Casus 1. Mevrouw Thijssen

Casus 1. Mevrouw Thijssen

Inleiding

Jullie gaan dit jaar werken aan vier verschillende casuïstieken. Deze casussen nemen je mee in het leven van vier verschillende mensen. Je zult ontdekken wat de problemen zijn waar deze mensen mee te maken krijgen. Gaandeweg ga je leren wat jouw taken als verzorgende zijn in hun leven.

De eerste casus gaat over Mw. Thijssen. Zij is chronisch ziek.


In deze casus komen de volgende onderwerpen aan bod:
- Methodisch werken met een zorgleefplan
- Voorlichting geven
- Coping
- Palliatieve zorg
- Omgaan met angst en pijn
- Begeleiding bij verliesverwerking
- Begeleiden bij de naderende dood
- Ethische en professionele dilemma’s

Daarnaast is er ruimte om twee lessen zelf in vullen met workshops op aanvraag. Ook worden de AFP lessen en de vaardigheidslessen zoveel mogelijk gecombineerd met deze casus.


Bij deze casus horen de volgende vaardigheden:
- Bloedglucose bepalen
- Zwachtelen
- Het verzorgen van rode, gele en zwarte wonden
- Monsters afnemen voor diagnostiek


In de lessen AFZ gaat het over:
– diabetes mellitus, de verschillende soorten, de verschijnselen, de gevaren, de controles en de behandeling
– COPD
– de basiskennis van geneesmiddelenleer

De opdrachten van AFZ komen op de site te staan. Ze staan niet in dit casusboek zelf. Maar de lessen AFZ
gaan over dit verhaal.

Ga er even voor zitten want, hier komt het verhaal van Mw Thijssen.

Casus Mevrouw Thijssen (deel 1)

Persoonlijke Gegevens

Mevrouw Thijssen - van der Laan
Voornamen: Cornelia Adriana Maria, roepnaam Corrie
Geboren: 7 november 1946 te Nijkerk
Geloof: Nederlands Hervormd
Burgerlijke staat: gehuwd, zonder kinderen, met André Thijssen, geboren 2 februari 1942, huwelijk is ingezegend op 2 juni 1969

Korte Geschiedenis

Mevrouw Thijssen is 67 jaar. Laten we haar af en toe Corrie noemen in dit verhaal, maar in de omgang wordt ze toch liever aangesproken met 'mevr. Thijssen'. Zij woont met haar man André boven de Blokker in een ruime 4-kamerflat met een zolderverdieping, waar hun slaapkamer is ingericht. Eigenlijk een soort bovenwoning. Ze wonen daar vanaf begin jaren '90. Voor die tijd woonden ze in een rijtjeshuis, maar toen mevr. Thijssen ziek werd, hebben ze met het oog op de toekomst dat huis verruild voor een flat.

André is intussen de 70 gepasseerd. Hij heeft zijn leven lang als boekhouder gewerkt voor verschillende bazen in het midden- en kleinbedrijf. Hij kon op zijn 61e redelijk gunstig stoppen en daarna zijn ze, zoals veel van hun leeftijdgenoten, meer gaan reizen, vooral naar zuidelijke, warmere landen. Spanje en Zuid-Frankrijk waren geliefde bestemmingen. Sinds drie jaar is het er niet meer van gekomen, vanwege de gezondheid van Corrie en omdat André zich ook niet meer erg zeker voelde met het organiseren en het reizen zelf - soms wel veel stress.

Corrie heeft gewerkt als secretaresse, tot haar 59e, totdat duidelijk werd dat haar uithoudingsvermogen achteruit was gegaan. Nou was dat bij het werk dat ze deed niet zo heel belangrijk, maar daar kwamen andere kwalen bij. Ook de combinatie met het doen van het huishouden viel haar zwaar. Zij is op een kwaad moment in een depressie terechtgekomen en het herstel daarvan verliep zo moeilijk, dat Corrie uiteindelijk niet meer terug kon keren in haar oude baan. Sollicitaties leverden niets op en uiteindelijk is er besloten om haar niet meer te laten solliciteren. Kortdurend heeft ze van een arbeidsongeschiktheidsuitkering kunnen genieten, en dat ging snel over in de AOW en een klein aanvullend pensioen. 

De afgelopen jaren heeft Corrie regelmatig vrijwilligerswerk gedaan, in een naburig verzorgingshuis. Zij is daar betrokken geraakt bij een project om levensboeken samen te stellen voor cliënten. Corrie wil dat graag blijven doen, maar het wordt steeds moeilijker om lang genoeg achter elkaar van huis te zijn vanwege haar gezondheid. Het is haar zorg dat ze gemaakte afspraken niet meer consequent kan nakomen, ze kan niet garanderen dat ze er altijd kan zijn als ze een afspraak heeft gemaakt. Dat komt vanwege de wisselende benauwdheid die ze ervaart, waarbij ze soms zelfs niet aandurft om de auto te pakken, 'want in zo'n toestand kan ik niet rijden'.

Het huwelijk van Corrie en André is kinderloos gebleven, tot hun grote verdriet. Het was heel lastig om in verwachting te raken. De mogelijkheden die er nu zijn, die waren er in de jaren '70 niet. Vier keer is Corrie in verwachting geraakt, de eerste drie keer liep het uit op een miskraam in de eerste drie maanden. Naar aanleiding daarvan is er onderzoek geweest, dat leverde eerst niets op. Bij de vierde zwangerschap werd zwangerschapsdiabetes vastgesteld, dat was in 1978. Corrie was toen 32 jaar. Ondanks de pogingen om de diabetes goed in te stellen (maar ook de insulines waren toen niet zo goed als nu) liep deze zwangerschap uit op een drama, namelijk het plotseling zomaar overlijden van het kindje na 34 weken zwangerschap. Het ter wereld brengen van dit overleden kind was de donkerste dag in het leven van Corrie en André. Al deze verliezen bij elkaar hebben ertoe geleid dat Corrie en André er verder van afgezien hebben om zelf kinderen te krijgen.
 


Op deze foto uit 1947 zit Corrie bij haar vader op schoot. Van haar oudere broers leeft alleen Henk nog (links-boven). Hij is 72 en woont in een stad 20 kilometer verderop. Pieter-Jan en Mark zijn binnen een tijdsbestek van een paar jaar overleden (resp. 63 en 57 jaar oud) aan een hartaanval, zij leden aan diabetes. Ook vader van der Laan leed aan diabetes. Hij is blind geworden op 68-jarige leeftijd en is uiteindelijk in 1982 op 70-jarige leeftijd overleden in een verpleeghuis, aan de gevolgen van gangreen aan beide onderbenen. Haar oudere zus, Gerda, is intussen 75 jaar en goed gezond. Haar jongere broertje Gerben, hier bij moeder op schoot, heeft zich van de familie afgewend, hij is naar Nieuw-Zeeland vertrokken en met hem is er geen contact. Moeder is vorig jaar overleden op 98-jarige leeftijd, zij leed aan dementie.

De Gezondheidstoestand

Er zijn een aantal dingen die het Corrie moeilijk maken om op een vanzelfsprekende manier 'normaal' de dag door te komen. Een aantal lichamelijke aandoeningen spelen haar danig parten.

Laten we beginnen met de diabetes type 2, die ook haar getroffen heeft. Het was al door de verloskundige en de specialist verteld in de tijd dat zij de laatste keer zwanger was, namelijk dat ze een grote kans had om diabetes te krijgen. Wat er in de zwangerschap niet goed liep in de stofwisseling, zou daarna weer recht trekken, maar ooit zou de diabetes de kop op kunnen steken.

Uiteindelijk is bij Corrie diabetes vastgesteld tijdens een controle bij de huisarts. Dat was 18 jaar geleden, Corrie was toen 49. In die jaren was ze wel wat te zwaar, maar toch niet opvallend. Het was bij een controle, en het kwam toch als een verrassing, want er waren totaal geen klachten. Ze is al die jaren behandeld voor de diabetes. Eerst, zoals dat in die jaren soms nog ging, maar niet echt meer gangbaar, met een streng dieet waarbij de koolhydraten streng geregeld werden, en toen dat niet genoeg hielp, kreeg ze er Rastinon bij (zo heette dat toen, nu heet het tolbutamide). De nodige controles bij de verschillende medisch specialisten heeft ze altijd goed opgevolgd en het loopt eigenlijk behoorlijk goed. Ze laat eens in de maand de bloedsuikers controleren bij de doktersassistente, en de laatste paar keren waren die wel wat hoger dan eerst (6,9 mmol/l nuchter en 10,3 om 14.00 uur). De controles zijn wat vaker dan normaal omdat ze ook andere problemen ondervindt.

Corrie is altijd een verstokte rookster geweest, vanaf haar 18e. Tijdens de zwangerschappen stopte ze wel. Daarna nam ze de draad altijd weer op. Tijdens de depressie van 9 jaar geleden is zij beduidend meer gaan roken en dat is daarna niet meer gestopt. Rookte zij eerst 10 sigaretten per dag, later zijn dat er 15 geworden. Ze is zich wel bewust van het risico. Kijk maar wat er met haar broers is gebeurd. De verslaving aan nicotine is echter, zoals bij bijna iedereen, te sterk. Gevolg is echter wel geweest dat zij een chronische bronchitis heeft ontwikkeld, die al zeker 10 jaar bestaat.

Intussen is Corrie toenemend benauwd geworden, met een duidelijk piepen op de uitademing als ze de trap in huis oploopt richting slaapkamer, of als ze van buiten, vanaf straat naar de bovenwoning loopt. Ook de wasmachine en droogtrommel staan helemaal boven, gelukkig heb je dan de meeste was boven, maar als er iets gedragen moet worden, een strijkmand of zo, dan moet André het doen, want zelf redt ze dat beslist niet.

Ze is onder behandeling van de longarts, ze is gediagnosticeerd met COPD (stadium GOLD III). Ze rookt intussen nog maar 5 sigaretten per dag. André (die ook een kettingroker was) rookt intussen niet meer, en hij kan heel chagrijnig worden als Corrie het balkon aan de achterkant op is gegaan om buiten een sigaretje te roken. Al die medicijnen ….. en denk toch aan je gezondheid. 'En je hoest al de hele dag, van dat witte en soms groene slijm'.

Door alles bij elkaar heeft ze de laatste tijd ook steeds vaker dikke enkels, zeker aan het einde van de dag. 's Ochtends is dat echt wel minder, maar soms is het al halverwege de middag dat haar schoenen te hard knellen. De huisarts heeft drie maanden geleden gezegd dat de werking van haar hart te lijden heeft onder de diabetes, het roken en nu ook de COPD. En het roken moet stoppen. Vanwege die dikke enkels kreeg ze een plastablet en nog een ander middel, enalapril, voorgeschreven. Naar de cardioloog hoefde ze daarvoor nog niet.

Behalve de benauwdheid is er ook pijn die het bewegen lastig maakt. Opstaan en gaan lopen doet behoorlijk veel pijn aan haar knie, daar kan ze wel doorheen lopen, maar leuk is anders. Die pijn maakt haar ook 's nachts wakker, bij omdraaien in bed. En als ze een keer eruit moet om te plassen (en dat is de laatste tijd steeds vaker) dan is ze klaarwakker van de pijn. Dat maakt haar overdag moe. Het is slijtage en die zit ook in haar handen. Potten en blikken openen in de keuken, harde groente snijden - allemaal lastiger aan het worden, maar ja, groente kun je ook gesneden kopen.

Bewegen doet ze sowieso al niet veel om diverse reden. Vijf jaar geleden is Corrie ongelukkig gevallen met de fiets en daarbij heeft ze haar linker onderarm ('pols') gebroken. Het herstel daarvan duurde vervelend lang, wel 7 maanden heeft het geduurd voordat de chirurg tevreden was over de foto. Dat was meteen aanleiding om haar medicijnen voor te schrijven om verdere botontkalking tegen te gaan voor zover als dat lukt.

Medicatie

enalapril / HCT 20 mg/6 mg 1dd gliclazide 30 mg 2dd
salbutamol 'Cyclocaps' 400 microg. 2-4dd ipratropium 'Cyclocaps' 40 microg. 3-4dd alendroninezuur 10 mg 1dd
paracetamol 500 mg 2dd twee tabletten max. 4dd 2 tabletten diclofenac zetpil 100 mg a.n.

Huidige Situatie

Tien dagen geleden is de situatie ernstig verslechterd. Mevr. Thijssen werd ernstig benauwd met wat koorts. Er was een duidelijke 'lagere luchtweginfectie' 'op het randje van de pneumonie' (allemaal aldus de huisarts). Meteen behandeling met antibiotica ingezet. De koorts zakte, de benauwdheid niet. Mevr. Thijssen bleef steeds maar naar adem happen en snakken naar lucht. Er was een opvlamming van de COPD. Opname in het ziekenhuis volgde, en daar is met de daar beschikbare middelen (zuurstof, sterke ontstekingsremming, parenterale luchtwegverwijders) de situatie gestabiliseerd.

De opname kwam als een schok en maakte alles ook ingewikkeld. Door de ziekte en door de behandeling (wie zal het zeggen?) is de glucose totaal ontregeld geraakt, met waarden boven de twintig. Daar was gauw iets op gevonden: overschakelen op behandeling met insuline, een regime van viermaal daags.

Na vijf dagen was mevr. Thijssen voldoende opgeknapt om weer naar huis te gaan. Ze kon in ieder geval weer zonder zuurstof. De prednison was gestopt, de luchtwegverwijders konden weer gewoon geïnhaleerd worden.

Alleen de insuline kreeg ze mee naar huis als voorschrift: de huisarts had de keuze om die insuline door te zetten of weer terug te gaan naar de tabletten.

Trouwens: de hakken van de mevr. waren tijdens opname verdacht blauw-rood aan het verkleuren gegaan. Meer dan dat - de rechter had een blaar. Dat stond ontslag niet in de weg - sterker nog, een reden om vooral naar huis te gaan.

Laatste 'detail': de hele achteruitgang van de gezondheidstoestand heeft het hart geen goed gedaan - de dikke enkels vormen een groter probleem dan eerst. Voorgeschreven bij ontslag is ambulante compressietherapie.Hoe dat dan moet met de blaar op de hak is vers twee, dat is een mooie klus voor de huisarts.

In ieder geval, de thuiszorg komt in beeld, voor de eerste keer bij mevr. Thijssen en haar man. Ze is naar huis gestuurd na een forse dip van haar longen, een stevige benauwdheid; een ontregeling van de diabetes waarvoor ze met insuline 'opgescheept' is komen te zitten (ze kan zelf niet glucose bepalen en injecteren), een verdachte plek op de hakken en een toegenomen oedeem, waarvoor zwachtelen aangewezen is.

Thuiszorg is vanuit ziekenhuis aangevraagd en komt de eerste keer langs.

De huisarts is al langs geweest en heeft de insuline voortgezet, de medicatie nog eens doorgenomen. Het wondje aan de hak heeft een bleek-roze bodem, het wondvocht ruikt niet opvallend en is helder. Hier lijkt mevr., Thijssen aan iets bijzonder vervelends te gaan ontsnappen, als we goed te werk gaan.

Bij binnenkomst is het eerste wat je opvalt (waarom de huisarts dat niet gemeld heeft, is een raadsel) de grotechaos in de huiskamer en de keuken. Dhr. Thijssen heeft het in die week duidelijk niet gered inzijn eentje. Mevr. Thijssen zit in een stoel, met het rechter been hoog. 'Wil je me helpen naar het balkon? Ik heb zo'n zin in een sigaretje'.

Portfolioresultaat

Als resultaat van alles wat je onderneemt bij deze casus moet je in je portfolio het volgende kunnen laten zien:
- Uitgewerkt eerste deel van het zorgleefplan van Mw Thijssen
- Afgetekende vaardighedenlijst

OA 1. Inleiding op de Casus (tijdens LOB)

Informatie

Doelstellingen
- Je weet hoe dit casusboek is opgebouwd en wat er van jou wordt verwacht
- Je kunt samenvatten wie Mw. Thijssen is en wat er in haar leven globaal speelt.
- Je hebt leervragen geformuleerd naar aanleiding van deze casus.


Bronnen
- Je hebt hierbij alleen dit casusboek nodig


Begeleidingsaanbod en taak docent
- De docent zal de vragen beantwoorden die er leven rondom de casus
- Jullie zullen in subgroepen verdeeld worden voor het werken aan het zorgleefplan


Tijdsinvestering op school en thuis
Thuis: 1 klokuur
In les: 1 klokuur, tijdens SLB

OA 1

Studieactiviteit
- Lees de casus thuis aandachtig door en schrijf eventuele vragen op
- Neem de opbouw van het casusboek door en schrijf eventuele vragen op.
- Denk na over wat je zou willen leren binnen deze casus. Wat zijn je leervragen? Hiervan ga je in de les een POP/PAP formuleren.
- Bedenk een thema voor de extra workshop aan het eind van deze casus.

In de les
- De docent zal de vragen beantwoorden die er leven rondom de casus
- Jullie zullen in subgroepen verdeeld worden voor het werken aan het zorgleefplan

OA 2. Methodisch Werken met een Zorgleefplan (1)

Informatie

Doelstellingen
Je kunt de eerste stappen van het zorgleefplan opstellen voor Mw Thijssen uit deze casus.


Activiteiten
Mw. Thijssen is net ontslagen uit het ziekenhuis en ze is weer thuis. Zoals je leest in de casus was het een chaos thuis. Mw. Thijssen smacht alweer naar een sigaretje. Aan jou de schone taak om te zorgen dat er een goed zorgplan komt voor mw.

In de komende 4 lessen leer je de theorie over het zorgleefplan kennen en je zult een zorgleefplan opstellen voor Mw. Thijssen.


Bronnen
Boek: 'Het zorgplan vaststellen'
Thema 1, hoofdstuk 1: Methodisch werken
• Hoofdstuk 3: Het voeren van een anamnesegesprek.
• Hoofdstuk 4: In samenhang betekenis geven aan verzamelde informatie
Thema 2, hoofdstuk 2: Duur en mate van ondersteuning

www.zorgleefplanwijzer.nl


Begeleidingsaanbod en taak docent
- De docent geeft informatie over het zorgleefplan en zal vragen beantwoorden.
- De docent geeft gedurende het proces feedback op het gemaakte werk.
- De docent beoordeeldt het uiteindelijke zorgleefplan schriftelijk.


Voorschrift of afspraak over het te bereiken resultaat
De eerste stappen van het zorgleefplan zijn uitgewerkt op papier. Deze leveren jullie na les 4 van deze opdracht in bij de docent. Het zorgleefplan is een portfoliobewijstuk.


Tijdsinvestering op school en thuis
Thuis: 3 klokuren
In les: 6 klokuren


Leerresultaat maakt deel uit van de volgende toets
De eerste integratieve toets na casusboek 2. Het zorgleefplan is een portfoliobewijstuk.

OA 2A

Studieactiviteit
- Neem aandachtig de theorie over het zorgleefplan door. Zie de bronnen. Maak de kennisopdrachten uit “Het zorgplan vaststellen”, op pagina 27.
- Neem vragen over de theorie mee naar de les.

In de les:
De docent geeft uitleg over stap 0 en 1 van het zorgleefplan. Het belang van methodisch werken en de inhoud van het zorgleefplan worden besproken. Jullie gaan oefenen met het informatiegesprek over het zorgleefplan.

OA 2B

Studieactiviteit
Lees de theorie uit de vorige les en de aantekeningen goed door.

In de les:
In subgroepen van 4 maken jullie een start met het zorgleefplan van Mw. Thijssen. Je werkt aan stap 0 en stap 1.

OA 2C

Studieactiviteit:
Lees uit “Het zorgplan vaststellen” Thema 2, hoofdstuk 2. Duur en mate van ondersteuning en maak de kennisopdrachten van dat hoofdstuk.

In de les:
Jullie krijgen uitleg over stap 2 van het zorgleefplan. Welke afspraken maak je met de cliënt over de zorg? Bereid je voor op deze les door hoofdstuk 2 goed door te nemen.

OA 2D

In het eerste deel van deze les kunnen jullie de laatste hand leggen aan jullie zorgleefplan van Mw. Thijssen. Het zorgleefplan zal beoordeeld worden door de docent en het zal onderdeel zijn van jullie portfolio. Voor die tijd gaan jullie feedback krijgen van medestudenten.

Opdracht:
Wissel met een ander groepje het zorgleefplan uit en bekijk het goed. Schrijf verschillen en overeenkomsten op en bespreek deze na.

OA 3. Voorlichting

Informatie

Doelstellingen
- Je kunt de doelen en de verschillende typen van voorlichting benoemen.
- Je hebt feedback gegeven over een voorlichtingsgesprek aan de hand van een observatielijst.


Activiteiten
Voorlichting is een belangrijk onderdeel van goede zorg. Het zorgt ervoor dat de zorgvrager zelf ook goed kan meewerken aan een goede gezondheid, preventie en herstel. Mw. Thijssen heeft in haar situatie ook veel belang bij goede voorlichting. In de komende drie lessen gaan jullie aan de slag met voorlichting. In de eerste twee lessen krijgen jullie informatie over voorlichting en in de derde les gaan jullie kijken naar een aantal voorlichtingsgesprekken. Daarover geven jullie feedback aan de hand van observatielijsten.


Bronnen
- boek: “Voorlichting, advies en instructie” Thema 4, hoofdstuk 7


Begeleidingsaanbod en taak docent
- De docent geeft jullie theoretische informatie over voorlichtingsgesprekken en begeleidt jullie in de verschillende opdrachten.


Voorschrift of afspraak over het te bereiken resultaat
Een voorlichtingsmateriaal over een onderwerp naar keuze.


Tijdsinvestering op school en thuis
Thuis: 2 klokuren
In les: 4,5 klokuren


Leerresultaat maakt deel uit van de volgende toets
De eerste integratieve toets na casusboek 2.

OA 3A

Studieactiviteit
- Maak een lijst van 4 onderwerpen waarover je Mw Thijssen voorlichting zou kunnen geven en neem deze mee naar de les.
- Lees uit het boek “Voorlichting, advies en instructie”, Thema 4, hoofdstuk 7
- Neem ter voorbereiding op deze les een goed voorbeeld van voorlichting mee. Bijvoorbeeld een informatiefolder, een informatiefilmpje, campagnemateriaal etc.


In de les:
Activiteit 1. De docent houdt een onderwijsleergesprek waar hij/zij de volgende vragen beantwoord:
- Wat zijn verschillende doelen van voorlichting geven?
- Wat is het methodisch proces van voorlichting?
- Welke problemen kun je voorkomen door goede voorlichting?
- Do’s en dont’s wat betreft voorlichting geven.

Activiteit 2. In de les gaan jullie het meegenomen voorlichtingsmateriaal bekijken. Jullie gaan de kwaliteit beoordelen. Komt de boodschap goed over? Wie is de doelgroep? Hoe zou de voorlichting ook gegeven kunnen worden?

 

OA 3B

In de les
Tijdens de vorige les heb je bestaand voorlichtingsmateriaal bekeken. Bedenk nu in subgroepen een nieuw voorlichtingsmateriaal. Je kunt zelf bepalen waar de voorlichting over gaat.

Denk aan stoppen met roken, gezonde voeding, veilig vrijen etc. Denk aan een folder, een flyer of een filmpje. De volgende eisen worden aan het materiaal gesteld:
1. Het materiaal moet een duidelijk doel hebben.
2. De boodschap moet helder zijn
3. De gekozen vorm moet bij de doelgroep aansluiten.
4. De inhoud van de voorlichting is correct.

Je start met je subgroepje de opdracht op. De volgende les kun je hem afmaken, maar het materiaal moet dan wel echt af zijn! Maak dus een goede planning en taakverdeling!

OA 3C

In de les
In deze les kunnen jullie het voorlichtingsmateriaal afmaken. De laatste 30 minuten van de les wordt besteed aan het presenteren van elkaar voorlichtingsmateriaal. Jullie geven elkaar feedback.

Casus Mevrouw Thijssen (deel 2)

Casus

Het is twee jaar later en Mw Thijssen is langzaam maar zeker erg achteruit gegaan.
De diabetes werd steeds moeilijker in te stellen. Ze zat op een gegeven moment op drie injecties per dag. 's Avonds voor het eten een middellang werkend, voor het slapen gaan een langwerkend (Lantus) en 's ochtends weer een korter werkend. Maar daarmee schommelde ze toch wel erg, en zat ze vaak nog hoog. Een keer had ze zelf bij gespoten, toen ze na het middageten de hele tijd hoog zat – ze heeft intussen geleerd om zelf bloedsuiker te prikken. Ze spoot om 15.00 uur en om 16.00 werd ze helemaal niet goed, ze begon te trillen en alles werd wazig. Gelukkig was haar man in de buurt.

Ze loopt wankel, ze zegt dat ze op watten loopt, zo voelt het. Laatst had ze zich gestoten aan haar enkel, maar dat de huid open was gegaan had ze pas een uur later gemerkt. Het rare is dat de voeten 's nachts spontaan gaan tintelen en prikken. Die staan trouwens ook continue strak van het vocht. Verder is het met hart wel redelijk stabiel gebleven.


De benauwdheid maakte haar bang, en dat werd eigenlijk alleen maar meer. Er is zuurstoftherapie voorgeschreven. Eerst was dat alleen maar op bepaalde momenten op de dag nodig, als ze zich had ingespannen. Nu heeft ze al sinds een half jaar meer dan 15 uur per dag zuurstof, via een concentrator, en de dosering is nu 4 liter per minuut, veel meer kan dat apparaat ook niet leveren. Alleen 's nachts mag ze het niet. Ze voelt stress, ze eet daardoor onregelmatig, ze heeft ook vaak geen zin om te eten. Maar met die diabetes moet ze wel en ze eet het dan toch maar op, maar het smaakt werkelijk nergens meer naar.

Ze is zo moe, niet alleen lichamelijk. Ze komt nergens meer en ze heeft eerlijk gezegd ook helemaal geen trek om de deur uit te gaan. De kleine stukjes die ze moet lopen in huis zijn al een hele inspanning.

Dat lopen een kwelling is, komt niet alleen door de benauwdheid, maar ook doordat ze steeds meer pijn in allerlei gewrichten heeft: de knieën, de heupen, de rug, de schouders alles doet pijn.

Ze slaapt nauwelijks meer een nacht goed door. De voeten prikken, ze heeft allerlei hartkloppingen 's nachts, ze slaapt onrustig en 's ochtends heeft ze het gevoel dat ze niet geslapen heeft. Hoofdpijn als een band om haar hoofd. Een gesprek voeren overdag wordt lastig. Ze kan zich niet concentreren. Puzzelen of TV-kijken houdt ze niet vol. Ze raakt de draad kwijt, kan verhalen niet goed volgen. Ze heeft de laatste twee weken het insulinevoorschrift en het controleren van de bloedsuikers niet goed meer gedaan. Ze spuit maar wat op de gok. Haar man is niet in staat om daarin iets te betekenen. De thuiszorg komt nu vier keer per dag.

De thuiszorg vindt de situatie onhoudbaar thuis en schakelt de huisarts in om na te gaan of er een indicatie is voor opname in een verpleeghuis of hospice. De huisarts is het hiermee eens. Het echtpaar komt op de wachtlijst; er komt drie maanden later (per toeval en sneller dan verwacht) opeens een plekje vrij, dat eerst voor een andere echtpaar bestemd was. Maar drie dagen voordat dat echtpaar zou verhuizen overleed een van de partners en toen was er opeens een plaats open. Dat heeft het echtpaar Thijssen aangenomen. Zo verhuizen ze naar verpleeghuis “Het Rustoord”.

Portfolioresultaat

Als resultaat van alles wat je onderneemt bij deze casus moet je in je portfolio het volgende kunnen laten zien:
- Aanpassingen van het zorgleefplan aan de nieuwe situatie van tweede deel casus
- Werkstuk over palliatieve zorg
- Afgetekende vaardighedenlijst

OA 4. Coping

Informatie

Doelstellingen
- Je weet wat coping is
- Je kunt vertellen welke copingstrategieën er zijn en je kunt deze herkennen bij een zorgvrager


Bronnen
Boek: “Voorlichting, advies en instructie”, Thema 4 hoofdstuk 1: Reacties op gezondheidsproblemen
Internet, bijvoorbeeld:
www.medicinfo.nl
www.oncoline.nl - Zoek een ineffective oplossing


Begeleidingsaanbod en taak docent
De docent is beschikbaar voor vragen en zal jullie rollenspellen zijdelings observeren.


Tijdsinvestering op school en thuis
Thuis: 1 klokuur
In les: 1,5 klokuren


Leerresultaat maakt deel uit van de volgende toets
Niet van toepassing

OA 4

Je gaat met je klasgenoten eerst algemene kennis opdoen over coping. Beantwoord met elkaar de volgende vragen:
- Leg in je eigen woorden uit wat je verstaat onder het begrip 'gezondheidsprobleem'

- Wat betekenen de begrippen stoornis, beperking en handicap?
- Leg uit wat er allemaal van invloed is op de manier waarop iemand reageert op een gezondheidsprobleem.
- Noem vijf mogelijke lichamelijke reacties op een gezondheidsprobleem.
- Noem drie mogelijke psychische reacties op een gezondheidsprobleem.
- Leg met behulp van een voorbeeld uit hoe lichamelijke en psychische reacties op een gezondheidsprobleem elkaar kunnen beïnvloeden.
- Leg uit wat afweermechanismen zijn
- Wat zijn copingstrategieën? Werk de mogelijkheden kort uit. Deze heb je straks nodig voor het rollenspel.

Vervolgens gaan jullie aan de slag met rollenspellen. De cliënt is Mw. Thijssen. Zij is, zoals jullie weten, net opgenomen in een verpleeghuis en het valt haar zwaar. Ze gaat langzaam achteruit door de verschillende aandoeningen die ze heeft.

Een van jullie is verzorgende, een de cliënt en een de observator. Deze rollen wisselen jullie drie keer.

In het rollenspel gaat de cliënt steeds een bepaalde copingstrategie laten zien. Door erover te vertellen, of door het overdreven te laten zien. De verzorgende probeert dit te ontdekken en benoemt de strategie. De observator let op de verzorgende en de manier waarop hij/zij het gesprek voert.

OA 5. Palliatieve Zorg

Informatie

Doelstellingen
Je legt in een werkstuk uit wat palliatieve zorg inhoudt.


Bronnen
www.pallialine.nl
www.palliatievezorg.nl

www.palliatief.nl


Begeleidingsaanbod en taak docent
- De docent is beschikbaar voor eventuele vragen.
- De docent geeft schriftelijk feedback op je werkstuk.


Voorschrift of afspraak over het te bereiken resultaat
Een werkstuk van minimaal 5 pagina’s met in ieder geval bovenstaande punten. Dit werkstuk gaat in je portfolio.


Tijdsinvestering op school en thuis
Thuis: 3 klokuren
In les: 3 klokuren


Leerresultaat maakt deel uit van de volgende toets
De eerste integratieve toets na casusboek 2. Dit werkstuk gaat in je portfolio.

OA 5A

Er is steeds meer aandacht in de zorg voor palliatieve zorg. Maar wat houdt die palliatieve fase precies in? Mw. Thijssen heeft een aantal ongeneeslijke aandoeningen. In de casus lees je dat ze langzaam achteruitgaat. De symptomen moeten zoveel mogelijk bestreden worden om haar kwaliteit van leven zo hoog mogelijk te houden. In de komende twee lessen gaan jullie aan de slag met palliatieve zorg.

In dit werkstuk komen in ieder geval de volgende onderwerpen aan bod:

- algemene informatie over palliatieve zorg;
- uitleg over afscheid nemen;
- de verschillende rituelen binnen de palliatieve zorg;
- de rol van de verzorgende.
- wat houdt de palliatieve fase in de casus van Mw. Thijssen in.

Het werkstuk is minimaal 5 pagina’s lang. Zorg voor juiste bronvermelding. Er zijn veel internetsites die informatie geven over palliatieve zorg. Een aantal staan genoemd bij de bronnen.

OA 5B

Je werkt zelfstandig aan het werkstuk. Aan het einde van deze les is het werkstuk af.

OA 6. Omgaan met Angst en Pijn

Informatie

Doelstellingen
Je hebt een uitwerking van de verschillende interventies bij angst en bij pijn


Bronnen
Boeken en internet


Begeleidingsaanbod en taak docent
- De docent zal de groepsvorming begeleiden
- De docent beantwoordt vragen en loopt rond om feedback te geven


Voorschrift of afspraak over het te bereiken resultaat
Informatiemarkt met een korte weergave van de resultaten.
Een informatiemap met alle samenvattingen van de subgroepen.


Tijdsinvestering op school en thuis
Thuis: 3 klokuren
In les: 4,5 klokuren


Leerresultaat maakt deel uit van de volgende toets
De eerste integratieve toets na casusboek 2.

OA 6A

De klas wordt verdeeld in twee groepen. De ene groep behandelt pijn als onderwerp en de andere groep angst. Je groep verdeel je weer in subgroepen. In deze subgroepen gaan jullie de verschillende onderwerpen uitdiepen.

Waar komt de angst of de pijn vandaan? Heb je hier verschillende soorten of gradaties in? Bij welke ziektebeelden die je in het verpleeghuis tegenkomt, komt angst en pijn voor?

Wat kun je als verzorgende doen voor de cliënt in deze situatie?

Welke medicamenten worden er gegeven en welke alternatieven zijn er?

Begin als groep met een mindmap en ga van daaruit verder in het uitwerken van de onderwerpen.

Maak als subgroep een samenvatting van je informatie, zodat de andere studenten deze kunnen nalezen. Er zal een soort informatiemarkt plaatsvinden, waarbij alle studenten hun bevindingen kunnen presenteren.


Indeling:
Alle kleine subgroepjes maken dus een samenvatting van hun informatie.

OA 6B

Bereidt de informatiemarkt voor. Per thema (pijn of angst) heb je 2 kraampjes beschikbaar(tafels). Welke informatie ga je aanbieden en hoe komt dat er uit te zien? Zorg dat je de informatie op flyers beschikbaar hebt zodat je deze kunt uitdelen aan klasgenoten. Maak een schema zodat iedere student even achter het kraampje zit en ook de tijd heef om informatie te halen bij de andere kraampjes.

OA 6C

De informatiemarkt wordt uitgevoerd. Aan het einde van de les wordt de informatiemarkt geëvalueerd en wordt duidelijk wat het jullie voor nieuwe kennis heeft gebracht.

OA 7. Methodisch Werken met een Zorgleefplan (2)

Informatie

Doelstelling
Je kunt het zorgplan van Mw. Thijssen bijstellen op basis van de veranderende zorgbehoeften.


Bronnen
- Boek: Het zorgplan vaststellen. Thema 1 hoofdstuk 1.4.2 De methode SOAP.En Thema 5 hoofdstuk 2 Schriftelijk rapporteren.
www.zorgleefplanwijzer.nl


Begeleidingsaanbod en taak docent
- Begeleiden van studenten bij de schriftelijke rapportage en de uitwerking van het zorgleefplan
- Begeleiden van de gesprekken tussen cliënt en verzorgende
- Schriftelijke feedback op de uitwerking van het zorgleefplan


Voorschrift of afspraak over het te bereiken resultaat
De uitwerking van het bijgestelde zorgleefplan lever je uiterlijk 2 dagen na deze les in bij de docent. Overleg met de docent op welke wijze het zorgleefplan ingeleverd dient te worden. Het bijgestelde zorgpleefplan omvat minimaal 2 A4 met daarin;
- Per domein de huidige vragen, de doelen, de afspraken/acties en de evaluatie (deze komen uit het huidige zorgleefplan die je aan het begin van deze casus hebt opgesteld)
- De rapportage over de kennismaking met Mw. Thijssen
- Per domein de nieuwe vragen, de doelen, de afspraken/acties en de evaluatie.


Tijdsinvestering op school en thuis
Thuis: 2 klokuren
In zelfstandig werken uren: 1,5 klokuren
In les: 1,5 klokuren


Leerresultaat maakt deel uit van de volgende toets
De eerste integratieve toets na casusboek 2. Het zorgleefplan is een portfoliobewijsstuk.

OA 7

Studieactiviteit
Lees ter voorbereiding de aanbevolen literatuur. Zorg dat je een helder beeld hebt van de verschillende stappen die er zijn om op methodische wijze te werken met een zorgleefplan. Fris daarnaast je kennis over de SOAP methode op.


In de les
Mw Thijssen is vanuit de thuissituatie opgenomen in het verpleeghuis. Dat is een heel nieuwe situatie. Wanneer er een zorgleefplan voor thuis wordt gemaakt, is er gemakkelijker zorg op maat te leveren dat in
een instelling. Dit vraagt dus ook een nieuw soort zorgleefplan. Zij moet ook een goed intakegesprek krijgen
zodat zij weet wat de faciliteiten en mogelijkheden, maar ook regels zijn binnen het verpleeghuis.

Jij bent nu een verzorgende in het verpleeghuis.

De zorgbehoefte van Mw Thijssen is veranderd. Ze heeft meer hulp nodig en er zijn meer gezondheidsrisico’s ontstaan.

Je werkt bij deze opdracht indezelfde subgroep als bij de opgave 'Methodisch werken met zorgleefplan –
deel 1'. Werk in deze opdracht weer aan stap 1 en 2.
1. Maak een algemene typering van de cliënt: Hoe wil de cliënt leven? Inventariseer acute zorgbehoeftes en gezondheidsrisico's.
2. Maak afspraken over de ondersteuning waar de cliënt op kan rekenen.

Schrijf daarnaast een rapportage over de binnenkomst van Mw Thijssen in het verpleeghuis. Dus nadat je het eerste gesprek met Mw. hebt gevoerd.

Je kunt hierbij gebruik makenvan de SOAP methodiek die je in het eerste leerjaar hebt geleerd.

Casus Mevrouw Thijssen (deel 3)

Casus

Na opname is mevrouw Thijssen hard achteruitgegaan. Zij komt niet meer uit bed door de benauwdheid. Opzitten aan de rand van het bed is een grote inspanning. De verzorging bestaat uit het hoog nodige. Al het andere kost teveel energie voor mevrouw. Overdag suft ze regelmatig weg. Contact met de omgeving is sporadisch en voor korte momenten. Bij elke zin die ze wil spreken moet ze bijna na elke twee woorden naar adem happen.

De zuurstoftherapie kan volgens de arts niet verder omhoog, ten eerste omdat het geen extra zuurstof in het bloed meer zou opleveren, maar ook omdat er een risico is dat de samenstelling van het bloed te erg zou veranderen en de hersenen zouden gaan opzwellen. De terminale fase lijkt te zijn aangebroken. In een slechtnieuwsgesprek geeft de specialist ouderenzorg informatie aan mevrouw en haar echtgenoot. Hij ziet geen verbetering meer en de resterende levensverwachting is beperkt. Natuurlijk kan de arts niet zeggen hoeveel tijd er nog is. Maar als er nu nog extra complicaties komen, van de longen of het hart, dan zijn er niet veel meer kansen meer.

De arts schrijft medicatie voor om de benauwdheid te bestrijden. Door die medicatie is obstipatie ontstaan. Eten en vooral drinken doet mevrouw echter nauwelijks nog. Van kauwen en slikken wordt ze benauwd. Ze slaapt overdag veel. Af en toe krijgt de verzorging de indruk dat ze in gedachten met beelden bezig is die niet uit de werkelijkheid komen – ze praat verward, kijkt onrustig en angstig door de kamer.

Ze is incontinent voor urine. Echter het materiaal dat gebruikt wordt, wordt nauwelijks meer nat. Bij de verzorging valt op dat de lippen en de tong van mevrouw heel erg droog zijn.

Portfolioresultaat

Als resultaat van alles wat je onderneemt bij deze casus moet je in je portfolio het volgende kunnen laten zien:
- Uitgewerkt stappenplan en evaluatieverslag over een ethisch of professioneel dilemma
- Afgetekende vaardigheidslijst

OA 8. Begeleiden bij Verliesverwerking

Informatie

Doelstellingen
- Je krijgt inzicht in het rouwen van mensen
- Je leert te praten over je gevoelens omtrent deze moeilijke onderwerpen.
- Je krijgt inzicht in de invloed van jouw ervaringen op jouw werk.


Begeleidingsaanbod en taak docent
- De docent bewaakt mede de veiligheid binnen het klaslokaal. Het is persoonlijke informatie die binnen de muren blijft.


Voorschrift of afspraak over het te bereiken resultaat
Schrijf na afloop van de les een A-4tje over je ervaringen binnen deze les. Hoe vond je het om zo’n gesprek te voeren met een klasgenoot. Vond je het moeilijk om erover te praten? Hoe was de sfeer tussen jou en je klasgenoot? Hoe vond je de manier van vragen stellen?


Tijdsinvestering op school en thuis
Thuis: 1 klokuur
In les: 1,5 klokuren


Leerresultaat maakt deel uit van de volgende toets
Niet van toepassing

OA 8

Studieactiviteit
Denk thuis na over je eigen opvattingen, ervaringen en gevoelens rondom verlies, de dood en sterven. Deze zijn van invloed op hoe je zorgvragers kunt begeleiden bij verlies, en het is een belangrijke stap om je hiervan bewust te zijn.

Daarnaast is het heel belangrijk dat je erover kunt praten. Er zullen in je werk soms ook moeilijke gebeurtenissen plaatsvinden, deze moet je in zekere mate kunnen delen met anderen.


In de les
Jullie gaan met elkaar in gesprek en stellen verdiepende vragen over het onderwerp verliesverwerking. Het kunnen lastige en soms emotionele vragen zijn want verliesverwerking is geen makkelijk onderwerp.

De volgende vragen worden als uitgangspunt genomen voor het gesprek, dus daar kun je je op voorbereiden.

1. Wanneer kreeg jij voor het eerst met de dood te maken? Hoe oud was je toen? Wie of wat ging er dood? Welke gevoelens en gedachten riep dat destijds bij je op?
2. Hoe vaak denk je aan de dood, aan sterven? Welke associaties, gedachten en gevoelens roept dat in je op?
3. Welke gevoelens en gedachten heb je met betrekking tot je eigen dood?
4. Geloof jij in een leven na de dood? Hoe ziet dat er dan uit volgens jou?
5. Als jij het voor het zeggen zou hebben: wanneer, waar en hoe zou je dan willen sterven? Waarom zo?
6. Ben je wel eens in de situatie geweest, dat je dacht dat je echt zou sterven? Hoe was dat?
7. Als je huisarts zou weten dat je aan een ongeneeslijke ziekte lijdt en nog maar korte tijd te leven hebt, zou je dat dan willen weten? Waarom wel/niet? Zou je de resterende tijd dan anders willen invullen/doorbrengen dan je leven er nu uitziet? Waarom wel/niet?
8. Als je in je werk te maken krijgt met een zorgvrager die gaat sterven, hoe kunnen deze persoonlijke opvattingen, ervaringen en gevoelens die je zojuist hebt besproken het begeleiden van deze zorgvrager beïnvloeden? Welke knelpunten, mogelijkheden of beperkingen levert dit voor jou op om de zorgvrager goede begeleiding te kunnen bieden?

OA 9. Begeleiden bij Naderende Dood

Informatie

Doelstellingen
- Je weet welke signalen wijzen op een naderend overlijden;
- Je kunt de aandachtspunten bij het verplegen van een stervende zorgvrager uitleggen
- Je weet de aandachtspunten na het overlijden.


Bronnen
Boek: “Begeleiden van zorgvragers”, Thema 6, hoofdstuk 1, paragraaf 1.2 t/m 1.4.


Begeleidingsaanbod en taak docent
- De docent zal jullie kennis ten aanzien van de naderende dood testen en in een onderwijsleergesprek aanvullen.
- De docenten beantwoordt de eventuele vragen


Tijdsinvestering op school en thuis
Thuis: 1,5 klokuren
In les: 1,5 klokuren


Leerresultaat maakt deel uit van de volgende toets
Eerste integratieve toets na casusboek 2

OA 9

Studieactiviteit
Lees uit “Begeleiden van zorgvragers”, Thema 6, hoofdstuk 1, paragraaf 1.2 t/m 1.4. Maak ook de kennisopdrachten op blz 250, vraag 1 t/m 8.


In de les
Je voert met elkaar een gesprek naar aanleiding van jouw ervaringen in de praktijk. Hoe zien jullie wat er is uitgelegd terug op de afdeling waar je stage hebt gelopen? Wat zijn de overeenkomsten en wat zijn de verschillen? Wat vind je daarvan?

In een onderwijsleergesprek wordt er gesproken over de naderende dood. Welke kennis is al aanwezig? Deze wordt aangevuld.

Daarna gaan jullie aan de slag met de casus van Mw. Thijssen. Jullie gaan met elkaar kijken naar de volgende vragen:
- Welke verzorgingspunten en aandachtspunten zijn er in deze fase bij Mw. Thijssen?
- Welke signalen zijn er voor de naderende dood?
- Wat zullen de specifieke wensen zijn van de naasten, dus van bijvoorbeeld de echtgenoot?. Dhr. en mw. Thijssen hebben geen kinderen, maar probeer je ook te verplaatsen in bijvoorbeeld de kinderen van een zorgvrager. Welke informatie zullen ze van je willen hebben?
- Welke verpleegkundige zorg geef je mevrouw Thijssen na het overlijden?
- Wat moet er allemaal geregeld worden op de afdeling als er iemand komt te overlijden?
- Welke nazorg is er voor de familie?

OA 10. Ethiek en Professionele Dilemma's in de Zorg

Informatie

Doelstellingen
- Je bent in staat om een dilemma bespreekbaar te maken en om dit dilemma uit te werken volgens een gegeven stappenplan


Bronnen
- Boek: begeleiden van zorgvragers. Thema 5 hoofdstuk 7 Ethische vragen


Begeleidingsaanbod en taak docent
- De docent geeft informatie over het stappenplan voor de uitwerking van dilemma’s.
- De docent geeft feedback geven op uitwerking van de opdracht
- De docent maakt afspraken over het moment van inleveren van de opdracht.


Do's en don'ts
Don’t: Blijf niet teveel ‘hangen’ in onderwerpen als bijvoorbeeld euthanasie of abortus. Dat zijn inderdaad grote ethische onderwerpen. Maar kijk ook eens kleiner, bijvoorbeeld: Tijdens de koffiepauze wordt een collega uitgebreid besproken of Mw. Thijssen en Dhr. Thijssen maken veel ruzie als jij er bent.


Voorschrift of afspraak over het te bereiken resultaat
Het resultaat is een uitgewerkt stappenplan van een dilemma en daarnaast een verslag over de evaluatiepunten van de opdracht. (zie hierboven) Deze documenten komen in het portfolio.


Tijdsinvestering op school en thuis
Thuis: 1,5 klokuren
In les: 1,5 klokuren


Leerresultaat maakt deel uit van de volgende toets
Het uitgewerkt stappenplan is een portfoliobewijsstuk.

OA 10

Studieactiviteit
Lees uit “Begeleiden van zorgvragers”. Thema 5 hoofdstuk 7: Ethische vragen

Neem ter voorbereiding op deze les twee dilemma’s mee. Een dilemma komt vanuit de casus. Het heeft dus iets te maken met Mw. Thijssen en het andere dilemma komt uit je eigen praktijk.


In de les
Vorm een groep van 4 studenten. Leg de meegenomen dilemma’s naast elkaar een kies een van de dilemma’s om mee verder te werken.

- Werk de ethische vraag of professioneel dilemma uit volgens het stappenplan. (boek Begeleiden van zorgvragers thema 5 hoofdstuk 7)
- Maak een verslag van de uitwerking en vraag feedback van de docent.

In de groep wordt de opdracht geëvalueerd, maak hier notities van voor je reflectieverslag:
- In hoeverre ben je tevreden over het verloop van de (ethische) discussie in je subgroep?
- In hoeverre is je persoonlijke mening voldoende aanbod gekomen?
- Hoe was het om met het methodische stappenplan te werken?
- In welke mate heeft het uitvoeren van deze opdracht bijgedragen aan het kunnen omgaan met ethische vragen in je praktijk?

OA 11. Workshop op Aanvraag

Informatie

Doelstellingen
De studenten geven zelf een onderwerp aan voor de laatste workshop van deze casus. De workshop kan door de docent verzorgd worden, maar nog leuker: samen met de studenten. Gebruik het 'aanvraagformulier' dat in de Wiki staat.


Activiteiten
Nog nader te bepalen


Begeleidingsaanbod en taak docent
Uiterlijk een week voor deze bijeenkomst is er een onderwerp bekend voor deze workshop.


Tijdsinvestering op school en thuis
Thuis: ? klokuren
In les: 1,5 klokuren

Open bestand Aanvraagformulier Workshop

OA 12. Workshop op Aanvraag

Informatie

Doelstellingen
De studenten geven zelf een onderwerp aan voor de laatste workshop van deze casus. De workshop kan door de docent verzorgd worden, maar nog leuker: samen met de studenten. Gebruik het 'aanvraagformulier' dat in de Wiki staat.


Activiteiten
Nog nader te bepalen


Begeleidingsaanbod en taak docent
Uiterlijk een week voor deze bijeenkomst is er een onderwerp bekend voor deze workshop.


Tijdsinvestering op school en thuis
Thuis: ? klokuren
In les: 1,5 klokuren

Open bestand Aanvraagformulier Workshop.pdf

Evaluatie

Denk aan evaluatievragen over
– lessen
– rol van docenten
– samenwerking
– eigen inbreng
– het materiaal

  • Het arrangement Casus 1. Mevrouw Thijssen is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteurs
    Dylan Heldenbergh Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
    Laatst gewijzigd
    2015-08-12 11:10:48
    Licentie
    CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld