Studieactiviteit
Denk thuis na over je eigen opvattingen, ervaringen en gevoelens rondom verlies, de dood en sterven. Deze zijn van invloed op hoe je zorgvragers kunt begeleiden bij verlies, en het is een belangrijke stap om je hiervan bewust te zijn.
Daarnaast is het heel belangrijk dat je erover kunt praten. Er zullen in je werk soms ook moeilijke gebeurtenissen plaatsvinden, deze moet je in zekere mate kunnen delen met anderen.
In de les
Jullie gaan met elkaar in gesprek en stellen verdiepende vragen over het onderwerp verliesverwerking. Het kunnen lastige en soms emotionele vragen zijn want verliesverwerking is geen makkelijk onderwerp.
De volgende vragen worden als uitgangspunt genomen voor het gesprek, dus daar kun je je op voorbereiden.
1. Wanneer kreeg jij voor het eerst met de dood te maken? Hoe oud was je toen? Wie of wat ging er dood? Welke gevoelens en gedachten riep dat destijds bij je op?
2. Hoe vaak denk je aan de dood, aan sterven? Welke associaties, gedachten en gevoelens roept dat in je op?
3. Welke gevoelens en gedachten heb je met betrekking tot je eigen dood?
4. Geloof jij in een leven na de dood? Hoe ziet dat er dan uit volgens jou?
5. Als jij het voor het zeggen zou hebben: wanneer, waar en hoe zou je dan willen sterven? Waarom zo?
6. Ben je wel eens in de situatie geweest, dat je dacht dat je echt zou sterven? Hoe was dat?
7. Als je huisarts zou weten dat je aan een ongeneeslijke ziekte lijdt en nog maar korte tijd te leven hebt, zou je dat dan willen weten? Waarom wel/niet? Zou je de resterende tijd dan anders willen invullen/doorbrengen dan je leven er nu uitziet? Waarom wel/niet?
8. Als je in je werk te maken krijgt met een zorgvrager die gaat sterven, hoe kunnen deze persoonlijke opvattingen, ervaringen en gevoelens die je zojuist hebt besproken het begeleiden van deze zorgvrager beïnvloeden? Welke knelpunten, mogelijkheden of beperkingen levert dit voor jou op om de zorgvrager goede begeleiding te kunnen bieden?