LOB 7 Economische dimensie

PORTFOLIO

Plaats in je portfolio de uitwerking van:

  • de startopdracht
  • de portfolio-opdrachten
  • de eindopdracht (bewijzen van uitvoering zoals: documenten, foto's en/of kort verslagje van werkproces en resultaat)

DOEL

Je kunt:

  • een bijdrage leveren aan het arbeidsproces en de arbeidsgemeenschap waar je deel van uitmaakt
  • op passende en verantwoorde wijze als consument deelnemen aan de maatschappij

STARTOPDRACHT

Tijd

50 minuten

 

Doel

Je kunt in eigen woorden begrippen uitleggen m.b.t. economie.

 

Opdracht

Bij de economische dimensie horen begrippen die voor jou misschien onbekend of lastig zijn. Om je daarop voor te bereiden, gaan we eerst aan de slag met een aantal begrippen.

Vorm kleine groepen. Verdeel de begrippen over de groepen.

Zoek op wat de begrippen betekenen. Presenteer in eigen woorden aan de andere groepen de betekenis van de begrippen. Noteer met je groep de begrippen en de betekenissen in een tabel. Mail deze tabel naar de docent. Vermeld de opdracht en jullie namen.

  • arbeid
  • arbeidsverhoudingen
  • bedrijfscultuur
  • obudgetteren
  • collectieve arbeidsovereenkomst
  • consument
  • consumentenorganisatie
  • departement
  • duurzaamheid
  • kapitalisme
  • normen
  • maatschappelijk verantwoord ondernemen
  • vakbonden
  • vakcentrales
  • verzorgingsstaat
  • waarden
  • welvaart
  • welzijn
     

Bekijk het filmpje 'schaarste en kiezen' (duur: 14.53 min., bron: SchoolTV, via www.schooltv.nl, dossier: Economie, schaarste en kiezen).

1. ARBEID

1. Functies van arbeid

Tijd

15 minuten

 

Doel

Je kunt voorbeelden geven van functies van arbeid.

 

Weten

De definitie van 'arbeid' is het verrichten van taken die nut hebben voor de mensen die ze uitvoeren, voor hun naaste omgeving en voor de maatschappij als geheel.

 

 

Als je een taak of je werk uitvoert, dan levert dit voor jou (en voor anderen) iets op. Die opbrengst wordt ook wel 'functie' genoemd. Het gaat dus om de vraag: Waarom is de arbeid die je levert, nuttig voor jou, wat heb jij eraan? Arbeid heeft drie functies:

 
Opdracht

Download en vul in.

2. Waardering van arbeid

Tijd

15 minuten

 

Doel

Je kunt beschrijven wat waardering van arbeid met je doet.

 

Weten

De waardering van arbeid gaat over hoe tevreden iemand is over de arbeid die je levert. Als je hard werkt of je werk goed uitvoert, dan kan het prettig zijn als een ander dit opmerkt en tegen je zegt dat je het goed gedaan hebt.

Bekijk het filmpje 'Waardering van arbeid' (duur: 1.38 min., bron: EDTV, via Youtube)

 

 

Opdracht

Download en vul in.

3. Nut van arbeid

Tijd

10 minuten

 

Doel

Je kunt een standpunt innemen over het nut van arbeid

 

Weten

Bekijk de reclame van de Staatsloterij (duur: 00:31 minuten, bron: youtube).

 

 

Opdracht

Download en vul in.

PORTFOLIO-OPDRACHT 1

Tijd

15 minuten

 

Doel

Je kunt laten zien dat je:

  • de oorzaken van een burn-out onder jongeren begrijpt
  • de gevolgen van werkdruk kent
  • de functies van arbeid kunt koppelen aan werkdruk
 
Weten

Een burn-out (ofwel: emotionele uitputting) komt relatief vaak voor. Volgens onderzoeksbureau TNO-NIPO en het Sociaal en Cultureel Planbureau heeft ongeveer één op de acht werknemers in Nederland hier last van. Het wordt dan ook gezien als een maatschappelijk probleem dat aandacht van de overheid nodig heeft. Het rapport uit 2014 gaat na wat het effect is van emotionele uitputting op de loopbaan van werknemers.

 

 

Lees dit artikel van NOS.nl.
(bron: Jongeren vaker last van burn-out. (2013, 8 april), NOS: economie, geraadpleegd op 09-06-2015)

Voor extra verdieping: lees de publicatie op www.scp.nl, zoekterm: 'burn-out'. Klik op de publicatie 'Burn-out: Verbanden tussen emotionele uitputting, arbeidsmarktpositie en Het Nieuwe Werken' van 02 september 2014.

 

Opdracht

Download en vul in. Mail jouw antwoorden naar je docent. Vermeld de opdracht en je naam in de bestandsnaam.

2. BEDRIJFSCULTUUR EN ARBEIDSVERHOUDINGEN

4. Bedrijfscultuur

Tijd

10 minuten

 

Doel

Je kunt uitleggen hoe de bedrijfscultuur binnen een bedrijf is.

 

Weten

In eerdere thema's heb je geleerd dat bedrijfscultuur een verzamelnaam is voor de dagelijkse gang van zaken binnen een bedrijf. De bedrijfscultuur omvat dus de normen, waarden, rituelen en symbolen die er binnen het bedrijf te vinden zijn.

 

 

Je hebt ervaring met werken, misschien met een (bij-)baan en zeker met het uitvoeren van je BPV tijdens je opleiding. Je hebt dus al een beeld van het werk dat je kunt doen binnen jouw sector. Je hebt waarschijnlijk ook een beeld van de bedrijfscultuur van het bedrijf/de bedrijven waar je werkzaam was.

 

Opdracht

Geef een omschrijving van de bedrijfscultuur van jouw (bij-)baan of BPV-bedrijf. Gebruik minimaal 100 woorden.

Denk aan:

  • Wat zijn de normen (regels) en waarden (idealen) binnen dat bedrijf?
  • Zijn er rituelen die plaatsvinden (vrijdagmiddagborrel, jaarlijks uitstapje, enz.)?
  • Maakt het bedrijf gebruik van symbolen?

5. Arbeidsverhoudingen

Tijd

10 minuten

 

Doel

Je kunt:

  • uitleggen wat arbeidsverhoudingen zijn
  • voorbeelden geven van rechten en plichten uit de Collectieve Arbeidsovereenkomst van jouw sector

 

Weten

Arbeidsverhoudingen gaan over de relaties tussen twee of meer partijen die het via onderhandelingen eens moeten worden over hoeveel je moet werken en hoeveel loon je hiervoor ontvangt. De meest bekende manier om afspraken vast te leggen, is via de Collectieve Arbeidsovereenkomst.

 

 

Opdracht

Denk aan je (bij)baan of BPV-bedrijf. Wat moet jij doen voor je werk om loon te krijgen? Bedenk ook welke onderwerpen besproken worden in de cao. Gebruik hiervoor: www.fnv.nl

Bespreek klassikaal voorbeelden van afspraken die jij met je werkgever hebt gemaakt.

PORTFOLIO-OPDRACHT 2

Tijd

40 minuten

 

Doel

Je kunt een mening vormen over het beleid en de verhoudingen bij kapitalistische bedrijven.

 

Weten

Bekijk een deel van een aflevering van VPRO's Tegenlicht (tot 13:00 minuten)
http://tegenlicht.vpro.nl/afleveringen/2014-2015/nieuwe-wijsheid-semler.html (bron: vpro.nl)

De aflevering gaat over de Braziliaanse topondernemer Ricardo Semler. Hij is succesvol geworden door in zijn bedrijfscultuur het geluk van zijn werknemers voorop te stellen. Zo mogen zijn werknemers zelf hun planning invullen zoals zij dat willen en bepalen zij bijvoorbeeld samen met de directeuren van het bedrijf wat er moet veranderen. Hij zegt dat de mens slimmer dan ooit is, maar niet wijzer is geworden. De economie is ontregeld en de economische crisis is hier een voorbeeld van. Volgens Ricardo Semler heeft het kapitalisme niet geleid tot meer gelijkheid tussen mensen.

Kapitalisme is het maatschappelijk systeem waarbij bedrijven in het bezit zijn van particulieren en niet van de overheid. Een bedrijf streeft naar winst maken en bepaalt zelf wat er met de winst gedaan wordt. De overheid bepaalt de regels waaraan de bedrijven zich moeten houden.


Opdracht

Voer een debat over de volgende stellingen:

  1. Bedrijven moeten minder rekening houden met winst maken en meer rekening houden met de klanten.
  2. Als directeur van een bedrijf moet je je werknemers vooropzetten.
  3. Geld is het belangrijkste in onze maatschappij.

Verdeel de klas in twee groepen waarbij het ene deel het eens is met de stelling en het andere deel het oneens is met de stelling.

Schrijf als groep in tien minuten zoveel mogelijk argumenten op bij jullie standpunt. Doe dit op een groot vel papier. Gebruik bijvoorbeeld internet voor meer informatie.

Na tien minuten gaat de klas in twee groepen (eens en oneens) tegenover elkaar zitten (Lagerhuisdebat). De docent leidt het debat. Als je wilt spreken dan ga je staan en wacht je totdat je spreektijd krijgt van de docent.

Noteer achteraf jouw mening op de stellingen. Onderbouw je mening met goede argumenten. Reflecteer ook op het debat. Gebruik minimaal 50 woorden.

Mail dit naar je docent. Velmeld de opdracht en je naam.

3. BRANCHE-EN VAKORGANISATIES

6. Vakorganisatie

Tijd

10 minuten

 

Doel

Je kunt uitleggen wat een vakorganisatie is.

 

Weten

Vakorganisaties zijn opgericht om op te komen voor de belangen van de werknemer. Denk hierbij aan het ondersteunen van een werknemer als hij een conflict heeft met zijn werkgever en het afsluiten van een aantrekkelijke werknemersverzekering voor al haar leden.

 

 
Opdracht

Kijk klassikaal naar het filmpje over vakorganisaties (bron: YouTube, duur: 1 minuut en 25 sec.).

Voer een klassengesprek over dit onderwerp.

7. Vakbond

Tijd

15 minuten

 

Doel

Je weet welke vakbond zich inzet voor jouw sector.

 

Weten

In Nederland kennen we vier vakcentrales, namelijk FNV, CNV, VCP en ACV. Bij die centrales zijn vakbonden aangesloten. De vakbonden leggen alle verzoeken en wensen die hun leden (werknemers) hebben neer bij de centrale. De centrale gaat vervolgens in overleg met bijvoorbeeld de minister om een nieuwe collectieve arbeidsoverkomst af te sluiten. De centrale neemt alle wensen van de vakbonden mee in dat overleg en probeert er zoveel mogelijk uit te slepen voor de bonden en haar leden. Het voordeel van deze manier van werken is dat een grote organisatie meer voor elkaar krijgt met onderhandelingen bij de overheid van een paar mensen of bedrijven, dan een kleine organisatie of een individu. Een voorbeeld hiervan is de Algemene Onderwijsbond (AOB) die is aangesloten bij de FNV (vakcentrale).

 

 

Opdracht

Download en vul in.

PORTFOLIO-OPDRACHT 3

Tijd

25 minuten

 

Doel

Je laat zien dat je:

  • begrijpt wat je van een vakbond kunt verwachten
  • op een goede manier een probleem kunt voorleggen aan een vakbond

 

Opdracht

Vorm 5 of 6 groepen. Verzin met je groep een situatie die te maken heeft met een probleem op de werkvoer, met de werkgever, collega’s of klanten. Bijvoorbeeld: je bent ontslagen omdat je in drie weken tijd drie keer te laat gekomen bent.

Kies (fictief) de vakbond waar jullie lid van zijn.

Schrijf allemaal een tekst die je zou kunnen mailen naar de vakbond als jij in deze situatie zou zitten. Leg duidelijk uit:

  • wat het probleem is
  • wat de gevolgen zijn voor jou
  • wat voor ondersteuning jij als werknemer verwacht van de vakbond

 

Bespreek jullie mailteksten in de groep. Kom samen tot de beste tekst. Laat de tekst lezen door de docent. Verbeter waar nodig.

Eén leerling uit de groep mailt jullie tekst naar de vakbond. Zet onder aan de mail:

LET OP: Dit is een fictieve situatie. Het gaat om een opdracht uitgevoerd voor Helicon Opleidingen. Het zou heel fijn zijn als u een realistisch antwoord zou willen terugzenden. Hartelijk dank.

Zorg dat je hele groep het antwoord per mail krijgt (doorsturen voor in portfolio). Bespreek het antwoord klassikaal.

4. OVERHEID EN VERZORGINGSSTAAT

8. Verzorgingsstaat

Tijd

10 minuten

 

Doel

Je kunt in eigen woorden uitleggen wat de verzorgingsstaat inhoudt.

 

Weten

De verzorgingsstaat is een sociaal systeem waarin de overheid zich actief bemoeit met het welzijn van de burgers. Welzijn (kwaliteit van leven) is wat anders dan welvaart (levensstandaard). Welvaart kun je zelf goed beïnvloeden, bijvoorbeeld door een opleiding te volgen waardoor je je kansen om later een baan te krijgen vergroot. Maar welzijn wordt meer beïnvloed door de overheid. Zij draagt de verantwoordelijkheid voor goed onderwijs, woonomgeving, werkgelegenheid, enz.

 

 
Opdracht

Waar denk je bij het begrip verzorgingsstaat? Maak samen een woordweb.

Bekijk daarna dit filmpje (bron: YouTube, duur: 3 minuten) over de verzorgingsstaat.

9. Uitkering aanvragen

Tijd

20 minuten

 

Doel

Je kunt laten zien dat je de stappen kent die je moet volgen om een uitkering aan te vragen.


Weten

Mocht je werkloos raken, dan is het prettig om te weten, dat indien je gewerkt hebt, het mogelijk is om een werkloosheidsuitkering aan te vragen. Daar kom je niet zomaar voor in aanmerking, want je moet een bepaalde periode gewerkt hebben. Als je de uitkering krijgt, verwacht de overheid dat je de uitkering zelf aanvraagt.

 

 
Opdracht

Vraag een werkloosheidsuitkering aan. Voer alle stappen uit tot aan het daadwerkelijk aanvragen van de uitkering. Gebruik voor het aanvragen de volgende link: http://www.uwv.nl/particulieren/werkloos/ik-word-werkloos/detail/hoe-vraag-ik-een-ww-uitkering-aan

Noteer welke stappen je precies hebt moeten uitvoeren om zover te komen.

PORTFOLIO-OPDARCHT 4

Tijd

20 minuten

 

Doel

Je kunt:

  • uitleggen wat we bedoelen met inkomsten en uitgaven van de overheid
  • het budget van de overheid over de verschillende departementen verdelen en dit beargumenteren

 

Weten

De inkomsten en uitgaven van de overheid worden beheerd door de verschillende ministeries (departementen). Aan het hoofd van het ministerie staat een minister, daaronder een staatssecretaris. De ambtenaren van het ministerie voeren het beleid uit. Dit zijn de ministeries:

1. Algemene Zaken (Sociale Zekerheid en Arbeidsmarkt)
2. Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
3. Buitenlandse Zaken
4. Veiligheid en Justitie
5. Infrastructuur en Milieu
6. Defensie
7. Economische Zaken
8. Financiën
9. Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Lees hier wat deze ministeries doen.

Bekijk voor de inkomsten en uitgaven van de overheid de miljoenennota 2015 (pagina 2-3).

 

Opdracht

Download en voer de opdrcht uit. Mail je antwoord naar de docent. Vemeld de opdracht en je naam.

5. CONSUMENT EN MARKT

10. De markt

Tijd

15 minuten

 

Doel

Je kunt uitleggen wat de consumentenmarkt inhoudt.

 

Weten

Iedereen die gericht is op het kopen van goederen en diensten voor eigen gebruik is een consument. Je kunt als consument iets kopen op de markt. De markt kun je indelen in twee soorten:

  1. Concrete markt: dit is een werkelijke samenkomst van kopers en verkopers en de handel daartussen.
  2. Abstracte markt: dit omvat het geheel van vraag en aanbod van goederen en diensten en is dus niet gebonden aan een bepaalde plaats. Kopers en verkopers ontmoeten elkaar dus niet. Als er een product of dienst gekocht wordt, ontstaat er een abstracte markt.
     

 
Opdracht

Schrijf in je eigen woorden op wat het begrip 'consumentenmarkt' betekent. Geef twee voorbeelden.

Schrijf in je eigen woorden op wat het begrip 'concrete markt' betekent. Geef twee voorbeelden.

11. Geldtypen

Tijd

15 minuten

 

Doel

Je kunt aangeven welk type consument je bent.

 

Weten

Er zijn verschillende geldtypen. Daarmee bedoelen we niet papieren geld en munten. We bedoelen hiermee dat niet alle consumenten hetzelfde omgaan met geld.

Lees hier over de verschillende geldtypen  (bron: www.edgie.nl).
 

 

Opdracht

Download en voer de opdracht uit.

PORTFOLIO-OPDRACHT 5

Tijd

20 minuten

 

Doel

Je kunt je eigen bestedingspatroon overzien.


Weten

Weet je eigenlijk wel waar jouw geld elke maand aan opgaat of ben je hier eigenlijk niet mee bezig? Voor je zelfstandigheid en je toekomst is het belangrijk dat je je eigen bestedingspatroon overziet. Zo kun je op tijd maatregelen nemen als je bijvoorbeeld meer geld uitgeeft dan dat er binnenkomt.

 

Opdracht

Maak inzichtelijk wat jouw bestedingsgedrag is.

  • Stap 1: Open het werkblad (zie bijlage Bestedingspatroon).
  • Stap 2: Vul op werkblad 1 in welke inkomsten en uitgaven je per maand hebt. Let op: Dit is voor jezelf. Niemand hoeft met je mee te kijken. Kijk zelf ook met niemand mee.
  • Stap 3: Op werkblad 2 worden de gegevens van werkblad 1 automatisch verwerkt in een cirkeldiagram met percentages. Zo kun je zien welk gedeelte van je geld waar naartoe gaat.

Download beide bestanden. Vul eerst de bijlage Bestedingspatroon in. Beantwoord daarna de vragen.

Mail je antwoorden (dus niet de bijlage Bestedingspatroon) naar de docent. Vermeld de opdracht en je naam.

 

6. DUURZAAMHEID

12. Maatschappelijk verantwoord ondernemen 1

Tijd

10 minuten

 

Doel

Je kunt in je eigen woorden uitleggen wat 'Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen' is.

 

Weten

Tegenwoordig richten bedrijven zich in hun beleid steeds meer op Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen.

 

 

Opdracht

Zoek de term Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen op. Schrijf in je eigen woorden op wat het betekent.

Kom samen met de klas tot de beste beschrijving.

13. Maatschappelijk verantwoord ondernemen 2

Tijd

10 minuten

 

Doel

Je kunt voorbeelden bedenken van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen.

 

Weten

Je hoort het regelmatig op het nieuws: toenemende opwarming van de aarde, kinderarbeid in kledingfabrieken in het buitenland, slechte arbeidsomstandigheden voor arbeidsmigranten. Een bedrijf dat verantwoord onderneemt, zorgt ervoor dat dit alles niet gebeurt.

 

 

Opdracht

Ken jij nog meer voorbeelden uit de media die te maken hebben met wel/niet maatschappelijk verantwoord ondernemen?

Bespreek de voorbeelden klassikaal.

PORTFOLIO-OPDRACHT 6

Tijd

45 minuten

 

Doel

Je kunt:

  • kenmerken van maatschappelijk verantwoord ondernemen onderzoeken
  • een mening formuleren over maatschappelijk verantwoord ondernemen

 

Weten

Dit zijn kenmerken van maatschappelijk verantwoord ondernemen:

  • Het bedrijf richt zich op de 3 P’s (Profit, Planet en People).
  • Het bedrijf voert het beleid door in alle bedrijfsprocessen (van inkoop tot marketing).
  • Het bedrijf maakt een afweging tussen de belangen van betrokken personen, bedrijven en organisaties.
  • Het beleid is bij ieder bedrijf anders, omdat het ligt aan bedrijfsgrootte, sector, cultuur van de onderneming en de bedrijfsstrategie.
  • Het beleid dat gevoerd wordt, is een proces en geen eindbestemming.

 

Opdracht

Vorm een viertal. Elke groep krijgt een lege poster (vel papier A3) en een stift.

Kies een groot bedrijf dat aan MVO doet (bijvoorbeeld Albert Heijn, Ikea, Coca-Cola, Douwe-Egberts, McDonald’s Nederland, Nederlandse Spoorwegen, T-Mobile, Rabobank, enz.). Overleg jullie keuze met de docent, zodat elke groep een ander bedrijf kiest.

Noteer in het midden van jullie poster de naam van het bedrijf.

Onderzoek wat het bedrijf doet aan maatschappelijk verantwoord ondernemen. Kijk daarvoor op de internetsite van het bedrijf of op andere internetsites. Zoek op de sites naar MVO of MVO-beleid, typ dat in onder 'zoeken'.

Noteer alle onderdelen van het beleid die te maken hebben met MVO op de poster. Maak er wat passende tekeningen bij en/of maak de letters extra mooi. LET OP: Houd onderaan de poster ruimte over voor de volgende informatie:

  • Vinden jullie dat het bedrijf voldoende doet aan MVO? Wat zou het bedrijf nog meer kunnen doen? Noteer twee voorbeelden.
  • Wat vinden jullie van het beleid van het bedrijf? Geef argumenten.

 

Presenteer jullie poster aan de klas. Maak een foto van de poster voor in je portfolio.

7. CONSUMENTEN-ORGANISATIES

14. Invloed consumentenorganisaties

Tijd

20 minuten

 

Doel

Je kunt aangeven wat de invloed is van consumentenorganisaties.

 

Weten

Je wilt bijvoorbeeld je telefoonabonnement opzeggen bij een provider, maar wordt diverse keren van het kastje naar de muur gestuurd. Of je hebt een boete van het CJIB gekregen, omdat je te snel hebt gereden, maar jij kunt aantonen dat je dat nooit gedaan hebt, omdat je op dat moment op een heel andere plaats was. Klagen lijkt weinig op te leveren. Je komt er maar niet van af; je moet betalen voor het product waar je vanaf wilt of de boete die je onterecht gekregen hebt. De betreffende bedrijven lijken klantenservice niet zo belangrijk te vinden. Wat voor mogelijkheden heb je dan nog? Wie kan je helpen bij zo’n vervelende situatie? Consumentenorganisaties komen op voor de rechten van de consument.

 

 
Opdracht

Kijk naar het filmpje van DWDD/Rambam over malafide (onbetrouwbare/oneerlijke) kaartverkopers (bron: dewerelddraaitdoor.vara.nl, duur: 10 minuten en 36 seconden): http://dewerelddraaitdoor.vara.nl/media/216565
 

  1. Zoek individueel drie verschillende aanbieders op van concert-, festival-, of housepartykaartjes op.
  2. Vergelijk in groepjes de verschillende resultaten. Welke aanbieders zijn volgens jullie onbetrouwbaar en welke niet? Waar zie je dit aan?
  3. Bespreek de resultaten in de klas.

15. Facebookaccount opzeggen

Tijd

10 minuten

 

Doel

Je kunt je Facebookaccount opzeggen.

 

Weten

Facebook is de laatste jaren een aantal maal in het nieuws geweest vanwege vermeende privacy-schendingen. Dat kan een reden zijn om het account op te zeggen. Maar dat blijkt in de praktijk nog best lastig te zijn.

 

 

Opdracht

Bekijk dit filmpje om te zien hoe dat precies in zijn werk gaat (bron: radartv.nl, duur: 3 minuten en 37 seconden):

Bespreek in de klas welke stappen je moet nemen om je Facebookaccount op te zeggen. Wat vinden jullie hiervan?

PORTFOLIO-OPDRACHT 7

Tijd

20 minuten

 

Doel

Je kunt laten zien dat je informatie kunt vinden over organisaties die jou kunnen helpen bij een probleem met een andere organisatie.

 

Weten

Consumentenorganisaties zijn er ten behoeve van de consument. Zo hebben zij bijvoorbeeld een adviserende taak (producten testen, voorlichting geven). Maar wie zijn die organisaties precies? Wat doen ze voor je? Op wat voor manier word je geholpen? Op welke gebieden zijn dit soort organisaties actief?

 

Opdracht

Vorm groepen.

Heeft iemand van jullie een van de onderstaande situaties meegemaakt?

  • een conflict met een winkel over het verkrijgen van garantie voor een product
  • internetfraude

 

Welke consumentenorganisatie had jou toen van dienst kunnen zijn (zoek via Google)? Praat hier in je groep over.

Neem met je groep een groot vel papier en een stift. Beschrijf hierop twee van de besproken situaties. Noteer erbij welke organisatie hierbij van dienst had kunnen zijn.

Kies vervolgens nog drie verschillende consumentenorganisaties waarvan jullie denken dat ze jullie zouden kunnen helpen in een toekomstige situatie. Noteer op het vel de drie organisaties met hun taken. Maak een foto voor in je portfolio.

Presenteer jullie bevindingen aan de andere groepen.

8. MEDIA EN CONSUMENT

16. Beïnvloeden

Tijd

15 minuten

 

Doel

Je kunt verklaren dat ons koopgedrag wordt beïnvloed door bijvoorbeeld de media, of bepaalde verkooptechnieken.

 

Weten

Als consument word je continu beïnvloed door verkopers en marketeers. Dat betekent dat zij invloed hebben op de keuzes die jij maakt als je iets koopt. Heel veel mensen geloven echter dat zij heel bewust keuzes maken als ze iets kopen. Het is dus goed om je bewust te zijn van de manier waarop jij wordt beïnvloed.

 

 
Opdracht

Bekijk dit filmpje tot 0:17 (bron: natgeotv.com).

Bespreek met de klas welke keuze jij zou maken en waarom.

Kijk nu verder tot 1:18. Bespreek met de klas welke keuze je nu zou maken en waarom. Probeer daarbij de keuze uit het eerste deel van het filmpje te vergeten. Welke keuze zou je maken als je voor de eerste keer daar zou binnenstappen?

Bekijk de rest van het filmpje. Wat vind je van deze manier van beïnvloeden door verkopers? Hoe kijk je nu aan tegen aanbiedingen en prijzen? Discussieer hier klassikaal over. De docent leidt de discussie.

17. Herkennen van beïnvloedingsmethodes

Tijd

10 minuten

 

Doel

Je kunt de verschillende beïnvloedingsmethodes herkennen.

 

Weten

Coca-Cola steekt veel tijd en energie in reclames. Waarom? Als de reclame ons beïnvloed, hoe komt dat dan? Wat wil Coca-Cola bereiken met reclames?

 

 

Opdracht

Kijk samen naar deze commercial.

Voer een klassengesprek over beïnvloedingstechnieken die gebruikt zijn in het filmpje.

PORTFOLIO-OPDRACHT 8

Tijd

25 minuten

 

Doel

Je kunt laten zien dat je:

  • de beïnvloedingsmethodes van de media herkent
  • aangeven welke jou beïnvloeden
 
Weten

We kennen zes verschillende manieren om mensen te beïnvloeden (Cialdini). Dit zijn:

  1. Autoriteit
    • George Clooney die koffie aanprijst, mensen hebben daardoor snel een vertrouwd gevoel bij het product.
  2. Sympathie
    • Iemand die dezelfde interesses heeft als jij.
  3. Sociale bevestiging
    • Consumenten die in de markt zijn voor een bepaald product kijken naar wat anderen gekocht hebben. Welke smartphone hebben je vrienden, is dat van invloed geweest op jou?
    • Wat is het meest verkocht, wat zeggen recensies over het product of de verkoper?
  4. Schaarste
    • Mensen voelen zich gedwongen snel te beslissen.  
    • Aanbieding duurt tot bepaalde datum, beperkte voorraad.
  5. Wederkerigheid
    • proeflessen
    • gratis eerste consult
    • relatiegeschenk
  6. Consistentie
    • Mensen willen graag consistent zijn en zo overkomen op anderen.
    • Eerst met een klein verzoek komen, vervolgens een groter verzoek doen. Foot in the door technique.

 

Opdracht

Download en vul in. Mail je antwoorden naar de docent. Vermeld de opdracht en je naam.

 

EINDOPDRACHT

Tijd

60 minuten

 

Doel

Je kunt laten zien dat je:

  • een economisch onderwerp kunt analyseren
  • je mening over een economisch onderwerp kunt beargumenteren
 
Opdracht

Deze periode heb je gekeken naar wat jouw rol binnen ons economisch systeem is. We zijn ingegaan op jouw rol als consument en welke rol de media hierin spelen, wat het nut van arbeid is, wat maatschappelijk verantwoord ondernemen is en hoe je kunt deelnemen aan het arbeidsproces. Je hebt dus bewust gekeken naar de economie om je heen.

De docent vertelt wat jullie gaan doen.

Voorbeelden:

Laat aan je docent zien dat je de doelen bij deze eindopdracht hebt bereikt.

Heb je deze doelen bereikt en is je portfolio op orde? Dan heb je dit LOB-thema behaald.

Werkboek (pdf) + bijlage

  • Het arrangement LOB 7 Economische dimensie is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Janneke Hopman
    Laatst gewijzigd
    2016-07-25 10:54:17
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

    Gebruiksregels Helicon:

    De link naar dit arrangement wordt alleen verspreid onder medewerkers en leerlingen van Helicon.

    Deze link wordt door gebruikers ook niet doorgestuurd naar anderen.

    In dit arrangement is zoveel mogelijk gebruik gemaakt van eigen teksten en afbeeldingen en/of copyrightvrije teksten en afbeeldingen.

    Er is geprobeerd om gebruikstoestemming te krijgen voor afbeeldingen en teksten die (mogelijk) niet copyrightvrij zijn.

     

    Auteur:               Bram de Jong, Daan van Rossum

    Projectleider:       Karin Elferink

    Eindredactie:       Janneke Hopman

    Uitgever:             Helicon Opleidingen

    Versiedatum:       21-07-'15

     

    Er is gebruikgemaakt van de adviezen van Heliconteam Den Bosch en de werkgroep SLB.

     

    Bronnen:

    Economisch burgerschap, module 2014/2015, docententeam Economie Helicon Den Bosch

    Ik als kritische consument, module 2013/2014, Job Oomen en Bram de Jong, LOB Helicon Den Bosch

    Arbeid, bedrijf en maatschappij, Dr. A.L. Mok (zesde druk, Noordhoff Uitgevers Groningen|Houten)

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Voor developers

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.