zijn en wat er gebeurt. Controleer eventueel of elk tweetal een andere plek heeft gekozen.

Uitvoering

De tweetallen spelen om de beurt hun scene met de stoelen. Bespreek na wat het publiek zag en welke plek het dus is. Laat ze ook zeggen wat ze leuk vonden aan het uitbeelden.
 

Variatie

  • Stoelen staan tegenover elkaar
  • Tweetal maakt de plek duidelijk voor andere spelers die na kort overleggen er een gebeurtenis uitbeelden.
  • Eén speler begint te spelen tot de plek duidelijk is, freeze en vraagt “Wat nu?’. Het publiek doet suggesties voor het vervolg van het verhaal. Net zo lang herhalen tot een verhaaltje is ontstaan.

 

Drama Werkvorm

Afspraakspel
De spelers maken van te voren afspraken over het te spelen spel en oefenen dit.

http://s.s-bol.com/imgbase0/imagebase/large/FC/4/9/1/4/9200000027494194_1.jpg

Dit is de meest bekende manier van
toneelspelen. De spelers maken afspraken
over de 5 W’s: wie, wat waar, waarom,
wanneer. Dit geeft veel houvast en maakt
deze werkvorm ook geschikt voor
beginnende of jonge spelers. Nog meer
houvast geeft eerst oefenen van het
toneelstukje.
Niet alle doelgroepen zijn in staat om
zelfstandig spelafspraken te maken. Die
begeleid je daarin.

Activiteit

Verweggiestan

Doelgroep

Vanaf 7 jaar

Doel

  • Zich aan (spel)afspraken houden
  • Samenspel
  • Hanteren van de 5 W’s en het maken van een speelbaar verhaaltje
  • Presenteren (o.a. niet met de rug naar het publiek)
  • Durf

Benodigdheden

(zo mogelijk) decor, attributen, verkleedkleren

Plaats

Op veel plekken mogelijk

Voorbereiding

Maak groepjes. Geef de volgende gegevens: het speelt zich af in een ver vreemd land. Er zijn inwoners van dit Verweggiestan en een paar Nederlandse toeristen die de taal niet spreken. De toeristen hebben geen geld meer en komen in de problemen. Laat elk groepje de 5W’s invullen en hun toneelstukje oefenen.
Extra uitdaging voor de Verweggiestaanders om een andere (fantasie)taal te spreken. Je kunt vooraf een Jabbertaal oefening spelen om dat te oefenen.

Uitvoering

Elk groepje speelt hun toneelstukje. Het publiek benoemt de 5 W’s.
 

Variatie

  • Geef andere onderwerpen of spelgegevens. De variaties zijn eindeloos.


 

Drama Werkvorm

Afspraakspel
De spelers maken van te voren afspraken over het te spelen spel en/of oefenen dit.

Dit is de meest bekende manier van
toneelspelen. De spelers maken afspraken
over de 5 W’s: wie, wat waar, waarom,
wanneer. Dit geeft veel houvast en maakt
deze werkvorm ook geschikt voor
beginnende of jonge spelers. Nog meer                                                         afbeelding
houvast geeft eerst oefenen van het
toneelstukje.
Niet alle doelgroepen zijn in staat om
zelfstandig spelafspraken te maken. Die
begeleid je daarin.

Activiteit

In de oorlog

Doelgroep

Schoolkind

Doel

  • Zich aan (spel)afspraken houden
  • Samenspel
  • Hanteren van de 5 W’s en het maken van een speelbaar verhaaltje
  • Presenteren (o.a. niet met de rug naar het publiek)
  • Durf
  • Verdiepen in het thema …

Benodigdheden

(zo mogelijk) decor, attributen, verkleedkleren

Plaats

Grote ruimte

Voorbereiding

Maak groepjes. Geef de volgende gegevens: het speelt zich af tijdens de oorlog. Er is een leger die geen Nederlands praat en er zijn toeristen. De toeristen hebben geen geld meer en komen in de problemen. Laat elk groepje de 5W’s invullen en hun toneelstukje oefenen.
Let op! de buitenlanders spreken een (fantasie)taal. Je kunt vooraf een Jabbertaal oefening spelen om dat te oefenen.

Uitvoering

Elk groepje speelt hun toneelstukje. Het publiek benoemt de 5 W’s.
 

Variatie

  • Geef andere onderwerpen of spelgegevens. De variaties zijn eindeloos.

 

 

Drama Werkvorm

Improvisatiespel
De spelers maken géén of enkele afspraken over een aantal gegevens. Het spel ontstaat op de speelvloer door op elkaar te reageren.

http://www.dieuwertjetheater.com/ddgraphics/toiletdames.jpg

Deze werkvorm is voor spelers die meer durven of al ervaring hebben met drama. Een belangrijke spelregel om een toneelspel in improvisatie te laten slagen is dat de spelers elkaars ideeën accepteren. Het is belangrijk om elkaars ideeën niet te blokkeren en steeds ook zelf spelideeën te leveren om het verhaal in het toneelstukje verder te helpen. Daarbij is het belangrijk dat de spelers snel de 5 W’s concreet maken, waarbij geldt ‘wie het eerst concretiseert bepaalt’. Bijvoorbeeld: “Hallo pappa” kun je logischerwijs niet beantwoorden met “Ik ben je pappa niet”.

Activiteit

Aanbelspel

Doelgroep

Vanaf 7 jaar

Doel

  • In samenspel leren spelideeën geven en accepteren
  • Fouten durven maken

Benodigdheden

(zo nodig) decor, attributen, verkleedkleren

Plaats

Speelvlak

Voorbereiding

Van tevoren krijgen de spelers een opdrachtkaartje met daarop een typetje, bijvoorbeeld stoer, verlegen, dromerig. De spelers oefenen hun typetje. Dit kan door de groep in tweeën te delen en eerst de ene rij bij de andere rij te laten aanbellen en daarna omgekeerd.

Uitvoering

Het publiek zit in een halve cirkel. Steeds twee spelers, die niet met elkaar geoefend hebben, staan tegenover elkaar voor het publiek. De ene speelt zijn of haar typetje en loop over een denkbeeldig tuinpad naar het midden van het speelvlak en doet of ie aanbelt. De ander loopt dan, op dezelfde manier, naar ‘de deur’. Dan start het spel. De aanbeller komt iets brengen, zeggen of verkopen. De ander probeert op dezelfde manier te reageren, dus hetzelfde typetje te worden.
 

Variatie

  • De ‘opendoener’ moet het tegenover gestelde typetje worden.
  • Op de opdrachtkaartjes staat iets anders, bijvoorbeeld emoties, een dier, celebrity.


 

Drama Werkvorm

Improvisatiespel
De spelers maken géén of enkele afspraken over een aantal gegevens. Het spel ontstaat op de speelvloer door op elkaar te reageren.

Deze werkvorm is voor spelers die meer
durven of al ervaring hebben met drama.
Een belangrijke spelregel om een
toneelspel in improvisatie te laten slagen
is dat de spelers elkaars ideeën accepteren.
Het is belangrijk om elkaars ideeën niet te
blokkeren en steeds ook zelf spelideeën te
leveren om het verhaal in het toneelstukje                                                    afbeelding
verder te helpen. Daarbij is het belangrijk
dat de spelers snel de 5 W’s concreet
maken, waarbij geldt ‘wie het eerst
concretiseert bepaalt’. Bijvoorbeeld:
“Hallo pappa” kun je logischerwijs niet
beantwoorden met “Ik ben je pappa niet”.

Activiteit

Bij de dokter

Doelgroep

Vanaf 7 jaar

Doel

  • In samenspel leren spelideeën geven en accepteren
  • Fouten durven maken

Benodigdheden

(zo nodig) decor, attributen, verkleedkleren

Plaats

Speelvlak

Voorbereiding

Van tevoren krijgen de spelers een opdrachtkaartje met daarop een typetje, bijvoorbeeld stoer, verlegen, dromerig. De spelers oefenen hun typetje. Dit kan door de groep in tweeën te delen en eerst de ene rij bij de andere rij te laten aanbellen en daarna omgekeerd.

Uitvoering

Het publiek zit in een halve cirkel. Steeds twee spelers, die niet met elkaar geoefend hebben, staan tegenover elkaar voor het publiek. De ene speelt zijn of haar typetje en loop over een denkbeeldig pad naar het midden van het speelvlak en doet of ie binnenkomt bij de dokter. De ander speelt de dokter en zegt dat de patiënt binnen mag komen. ) Dan start het spel. De patiënt heeft een klacht (hoofdpijn, koorts, een infectie etc. De ander probeert op dezelfde manier te reageren, dus hetzelfde typetje te worden.
 

Variatie

-

Puber Adolescent

Beeldend

Activiteit

Street-art ( stoepkrijt tekening maken op straat)

Kijk eens anders naar de dingen om je heen

 

Doelgroep

Puber/adolescent

Doel

Met deze activiteit kom je tegemoet aan de behoefte van de puber om zelf te creëren en te ontwerpen. Eigenheid te brengen in het werk, een uniek werk te maken en zelfstandig te werken. Je sluit aan bij de belevingswereld van de doelgroep.

Benodigdheden

Fotocamera/telefoon, evt. selfie-stick, usb-kabel om foto’s op computer te zetten, printer, viltstiften, Stoepkrijt, gekleurde kinderklei

Plaats

Binnen en buiten 

Voorbereiding

Zorg dat de kinderen hun mobiel opgeladen hebben en hun eigen kabeltjes meebrengen.

Uitvoering

 

Ga in duo’s aan de slag. Je gaat naar buiten en je bekijkt je omgeving eens anders dan je gewend bent! Een paaltje waar je altijd omheen liep wordt nu ineens de neus van Pinoccio, een putdeksel wordt het huisje van een slak en in een streep van het zebrapad kun je allerlei andere dingen zien, bv een horlogebandje.

 

bedenk zelf eens een ander beeld van iets bestaands en fotografeer deze plekken.

 

print deze foto’s uit op A4 formaat in zwart/wit en maak hier overheen een ontwerp met viltstiften

 

voer 1 van de ontwerpen i.o. met de docent uit in het echt met stoepkrijt en/of klei (zoek wel een veilige plek, dus niet midden op de straat!)

 

maak hier een foto of filmpje van en presenteer deze aan elkaar in de klas 

Variatie

 

Voeg meer materialen toe, zoals plakplastic, natuurlijke materialen of gebruik indien het toegestaan is bijvoorbeeld spuitverf ( graffiti)

Muziek

Muziek
Ontwikkelingsfase: De puber/adolescent/volwassene

Activiteit

Rappen

 

Hé Hé, Ik ben Esmee,

Maak een beat, en doe maar mee.

Ik ben niet zo creatief, maar wel heel lief.

 

Hé Hé, Ik ben Esmee,

Maak een beat, en doe maar mee!

 

Instrumenten: jambee.

Iedereen klappen, en klik geluiden maken met de mond.

Doelgroep

Pubers/adolescenten (jong-volwassenen).
Kijk voor volwassene ook bij doelgroep “de oudere”

Doel

Het helpt om luister- en concentratievermogen te verhogen.

Simpele melodieën leggen de basis voor muzikaliteit en een goed muzikaal gehoor.
 

Ondersteunt taalontwikkeling, taalvaardigheid en het vergroten van de woordenschat. Ritme, rijm, melodie en intonatie vormen de basis van taal.
 

Feiten in rijmpjes en liedjes worden vaak makkelijk onthouden (abc, tellen, seizoenen, enz.).

 

De teksten stimuleren de fantasie.

Benodigdheden

Een beat (zelfgemaakt; van te voren of ter plekke gespeeld of een bestaande beat).

 

Tekst (bestaand of zelfgemaakt).

 

Apparatuur: materiaal om de beat af te spelen, (eventueel: ) microfoons.

Plaats

-

 

Voorbereiding

Zorg dat je een beat hebt (zoek deze online, maak hem zelf of zorg dat er materialen zijn om deze ter plekke te maken (gebruik bijvoorbeeld drums, overige percussie of een loopstation en je stem).

 

Zorg dat je teksten hebt (zelfgemaakt of een bestaande tekst of gedicht) of inspireer de pubers om teksten te maken (geen voorbeelden, thema’s).

Uitvoering

Gebruik een beat om de tekst op te zetten. Besteed aandacht aan hoe je en tekst maakt (of gebruik bestaande teksten). Besteed aandacht aan: ritme, rijm, uitspraak, hoe gebruik je verder je stem. Dit kan in allerlei vormen/oefeningen.

Laat pubers/adolescenten een rap maken, oefenen, performen.

Variatie

Gebruik informatieve teksten; om (studie)stof te onthouden.

Voeg aan de raps zangkoortjes en/of instrumenten toe. Werk de nummers uit. Voeg teksten samen. Neem de nummers op. Zet de nummers online. Maak een videoclip erbij, organiseer een optreden(tje) enz.

 

Spel

Drama

 

Drama Werkvorm

Improvisatiespel
De spelers maken géén of enkele afspraken over een aantal gegevens. Het spel ontstaat op de speelvloer door op elkaar te reageren.

http://www.dieuwertjetheater.com/ddgraphics/toiletdames.jpg

Deze werkvorm is voor spelers die meer durven of al ervaring hebben met drama. Een belangrijke spelregel om een toneelspel in improvisatie te laten slagen is dat de spelers elkaars ideeën accepteren. Het is belangrijk om elkaars ideeën niet te blokkeren en steeds ook zelf spelideeën te leveren om het verhaal in het toneelstukje verder te helpen. Daarbij is het belangrijk dat de spelers snel de 5 W’s concreet maken, waarbij geldt ‘wie het eerst concretiseert bepaalt’. Bijvoorbeeld: “Hallo pappa” kun je logischerwijs niet beantwoorden met “Ik ben je pappa niet”.

Activiteit

Aanbelspel

Doelgroep

Vanaf 7 jaar

Doel

  • In samenspel leren spelideeën geven en accepteren
  • Fouten durven maken

Benodigdheden

(zo nodig) decor, attributen, verkleedkleren

Plaats

Speelvlak

Voorbereiding

Van tevoren krijgen de spelers een opdrachtkaartje met daarop een typetje, bijvoorbeeld stoer, verlegen, dromerig. De spelers oefenen hun typetje. Dit kan door de groep in tweeën te delen en eerst de ene rij bij de andere rij te laten aanbellen en daarna omgekeerd.

Uitvoering

Het publiek zit in een halve cirkel. Steeds twee spelers, die niet met elkaar geoefend hebben, staan tegenover elkaar voor het publiek. De ene speelt zijn of haar typetje en loop over een denkbeeldig tuinpad naar het midden van het speelvlak en doet of ie aanbelt. De ander loopt dan, op dezelfde manier, naar ‘de deur’. Dan start het spel. De aanbeller komt iets brengen, zeggen of verkopen. De ander probeert op dezelfde manier te reageren, dus hetzelfde typetje te worden.
 

Variatie

  • De ‘opendoener’ moet het tegenover gestelde typetje worden.
  • Op de opdrachtkaartjes staat iets anders, bijvoorbeeld emoties, een dier, celebrity.

 

Drama Werkvorm

Improvisatiespel
De spelers maken géén of enkele afspraken over een aantal gegevens. Het spel ontstaat op de speelvloer door op elkaar te reageren.

Deze werkvorm is voor spelers die meer
durven of al ervaring hebben met drama.
Een belangrijke spelregel om een
toneelspel in improvisatie te laten slagen
is dat de spelers elkaars ideeën accepteren.
Het is belangrijk om elkaars ideeën niet te
blokkeren en steeds ook zelf spelideeën te
leveren om het verhaal in het toneelstukje                                                    afbeelding
verder te helpen. Daarbij is het belangrijk
dat de spelers snel de 5 W’s concreet
maken, waarbij geldt ‘wie het eerst
concretiseert bepaalt’. Bijvoorbeeld:
“Hallo pappa” kun je logischerwijs niet
beantwoorden met “Ik ben je pappa niet”.

Activiteit

Bij de dokter

Doelgroep

Vanaf 7 jaar

Doel

  • In samenspel leren spelideeën geven en accepteren
  • Fouten durven maken

Benodigdheden

(zo nodig) decor, attributen, verkleedkleren

Plaats

Speelvlak

Voorbereiding

Van tevoren krijgen de spelers een opdrachtkaartje met daarop een typetje, bijvoorbeeld stoer, verlegen, dromerig. De spelers oefenen hun typetje. Dit kan door de groep in tweeën te delen en eerst de ene rij bij de andere rij te laten aanbellen en daarna omgekeerd.

Uitvoering

Het publiek zit in een halve cirkel. Steeds twee spelers, die niet met elkaar geoefend hebben, staan tegenover elkaar voor het publiek. De ene speelt zijn of haar typetje en loop over een denkbeeldig pad naar het midden van het speelvlak en doet of ie binnenkomt bij de dokter. De ander speelt de dokter en zegt dat de patiënt binnen mag komen. ) Dan start het spel. De patiënt heeft een klacht (hoofdpijn, koorts, een infectie etc. De ander probeert op dezelfde manier te reageren, dus hetzelfde typetje te worden.
 

Variatie

-

Drama Werkvorm

(Levend) Schimmenspel
De spelers spelen tussen een doek en een lichtbron. Met hun schaduw verbeelden ze het spel.

http://www.parkschool-utrecht.nl/uploads/1/3/4/9/13495396/776592861.jpgDit is voor veel doelgroepen een
fascinerende werkvorm. Hoe ouder de leeftijdsgroep hoe preciezer en
gedetailleerder ze hiermee willen werken.
Voor sommigen is het fijn om zich achter
het doek te kunnen verbergen, anderen
vinden het confronterend om in de
schaduw hun eigen lichaamsvormen
terug te zien. Verkleden/vervormen is
dan een oplossing.
Technische aspecten:
Dichtbij het doek geeft kleine en scherpe schaduwen, verderaf groter; langzaam bewegen maakt de details goed zichtbaar; altijd voorwerpen gebruiken die de schaduw verbeelden; in profiel maakt mimiek zichtbaar; gebruik de trucjes met verbergen-verschijnen en de magie van schaduwspel waarbij je kunt doen alsof je
elkaar raakt, kust, verwondt zolang het in
de schaduwen maar klopt.

Activiteit

De handeling

Doelgroep

Vanaf 8 jaar

Doel

  • (lichamelijke) uitdrukkingsvaardigheid vergroten
  • Goed kijken en bewust uitbeelden stimuleren
  • Nadenken over (lichamelijke) verhoudingen

Benodigdheden

Doek, lichtbron, attributen, 2 schotten naast het doek

Plaats

Binnen of buiten m.b.v. de zon

Voorbereiding

Uitleg: Licht de technische mogelijkheden van schimmenspel toe. Deel de groep in twee- of drietallen. Elk groepje kiest één handeling en verzint daaromheen een verhaaltje met begin midden eind. Ze zoeken attributen bij elkaar en proberen alles uit achter het doek. Handelingen die uitdagen zijn: vechten, toveren, opereren, zoenen.

Uitvoering

De groepjes presenteren om de beurt hun verhaal. Naderhand laten ze zien welke materialen ze hebben gebruikt en het publiek raadt de gekozen handeling.
 

Variatie

  • Laat groepjes een schaduwspel maken bij een lied
  • Speel handschimmenspel.
  • Speel met uit karton geknipte figuren. Dit kan ook achter een klein doek op een tafel.

 

Drama Werkvorm

Tableau Vivant / Fotospel
De spelers verbeelden situatie, handeling en gevoel met stilstaande houding en mimiek in een bepaalde opstelling

http://4.bp.blogspot.com/-SXruZeMyij4/T5gYYbS8aLI/AAAAAAAAAG8/M5luxEa9UeY/s1600/DSCF0125.JPG

Deze werkvorm is met name geschikt voor beginnende spelers. Het maakt hen bewust van het gebruik van houding en mimiek en het uitvergroten daarvan. Voor bepaalde groepen is het stilstaan een extra uitdaging.

Activiteit

Groepsfoto

Doelgroep

Vanaf 4 jaar

Doel

  • (lichamelijke) uitdrukkingsvaardigheid vergroten
  • Goed kijken en bewust uitbeelden stimuleren
  • Inzicht in non verbale communicatie vergroten

Benodigdheden

Niets

Plaats

Op veel plekken mogelijk

Voorbereiding

Uitleg: Deel de groep in tweeën. Elke groep bereid twee tableaus voor. In de eerste zien we een bepaalde groep mensen, b.v. een groep voetbalsupporters. Op de tweede foto zien we wat er intussen is gebeurd, b.v. er is gescoord. Geef korte overlegtijd. Ze mogen zelf bedenken welke groep mensen ze worden.

Uitvoering

De eerste groep komt op het speelvlak. De andere is publiek maar kijkt niet. In de eerste tien tellen stellen de spelers zich op in foto 1 (tel hardop van 10 naar 1, de nul is de klik voor de foto). Publiek kijkt, maar reageert nog niet. Dan tien tellen voor opstellen foto 2 terwijl het publiek niet kijkt. Nu mogen de kijkers hun vinger opsteken als ze foto 1 en 2 begrijpen. Bespreek na op wat er te zien was en wat je daardoor weet.
 

Variatie

  • Geef een thema of welke groep mensen het moet zijn.
  • Geef langer voorbereidingstijd.
  • Geef de mogelijkheid attributen ed. te gebruiken.
  • Laat een andere groep een foto bedenken tussen 1 en 2.

Volwassene

Beeldend

Spel

Muziek

Muziek
Ontwikkelingsfase: De puber/adolescent/volwassene

Activiteit

Rappen

 

Hé Hé, Ik ben Esmee,

Maak een beat, en doe maar mee.

Ik ben niet zo creatief, maar wel heel lief.

 

Hé Hé, Ik ben Esmee,

Maak een beat, en doe maar mee!

Doelgroep

Pubers/adolescenten (jong-volwassenen).
Kijk voor volwassene ook bij doelgroep “de oudere”

Doel

Het helpt om luister- en concentratievermogen te verhogen.

Simpele melodieën leggen de basis voor muzikaliteit en een goed muzikaal gehoor.
 

Ondersteunt taalontwikkeling, taalvaardigheid en het vergroten van de woordenschat. Ritme, rijm, melodie en intonatie vormen de basis van taal.
 

Feiten in rijmpjes en liedjes worden vaak makkelijk onthouden (abc, tellen, seizoenen, enz.).

 

De teksten stimuleren de fantasie.

Benodigdheden

Een beat (zelfgemaakt; van te voren of ter plekke gespeeld of een bestaande beat).

 

Tekst (bestaand of zelfgemaakt).

 

Apparatuur: materiaal om de beat af te spelen, (eventueel: ) microfoons.

Plaats

-

 

Voorbereiding

Zorg dat je een beat hebt (zoek deze online, maak hem zelf of zorg dat er materialen zijn om deze ter plekke te maken (gebruik bijvoorbeeld drums, overige percussie of een loopstation en je stem).

 

Zorg dat je teksten hebt (zelfgemaakt of een bestaande tekst of gedicht) of inspireer de pubers om teksten te maken (geen voorbeelden, thema’s).

Uitvoering

Gebruik een beat om de tekst op te zetten. Besteed aandacht aan hoe je en tekst maakt (of gebruik bestaande teksten). Besteed aandacht aan: ritme, rijm, uitspraak, hoe gebruik je verder je stem. Dit kan in allerlei vormen/oefeningen.

Laat pubers/adolescenten een rap maken, oefenen, performen.

Variatie

Gebruik informatieve teksten; om (studie)stof te onthouden.

Voeg aan de raps zangkoortjes en/of instrumenten toe. Werk de nummers uit. Voeg teksten samen. Neem de nummers op. Zet de nummers online. Maak een videoclip erbij, organiseer een optreden(tje) enz.

 

Drama

Ouderen

Beeldend

Muziek

Muziek
Ontwikkelingsfase: De oudere

Activiteit

Lied zingen uit de tijd van de oudere


1. Welke muziek was er populair in de jaren 50?
2. Wat was kenmerkend aan deze muziek? (noem 3 dingen)
3. Noem vijf artiesten/bands uit deze tijd en bij iedere 1 nummer.
4. Welke muziek was er populair in de jaren 60?
5. Wat was kenmerkend aan deze muziek? (noem 3 dingen)
6. Noem vijf artiesten/bands uit deze tijd en bij iedere 1 nummer.

Doelgroep

Ouderen (kan evt. ook voor volwassenen).
 

Doel

Vermaak, herinneringen ophalen

Benodigdheden

Een lied uit de jaren van de ouderen (in dit geval jaren ’50 en ’60). Denk ook aan Nederlandstalig.

Plaats

-

 

Voorbereiding

Zorg dat je het lied zelf kent; de melodie en de tekst. Eventueel kun je de akkoorden instuderen op een begeleidend harmonie instrument (bijvoorbeeld een gitaar of piano) en het lied begeleiden.


Wil je het lied zingen/aanleren met ouderen: zorg voor tekst op groot formaat.

Uitvoering

Zing het lied voor of laat het horen. Geef aan welk stuk je eerst gaat oefenen (bijvoorbeeld de eerste twee zinnen van het eerste couplet).
Herhaal het een aantal keer. Besteed eventueel aandacht aan: ritme, melodie (op toon zingen), hoe gebruik je verder je stem.

Variatie

Maak de melodie tweestemmig (maak een heel koor).

 

 

 

Welke muziek was populair in de jaren 50?

 Rock en Roll.

 

  Wat was kenmerkend aan deze muziek?

  1. Veel bass-instrumenten.

  2. Sterke after beat.

  3. Veel gitaar solo’s.

 

Noem 5 artiesten/bands uit deze tijd, en bij ieder 1 nummer?

  1. Elvis Presley, Falling In Love With You.

  2. Pia Beck, Boogiewoogie.

  3. Chris Howland, Fraulein.

  4. Perry Como, Wanted.

  5. Poni Tails, Born Too Late.

     

Welke muziek was populair in de jaren 60?

Blues

 

Wat was er kenmerkend aan deze muziek?

  1. Veel gitaar.

  2. Veel drum.

  3. 2 of meer zangers.

     

Noem 5 artiesen/bands uit deze tijd, en bij ieder 1 nummer?

  1. Bob Dylan, LikeA Rolling Stone.

  2. Simon Garfuntel, Mrs. Robinson.

  3. Elvis Presley, In The Ghetto.

  4. Nina Simone, Ain’t Got No I Got Life.

  5. Scott McKenzie, San Fransisco.

     

     

     

  • Het arrangement Activiteitenmap Esmee is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Esmee Wakker
    Laatst gewijzigd
    2016-01-17 18:46:15
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld

    Bronnen

    Bron Type
    Kliederen met vingerverf
    https://www.youtube.com/watch?v=UYbxEwHC73s
    Link
  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Voor developers

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.