Baby
Beeldende Activiteiten
Activiteit

|
Vingerverven
Kuikens maken
|
Doelgroep
|
Baby vanaf 6 maand
|
Doel
|
Een kuiken geschilderd door kinderen va 6 maand levert geen herkenbare resultaten op. Door ze vingerverf te geven krijgen ze de gelegenheid om verf te voelen en beweging te sturen. De herkenbare details laten aanbrengen met een andere kleur benadrukt deze accenten. Kinderen nodig je zo uit doelbewust op een bepaalde plaats een stip of een lijntje te zetten, met een vinger. Hiervoor is beheersing van de beweging nodig en groeit herkenning.
|
Benodigdheden
|
Kuikens in alle soorten en maten, ze moeten wel geel zijn.
Afbeeldingen uit tijdschriften, pluche kuikens, paaskuikens, veertjes, indien mogelijk; echte kuikens!
Gele, rode en zwarte vingerverf.
Vellen papier. Minimaal A3 formaat
|
Plaats
|
Binnen
|
Voorbereiding
|
Praat over kuikens, hoe zacht ze zijn. Wijs op de snaveltjes, de zwarte oogjes, en de dunnen pootjes. Laat de kinderen met een vinger een zacht speelgoedkuiken voelen, of de veertjes.
|
Uitvoering
|
Geef alleen zwarte en gele vingerverf en inspireer tot het schilderen van een kuiken. Zet in alle soorten en maten en materialen verzamelde kuikens in de buurt. Als een kuiken geschilderd is, mogen ze 1x hun vinger in de zwarte verf dopen om een oogje te zetten 2 pootjes te maken. Laat ze zelf bepalen waar de poten en het oog komen, maar houdt het bij hooguit 2x dopen. Daarna nog 1x vinger in rode verf voor snaveltje. NIET voordoen, laat je verrassen!
|
Variatie
|
Ander onderwerp kiezen, vlinder, winter sneeuwman, etc.
|
Zand erover!

Leeftijd
|
Baby v.a. 8 maanden
|
Activiteit
|
Tekenzand
|
Nodig
|
Per kind 1 dienblad met opstaande rand
Aardappelmeel; maïzena
Lepel
Zout
Schoon zand, engels duinzand, vogelzand
|
Voorbereiding
|
Maak een papje van maïzena. Het papje moet slijmerig zijn en van een lepel afdruipen. Meng dit papje door het zand om er ‘pakzand’ van te maken. Als je een hand ‘pakzand’ samenknijpt, staan de afdrukken van je vinger in het zand en blijft de samengedrukte vorm op je hand liggen. Evt. beetje zout toevoegen. Leg op ieder dienblad een laagje zand, laat de kinderen daarin tekenen met hun vinger of stokje.
Evt. zet rustige muziek op.
( paar week bewaren in dichte emmer, ivm maïzena is bederfelijk)
|
Waar
|
Binnen / Buiten
|
Doel, visie
|
Stimuleert spelen met zand, door grijpen, prikken, voelen kinderen de structuur en kunnen opgaan in deze beleving
|
Spaghetti grijpen!

Leeftijd
|
Baby v.a. 6 maanden
Peuter
|
Activiteit
|
Spaghetti grijpen
|
Nodig
|
Afwasteil
Nog stevige, gekookte spaghetti ( evt. gekleurd met vingerverf)
Voor een dreumes: bakje
Voor een peuter: bakje en pollepel
|
Voorbereiding
|
Dit is lekker graaien voor alle leeftijden. De glibberige zachte gladde en veerkrachtige structuur van gekookte, lange, spaghettislierten is uniek! Spelen met voedsel kan bezwaren oproepen. Om daaraan tegemoet te komen kan je de spaghetti een onappetijtelijke kleur geven door er een eetlepel vingerverf doorheen te roeren. Vingerverf is gifvrij. Laat de kinderen graaien in de spaghetti. Daag dreumesen uit om de glibberige slierten in een bakje te doen, waarbij niets over de rand mag hangen. Laat ze sliert voor sliert pakken. Peuters kunnen met een pollepen roeren, om een vork draaien.
|
Waar
|
Binnen
|
Doel, visie
|
Voelen hoort bij ervaren. In spaghetti graaien stimuleert het bewust voelen met handen en vingers. Doordoor zijn de kinderen bewust bezig met fijne spierbewegingen, kracht en gerichtheid. Om een sliertje te kunnen pakken gebruikten ze de pengreep. Dit is een goed voorbereidende schrijfoefening. Extra spannend door de veerkracht in de spaghetti. Werken met een bakje stimuleert de oog-hand coördinatie. Dit past bij de interesse van kleine peuters. De pollepen daagt uit tot ingewikkelde bewegingen met gedoseerde kracht, vanuit de schouder, elle boog en de pols. De draaiende beweging is de alle moeilijkste, maar nodig voor schroeven vastdraaien, schrijven en netjes eten.
|
Kuikens maken

Leeftijd
|
Baby v.a. 6 maanden
peuter
|
Activiteit
|
Kuikens maken
|
Nodig
|
Kuikens in alle soorten en maten, ze moeten wel geel zijn.
Afbeeldingen uit tijdschriften, pluche kuikens, paaskuikens, veertjes, indien mogelijk; echte kuikens!
Gele, rode en zwarte vingerverf.
Vellen papier.
|
Voorbereiding
|
Praat over kuikens, hoe zacht ze zijn. Wijs op de snaveltjes, de zwarte oogjes, en de dunnen pootjes. Laat de kinderen met een vinger een zacht speelgoedkuiken voelen, of de veertjes. Geef alleen zwarte en gele vingerverf en inspireer tot het schilderen van een kuiken. Zet in alle soorten en maten en materialen verzamelde kuikens in de buurt. Als een kuiken geschilderd is, mogen ze 1x hun vinger in de zwarte verf dopen om een oogje te zetten 2 pootjes te maken. Laat ze zelf bepalen waar de poten en het oog komen, maar houdt het bij hooguit 2x dopen. Daarna nog 1x vinger in rode verf voor snaveltje. NIET voordoen, laat je verrassen!
|
Waar
|
Binnen
|
Doel, visie
|
Een kuiken geschilderd door kinderen va 6 maand levert geen herkenbare resultaten op. Door ze vingerverf te geven krijgen ze de gelegenheid om verf te voelen en beweging te sturen. De herkenbare details laten aanbrengen met een andere kleur benadrukt deze accenten. Kinderen nodig je zo uit doelbewust op een bep. Plaats een stip of een lijntje te zetten, met een vinger. Hiervoor is beheersing van de beweging nodig en groeit herkenning.
|
Watertekenen!

Leeftijd
|
Dreumes v.a. 1 jaar
Peuter
|
Activiteit
|
Watertekening maken
|
Nodig
|
Schoon drinkwater in een emmer
Spuitflessen met grote spuitmond, goed schoongemaakt
Kleinere spuitmond is meer geschikt voor peuter
|
Voorbereiding
|
Spuitflessen vullen met water.
Laat kinderen de fles met 2 handen vasthouden, met spuitmond naar beneden. Drukken en krach zetten is dan nauwelijks nodig. Kleine kinderen kunnen dit al. Op deze manier kunnen ze sporen maken door lopend te spuiten of door spuitend te tekenen. Gericht spuiten stimuleren door met krijt cirkels te trekken waarop ze kunnen mikken.
|
Waar
|
Buiten
|
Doel, visie
|
Spuiten is 1 van de verrassende mogelijkheden van water. Voor kinderen houdt spuiten met water de ontdekking in dat ze door iets te doen met hun handen, iets kunnen veroorzaken buiten hun bereik. Dar is veel oog- hand coördinatie voor nodig.
|
Enge spinnen maken

Leeftijd
|
Dreumes v.a. 1 jaar
Peuter
|
Activiteit
|
Enge spinnen maken
|
Nodig
|
Grote aardappelen
Cocktailprikkers of afgebrande lucifers
Handborsteltje
Water
|
Voorbereiding
|
Geef alle kinderen een aardappel. Goed schoon laten borstelen. Controleren. De kinderen prikken stokjes in de aardappel om een enge spin te maken.
|
Waar
|
Binnen
|
Doel, visie
|
Aardappelprikken past bij kinderen die graat gaatjes maken en gaatjes vullen. Een spin maken behoort tot de eerste constructies. Zodra kinderen kunnen zitten en beide handen beschikbaar hebben, kunnen ze prikken. Om een stokje in een aardappel te prikken moeten ze deze vastpakken met de pengreep; Duim en wijsvinger en gericht kracht zetten. Het stimuleert de fijne motoriek. Het resultaat kan bewaard blijven, maar minsten zo leuk is om later die dag alle stokjes eruit te halen en in een doosje te doen voor de volgende x. de aardappelen zijn te verwerken tot chips, salade of patat!
|
Activiteit
|
Vingerverf in zakjes
|
Doelgroep
|
Baby v.a. 12 maanden
|
Doel
|
met voelzakjes werk je aan de sensorische ontwikkeling, creativiteit en kleurenkennis
|
Benodigdheden 
|
• Wat heb je nodig?
• Een hersluitbare diepvrieszak, groot model
• vingerverf, aangelengd met water
• Schilders tape
• Je giet de aangelengde verf in
de diepvrieszak en sluit het af.
|
Plaats
|
Binnen / Buiten
|
Voorbereiding
|
in een paar zakjes 1 of twee verschillende kleuren verf doen. In geval van 2 kleuren; zodat de kinderen het zelf door de zak heen kunnen mengen, zo ontdekken ze dat je op die manier nieuwe kleuren kunt maken. Vooraf met de kinderen even bespreken dat ze er alleen met hun handen en vingertoppen op mogen (tenzij je zelf aanvullende materialen gebruikt zoals wattenstaafjes) omdat het zakje anders kan scheuren.
|
Uitvoering
|
je kunt met dit simpele concept eindeloos variëren en het kan, met kleine aanpassingen, in vrijwel elk thema ingezet worden. Voelzakjes!
|
Variatie
|
§ witte verf met glitters voor kerst
§ scheerschuim of shampoo er in…
je kunt zelfs nog een foto of tekening achter het zakje op het raam plakken zodat je door in de verf te wrijven de afbeelding zichtbaar maakt.
|
Spel Activiteiten
Muzikale Activiteiten
Babyversjes:
1. Olifantje in het bos:
Olifantje in het bos,
Laat je mama toch niet los.
Anders raak je de weg nog kwijt,
En dan heb je straks nog spijt.
Olifantje in het bos,
Laat je mama toch niet los.
Variatie:
Olifantje op het strand,
Geef je papa toch een hand.
Anders raak je de weg nog kwijt
En dan heb je straks nog spijt.
Olifantje op het strand,
Geef je papa toch een hand.
2. Eerste tandje:
O, wat een dag, en o, wat een wonder!
Nu heb je een echte tand!
Eerst was je mondje nog helemaal zonder,
nu staat er één aan de rand.
Daar komen er later nog veel meer bij,
maar we zijn met die éne al vreselijk blij.
Variatie:
O, wat een dag, en o, wat een wonder!
Dit was je eerste woordje!
Je klonk als een engeltje, ik wil niet meer zonder,
Ik geef jou binnenkort op voor het kinderkoortje.
Daar komen er later nog veel meer bij,
maar we zijn met die éne al vreselijk blij.
3. Paardje in galop:
Hop! Hop! Hop! Paardje in galop. Over hekken, sloten henen, maar voorzichtig, breek geen benen. Hop! Hop! Hop! Paardje in galop!
Variatie:
Hop! Hop! Ho! Paardje eet geen stro. ‘k Zal het paardje haver kopen, zodat het in galop gaat lopen. Hop! Hop! Ho! Paardje eet geen stro!
4. Beertje:
Beertje met je zwarte oogjes
En je pelsje van fluweel
Beertje met je zachte pootjes
Oh, ik hou van jou zoveel
Kom je bij me in mijn bedje
Oh wat ben jij lekker zacht.
Ga maar slapen aardig beertje
Welterusten....Goedenacht
Variatie:
Beertje knuffeltje, warm en lief en zacht
Jij bent m'n vriendje, die altijd naar me lacht
Ook als ik moet huilen, als er niemand is
Jij staat altijd voor het raam, zodat ik jou nooit mis
Kom je bij me in mijn bedje
Oh wat ben jij lekker zacht.
Ga maar slapen aardig beertje
Welterusten....Goedenacht
5. Stapperdestap:
Stapperdestap daar kom ik aan
Op mijn nieuwe schoenen
Hoor je me lopen
Hoor je me gaan
Stapperdestap daar kom ik aan
Variatie:
Stapperde stap daar kom ik aan
Met mijn mooie schoentjes aan
Stapperde stap tot nog heel laat
Gaan de schoentjes door de straat
Baby:
Activiteit
|
Babyliedjes zingen/opzegversjes opzeggen.
Voorbeeld:
Klap eens in je handjes, blij, blij, blij
op je boze bolletje, allebei.
Handjes in de hoogte, handjes in je zij
zo varen de scheepjes voorbij
zo varen de scheepjes voorbij.
Gekregen opdracht tijdens de les muziek:
Uiteindelijk zitten er vijf voorbeelden van een opzegversje en/of een babyliedje in je map
(ga op zoek naar liedjes die je nog niet kent).
|
Doelgroep
|
Baby’s
(ook geschikt voor peuters, kleuters).
|
Doel
|
Contact maken met de baby, de baby laten luisteren naar je stem. Het helpt om luister- en concentratievermogen te verhogen.
Je stem is een muziekinstrument waarmee je het meest directe contact maakt met een baby.
Je geeft de baby persoonlijke aandacht, het biedt troost/geruststelling, bezorgt vrolijkheid enz.
Het kan structuur helpen geven aan de dag (bijvoorbeeld liedjes zingen voor het slapen gaan).
Simpele melodieën leggen de basis voor muzikaliteit en een goed muzikaal gehoor.
Op latere leeftijd:
Liedjes zingen ondersteunt taalontwikkeling, taalvaardigheid en het vergroten van de woordenschat. Ritme, rijm, melodie en intonatie vormen de basis van taal.
Bij muziek hoort bewegen: klappen of dansen (motorische ontwikkeling), een kringdansje of een spelletje (sociale ontwikkeling).
|
Benodigdheden
|
Babyliedjes/opzegversjes.
De melodietjes van veel traditionele kinderliedjes zijn, in rustig tempo, er wordt gebruik gemaakt van veel herhaling, voor kinderen al snel mee te zingen; dat geeft zelfvertrouwen.
|
Plaats
|
-
|
Voorbereiding
|
Zoek de tekst op en leer het liedje/opzegversje uit je hoofd.
|
Uitvoering
|
Zing het liedje of zeg het opzegversje op. Maak (oog) contact met de baby. Gebruik mimiek, varieer in toonhoogte en dynamiek met je stem en gebruik eventueel ondersteunende gebaren/overige lichaamstaal.
|
Variatie
|
Tekstvariatie; “poesje mauw” wordt “hondje waf”.
Variatie in uitvoering: verander je stem/mimiek/overige lichaamshouding en gebaren.
|
Peuter
Beeldende Activiteiten
Verf in zakjes:
Activiteit
|
Vingerverf in zakjes
|
Doelgroep
|
Peuter
Kleuter
|
Doel
|
Wij werken met deze zakjes aan de fijne motoriek (voorbereidend schrijven)
Maar met voelzakjes werk je ook aan de sensorische ontwikkeling, creativiteit (op een veilige manier, want wat je niet ‘mooi’ vindt kun je zo weer wegvegen) en kleurenkennis (in dit geval herfstkleuren)
|
Benodigdheden
|
Ziploczakjes, of zakjes met een ‘ritssluiting’ aan de bovenkant (op de foto zie je Ziploc van 1 liter)
Brede doorzichtige tape
Verf
Een raam om ze op te hangen
(Let op: dit laatste is niet noodzakelijk, maar verhoogt wel de waarde van je activiteit. Het tegenlicht zorgt voor een extra effect en kinderen vinden het heerlijk om tussendoor naar buiten te kijken
|
Plaats
|
Binnen / Buiten
|
Voorbereiding
|
in een paar zakjes twee verschillende kleuren verf doen, zodat de kinderen het zelf door de zak heen kunnen mengen, zo ontdekken ze dat je op die manier nieuwe kleuren kunt maken. Vooraf met de kinderen even bespreken dat ze er alleen met hun handen en vingertoppen op mogen (tenzij je zelf aanvullende materialen gebruikt zoals wattenstaafjes) omdat het zakje anders kan scheuren.
|
Uitvoering
|
je kunt met dit simpele concept eindeloos variëren en het kan, met kleine aanpassingen, in vrijwel elk thema ingezet worden.Voelzakjes!
|
Variatie
|
- witte verf met glitters voor kerst
- een rijtje zakjes met wit en steeds een beetje meer blauw zodat je van wit naar donkerblauw kunt werken voor de winter (of met een andere kleur voor de lente of zomer)
- een heleboel zakjes dicht tegen elkaar aan om een groot kunstwerk te maken
- haargel of shampoo er in…
je kunt zelfs nog een foto of tekening achter het zakje op het raam plakken zodat je door in de verf te wrijven de afbeelding zichtbaar maakt.
|
Stempelen:
Activiteit
|
Stempelen met verf
|
Doelgroep
|
Peuter
|
Doel
|
Je biedt allerlei materialen aan om de verf mee te verkennen, te voelen en eigen te maken terwijl het kind ook zijn motoriek oefent en veel leert over verschillende technieken en structuren. Het proces is belangrijker dan het product, vooral voor peuters is het nog zo belangrijk de verf te ervaren met het hele lichaam.
|
Benodigdheden

|
papier, vinger-/plakkaatverfverf, bordjes om de verf op te doen en ‘’dingen ‘’ die geschikt zijn om mee te stempelen.
Denk aan:
achterkant van plastic fles
wc rol
ballon beetje opgeblazen
doormidden gesneden groente en fruit
aardappel waar figuurtje uit gesneden is door begeleider
sponsjes
proppen kranten
bladeren etc.
|
Plaats
|
Binnen
|
Voorbereiding
|
doe wat verf op een bord, niet meer dan 3 kleuren tegelijk, Het is leuk om af te wisselen in kleur omdat kinderen zo leren hoe mengkleuren gemaakt worden
Smeer de verf een beetje uit over het bord zodat er een dun laagje verf ligt om het rolletje in te drukken.
|
Uitvoering
|
Druk de stempel in de verf en maak een afdruk op een groot stuk ( minimaal Aa3) papier. Stempel ook door zodat je het effect ziet van de verf die steeds minder zichtbaar wordt.
Evt. peuter in luier laten stempelen aan tafel zittend of staand ivm klieder-ongelukjes
Of schort aan doen.
|
Variatie
|
Het kan lang duren voor de verf helemaal droog is vanwege de soms grote hoeveelheid verf.
De tekeningen zijn leuk om zo op te hangen, maar je kan er ook kaarten van maken of het gebruiken om rolletjes mee te beplakken, of om een cadeau mee in te pakken.
|
Extra opdrachtjes:
Brooddeegfiguren maken

Leeftijd
|
Dreumes
Peuter
Kleuter
Jongeren
Volwassenen
Ouderen
|
Activiteit
|
Figuren maken van zout broodeeg
|
Nodig
|
3 koppen witte bloem, 1 kop zout, 1-1/4 kop handwarm water, 1 theelepel slaolie
Doe de bloem in een kom, in het midden een kuiltje maken en daar het zout in doen. Het water bij het zout doen en door elkaar gaan mengen. Eerst het zout en dan langzaam steeds meer bloem erbij. Ook de slaolie er nu even doorheen gooien. Blijf het deeg zeker vijf minuten goed door kneden tot het soepel aanvoelt en je er een gladde bal van kunt maken.
Als het deeg te droog is komen er scheurtjes in, dan iets water toevoegen. Als het nat en plakkerig aanvoelt gewoon iets bloem erbij doen.
Bewaren gaat goed in een afgesloten plastic zak.
|
Voorbereiding
|
|
Waar
|
|
Doel, visie
|
Kinderen ervaren het proces van middel naar eindresultaat. Dit soort activiteiten maakt duidelijk hoe iets gemaakt wordt. Ervaring en zelfwaardering zijn met elkaar verbonden, bij dingen die kinderen zelf gemaakt hebben stijgt hun zelfwaardering.
|
Zand erover!

Leeftijd
|
Peuter v.a. 2 jaar
|
Activiteit
|
Zand zeven
|
Nodig
|
Bak
Vergiet
Droog fijn zand, schelpenzand
Rijst
Krant of dienblad
Lepel
Trechter
2 potjes of voorraaddozen
|
Voorbereiding
|
Zet alles klaar. Laat de bak vullen met 2 scheppen zand . laat de kinderen bij het zand rijstkorrels strooien. Laat zand en rijst vermengen. Spreidt de krant of geef het dienblad. Zet het vergiet erop. Laat een deel van het mengsel in de vergiet gooien. Laat de kinderen zeven. Zodra het zand uit de vergiet is, zet het kind de trechter in het potje en giet de overgebleven rijst , uit de vergiet in het potje.
|
Waar
|
Binnen / buiten
|
Doel, visie
|
Dit spel past bij peuters, ze houden van sorteren door zeven en dit soort processen waarbij begin en eind op elkaar aansluiten. Het geeft ze behalve ordening, inzicht in oorzaak en gevolg en het leert ze welke middelen je moet gebruiken om je doel te bereiken.
|
Zand erover!

Leeftijd
|
Peuter v.a. 2 jaar
|
Activiteit
|
Gekleurd zand maken en schilderen met zand
2 dagdelen
|
Nodig
|
Droog fijn zand, schelpenzand
Kleine bakjes
Vingerverf
Lepeltjes
Plastic kleed/vuilniszakken
Kranten of keukenpapier
Kannetje water
Stevig papier
Plaksel (behangerslijm)
Dienblad
|
Voorbereiding
|
Deel 1; Geef ieder kind een bakje. Vul ieder vakje halfvol met zand. Doe bij dit zand een scheutje water en een flinke lepel van een kleur vingerverf. Laat de verf door het zand roeren met de lepeltjes. Alle korreltjes moeten gekleurd raken. Bedek een tafel met tafelkleed en leg daarop de kranten. Keer de bakjes daarop om zonder te mengen met de andere kleuren. Zand goed uitspreiden en laten drogen.
Deel 2; doe het droge gekleurde zand terug in de bakjes, laat een stuk stevig papier insmeren met lijm of behangersplaksel. Maak schilderij door te strooien, met spuitzak zand te strooien of door elkaar te wrijven.
|
Waar
|
Binnen
|
Doel, visie
|
Peuters ervaren het proces van middel naar eindresultaat. Dit soort spelletjes maakt duidelijk hoe iets gemaakt wordt.om zand te pakken is de pengreep nodig. Zand strooien kan door de duim tegen de wijsvinger te draaien, dit is een moeilijke fijn motorische beweging voor peuters.
|
Zand erover!

Leeftijd
|
Peuter v.a. 2 jaar
|
Activiteit
|
Vindsels in gips
|
Nodig
|
Plastic weggooi bakjes
Zand
Gips, aangemaakt met water
Oogjes, gemaakt van dubbelgevouwen ijzerdraad
Oude tandenborstel
Vindsles, zoals blaadjes, eikels, schelpen, dopjes
2 dagdelen
|
Voorbereiding
|
Deel 1; Alle kinderen leggen een laagje zand van 2 cm. In hun bakje. Laat ze hun vindsels met de mooie kant naar beneden in het zand drukken. Elk voorwerp krijgt een eigen plekje. Bedek deze collage voorzichtig met een laagje gips. Niets mag uitsteken. Laat de kinderen een ophangoogje in het midden boven aan het gips zetten. Laat alles goed drogen.
Deel 2; Keer het bakje om en laat de maker met een tandenborstel het zand weghalen. Hang het eindresultaat op aan het oogje.
|
Waar
|
Binnen / buiten
|
Doel, visie
|
Vinden, verzamelen en bewaren geven ordening en waarde. Het maken van deze schilderijen blijft boeien door verrassing. Verklap de bedoeling niet bij voorbaat. Zoeken naar mooie dingen is een andere activiteit dan vindsels in het zand drukken. Het terugvinden van verdwenen voorwerpen past bij peuters, net als poetsen!
|
Zand erover!

Leeftijd
|
Peuter
Kleuter
Schoolkind
|
Activiteit
|
Zandtaart maken
|
Nodig
|
Stevig speelzand in bak
Bakvormen met sluiting
Taartpapier
Mooie steentjes of kralen
Stukjes limonaderietjes
Theelepel
Spuitzak, zeef
Poederzand
Verjaardag kaarsjes
|
Voorbereiding
|
Deel 1; Laat de kinderen een bakvorm tot de bovenste rand vullen met speelzand, druk dit stevig aan.
Taart versieren en zijkant er af halen, nu ook zijkant versieren.
Deel 2; Later het zand weer zeven om nogmaals te gebruiken.
|
Waar
|
Binnen / buiten
|
Doel, visie
|
Zand blijft leuk door het af en toe op een nieuwe manier te gebruiken. Met zand kan niets mislukken, opnieuw beginnen is geen probleem. Zand is daardoor een belangrijk middel om kinderen mogelijkheden zelf te laten ervaren ontdekken en uitproberen. Zand draagt bij aan het ontwikkelen van inventiviteit en zelfvertrouwen. Doen-alsof spelen hoort bij peuters, versieren vereist veel fijne motoriek, is spannend, is creatief en vereist concentratie.
|
Papier-maché


Leeftijd
|
Peuter
Kleuter
Schoolkind
|
Activiteit
|
Paddenstoel van vliegerpapier
Variatie; iedere vorm is mogelijk, sinterklaas, paasei, kerstboom, etc. 2 dagdelen
|
Nodig
|
Vliegerpapier, rood, wit
Watjes of wol
Huishoudfolie
Papier
Lijm en behangerslijm
Tape of plakband
|
Voorbereiding
Variatie;

|
Deel 1; Bereid behangerslijm voor met water, zie verpakking. Teken van te voren 2 vormen, 1 hoed van de paddenstoel, 1 stam van de paddenstoel uit A4 papier. Vormen los van elkaar . Plak over vorm 1 een stuk huishoudfolie, groter dan de vorm zelf.
Laat het kind het rode en witte vliegerpapier in kleine stukjes van ongeveer 2 a 3 cm scheuren. Doe dit in twee verschillende bakjes. Laat het kind een stukje van het folie insmeren met behangerslijm.
Laat de stukjes vliegerpapier op het folie plakken, randjes overlappen elkaar. Daarna over de bovenkant van het vliegenpapier nog wat lijm smeren. Doorgaan tot de hoed van de paddenstoel helemaal gevuld is, mag stukje over de randjes heengaan, niet afknippen.
Herhaal dit met de stam.
Deel 2; Plak de twee delen aan elkaar als alles goed gedroogd is. Laat nu de propjes erop plakken.
|
Waar
|
Binnen
|
Doel, visie
|
Kinderen ervaren het proces van middel naar eindresultaat. Dit soort activiteiten maakt duidelijk hoe iets gemaakt wordt. Om papier te pakken is de pengreep nodig. Ervaring en zelfwaardering zijn met elkaar verbonden, bij het kleinste dingetje dat kinderen zelf gemaakt hebben stijgt hun zelfwaardering.
|
Spel Activiteiten
Muzikale Activiteiten
Activiteit
|
Een hoorspel maken voor/met peuters
|
Doelgroep
|
Peuters
(ook geschikt voor andere doelgroepen).
|
Doel
|
Het helpt om luister- en concentratievermogen te verhogen.
Simpele melodieën leggen de basis voor muzikaliteit en een goed muzikaal gehoor.
Ondersteunt taalontwikkeling, taalvaardigheid en het vergroten van de woordenschat. Ritme, rijm, melodie en intonatie vormen de basis van taal.
Bij muziek hoort bewegen: klappen of dansen (motorische ontwikkeling), een kringdansje of een spelletje (sociale ontwikkeling).
|
Benodigdheden
|
Instrumenten die geschikt zijn voor kleuters (geen kleine, losse of scherpe onderdelen). Bij voorkeur ritme (percussie) instrumenten.
Je kunt ook werken met zelf geknutselde instrumenten en/of geluiden/liedjes die je maakt met je stem.
|
Plaats
|
-
|
Voorbereiding
|
Instrumenten klaarleggen die geschikt zijn. Nadenken over welk kind je laat werken met welk instrument.
|
Uitvoering
|
Laat de peuters kennis maken met de instrumenten op een speelse manier. Laat ze tegelijk geluid maken; zacht geluid maken, hard geluid maken, om de beurt geluid maken, alle jongens geluid maken, alle meisjes geluid maken, alle trommels eerst enz. Maak eventueel een op- en afbouw (spreek een volgorde af) en maak zo een muziekstuk/hoorspel met de leerlingen. Geef voorbeelden en doe zelf mee. Spreek een stilte-teken af en laat de peuters ook een keer van instrument wisselen.
|
Variatie
|
Zie benodigdheden; je kunt in deze les ook werken met zelf geknutselde instrumenten (shakers gemaakt van wc rolletjes met rijst erin enz.) en/of met stemmen (klakken met je tong maakt geluid, zoemen als een bij, klanken maken (ha, ho, he) enz.)
Bij oudere kinderen:
Je kunt een leerling de “dirigent-rol” geven; hij/zij kan dan (groepjes) leerlingen aanwijzen die het instrument mogen bespelen, stil moeten houden enz.
|
Kleuter
Beeldende Activiteiten
Ecoline Blazen:
Activiteit
|
Ecoline blazen
|
Doelgroep
|
Kleuter
|
Doel

|
Dmv het blazen ben je bezig met mondmotorische oefeningen, deze zullen een ondersteuning zijn voor het spreken: verstevigen van de spraakspieren.
De kinderen komen in aanraking met het thema herfst, donker(paraplu) / licht(wit papier), het materiaal ecoline
|
Benodigdheden
|
A-4 papier, 200 gram, wit, Zwart papier, Malletje van een paraplu zelf gemaakt, overgetrokken van een voorbeeld van internet, Rietjes, Bekertjes, Ecoline, Wit potlood om map over te trekken op zwart papier, Verfschort, Ouder kranten
Schaar, Lijm, Schaar
|
Plaats
|
Binnen
|
Voorbereiding
|
Bedek de hele werkplek met oude kranten, vul de bekertjes met verschillende kleuren ecoline. Leg de rietjes klaar, je hebt zelf van te voren de paraplu’s uitgeknipt. Ieder kind krijgt een A-4tje. Introduceer de opdracht door over het thema Herfst te praten en laat spullen, boeken ed zien die met de herfst/regen te maken hebben
|
Uitvoering
|
Laat de paraplu’s aan de onderkant van het papier opplakken
Laat een druppel ecoline op het vel bovenaan het papier vallen ( dmv kwast of rietje in de ecoline te steken). Doe dit met verschillende kleuren.
Blaas met een rietje tegen de druppel zodat de druppel uit gaat lopen.
Doe dit met verschillende kleuren ecoline tot je een ‘’flinke regenbui’’ hebt.
|
Variatie
|
Laat de kinderen een vuurpijl uitknippen uit stroken papier en plak een vuurpijl over het geblazen werkje

Laat de kinderen een monster blazen en plak er 2 ogen op
|
Ecoline met Wasco:
Activiteit
|
Ecoline met wasco
|
Doelgroep
|
Kleuter
|
Doel

|
De kinderen komen in aanraking met het thema oceen/de vis, het materiaal ecoline en wasco ( vet/water) ontwikkelen de fijne motoriek, stimuleren van de creativiteit
|
Benodigdheden
|
Voorbeelden van vissen, of boek over vissen, A-3 papier, 200 gram, Bekertjes, Ecoline, wasco, kwasten, Verfschort, Oude kranten
|
Plaats
|
Binnen
|
Voorbereiding
|
Bedek de hele werkplek met oude kranten, vul de bekertjes met verschillende kleuren ecoline. Leg de kwasten en het papier en de wasco klaar. Geef eerst iedereen de wasco, daarna pas de ecoline ( als de tekening klaar is) Ieder kind krijgt een A-3tje. Introduceer de opdracht door over het thema te praten en laat spullen, boeken ed zien die met de vissen/oceaan ed te maken hebben
|
Uitvoering
|
Laat de kinderen een eigen bedachte vis tekenen met wasco, lijnen dik aanzetten.
Ga met de ecoline over de wascotekening heen, dat kan met 1 kleur zijn, maar mag ook meerdere kleuren.
|
Variatie

|
Maak een’’ Tovertekening’’ door met witte wasco te tekenen, de afbeelding verschijnt dan wanneer er met ecoline overheen geschilderd wordt!
|
Spel Activiteiten
Muzikale Activiteiten
Activiteit
|
Een hoorspel met verhaal maken voor/met kleuters
Gekregen opdracht tijdens muziek:
Uiteindelijk zit er in je online activiteitenmap het verhaal voor kleuters wat je tijdens de muziekles gemaakt hebt.
Dit verhaal heb je uitgetypt (minimaal een halve A4). Bij het verhaal staat steeds tussen haakjes wat je zou moeten horen.
Voorbeeld:
Het meisje liep op straat (maak met djembe trommel geluiden als voetstappen).
|
Doelgroep
|
Kleuters
(ook geschikt voor andere doelgroepen).
|
Doel
|
Het helpt om luister- en concentratievermogen te verhogen.
Simpele melodieën leggen de basis voor muzikaliteit en een goed muzikaal gehoor.
Ondersteunt taalontwikkeling, taalvaardigheid en het vergroten van de woordenschat. Ritme, rijm, melodie en intonatie vormen de basis van taal.
Bij muziek hoort bewegen: klappen of dansen (motorische ontwikkeling), een kringdansje of een spelletje (sociale ontwikkeling).
|
Benodigdheden
|
Instrumenten die geschikt zijn voor kleuters (geen kleine, losse of scherpe onderdelen). Bij voorkeur ritme (percussie) instrumenten.
Je kunt ook werken met zelf geknutselde instrumenten en/of geluiden/liedjes die je maakt met je stem.
Een zelfgemaakt of bestaand kort verhaal die aansluit bij de doelgroep kleuters.
|
Plaats
|
-
|
Voorbereiding
|
Instrumenten klaarleggen die geschikt zijn. Nadenken over welk kind je laat werken met welk instrument.
Het verhaal kennen; door hebben gelezen; weten waar de leerlingen wat kunnen doen.
|
Uitvoering
|
Laat de kleuters geluiden maken bij een verhaal. Geef van te voren voorbeelden door zelf te doen.
Bijvoorbeeld: het regent: tik zachtjes met ritmestokjes op een tafel, de wind waait: blaas lucht uit met je mond, de olifant komt aanlopen: trommel langzaam een paar keer op een zware trommel.
Begin met duidelijk afspreken wie wat wanneer moet doen.
Spreek een stilte-teken af en laat de peuters ook een keer van instrument wisselen.
|
Variatie
|
Je kunt een ander verhaal gebruiken.
Je kunt zelf gemaakte instrumenten en/of (alleen) stemmen gebruiken.
Je kunt de leerlingen de vrijheid geven om zelf geluiden te maken, of je kunt dingen vastleggen/afspreken van te voren.
|
Sprookje:
Muziek, week kleuter (21 t/m 25 september 2015)
Verhaal met geluiden.
Carmen, Maikel, Siebren, Bouke en Whitney
Er was eens een meisje.
Maar niet zomaar een meisje, nee het was een prinses. (https://www.youtube.com/watch?v=_rYWRTEpy-Y)
Het meisje vond het niet leuk dat ze een prinses was.
Ze mocht bijvoorbeeld niet buitenspelen, want dan werd haar mooie jurk vies. (https://www.youtube.com/watch?v=Zb6XCQxiiXE)
Toch ging ze soms stiekem naar buiten waar ze speelde met de prins van het koninkrijk dat naast hun lag. (maak zachte voetstapjes)
Ze klommen in bomen, praatten met de dieren in het bos en dansten vrolijk rond. (https://www.youtube.com/watch?v=XTp2rz7qhwE)
Op een dag was de prins er niet dus ging de prinses alleen het bos in.
Daar zag ze een wit paard staan met een hoorn; het was een eenhoorn! (maak paardengeluid)
Ze vond de eenhoorn zo mooi dat ze hem mee nam naar het kasteel en hem aan iedereen liet zien. (https://www.youtube.com/watch?v=IMaoru2XB7E)
Van haar papa en mama mocht de eenhoorn niet in het kasteel blijven en moest ze hem terugbrengen naar het bos. (https://www.youtube.com/watch?v=8BxJ3A8RftQ)
Dat deed ze toen ook maar.
Daar ging ze hem daarna iedere dag knuffelen en ze werden hele goede vriendjes. (https://www.youtube.com/watch?v=3KVEe6UVpYw)
Schoolkind
Beeldende Activiteiten
Patronen tekenen:
Activiteit
|
Patronen tekenen met fineliner en stift
|
Doelgroep
|
Het schoolkind
|
Doel

|
Ontwikkelen van de fijne motoriek en concentratievermogen.
Doordat je bezig bent met herhaling van patronen ben je ook bezig met de aanzet tot het schrijven. ( krullen maken, hekjes maken, etc)
Je stimuleert de creativiteit, dmv het maken van fantasie patronen die niet realistisch hoeven te zijn
|
Benodigdheden
|
wit tekenpapier op A4 of A3 formaat, zwarte viltstiften en markers in verschillende diktes, gele ecoline, penselen, zwart papier, foto's van uilen
|
Plaats
|
Binnen
|
Voorbereiding
|
Bespreek met de kinderen kenmerken van uilen en bekijk daarbij diverse foto's. Uilen zijn nachtdieren. Ze slapen overdag en jagen 's nachts.
|
Uitvoering

|
De kinderen schetsen met potlood een uil op een tak, waarbij ze rekening houden met de kenmerken van de uil zoals die besproken zijn. Hierna worden met diverse diktes zwarte stiften patronen aangebracht in de lichaamsdelen van de uil. Door middel van verschillende patronen, moeten de afzonderlijke onderdelen van de uil te herkennen zijn. Alleen de ogen en de snavel mogen met geel of oranje worden ingekleurd, de rest blijft zwart.
Als de tekening klaar is, wordt de achtergrond rondom de uil en de tak met gele ecoline ingekleurd. Pas op dat de tekening niet geraakt wordt, want dan loopt de stift uit. Blijf daarom zo'n halve centimeter uit de buurt van de uil. Plak het werk op een zwarte achtergrond.
|
Variatie

|
Bedenk een andere vorm of fantasievormen zoals een Zentangle, zie: http://www.writersplaza.nl/c-1429776/wat-is-zentangle-tekenen/
|
Spel Activiteiten
Muzikale Activiteiten
Activiteit
|
Liedjes zingen aangevuld met een muziekactiviteit.
Gekregen opdracht tijdens de les muziek:
Uiteindelijk zitten er in je map per “bouw”(onderbouw, middenbouw, bovenbouw) drie liedjes in je map (dus totaal 9 liedjes), op een A4’tje met de titel van het liedje en de artiest.
Ook voeg je per bouw een extra muziekactiviteit (geen zingen) die je kort omschrijft (dus drie activiteiten). Om de activiteit te omschrijven kun je dit schema gebruiken (activiteit, doelgroep, doel enz.).
|
Doelgroep
|
Schoolkinderen
|
Doel
|
Het helpt om luister- en concentratievermogen te verhogen.
Simpele melodieën leggen de basis voor muzikaliteit en een goed muzikaal gehoor.
Ondersteunt taalontwikkeling, taalvaardigheid en het vergroten van de woordenschat. Ritme, rijm, melodie en intonatie vormen de basis van taal.
Het kan structuur helpen geven aan de dag (bijvoorbeeld liedjes zingen voor het slapen gaan).
Feiten in rijmpjes en liedjes worden vaak makkelijk onthouden (abc, tellen, seizoenen, enz.).
De teksten stimuleren de fantasie.
Bij muziek hoort bewegen: klappen of dansen (motorische ontwikkeling), een kringdansje of een spelletje (sociale ontwikkeling).
|
Benodigdheden
|
Liedjes; de teksten, eventueel de akkoorden/noten voor als je de kinderen wilt begeleiden op een instrument.
Eventuele andere instrumenten/benodigdheden die je nodig hebt bij een bedachte muziekactiviteit.
|
Plaats
|
-
|
Voorbereiding
|
Zoek een lied uit die passend is bij je doelgroep. Niet te moeilijk/makkelijk qua (hoeveelheid en inhoud) tekst en passend qua toonhoogte (jongere kinderen: hogere noten). Zorg dat het inhoudelijk (thema) aansluit bij de belevingswereld van je doelgroep.
Zorg dat je het lied zelf kent, hebt gehoord, hebt gezongen en dus kunt voorzingen, eventueel kunt begeleiden op een instrument.
Bereid je bedachte muziekactiviteit ook voor; leg materialen klaar, bedenk hoe je het wilt uitvoeren en waarom (maak je groepjes? Waarom? Wie bij wie? Enz.)
|
Uitvoering
|
Leer de kinderen een lied. Vertel waar het over gaat. Laat het horen. Bespreek de tekst. Oefen het lied in korte stukjes. Zing voor, laat nazingen. Herhaal veel. Geef hoog- en laag (qua toonhoogte) aan d.m.v. handgebaren. Heb aandacht voor kinderen die het spannend vinden; motiveer ze, complimenteer ze, laat ze met z’n allen tegelijk zingen.
Voer de muziekactiviteit uit die je hebt bedacht voor de onder-, midden-, bovenbouw.
Variatie
|
Variatie op het lied:
Laat de kinderen de melodie neuriën (zonder tekst). Laat de kinderen het ritme klappen of spelen met instrumenten. Laat de leerlingen een nieuw couplet schrijven bij het lied/ een andere tekst bedenken op de melodie (geschikt voor bovenbouw).
|
|
Liedjes voor het schoolkind:
Liedjes voor de onderbouw
- Ik zag twee beren broodjes smeren (artiest onbekend)
- Ze kunnen zeggen wat ze willen (DD Company)
- Ik ben papa olifant (zandkasteel)
liedjes voor de middenbouw
- Op een onbewoond eiland (Kinderen Voor Kinderen)
- Zeg roodkapje waar ga je heen? (Sprookjes boom)
- Cowboys en indianen (Dikdakkers)
liedjes voor bovenbouw
- Het vliegerlied (Dikdakkers)
- I like the flowers (Beat Boppers)
- Ik heb een boot (Gebroeders Ko)
Onder-, Midden- en Bovenbouw:
Muziek
Ontwikkelingsfase: het schoolkind
Activiteit
|
De kinderen bewegen vrij op muziekdoor de ruimte. Als het geluid stopt"bevriezen" de kinderen in de houding die net aangenomen was.
|
Doelgroep
|
Schoolkinderen
|
Doel
|
Stimuleren van cognitieve en motorische ontwikkeling
|
Benodigdheden
|
Mensen en een radio of speakertje
|
Plaats
|
overal
|
Voorbereiding
|
Zorg ervoor dat je de aandacht hebt en start het liedje
|
Uitvoering
|
Pauzeer het liedje, en iedereen moet bevriezen op het moment dat het liedje pauzeerd, ben je af, moet je aan de kant aan zitten
|
Variatie
|
Als je af bent, dat je met je benen wijd moet staan en dat er iemand onderdoor moet gaan zodat je weer mee mag doen
|
Bovenbouw:
Activiteit
|
Levende xylofoon
|
Doelgroep
|
Schoolkinderen
bovenbouw
|
Doel
|
Stimuleren van ritmische ontwikkeling en toonhoogtes
|
Benodigdheden
|
Mensen en een radio of speakertje
|
Plaats
|
overal
|
Voorbereiding
|
Liedjes zoeken
|
Uitvoering
|
Eenaantal kinderen staat met vooruit gestrekte armen voor de klas envormt op die manier een soort xylofoon. Ieder krijgt een enkeletoonhoogte van een simpel liedje toegewezen. (Bv. Sinterklaaskapoentje.) iemand anders "bespeelt" de xylofoon door op de armen tetikken. De kinderen mogen alleen de woorden die bij hun toonhoogtepassen zingen.
|
Variatie
|
Verschillende liedjes
|
Onderbouw
Activiteit
|
Op tijd redden!!!
|
Doelgroep
|
Schoolkinderen
middenbouw
|
Doel
|
Stimuleren van vertrouwen
|
Benodigdheden
|
Mensen en een radio of speakertje
|
Plaats
|
overal
|
Voorbereiding
|
Liedjes zoeken en theedoeken zoeken
|
Uitvoering
|
Een geblinddoekte danst op de maat van de muziek recht op een muuraf. tegen de muur staan kinderen die hem (op tijd!) opvangen.
|
Variatie
|
Leid de geblinddoeken door obstakels
|
Puber/Adolescent
Beeldende Activiteiten
Street Art:
Activiteit
|
Street-art ( stoepkrijt tekening maken op straat)
Kijk eens anders naar de dingen om je heen
|
Doelgroep
|
Puber/adolescent
|
Doel

|
Met deze activiteit kom je tegemoet aan de behoefte van de puber om zelf te creëren en te ontwerpen. Eigenheid te brengen in het werk, een uniek werk te maken en zelfstandig te werken. Je sluit aan bij de belevingswereld van de doelgroep.
|
Benodigdheden
|
Fotocamera/telefoon, evt. selfie-stick, usb-kabel om foto’s op computer te zetten, printer, viltstiften, Stoepkrijt, gekleurde kinderklei
|
Plaats
|
Binnen en buiten
|
Voorbereiding
|
Zorg dat de kinderen hun mobiel opgeladen hebben en hun eigen kabeltjes meebrengen.
|
Uitvoering
|
Ga in duo’s aan de slag. Je gaat naar buiten en je bekijkt je omgeving eens anders dan je gewend bent! Een paaltje waar je altijd omheen liep wordt nu ineens de neus van Pinoccio, een putdeksel wordt het huisje van een slak en in een streep van het zebrapad kun je allerlei andere dingen zien, bv een horlogebandje.
bedenk zelf eens een ander beeld van iets bestaands en fotografeer deze plekken.
print deze foto’s uit op A4 formaat in zwart/wit en maak hier overheen een ontwerp met viltstiften
voer 1 van de ontwerpen i.o. met de docent uit in het echt met stoepkrijt en/of klei (zoek wel een veilige plek, dus niet midden op de straat!)
maak hier een foto of filmpje van en presenteer deze aan elkaar in de klas
|
Variatie

|
Voeg meer materialen toe, zoals plakplastic, natuurlijke materialen of gebruik indien het toegestaan is bijvoorbeeld spuitverf ( graffiti)
|
Spel Activiteiten
Muzikale Activiteiten
Activiteit
|
Rappen
Gekregen opdracht tijdens de les muziek:
Voeg je zelfgemaakte rap of de bestaande tekst die je hebt gebruikt in de muziekles (en eventueel een opname van je rap op beat of een link van waar de beat (of je hele rap) te vinden is online) toe aan je online activiteitenmap.
|
Doelgroep
|
Pubers/adolescenten (jong-volwassenen).
Kijk voor volwassene ook bij doelgroep “de oudere”
|
Doel
|
Het helpt om luister- en concentratievermogen te verhogen.
Simpele melodieën leggen de basis voor muzikaliteit en een goed muzikaal gehoor.
Ondersteunt taalontwikkeling, taalvaardigheid en het vergroten van de woordenschat. Ritme, rijm, melodie en intonatie vormen de basis van taal.
Feiten in rijmpjes en liedjes worden vaak makkelijk onthouden (abc, tellen, seizoenen, enz.).
De teksten stimuleren de fantasie.
|
Benodigdheden
|
Een beat (zelfgemaakt; van te voren of ter plekke gespeeld of een bestaande beat).
Tekst (bestaand of zelfgemaakt).
Apparatuur: materiaal om de beat af te spelen, (eventueel: ) microfoons.
|
Plaats
|
-
|
Voorbereiding
|
Zorg dat je een beat hebt (zoek deze online, maak hem zelf of zorg dat er materialen zijn om deze ter plekke te maken (gebruik bijvoorbeeld drums, overige percussie of een loopstation en je stem).
Zorg dat je teksten hebt (zelfgemaakt of een bestaande tekst of gedicht) of inspireer de pubers om teksten te maken (geen voorbeelden, thema’s).
|
Uitvoering
|
Gebruik een beat om de tekst op te zetten. Besteed aandacht aan hoe je en tekst maakt (of gebruik bestaande teksten). Besteed aandacht aan: ritme, rijm, uitspraak, hoe gebruik je verder je stem. Dit kan in allerlei vormen/oefeningen.
Laat pubers/adolescenten een rap maken, oefenen, performen.
|
Variatie
|
Gebruik informatieve teksten; om (studie)stof te onthouden.
Voeg aan de raps zangkoortjes en/of instrumenten toe. Werk de nummers uit. Voeg teksten samen. Neem de nummers op. Zet de nummers online. Maak een videoclip erbij, organiseer een optreden(tje) enz.
|
Rap:
Wanneer ik in de klas zit met gelul om me heen
Denk ik aan rappen met lil' wayne
Niemand zeg dit maar wij dus wel
het spijt me juf, ik wil jou wel
Ouderen
Beeldende Activiteiten
Spel Activiteiten
Muzikale Activiteiten
Activiteit
|
Lied zingen uit de tijd van de oudere
Gekregen opdracht tijdens de les muziek:
Voeg je gemaakte verslag toe aan je online activiteitenmap.
Welke muziek luisterden de ouderen van nu toen ze zo oud waren als jullie?
Zoek muziek op uit de jaren 50 en 60.
Maak een kort verslagje (1A4, mag handgeschreven) in deze les en beantwoord de volgende vragen:
Werk alleen, in een twee-of drietal.
1. Welke muziekstijl was er populair in de jaren 50?
2. Wat was kenmerkend aan deze muziek? (noem 3 dingen denk aan; muziekinstrumenten, tempo/ritme, waar ging de muziek over enz.)
3. Noem vijf artiesten/bands uit deze tijd en bij iedere 1 nummer. Luister deze nummers.
4. Welke muziekstijl was er populair in de jaren 60?
5. Wat was kenmerkend aan deze muziek? (noem 3 dingen denk aan; muziekinstrumenten, tempo/ritme, waar ging de muziek over en wat er veranderde ten op zichtte van de jaren ‘50).
6. Noem vijf artiesten/bands uit deze tijd en bij iedere 1 nummer. Luister deze nummers.
Voeg het verslagje toe aan je online activiteitenmap (getypt of duidelijk geschreven en een duidelijke foto ervan).
|
Doelgroep
|
Ouderen (kan evt. ook voor volwassenen).
|
Doel
|
Vermaak, herinneringen ophalen
|
Benodigdheden
|
Een lied uit de jaren van de ouderen (in dit geval jaren ’50 en ’60). Denk ook aan Nederlandstalig.
|
Plaats
|
-
|
Voorbereiding
|
Zorg dat je het lied zelf kent; de melodie en de tekst. Eventueel kun je de akkoorden instuderen op een begeleidend harmonie instrument (bijvoorbeeld een gitaar of piano) en het lied begeleiden.
Wil je het lied zingen/aanleren met ouderen: zorg voor tekst op groot formaat.
|
Uitvoering
|
Zing het lied voor of laat het horen. Geef aan welk stuk je eerst gaat oefenen (bijvoorbeeld de eerste twee zinnen van het eerste couplet).
Herhaal het een aantal keer. Besteed eventueel aandacht aan: ritme, melodie (op toon zingen), hoe gebruik je verder je stem.
|
Variatie
|
Maak de melodie tweestemmig (maak een heel koor).
|
- Welke muziekstijl was er populair in de jaren 50?
Rock and Roll, Blues en Country
- Wat is er kenmerkend aan deze muziek?
De elektrische gitaar werd populair, qua tempo zat het vaak rond de 140-150 bpm, ook is de tudu boop du boop enzovoorts redelijk populair onder Rythym and Blues. Ook had je hele langzame liedjes, zoals de liedjes van Frank Sinatra, Johnny Cash en Elvis Presley. Het waren bijna altijd standalone zangers
- Noem 5 artiesten uit deze periode en noem 1 nummer van ze:
- “Sam Cooke – You Send Me”
- “Little Richard – Tutti Frutti”
- “Chuck Berry – Johnny B. Goode”
- “Frank Sinatra – I’ve got you under my skin”
- “Johnny Cash – I walk the line”
- Welke muziekstijl was er populair in de jaren 60?
Rock and Roll.
- Wat was er zo kenmerkend aan deze muziek?
Ze waren vaak heel catchey, swingend enzovoorts, ook was het vaak niet één iemand die alle credits kreeg voor de liedjes, bands kwamen heel vaak in de spotlight. The Beatles en The Rolling Stones bijvoorbeeld.
- Noem 5 artiesten uit deze periode en noem 1 nummer van ze:
- “The Rolling Stones – (I can get no) Satisfaction”
- “The Beatles – Hey Jude”
- “Elvis Presley – My Way”
- “Scott McKenzie – San Fransisco”
- “The Box Tops – In the year 2525: Exordium & Terminus”
Drama
Drama Werkvorm
|
Tableau Vivant / fotospel
De spelers verbeelden situatie, handeling en gevoel met stilstaande houding en mimiek in een bepaalde opstelling
|
Deze werkvorm is met name geschikt voor beginnende spelers. Het maakt hen bewust van het gebruik van houding en mimiek en het uitvergroten daarvan. Voor bepaalde groepen is het stilstaan een extra uitdaging.
|
Activiteit
|
Groepsfoto
|
Doelgroep
|
Vanaf 4 jaar
|
Doel
|
- (lichamelijke) uitdrukkingsvaardigheid vergroten
- Goed kijken en bewust uitbeelden stimuleren
- Inzicht in non verbale communicatie vergroten
|
Benodigdheden
|
niets
|
Plaats
|
Op veel plekken mogelijk
|
Voorbereiding
|
Uitleg: Deel de groep in tweeën. Elke groep bereid twee tableaus voor. In de eerste zien we een bepaalde groep mensen, b.v. een groep voetbalsupporters. Op de tweede foto zien we wat er intussen is gebeurd, b.v. er is gescoord. Geef korte overlegtijd. Ze mogen zelf bedenken welke groep mensen ze worden.
|
Uitvoering
|
De eerste groep komt op het speelvlak. De andere is publiek maar kijkt niet. In de eerste tien tellen stellen de spelers zich op in foto 1 (tel hardop van 10 naar 1, de nul is de klik voor de foto). Publiek kijkt, maar reageert nog niet. Dan tien tellen voor opstellen foto 2 terwijl het publiek niet kijkt. Nu mogen de kijkers hun vinger opsteken als ze foto 1 en 2 begrijpen. Bespreek na op wat er te zien was en wat je daardoor weet.
|
Variatie
|
- Geef een thema of welke groep mensen het moet zijn.
- Geef langer voorbereidingstijd.
- Geef de mogelijkheid attributen ed. te gebruiken.
- Laat een andere groep een foto bedenken tussen 1 en 2.
|
Drama Werkvorm
|
Uitbeeldspel
De spelers laten hun spel zien zonder tekst te gebruiken, eventueel wel met geluid. Een professionele vorm is mime of pantomime
|
Deze werkvorm is met name geschikt
voor beginnende spelers.
Uitbeelden geeft ook de vrijheid om
zonder decor en attributen toch te
verbeelden dat dat er allemaal is.
De allerjongsten kun je in het uitbeelden
begeleiden door mee te spelen of ze als
verteller mee te nemen in het uit te
beelden spel.
|
Activiteit
|
Twee stoelen
|
Doelgroep
|
Vanaf 6 jaar
|
Doel
|
- (lichamelijke) Uitdrukkingsvaardigheid vergroten
- Goed kijken en bewust uitbeelden stimuleren
- Inzicht in non verbale communicatie vergroten
|
Benodigdheden
|
Twee stoelen naast elkaar, los in de ruimte
|
Plaats
|
Op veel plekken mogelijk
|
Voorbereiding
|
Uitleg: Deel de groep in tweetallen. Elk tweetal bedenkt wat de twee stoelen kunnen voorstellen. Speel eventueel een auto als voorbeeld. Daarbij bedenken ze een begin, midden en een eind van een verhaaltje dat ze op/bij/rondom de stoelen kunnen laten zien zodat het publiek begrijpt waar ze zijn en wat er gebeurt. Controleer eventueel of elk tweetal een andere plek heeft gekozen.
|
Uitvoering
|
De tweetallen spelen om de beurt hun scene met de stoelen. Bespreek na wat het publiek zag en welke plek het dus is. Laat ze ook zeggen wat ze leuk vonden aan het uitbeelden.
|
Variatie
|
- Stoelen staan tegenover elkaar
- Tweetal maakt de plek duidelijk voor andere spelers die na kort overleggen er een gebeurtenis uitbeelden.
- Eén speler begint te spelen tot de plek duidelijk is, freeze en vraagt “Wat nu?’. Het publiek doet suggesties voor het vervolg van het verhaal. Net zo lang herhalen tot een verhaaltje is ontstaan.
|
Drama Werkvorm
|
(Levend) Schimmenspel
De spelers spelen tussen een doek en een lichtbron. Met hun schaduw verbeelden ze het spel.
|
Dit is voor veel doelgroepen een
fascinerende werkvorm. Hoe ouder de leeftijdsgroep hoe preciezer en
gedetailleerder ze hiermee willen werken.
Voor sommigen is het fijn om zich achter
het doek te kunnen verbergen, anderen
vinden het confronterend om in de
schaduw hun eigen lichaamsvormen
terug te zien. Verkleden/vervormen is
dan een oplossing.
Technische aspecten:
Dichtbij het doek geeft kleine en scherpe schaduwen, verderaf groter; langzaam bewegen maakt de details goed zichtbaar; altijd voorwerpen gebruiken die de schaduw verbeelden; in profiel maakt mimiek zichtbaar; gebruik de trucjes met verbergen-verschijnen en de magie van schaduwspel waarbij je kunt doen alsof je
elkaar raakt, kust, verwondt zolang het in
de schaduwen maar klopt.
|
Activiteit
|
De handeling
|
Doelgroep
|
Vanaf 8 jaar
|
Doel
|
- (lichamelijke) uitdrukkingsvaardigheid vergroten
- Goed kijken en bewust uitbeelden stimuleren
- Nadenken over (lichamelijke) verhoudingen
|
Benodigdheden
|
Doek, lichtbron, attributen, 2 schotten naast het doek
|
Plaats
|
Binnen of buiten m.b.v. de zon
|
Voorbereiding
|
Uitleg: Licht de technische mogelijkheden van schimmenspel toe. Deel de groep in twee- of drietallen. Elk groepje kiest één handeling en verzint daaromheen een verhaaltje met begin midden eind. Ze zoeken attributen bij elkaar en proberen alles uit achter het doek. Handelingen die uitdagen zijn: vechten, toveren, opereren, zoenen.
|
Uitvoering
|
De groepjes presenteren om de beurt hun verhaal. Naderhand laten ze zien welke materialen ze hebben gebruikt en het publiek raadt de gekozen handeling.
|
Variatie
|
- Laat groepjes een schaduwspel maken bij een lied
- Speel handschimmenspel.
- Speel met uit karton geknipte figuren. Dit kan ook achter een klein doek op een tafel.
|
Drama Werkvorm
|
Improvisatiespel
De spelers maken géén of enkele afspraken over een aantal gegevens. Het spel ontstaat op de speelvloer door op elkaar te reageren.
|
Deze werkvorm is voor spelers die meer durven of al ervaring hebben met drama. Een belangrijke spelregel om een toneelspel in improvisatie te laten slagen is dat de spelers elkaars ideeën accepteren. Het is belangrijk om elkaars ideeën niet te blokkeren en steeds ook zelf spelideeën te leveren om het verhaal in het toneelstukje verder te helpen. Daarbij is het belangrijk dat de spelers snel de 5 W’s concreet maken, waarbij geldt ‘wie het eerst concretiseert bepaalt’. Bijvoorbeeld: “Hallo pappa” kun je logischerwijs niet beantwoorden met “Ik ben je pappa niet”.
|
Activiteit
|
Aanbelspel
|
Doelgroep
|
Vanaf 7 jaar
|
Doel
|
- In samenspel leren spelideeën geven en accepteren
- Fouten durven maken
|
Benodigdheden
|
(zo nodig) decor, attributen, verkleedkleren
|
Plaats
|
Speelvlak
|
Voorbereiding
|
Van tevoren krijgen de spelers een opdrachtkaartje met daarop een typetje, bijvoorbeeld stoer, verlegen, dromerig. De spelers oefenen hun typetje. Dit kan door de groep in tweeën te delen en eerst de ene rij bij de andere rij te laten aanbellen en daarna omgekeerd.
|
Uitvoering
|
Het publiek zit in een halve cirkel. Steeds twee spelers, die niet met elkaar geoefend hebben, staan tegenover elkaar voor het publiek. De ene speelt zijn of haar typetje en loop over een denkbeeldig tuinpad naar het midden van het speelvlak en doet of ie aanbelt. De ander loopt dan, op dezelfde manier, naar ‘de deur’. Dan start het spel. De aanbeller komt iets brengen, zeggen of verkopen. De ander probeert op dezelfde manier te reageren, dus hetzelfde typetje te worden.
|
Variatie
|
- De ‘opendoener’ moet het tegenover gestelde typetje worden.
- Op de opdrachtkaartjes staat iets anders, bijvoorbeeld emoties, een dier, celebrity.
|
Bedenk nu zelf een improvisatiespel met typetjes en vul het onderstaand format in.
Drama Werkvorm
|
Improvisatiespel
De spelers maken géén of enkele afspraken over een aantal gegevens. Het spel ontstaat op de speelvloer door op elkaar te reageren.
|
Deze werkvorm is voor spelers die meer
durven of al ervaring hebben met drama.
Een belangrijke spelregel om een
toneelspel in improvisatie te laten slagen
is dat de spelers elkaars ideeën accepteren.
Het is belangrijk om elkaars ideeën niet te
blokkeren en steeds ook zelf spelideeën te
leveren om het verhaal in het toneelstukje
verder te helpen. Daarbij is het belangrijk
dat de spelers snel de 5 W’s concreet
maken, waarbij geldt ‘wie het eerst
concretiseert bepaalt’. Bijvoorbeeld:
“Hallo papa” kun je logischerwijs niet
beantwoorden met “Ik ben je papa niet”.
|
Activiteit
|
Lachen en huilen
|
Doelgroep
|
Vanaf 7 jaar
|
Doel
|
- In samenspel leren spelideeën geven en accepteren
- Fouten durven maken
|
Benodigdheden
|
(zo nodig) decor, attributen, verkleedkleren
|
Plaats
|
Speelvlak
|
Voorbereiding
|
Er zijn 2 groepjes, de ene groep moet verdrietig spelen en de andere groepje moet blij spelen. Je moet proberen zo goed mogelijk gesprek te hebben. Je moet gedurende het spel in je eigen rol blijven, je mag niet veranderen van blij naar verdrietig of andersom
|
Uitvoering
|
De groepjes gaan recht tegen over elkaar staan. Je moet een partner kiezen en je gaat met elkaar communiceren. De leider van het spel (de juf, een meester of een leerling (als het een oneven klas is)) mag een onderwerp verzinnen. De eerste die lacht of van rol veranderd is af. Het gesprek moet helemaal geïmproviseerd zijn.
|
Variatie
|
Je mag ook verschillende emoties gebruiken, maak een kaartje waar dat op staat
|
Drama Werkvorm
|
Afspraakspel
De spelers maken van te voren afspraken over het te spelen spel en oefenen dit.
|
Dit is de meest bekende manier van
toneelspelen. De spelers maken afspraken
over de 5 W’s: wie, wat waar, waarom,
wanneer. Dit geeft veel houvast en maakt
deze werkvorm ook geschikt voor
beginnende of jonge spelers. Nog meer
houvast geeft eerst oefenen van het
toneelstukje.
Niet alle doelgroepen zijn in staat om
zelfstandig spelafspraken te maken. Die
begeleid je daarin.
|
Activiteit
|
Verweggiestan
|
Doelgroep
|
Vanaf 7 jaar
|
Doel
|
- Zich aan (spel)afspraken houden
- Samenspel
- Hanteren van de 5 W’s en het maken van een speelbaar verhaaltje
- Presenteren (o.a. niet met de rug naar het publiek)
- Durf
|
Benodigdheden
|
(zo mogelijk) decor, attributen, verkleedkleren
|
Plaats
|
Op veel plekken mogelijk
|
Voorbereiding
|
Maak groepjes. Geef de volgende gegevens: het speelt zich af in een ver vreemd land. Er zijn inwoners van dit Verweggiestan en een paar Nederlandse toeristen die de taal niet spreken. De toeristen hebben geen geld meer en komen in de problemen. Laat elk groepje de 5W’s invullen en hun toneelstukje oefenen.
Extra uitdaging voor de Verweggiestaanders om een andere (fantasie)taal te spreken. Je kunt vooraf een Jabbertaal oefening spelen om dat te oefenen.
|
Uitvoering
|
Elk groepje speelt hun toneelstukje. Het publiek benoemt de 5 W’s.
|
Variatie
|
- Geef andere onderwerpen of spelgegevens. De variaties zijn eindeloos.
|
Bedenk nu zelf een afspraakspel voor een zelfgekozen doelgroep en vul onderstaand format aan.
Drama Werkvorm
|
Afspraakspel
De spelers maken van te voren afspraken over het te spelen spel en/of oefenen dit.
|
Dit is de meest bekende manier van
toneelspelen. De spelers maken afspraken
over de 5 W’s: wie, wat waar, waarom,
wanneer. Dit geeft veel houvast en maakt
deze werkvorm ook geschikt voor
beginnende of jonge spelers. Nog meer afbeelding
houvast geeft eerst oefenen van het
toneelstukje.
Niet alle doelgroepen zijn in staat om
zelfstandig spelafspraken te maken. Die
begeleid je daarin.
|
Activiteit
|
Stamvast
|
Doelgroep
|
Vanaf 12 jaar
|
Doel
|
- Zich aan (spel)afspraken houden
- Samenspel
- Hanteren van de 5 W’s en het maken van een speelbaar verhaaltje
- Presenteren (o.a. niet met de rug naar het publiek)
- Durf
- Indianenstam en Afrikanenstam
|
Benodigdheden
|
(zo mogelijk) decor, attributen, verkleedkleren
|
Plaats
|
Een ruime klaslokaal
|
Voorbereiding
|
Verdiep je in een verschillende stam. Er zijn groepjes van 4 of 5 mensen. Je bent als toerist in Afrika of Zuid-Amerika. Je bent op zoek naar water en voedsel. Je probeert als toerist water of voedsel te vinden. Je ziet een dier, maar een stam houd je tegen om het dier te pakken. Probeer te onderhandelen met de stam die vreemd loopt en vreemd praat.
|
Uitvoering
|
Elk groepje speelt hun toneelstukje, dit toneelstukje maak je met behulp van de 5 W’s
|
Variatie
|
- Geef andere onderwerpen of spelgegevens. De variaties zijn eindeloos.
|
Drama Werkvorm
|
Inspringspel
Een improvisatiespelvorm waarbij de spelers volgens een bepaalde spelregel na elkaar in het spel komen, oftewel inspringen.
|
Deze werkvorm is een variatie op improviseren en is bestemd voor spelers die meer durven of al ervaring hebben met drama.
Meestal spreek je ook af hoe spelers weer uit het spel kunnen. Zo blijft het overzichtelijk.
|
Activiteit
|
In de wachtkamer
|
Doelgroep
|
Vanaf 5 jaar
|
Doel
|
- In spel durven stappen
- In samenspel leren spelideeën geven en accepteren
- Elkaar verrassen
- Fouten durven maken
- Flexibel reageren op de (spel)situatie zonder eigen rol of speldoel te verliezen (in je rol blijven)
|
Benodigdheden
|
Van alles wat je kan vinden in de klas
|
Plaats
|
Speelvlak
|
Voorbereiding
|
Iedereen krijgt een opdrachtkaartje. Je gaat via de kaartjes een toneelstukje spelen, in stilte. De rode kaartje mag eerst beginnen, daarna moet degene van de witte kaartjes die denkt dat hij erbij hoort meespelen. Klopt het niet, dan moet je terug naar je plek
|
Uitvoering
|
Speel het toneelstukje in stilte. Geluid maken mag wel
|
Bijlage
Opdrachtkaartjes
|
Variatie, je kan ook meerdere witten kaartjes op 1 rode kaartje doen, het is wel leuk om te zien of mensen in de war raken.
|
Opdrachtkaartjes
|
Rood
Jij bent de bakker, jou bedrijf staat in de fik, je zoekt een brandblusser maar die kan je niet vinden
|
Opdrachtkaartjes
|
Wit
Je bent een klant in een bakkerij waarvan het bedrijf in de fik staat, de bakker is op zoek naar een brandblusser, toevallig heb jij er een in je tas.
|
Opdrachtkaartjes
|
Rood
Er is een speler omgeschopt in het voetbalveld, jij moet als scheidsrechter een rode kaart geven, maar de voetballer die de overtreding maakte wou niet meewerken
|
Opdrachtkaartjes
|
Wit
Je hebt een voetballer omgeschopt, en krijgt een rode kaart maar daar ben je het totaal niet mee eens
|
Opdrachtkaartjes
|
Rood
Je bent een heks die haar gif-appel kwijt is, je zoekt in het bos op je vliegende bezem en komt 2 mensen tegen. Je probeert met ze te praten
|
Opdrachtkaartjes
|
Wit
Je loopt in het bos en komt een heks tegen, je moet ontsnappen voor de heks die op haar bezem is, maar de heks wil alleen met je praten.
|
Opdrachtkaartjes
|
Rood
Je zit in een attractiepark op een hele enge achtbaan met je beste vriend(in). Je voelt je niet zo lekker.
|
Opdrachtkaartjes
|
Wit
Je zit in een attractiepark op een hele enge achtbaan met je beste vriend(in). Je vriend(in) voelt zich niet zo lekker
|