Het is twee jaar later en Mw Thijssen is langzaam maar zeker erg achteruit gegaan.
De diabetes werd steeds moeilijker in te stellen. Ze zat op een gegeven moment op drie injecties per dag. 's Avonds voor het eten een middellang werkend, voor het slapen gaan een langwerkend (Lantus) en 's ochtends weer een korter werkend. Maar daarmee schommelde ze toch wel erg, en zat ze vaak nog hoog. Een keer had ze zelf bij gespoten, toen ze na het middageten de hele tijd hoog zat – ze heeft intussen geleerd om zelf bloedsuiker te prikken. Ze spoot om 15.00 uur en om 16.00 werd ze helemaal niet goed, ze begon te trillen en alles werd wazig. Gelukkig was haar man in de buurt.
Ze loopt wankel, ze zegt dat ze op watten loopt, zo voelt het. Laatst had ze zich gestoten aan haar enkel, maar dat de huid open was gegaan had ze pas een uur later gemerkt. Het rare is dat de voeten 's nachts spontaan gaan tintelen en prikken. Die staan trouwens ook continue strak van het vocht. Verder is het met hart wel redelijk stabiel gebleven.
De benauwdheid maakte haar bang, en dat werd eigenlijk alleen maar meer. Er is zuurstoftherapie voorgeschreven. Eerst was dat alleen maar op bepaalde momenten op de dag nodig, als ze zich had ingespannen. Nu heeft ze al sinds een half jaar meer dan 15 uur per dag zuurstof, via een concentrator, en de dosering is nu 4 liter per minuut, veel meer kan dat apparaat ook niet leveren. Alleen 's nachts mag ze het niet. Ze voelt stress, ze eet daardoor onregelmatig, ze heeft ook vaak geen zin om te eten. Maar met die diabetes moet ze wel en ze eet het dan toch maar op, maar het smaakt werkelijk nergens meer naar.
Ze is zo moe, niet alleen lichamelijk. Ze komt nergens meer en ze heeft eerlijk gezegd ook helemaal geen trek om de deur uit te gaan. De kleine stukjes die ze moet lopen in huis zijn al een hele inspanning.
Dat lopen een kwelling is, komt niet alleen door de benauwdheid, maar ook doordat ze steeds meer pijn in allerlei gewrichten heeft: de knieën, de heupen, de rug, de schouders alles doet pijn.
Ze slaapt nauwelijks meer een nacht goed door. De voeten prikken, ze heeft allerlei hartkloppingen 's nachts, ze slaapt onrustig en 's ochtends heeft ze het gevoel dat ze niet geslapen heeft. Hoofdpijn als een band om haar hoofd. Een gesprek voeren overdag wordt lastig. Ze kan zich niet concentreren. Puzzelen of TV-kijken houdt ze niet vol. Ze raakt de draad kwijt, kan verhalen niet goed volgen. Ze heeft de laatste twee weken het insulinevoorschrift en het controleren van de bloedsuikers niet goed meer gedaan. Ze spuit maar wat op de gok. Haar man is niet in staat om daarin iets te betekenen. De thuiszorg komt nu vier keer per dag.
De thuiszorg vindt de situatie onhoudbaar thuis en schakelt de huisarts in om na te gaan of er een indicatie is voor opname in een verpleeghuis of hospice. De huisarts is het hiermee eens. Het echtpaar komt op de wachtlijst; er komt drie maanden later (per toeval en sneller dan verwacht) opeens een plekje vrij, dat eerst voor een andere echtpaar bestemd was. Maar drie dagen voordat dat echtpaar zou verhuizen overleed een van de partners en toen was er opeens een plaats open. Dat heeft het echtpaar Thijssen aangenomen. Zo verhuizen ze naar verpleeghuis “Het Rustoord”.