Hier vind je een verzameling van informatie en filmpjes over hoe je omgaat met de baby.
De taak van een kraamverzorgende is de ouders voorlichting te geven, om beter en sneller hun baby te leren kennen. Ouders zullen zelfverzekerder worden in de omgang met hun baby. Ze krijgen hierbij ook een stukje bevestiging terug van hun baby, doordat de baby rustiger en tevreden is.
De baby's over de hele wereld spreken één taal, dezelfde taal, de lichaamstaal.
Jullie als kraamverzorgenden hebben straks hier veel ervaring mee doordat je veel baby's "ziet".
Vertel de ouders wat je ziet bij de baby en begeleidt ze in hun ontdekkingsreis om hun baby goed te leren kennen.
Veiligheid en geborgenheid
Negen maanden heeft de baby beschermt en geborgen in de buik gezeten. Na de bevalling is het fijn dat de baby dit ook ervaart.
Dit kan de baby zelf niet organiseren. De omgeving kan dit wel.
Dit kan je doen voor de baby
op de juiste wijze toedekken in zijn bedje
op de juiste wijze oppakken en neerleggen
op de juiste wijze dragen en tillen
respecteren van zijn behoeften
Tijdens de les en in deze wiki vind je hier meer informatie over.
Basisbevestigend dragen
Het bekken
Het bekken heeft de vorm van een schaal.
In het bekken is het lichaamsevenwicht gefundeerd en zit het gevoelsmiddelpunt.
Als de schaal horizontaal staat is men in balans.
Men spreekt in de haptonomie dan van basis-presentie.
Een harmonisch evenwicht, men beweegt zich vanuit de basis.
De basisbevestigde mens vindt hierin zijn zelfverzekerdheid en zijn zelfvertrouwen.
Bij baby’s vinden deze basisbevestiging plaats door diegenen die affectief met hen zijn verbonden.
Het basisgevoel van zelfverzekerdheid en zelfvertrouwen.
Haptonomische wijze van dragen: hand onder het steunvlak (basis), de billen van de baby.
Het is belangrijk de baby op de juiste op te pakken en neer te leggen:
Bij het oppakken neem je eerst het hoofdje op en dan lift je de billen van de onderlaag
Bij het neerleggen; leg je eerst billen op de onderlaag en leg je daarna het hoofdje neer
Valkuilen
Valkuilen hierbij zijn de kinderwagen met de kap omhoog en de maxicosi met een verkleiner.
Je bent geneigd bij de kinderwagen met de kap eerst het hoofdje neer te leggen, omdat dit ver weg is.
Wees je bewust hoe je dit uitvoert.
Bij een maxicosi met een verkleiner ben je ook geneigd om eerst de baby met het hoofdje tegen de verkleiner te zetten en pas daarna met de billen in de maxicosi.
Dit voelt niet prettig voor de baby, dit voelt onveilig.
Voor prikkelbare baby's kunnen zulke kleine facetten een opstappeling zijn, om nog onrustiger te worden.
De kraamverzorgende heeft hier een voorbeeldfunctie in en geeft hier voorlichting over.
Voorkeurshouding - overstrekken
Baby's die neigen te gaan overstrekken of een voorkeurshouding laten zien, is het juist belangrijk om ze op de juiste wijze op te pakken en neer te leggen. In het filmpje hieronder laten ze het zien. De baby werkt actief mee waardoor spieren in de nek en rug worden getraind en soepel gehouden.
In deze film is heel mooi te zien hoe je contact kan maken met de baby. Jij als kraamverzorgende krijgt veel ervaring in het communiceren met de baby.
Neem de ouders mee wat hun baby laat zien en hoe hij/zij communcieert.
De 'babytaal' is over de hele wereld gelijk.
Het belangrijke eerste uur na de bevalling
In contact met je baby
Oogjes die spreken
Ogen die spreken - spiegelen
Baby's zoeken van jongs af aan oogcontact. Als je bewust oogcontact maakt met de baby, dan kun je veel 'zien'.
Bijvoorbeeld:
- Volle blik: ogen wijd open gesperd met opgetrokken wenkbrauw en kijken je verwachtingsvol aan
- Oriënteren: ogen draaien op zij en hoofdje ook. 'Wat is hier aan de hand?'
- Begroeten: de baby kijkt je aan, knippert met de ogen en heeft een glimlach
- Neerslaande ogen: spelletje loopt ten einde. De baby is moe
- Ogen blijven gesloten, de baby wendt zijn hoofdje af: het is genoeg geweest. de baby wil rust
Handjes die spreken
De handjes van de baby vertellen ook veel over de baby zich voelt.
Bijvoorbeeld:
- Ontspannen handje, vingers liggen los om het duimpje = De baby rust of slaapt, is ontspannen.
- Gestrekte vingers = geschrokken. Mororeflex
- Vingers ontspannen gespreid = de baby wil iets vastpakken
- Ontspannen handje met duim en wijsvinger open = ontdekkend handje. 'Wat gebeurt er allemaal?'
- Duimpje in een gespannen vuistje = De baby is gespannen, heeft misschien pijn, spant zich ergens voor in
- Vuistje tegen afgewend hoofd = de baby is moe
Lichaamstaal
Signalen die baby laat zien moet je niet missen. De baby geeft hier iets mee aan, hoe hij zich voelt of wat hij nodig heeft.
Zo geeft de baby hongersignalen, slaapsignalen.
Worden deze signalen gemist, dan krijg is er meer kans op een huilbaby.
Hongersignalen zijn:
- de baby wordt wakker en begint smak geluidjes te maken
- reageert de moeder hier niet, dan zal de baby gaan mopperen
- wordt hier ook niet op gereageerd dan zal de baby gaan huilen.
Slaapsignalen zijn:
-gapen
- stoppen met oogcontact, hoofd afwenden en in de ogen wrijven
- oogjes neerslaan
- huilen als dit alles genegeerd wordt
Huilen
Praten: baby 0 - 3 maanden
Als baby's huilen dan heeft dit een reden. Ze willen je laten weten dat er iets is.
Door op verschillende manieren te huilen, laten ze weten wat ze willen.
Deze verschillende manieren van huilen moeten ouders leren onderscheiden om hun baby te helpen.
De baby mág daarom huilen.
Huilen kan ook ontlading zijn van allerlei indrukken. De baby moet dit dan uit huilen. Biedt hem/haar hierin een veilige en vertrouwde omgeving met troost en dat hij/zij er mag zijn.
5 R's
De 5R's, Rust, Reinheid, Regelmaat, Richting en Respect hebben allemaal met elkaar te maken.
Ze zijn verweven met elkaar.
Rust
Je laat de baby met rust als het slaap nodig heeft. Daarmee respecteer je ook de baby als je het laat slapen, ook al is er visite die de baby graag op de arm wil hebben.
Reinheid
Er wordt gezorgd voor een schone en veilige omgeving. De baby wordt goed verzorgd, door regelmatige verschoningen en een bad.
Regelmaat
Er wordt voor ritme gezorgd. Wat gebeurt waar; eten op schoot, samenspel op schoot, spelen in de box, slapen in bed, verschonen op de commode. Daarmee geef je ook richting aan het leven van de baby. De baby gaat herkennen wat waar gebeurt, dat geeft vertrouwen, veiligheid en herkenning.
Richting
Zorg er voor dat het herkenbaar wordt voor de baby. Zodat hij/zij weet wat hij/zij kan verwachten. De zelfde zaken gebeuren op de zelfde plaats.
Respect
Dit doe je door bijvoorbeeld de rust/de slaap van de baby te respecteren, door hem/haar in het bedje of in de wandelwagen te laten slapen en niet in de box of maxicosi.
De baby niet te storen in zijn slaap.
Of omgaan met de baby in zijn tempo, vertragen.
Rust kan gezien worden dat de baby slaapt.
Maar rust kan je ook zien als rust in het omgaan met de baby.
Vertraag je handelingen, wel door blijven werken, maar werk in het tempo dat de baby aan kan.
Dit zie doordat de baby rustig blijft tijdens je handelingen en geen Mororeflex laat zien.
Want dan gaat het te snel en schrikt de baby.
Houd ook altijd contact met de baby met een hand. Elke aanraking die opnieuw gedaan wordt bij de baby, kan een schrikreactie geven. Dit gebeurt minder als er al contact is met de baby.
Reinheid
Reinheid wil zeggen dat de baby regelmatig verschoont wordt en in bad gaat of gewassen wordt.
Het wil ook zeggen dat de baby zich in een schone omgeving, met schone materialen zich moet bevinden.
Het volgende filmpje laat zien hoe je een baby in bad doet. Aandachtspunten hierbij zijn:
vertragen
contact blijven houden met de baby
altijd toedekken
niet te lang nat en bloot laten liggen
Baby in bad
Het volgende filmpje laat ook heb baden van de baby zien. Hierbij wordt bij het omgaan met de baby niet vertraagt. Kijk naar wat de baby laat zien tijdens het aan- en uitkleden.
Baby in bad - hoe het niet haptonomisch gaat
Regelmaat 1
De baby zal zich prettig voelen bij regelmaat op de dag.
Vroeger hield het in dat op vaste tijden de baby gevoed werd.
Tegenwoordig houdt het in dat het ritme van de dag steeds hetzelfde is en dat de handelingen op dezelfde plek plaatsvinden.
De baby wordt wakker, wordt uit bed gehaald, krijgt op de commodo (of andere vaste plek) een schone luier, de baby wordt gevoed, de baby kan even 'uitbuiken' na het voeden, na het voeden is er 'samen-spel'.
Zie je dat de baby moe wordt, dan leg je de baby weer in het bed.
Is de baby al wat ouder en wendt het hoofdje af, zonder vermoeidheidsignalen, leg dan de baby in de box.
Alleen spelen, indrukken op doen van zijn omgeving.
Dit is ook een belangrijk moment als er andere broertjes/zusjes zijn. Dit is een moment dat de moeder kan gebruiken om even met de oudere kinderen te spelen. "Nu moet de baby even alleen spelen, net als jij zo even alleen moest, toen ik de baby aan het voeden was." Zo kan er ook recht gedaan worden aan de oudere kinderen.
Zie je dat de baby moe is (vermoeidheidsignalen), pak de baby op nu hij nog wakker is uit de box (niet in de box laten slapen) en leg het op de commode om te ontspannen voor het slapen gaan; geef de baby zijn slaapknuffeltje, geef de baby evt. een schone luier, leg de baby in zijn slaapzakje o.i.d. en leg hem/haar wakker in het bedje.
De baby mag rustig even huilen. Dit is vaak zich even inslaap huilen, zich ontdoen van alle indrukken.
Huilen kan gezien worden als een manier van loslaten in de overgang naar het op eigen kracht in slaap vallen.
Gaat de baby helemaal overstuurd huilen, dan kan de baby rustig uit zijn bedje gehaald worden om te troosten.
Is de baby weer rustig, leg de baby dan terug in zijn bedje.
Om de baby rustig te houden en vertrouwen te geven, kan een hand op het hoofdje en buikje gelegd worden.
Bij het weg halen van de handen, doe je dit rustig. Niet in één keer de handen weg halen, want dat voelt koud aan en zal de baby weer wakker worden. Even de handen er boven houden voor dat je ze in zijn geheel wegneemt.
Als de baby weer wakker wordt begint het hele ritme opnieuw.
Dit is voor de baby prettig, maar ook voor ouders. Ze weten beide waar ze aan toe zijn en wat er moet gebeuren.
Schema 'Eenduidige aanpak' voor overdag: Regelmaat en eenduidigheid overdag
wakker worden, aansluitend
borst/flesvoeding geven, aansluitend
samenspel: tot 2 maanden inclusieve aandacht tijdens verschonen en voeden
vanaf 2 maanden ook na het voeden knuffelen/contact maken met de baby op schoot
spel alleen = op vaste plaats, liefst in de box
bij eerst tekenen van vermoeidheid = wakker in bed leggen
Eerste tekenen van vermoeidheid
bleek worden, in de ogen wrijven
drukker worden
min. 2 uur er tussen
max. 4 uur er tussen
Eenduidigheid in plaats
slapen op dezelfde plaats, in hetzelfde bed (deze plek kan ’s nachts evt. anders zijn dan overdag)
spel alleen op de dezelfde plaats, liefst in de box
Het bed
de baby altijd op de rug te slapen leggen
de baby tot en met de schouders toedekken
het bed “kort” opmaken, d.w.z. de voeten bij het voeteneind
een laken met wollen of katoenen deken van ruim formaat
laken en deken stevig onderstoppen tot onder de matras
geen speelgoed in bed, geen mobiele er boven
klein lapjesknuffel en/of muziekdoosje mag (1x opdraaien)
vlak, in de wieg of ledikant passend matras
Slaapkleding
sokjes, zorg voor warme voetjes
slaapzak of trappelzak op maat van natuurlijk materiaal, geen synthetische vulling
zodanige kleding dat de hals niet bloot is
zorg voor toegedekte schouders (b.v. mouwvestje)
zorg voor warme handen, zonodig 2 laagjes lange mouwen tot op de hand
Tips bij ontroostbare huiluurtjes
van voeding tot voeding dragen in de draagdoek
wandelen met de kinderwagen (1 keer per dag)
Reisreductie
Ritme handhaven door:
op slaaptijd slapen in eigen bed thuis of tijdens het uitstapje (ingebakerd) in de kinderwagen of (niet ingebakerd) in de draagdoek
liever visite ontvangen dan op visite gaan, met name de eerste 2 weken vanje interventie
Vermijd te veel aan prikkels door
televisie
radio
gebruik van wipstoel of maxi cosi buiten de voedingsmomenten
voortdurend vermaak van het kind
mechanisch aangedreven speelgoed
de babytrapeze of babygym voor een kind jonger dan 3 maanden (deze is pas geschikt vanaf 3 maanden)
Boek advies: “Rust en regelmaat” van Ria Blom.
Richting
De moeder/ouder geeft richting hoe om te gaan met hun baby. Hoe een handeling uitgevoerd gaat worden of wat er gebeurt op dat moment; eten, slapen, spelen. Daarmee rekening houdend wat de baby aangeeft.
Bv.: je ziet aan de baby dat het moe is. De baby wordt in bed gelegd en gaat huilen. Moeder geeft in haar stem aan en in haar handen dat het nu bedtijd is en lekker moet gaan slapen. Hierbij straalt ze rust ut naar de baby.
Er kan ook richting gegeven worden in de manier van handelen. Bv. het aanleggen aan de borst.
De baby wordt onrustig en wil 'happen' aan de borst. Moeder geeft hierbij richting om de baby eerst goed neer te leggen voor de borst, zodat de baby goed kan 'aanhappen', om daarna ontspannen te kunnen zitten om te voeden.
In de filmpjes hieronder wordt de baby op deze wijze aangelegd om te drinken.
Dit kan ook op andere manieren. De moeder bepaald en sluit aan bij de baby.
Dit zijn een voorbeelden.
Aanleggen in doorgeschoven houding 1
Aanleggen in doorgeschoven houding 2
Respect
Respect naar de baby toe is belangrijk.
Het slaapje van de baby respecteren door de baby niet wakker te maken voor de visite, maar lekker te laten slapen.
De baby in zijn bedje laten slapen en niet in de maxicosi om daarna te gaan winkelen of boodschappen doen. Als dit dan toch moet gebeuren, leg de baby dan in de kinderwagen om te slapen.
Of zet de baby niet in de maxicosi bij je op het aanrecht tijdens het koken, maar laat de baby lekker in de box liggen om te spelen.
Niet iedereen de baby laten aanraken als het slaapt. Daar wordt de baby wakker van of komt in een lichtere slaap. Ga maar eens bij je zelf na. Je schrikt als iemand je aanraakt tijdens het slapen.
Slapen
Slaap is een belangrijk voor iedereen, zeker voor de baby.
Slaap bestaat uit 3 fasen, samen duren de fases ongeveer 45 minuten.
De 3 fases maakt de baby 3 keer door in één slaapje. Ook 's nachts. De baby is dan even wakker, maar valt uit zich zelf weer in slaap.
De baby heeft zijn ogen nog open, maar heeft een lege 'blik' in zijn ogen.
Hij/zij zal schrikken als er tegen hem gesproken wordt of als hij aangeraakt wordt.
Lichte slaap
DeLichte slaap/ Ondiepe slaap
Wat zie je bij de Lichte slaap aan de baby:
De baby heeft zijn ogen gesloten, zal nog op zijn speen sabbelen en wordt snel wakker.
Diepe slaap
DeDiepe slaap
Wat zie je bij de Diepe slaap aan de baby:
De baby heeft zijn ogen gesloten, ligt helemaal ontspannen, met ontspannen handjes.
De speen is uit de mond gevallen.
In de diepe slaap laat de baby zijn 'batterijtje' op. Als de baby goed heeft geslapen, drinkt de baby beter aan de borst/fles en kan langer wakker zijn.
Wordt de baby vaak gestoord in zijn slaap (diepe slaap), dan laat hij zijn 'batterijtje' niet op en kan heel gemakkelijk een huilbaby worden.
Een voorwaarde dus om een baby goed te laten drinken aan de borst, is zorgen voor een goede slaap. Dit doe je door de baby stevig toe te dekken in zijn bedje tot zijn schouders en zijn slaap respecteren.
Juiste wijze
Niet de juiste wijze
Voeden
Belangrijk punten om rekening mee te houden tijdens het voeden:
Voedingsduur ± 20 minuten in doek
Te snel en/of te veel voeding geeft lichamelijke klachten en problemen
Regelmaat in voeden
Techniek voeden
Werking maag/ darmen
Stress voorkomen
Adempauzes inlassen bij onrustige start
Bij flesvoeding:
is een goede speen/ fles erg belangrijk
op zij voeden, als baby gulzig drinkt
Stressverschijnselen
Stress verschijnselen tijdens het voeden moet je vermijden. Dit geeft een negatieve prikkel aan de baby.
De baby moet gecontroleerd, rustig kunnen drinken.
Stressverschijnselen zijn:
Veelvuldig slikken
Stridor
Klokken
Wenkbrauwen optrekken
Hoofd achterover
Onregelmatig drinkpatroon
Voedingsvaardigheden
Hoe de voeding aan de baby aangeboden wordt is ook belangrijk.
Het gaat dan om de volgende aandachtspunten die invloed hebben op het drinken:
Het arrangement Omgaan met de baby is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteur
Esther Flink
Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
Laatst gewijzigd
2023-03-22 09:53:38
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.