|
Drama Werkvorm |
Improvisatiespel |
|
Deze werkvorm is voor spelers die meer durven of al ervaring hebben met drama. Een belangrijke spelregel om een toneelspel in improvisatie te laten slagen is dat de spelers elkaars ideeën accepteren. Het is belangrijk om elkaars ideeën niet te blokkeren en steeds ook zelf spelideeën te leveren om het verhaal in het toneelstukje verder te helpen. Daarbij is het belangrijk dat de spelers snel de 5 W’s concreet maken, waarbij geldt ‘wie het eerst concretiseert bepaalt’. Bijvoorbeeld: “Hallo pappa” kun je logischerwijs niet beantwoorden met “Ik ben je pappa niet”. |
|
|
Activiteit |
Aanbelspel |
|
Doelgroep |
Vanaf 7 jaar |
|
Doel |
|
|
Benodigdheden |
(zo nodig) decor, attributen, verkleedkleren |
|
Plaats |
Speelvlak |
|
Voorbereiding |
Van tevoren krijgen de spelers een opdrachtkaartje met daarop een typetje, bijvoorbeeld stoer, verlegen, dromerig. De spelers oefenen hun typetje. Dit kan door de groep in tweeën te delen en eerst de ene rij bij de andere rij te laten aanbellen en daarna omgekeerd. |
|
Uitvoering |
Het publiek zit in een halve cirkel. Steeds twee spelers, die niet met elkaar geoefend hebben, staan tegenover elkaar voor het publiek. De ene speelt zijn of haar typetje en loop over een denkbeeldig tuinpad naar het midden van het speelvlak en doet of ie aanbelt. De ander loopt dan, op dezelfde manier, naar ‘de deur’. Dan start het spel. De aanbeller komt iets brengen, zeggen of verkopen. De ander probeert op dezelfde manier te reageren, dus hetzelfde typetje te worden. |
|
Variatie |
|
|
Drama Werkvorm |
Improvisatiespel |
|
Deze werkvorm is voor spelers die meer |
|
|
Activiteit |
Bij de dokter |
|
Doelgroep |
Vanaf 7 jaar |
|
Doel |
|
|
Benodigdheden |
(zo nodig) decor, attributen, verkleedkleren |
|
Plaats |
Speelvlak |
|
Voorbereiding |
Van tevoren krijgen de spelers een opdrachtkaartje met daarop een typetje, bijvoorbeeld stoer, verlegen, dromerig. De spelers oefenen hun typetje. Dit kan door de groep in tweeën te delen en eerst de ene rij bij de andere rij te laten aanbellen en daarna omgekeerd. |
|
Uitvoering |
Het publiek zit in een halve cirkel. Steeds twee spelers, die niet met elkaar geoefend hebben, staan tegenover elkaar voor het publiek. De ene speelt zijn of haar typetje en loop over een denkbeeldig pad naar het midden van het speelvlak en doet of ie binnenkomt bij de dokter. De ander speelt de dokter en zegt dat de patiënt binnen mag komen. ) Dan start het spel. De patiënt heeft een klacht (hoofdpijn, koorts, een infectie etc. De ander probeert op dezelfde manier te reageren, dus hetzelfde typetje te worden. |
|
Variatie |
- |
|
Drama Werkvorm |
Tableau Vivant / Fotospel |
|
Deze werkvorm is met name geschikt voor beginnende spelers. Het maakt hen bewust van het gebruik van houding en mimiek en het uitvergroten daarvan. Voor bepaalde groepen is het stilstaan een extra uitdaging. |
|
|
Activiteit |
Groepsfoto |
|
Doelgroep |
Vanaf 4 jaar |
|
Doel |
|
|
Benodigdheden |
Niets |
|
Plaats |
Op veel plekken mogelijk |
|
Voorbereiding |
Uitleg: Deel de groep in tweeën. Elke groep bereid twee tableaus voor. In de eerste zien we een bepaalde groep mensen, b.v. een groep voetbalsupporters. Op de tweede foto zien we wat er intussen is gebeurd, b.v. er is gescoord. Geef korte overlegtijd. Ze mogen zelf bedenken welke groep mensen ze worden. |
|
Uitvoering |
De eerste groep komt op het speelvlak. De andere is publiek maar kijkt niet. In de eerste tien tellen stellen de spelers zich op in foto 1 (tel hardop van 10 naar 1, de nul is de klik voor de foto). Publiek kijkt, maar reageert nog niet. Dan tien tellen voor opstellen foto 2 terwijl het publiek niet kijkt. Nu mogen de kijkers hun vinger opsteken als ze foto 1 en 2 begrijpen. Bespreek na op wat er te zien was en wat je daardoor weet. |
|
Variatie |
|