Intro
Nederland is een klein land maar het is op gebied van internationaal transport één van de belangrijkste landen ter wereld. In dit hoofdstuk ontdek je waarom Nederland zo’n belangrijk transportland is en waarom het zo’n goede reputatie heeft in het goederenvervoer.
Dit hoofdstuk bestaat uit twee onderdelen:
- Theorie: met de daarbij bebehorende opdrachten en theoretische toetsen (begrippen-so weging 1) (repetitie weging 2)
- Praktische opdracht: Betoog houden voor de klas (weging 2)
Heel veel plezier en succes de komende weken!
Meneer Prins
Theorie
1. Ligging
Nederland ligt aan zee en er lopen brede, goed bevaarbare rivieren doorheen. De rivieren verbinden de Nederlandse kust met Duitsland (met het dichtbevolkte Ruhrgebied waar veel fabrieken staan), met België en met Frankrijk. Deze gebieden noemen we het achterland. Om die rivieren met elkaar te verbinden zijn er kanalen gegraven. Dat was niet moeilijk omdat Nederland grotendeels vlak is. Doordat deze gebieden makkelijk bereikbaar zijn is de relatieve afstand hier naar toe klein. Verder is de Rotterdamse haven makkelijk te bereiken voor schepen uit allerlei gebieden. Hierdoor is de relatieve afstand kleiner dan de reële afstand.
Nederland, makkelijk bereikbaar over zee voor grote landen als Amerika
Vanaf de Noordzee ruimte genoeg voor de grote schepen
Rivieren, wegen en spoorlijnen die de producten kunnen doorvoeren naar het achterland.
De haven strekt zich vanuit de kust uit tot in het "binnenland". Dit betekend veel kades en dus veel ruimte voor schepen om aan te meren.
2. Transito, distributie en industriehaven
De Rotterdamse haven is de grootste mainport van Nederland. Een mainport is een knooppunt in de vervoersstromen van mensen en goederen. De goederen komen uit het buitenland (import/invoer), worden naar het buitenland gestuurd (export/uitvoer) of komen eerst Nederland binnen om dan weer te worden doorgestuurd (transit/doorvoer).
De producten die in de Rotterdamse haven binnenkomen kunnen op drie manieren "verwerkt" worden.
Één van de belangrijkste functies van de Rotterdamse haven is de doorvoer. De haven wordt gebruikt om producten die vanuit het buitenland binnenkomen op grote zeeschepen door te voeren naar andere landen en gebieden. De Rotterdamse haven wordt hierdoor een transitohaven genoemd. Het doorvoeren van deze producten kan op meerdere manieren gebeuren. Allereerst kunnen producten, met name de droge massagoederen en stukgoederen (containers), per binnenschip vervoerd worden naar het achterland. De meeste van deze drogo massagoederen zoals ijzererts worden doorgevoerd naar het Ruhrgebied. Het grooste voordeel van deze binnenschepen is dat ze veel producten per keer kunnen vervoeren. Hierdoor zijn de kosten laag. Het nadeel is dat het een langzame manier van vervoer is en het bereik relatief klein is. Producten kunnen immers alleen afgeleverd worden op plekken waar het schip kan komen. Een tweede manier van vervoer is per trein. Goederetreinen kunnen minder meenemen dan de binnenschepen en zijn daardoor duurder maar hebben een groter bereik en zijn sneller. Deze treinen worden in de rotterdamse haven direct volgeladen om vanuit daar naar hun bestemming te vertrekken. De derde manier is het vervoer met vrachtwagens. Deze vrachtwagens kunnen slechts enkele containers per keer vervoeren en zijn daardoor erg duur. Ze zijn echter snel en hebben een groot bereik aangezien ze via de weg overal kunnen komen. De laatste manier van transport gaat via pijpleidingen. Natte massagoederen zoals olie worden per pijpleiding naar hun eindbestemming gestuurd. Het grootste voordee is dat er grote hoeveelheden olie rechtstreeks vanuit de opslagtanks naar hun eindbestemming verstuurd worden. Echter is het bereik beperkt aangezien de pijpleidingen slechts naar een beperkt aantal lokaties gaan.
Een tweede functie van de Rotterdamse haven is dat het diend als distributiecentra. In deze distributiecentra wordt de waarde van een product vermeerderd. Dit kan zijn dat de producten die binnenkomen verpakt worden in de dozen waarin ze verkocht gaan worden, er handleidingen in de taal van een bepaald land worden toegevoegd, bepaalde stekkers aan electronische apparaten worden gemaakt zodat ze bruikbaar zijn in bepaalde landen of losse onderdelen worden tot een compleet product verwerkt. Deze "nieuwe" producten worden dan vanuit de Rotterdamse haven doorvervoerd naar hun uiteindelijke eindbestemming.
De derde en laatste belangrijke functie is de verwerking van grondstoffen als olie in de raffinaderijen. Grote bedrijven als Shell en PB hebben daarom hun raffinaderijen in Rotterdam staan. Zo hoeft de olie van de haven niet eerst honderden kilometers vervoerd te worden naar bijvoorbeeld het Ruhrgebied. Naast een transitohaven, een distributiecentrum is de Rotterdamse haven ook een industriehaven.
Door al deze mogelijkheden is de Rotterdamse haven één van de belangrijkste inkomstbronnen van de Nederlandse economie.
Bekijk hieronder ook het filmpje van schoolTV over de Rotterdamse haven.

Afbeeldingen en voorbeelden
Duidelijk zichtbaar, de Maasvlakte, een punt voor de opslag en doorvoer van containers.
Geheel geautomatiseerd worden de containers van de schepen gehaald.
Lange rijen van containers die wachten om doorgevoerd te worden.
Opslag van droge massagoederen als ijzererts
Opslag van natte massagoederen als olies in enorme silo's
Raffinaderij in Pernis, dicht in de buurt van de Rotterdamse haven.
SO en Repetitie
Bij dit hoofdstuk krijg je twee theoretische toetsen. Een so met de weging 1 en een repetitie met de weging 2. Voor de toetsen moet je het volgende leren:
De SO: Alle dikgedrukte begrippen uit pragraaf 1 en 2. Je kent de defenities bij de begrippen en je kan voorbeelden geven bij de begrippen en je kan begrippen bij de juiste omschrijving geven. De toets zal volledig bestaan uit "kennisvragen".
De repetitie: Je kent de volledige theorie zoals deze bij pragraaf 1 en 2 staat. Je kent de theorie die in de aflevering van schoolTV Geoclips verteld wordt. Je bent in staat om inzicht en toepassingsvragen te beantwoorden aan de hand van de door jou geleerde theorie.
Praktische opdracht
Groepje 1: Je bent een Braziliaanse handelaar in IJzererts. Je wil je IJzererts verkopen aan een bedrijf dat zich heeft gevestigd in het Ruhrgebied. Je twijfeld of je de IJzererts via de de haven van Rotterdam wil doorvoeren of de haven van Hamburg.
Groepje 2: Je bent een handelaar die Ruwe aardolie opkoopt in het Midden-Oosten. Je wil de olie zo snel mogelijk verwerken voor gebruik in Europa. Je twijfelt tussen de haven van Antwerpen en de haven van Rotterdam.
Groepje 3: Je bent een Japanse autohandelaar die een lading auto's voor de Benelux heeft. De auto's moeten vanuit de haven naar verschillende autodealers getransporteerd worden.