Tien dagen geleden is de situatie ernstig verslechterd. Mevr. Thijssen werd ernstig benauwd met wat koorts. Er was een duidelijke 'lagere luchtweginfectie' 'op het randje van de pneumonie' (allemaal aldus de huisarts). Meteen behandeling met antibiotica ingezet. De koorts zakte, de benauwdheid niet. Mevr. Thijssen bleef steeds maar naar adem happen en snakken naar lucht. Er was een opvlamming van de COPD. Opname in het ziekenhuis volgde, en daar is met de daar beschikbare middelen (zuurstof, sterke ontstekingsremming, parenterale luchtwegverwijders) de situatie gestabiliseerd.
De opname kwam als een schok en maakte alles ook ingewikkeld. Door de ziekte en door de behandeling (wie zal het zeggen?) is de glucose totaal ontregeld geraakt, met waarden boven de twintig. Daar was gauw iets op gevonden: overschakelen op behandeling met insuline, een regime van viermaal daags.
Na vijf dagen was mevr. Thijssen voldoende opgeknapt om weer naar huis te gaan. Ze kon in ieder geval weer zonder zuurstof. De prednison was gestopt, de luchtwegverwijders konden weer gewoon geïnhaleerd worden.
Alleen de insuline kreeg ze mee naar huis als voorschrift: de huisarts had de keuze om die insuline door te zetten of weer terug te gaan naar de tabletten.
Trouwens: de hakken van de mevr. waren tijdens opname verdacht blauw-rood aan het verkleuren gegaan. Meer dan dat - de rechter had een blaar. Dat stond ontslag niet in de weg - sterker nog, een reden om vooral naar huis te gaan.
Laatste 'detail': de hele achteruitgang van de gezondheidstoestand heeft het hart geen goed gedaan - de dikke enkels vormen een groter probleem dan eerst. Voorgeschreven bij ontslag is ambulante compressietherapie.Hoe dat dan moet met de blaar op de hak is vers twee, dat is een mooie klus voor de huisarts.
In ieder geval, de thuiszorg komt in beeld, voor de eerste keer bij mevr. Thijssen en haar man. Ze is naar huis gestuurd na een forse dip van haar longen, een stevige benauwdheid; een ontregeling van de diabetes waarvoor ze met insuline 'opgescheept' is komen te zitten (ze kan zelf niet glucose bepalen en injecteren), een verdachte plek op de hakken en een toegenomen oedeem, waarvoor zwachtelen aangewezen is.
Thuiszorg is vanuit ziekenhuis aangevraagd en komt de eerste keer langs.
De huisarts is al langs geweest en heeft de insuline voortgezet, de medicatie nog eens doorgenomen. Het wondje aan de hak heeft een bleek-roze bodem, het wondvocht ruikt niet opvallend en is helder. Hier lijkt mevr., Thijssen aan iets bijzonder vervelends te gaan ontsnappen, als we goed te werk gaan.
Bij binnenkomst is het eerste wat je opvalt (waarom de huisarts dat niet gemeld heeft, is een raadsel) de grotechaos in de huiskamer en de keuken. Dhr. Thijssen heeft het in die week duidelijk niet gered inzijn eentje. Mevr. Thijssen zit in een stoel, met het rechter been hoog. 'Wil je me helpen naar het balkon? Ik heb zo'n zin in een sigaretje'.