PORTFOLIO
Plaats in je portfolio de uitwerking van:
- de startopdracht
- de portfolio-opdrachten
- de eindopdracht (bewijzen van uitvoering zoals: documenten, foto's en/of kort verslagje van werkproces en resultaat)
DOEL
Je kunt:
- je eigen politieke mening onderbouwen
- het Nederlandse rechtssysteem beschrijven en toepassen
- kennis over de EU koppelen aan jouw eigen vakgebied
STARTOPDRACHT
Tijd
1 uur
Doel
Je kunt:
- basisbegrippen van politiek-juridisch burgerschap herkennen
- politiek-juridische basisbegrippen in eigen woorden uitleggen
Weten
Soms hebben politieke beslissingen weinig met jouw leven te maken. Maar een politieke beslissing kan ook je hele leven op zijn kop zetten. Met je politieke stem heb je invloed op wat er in ons land wordt geregeld en besloten. De keuzes die jij maakt, kunnen dus invloed hebben op de toekomst. Roep niet meteen: "Ja dat vindt ik ook!", of: "Als die partij het zegt, zal het wel zo zijn!", of: "Oh, wat van die partij komt, is altijd onzin!" Het is belangrijk dat je jouw keuzes bewust maakt. Beargumenteer altijd je mening. Zorg dat je weet waar het over gaat.
(1) Kennisquiz
Download (naar keuze uitprinten) en vul in.
(2) Rechtsstaat en rechtssysteem
Download (naar keuze uitprinten) en vul in.
(3) Europese Unie
Download (naar keuze uitprinten) en vul in.
1. POLITIEK
1. Politieke partijen in Nederland
Tijd
20 minuten
Doel
Je kunt:
- de huidige Eerste en Tweede kamer van de Nederlandse politiek in kaart brengen
- benoemen wie de belangrijkste politieke partijen en bijbehorende personen zijn
Weten
Vanaf 18 jaar mag iedere Nederlander stemmen. Om te kunnen stemmen moet je wel weten welke politieke partij bij jou past.
Opdracht
Download en vul in.
2. Progressief of conservatief en standpunten
Tijd
30 minuten
Doel
Je kunt:
- het verschil tussen progressieve en conservatieve partijen in eigen woorden benoemen
- de belangrijkste actuele standpunten van de grootste politieke partijen benoemen
Weten
Progressieve partijen richten zich op vernieuwing en vooruitgang. Ze benadrukken de problemen in de samenleving en streven naar het aanpakken van deze problemen. Ze willen dus vooruit, met de tijd meegaan en veranderen.
Conservatieve partijen zijn behoudend. Ze geloven niet of nauwelijks in de maakbaarheid van de samenleving en benadrukken datgene wat al is bereikt. Deze partijen vinden dat het moet blijven zoals het nu is.
Elke partij heeft eigen standpunten. In de politiek hebben standpunten te maken met onderwerpen uit de samenleving en de rest van de wereld. De partij geeft aan hoe zij denkt over het onderwerp en hoe zij het zou willen aanpakken.
Opdracht
Download en vul in.
PORTFOLIO-OPDRACHT 1
Tijd
1 uur op school + verder uitwerken thuis
Doel
Je kunt laten zien dat je:
- je eigen standpunten kunt verwoorden op het gebied van politiek
- politieke begrippen kunt toepassen
- je politieke keuzes kunt beargumenteren
Weten
Binnen Nederland mag iedereen van 18 jaar of ouder een politieke partij oprichten. Je verzamelt dan mensen die jouw mening delen. Er komt een naam en een logo en een lijst met jullie belangrijkste standpunten. Afhankelijk van deze standpunten is jullie partij meer links, rechts of een middenpartij. Als je een partij hebt opgericht, kun je gekozen worden bij verkiezingen. Zo kun je in de tweede kamer terechtkomen. Een goede campagne is nodig om zoveel mogelijk stemmen te krijgen. Politieke partijen trekken kiezers door op straat en via media hun standpunt te uiten over actuele onderwerpen. Zij gaan in gesprek met mensen op straat, geven pitches, toespraken en houden debatten.
Opdracht
Laat de leerlingen groepen vormen van drie tot vijf personen. Elke groep krijgt twee grote vellen papier en stiften.
Richt met je groep een nieuwe politieke partij op:
- Kies een leider. Doe dit zo democratisch mogelijk.
- Praat met jullie groep over wat jullie belangrijk vinden: Waar moet de politiek volgens jullie over praten?
- De leider noteert op een groot vel papier jullie vijf belangrijkste standpunten.
- Formuleer samen wat jullie willen bereiken met deze standpunten (dit hoeft niet op de poster te staan).
- Kies een naam en een logo voor jullie partij.
- Zijn jullie een linkse partij, een rechtse partij of een middenpartij?
- Zijn jullie progressief of conservatief? Past dit bij jullie naam?
- Welke kleur zijn jullie? Past dit bij jullie logo?
- Maak een verkiezingsposter (op papier of digitaal).
Presenteer jullie partij met jullie standpunten aan de andere groepen. Gebruik jullie verkiezingsposter. Maak foto's voor in je portfolio.
Voor welke partij zou jij kiezen (kies niet je eigen partij)? Waarom? Welke partij kreeg de meeste stemmen in de klas? Wat is daarvoor de reden denken jullie?
LET OP: Huiswerkopdracht voor volgende les
Zoek in de krant of op het internet een actuele gebeurtenis waar ons rechtssysteem mee te maken heeft. Neem dit artikel mee naar de eerstvolgende les.
2. RECHTSSTAAT
3. Actualiteit
Tijd
30 minuten
Doel
Je kunt:
- politieke besluitvorming herkennen in de media
- je eigen mening vormen over de actualiteit
Weten
De rechtsstaat is een onderdeel van politieke besluitvorming. De kranten en het internet staan alle dagen vol met artikelen die te maken hebben met politieke besluitvorming. Het leven van een groep mensen of een individu kan positief of negatief veranderen door een politieke beslissing. Denk bijvoorbeeld aan veranderingen m.b.t. een uitkering, de belasting of de zorg. Door de media kun je op de hoogte blijven van politieke beslissingen en de invloed die ze kunnen hebben op jouw leven of mensen in jouw omgeving.
Opdracht
Vertel in het kort waar het artikel dat jij hebt meegenomen, over gaat.
Kies met je klas twee of drie artikelen uit. Formuleer bij elk artikel een stelling. De docent noteert elke stelling op een groot vel papier of bord.
Verdeel de klas in twee groepen, waarbij het ene deel het eens is met de stelling en het andere deel het oneens is met de stelling.
Schrijf als groep in tien minuten zoveel mogelijk argumenten op voor 'eens'. Doe dit op een groot vel papier. Gebruik bijvoorbeeld internet voor meer informatie.
Schrijf als groep in vijf minuten zoveel mogelijk argumenten op voor 'oneens'. Doe dit op een groot vel papier. Gebruik bijvoorbeeld internet voor meer informatie.
Na tien minuten kiest de docent welke groep 'eens' en welke groep 'oneens' is.
De klas gaat in twee groepen (eens en oneens) tegenover elkaar zitten (Lagerhuisdebat). De docent leidt het debat. Als je wil spreken, dan ga je staan en wacht je totdat je spreektijd krijgt van de docent.
4. Boetespel
Tijd
30 minuten
Doel
Je kunt inzicht tonen in wet- en regelgeving in het dagelijks leven.
Weten
De Nederlandse overheid stelt ieder jaar de boetenorm vast, dit is de hoogte van de boetes voor kleine vergrijpen. Bij ernstigere strafbare feiten bepaalt de rechter de hoogte van de boete of stelt een andere straf in. De politiek geeft aan wat strafbaar is, de rechter spreekt uiteindelijk de straf uit.
In Nederland mag alleen een rechter straffen. Een agent mag zelf geen straf uitspreken maar mag wel een strafbaar feit vaststellen en een strafvoorstel doen. Een boete is dus
eigenlijk een voorstel: "Geef jij mij een bepaald bedrag dan laten wij de zaak niet voor de rechter komen."
De boete die de rechter uitdeelt, is vaak hoger dan de boete die de politie uitdeelt. Toch laten sommige mensen hun zaak liever voor de rechter komen (bijv. omdat ze vinden dat er verzachtende omstandigheden zijn waardoor de boete onterecht is, of omdat ze vinden dat zij het niet gedaan hebben). De rechter is het hier soms mee eens.
Als je de boete van de politie betaalt, krijg je geen strafblad. De politie mag alleen een boete aanbieden bij overtredingen en kleine misdaden. Grotere komen voor de rechter. Dat gaat zo:
- De politie verzamelt informatie, hoort de verdachte en getuigen en kijkt wat er precies gebeurd is. Hier maken ze een zogenaamd proces-verbaal van.
- Het proces-verbaal wordt naar de officier van justitie verstuurd, hij gaat de zaak verder onderzoeken in een opsporingsonderzoek. Hij hoort dan weer de verdachte en belangrijke getuigen.
- Wanneer de officier van justitie genoeg bewijzen heeft verzameld, stuurt hij het dossier naar de rechter. Hij moet tijdens een rechtszaak vaststellen of een verdachte echt schuldig is.
Opdracht
Download (naar keuze uitprinten) en vul in.
5. Rechtssysteem
Tijd
1 uur
Doel
Je kunt:
- de belangrijkste personen in het Nederlands rechtssysteem noemen
- uitleggen hoe een rechtszaak in zijn werk gaat
Weten
Download TeRecht. Bekijk de strip en lees de tekst.
Opdracht
Praat samen over het verhaal in de strip. Wat maakt dit in je los?
Leg in eigen woorden uit hoe het Nederlandse rechtssysteem eruitziet en wie er aanwezig zijn bij een rechtszaak. Typ dit in een Wordbestand of gebruik pen en papier.
PORTFOLIO-OPDRACHT 2
Tijd
1 uur
Doel
Je kunt laten zien dat je inzicht hebt in de gang van een rechtszaak.
Weten
Download en lees samen de Casus Rechtszaak: De kleine bommenlegger.
Opdracht
Verdeel de rollen. Bereid jezelf in tien minuten voor op je rol.
Speel de rechtszaak na. De docent begeleidt waar nodig. Maak aantekeningen waar nodig (voor een artikel over deze zaak).
Schrijf na afloop thuis een artikel over deze rechtszaak. Houd je aan de feiten. Noteer onder aan het artikel jouw mening over het verloop van de zaak en over de uitspraak. Geef ook jouw mening over straffen in Nederland. Zet er steeds duidelijk bij waar het gaat om jouw mening.
Bij afwezigheid van deze zaak bezoek je een rechtbank en schrijf je hierover een verslag.
3. INTERNATIONALISERING EN WERELDBURGERSCHAP
6. Nederland als handelspartner
Tijd
1 uur
Doel
Je kunt:
- benoemen welke invloed de EU heeft op Nederland
- uitleggen wat de EU doet
- uitleggen waarom wetten en regels in Nederland niet in alle landen gelden
- beschrijven wat het belang is van internationale handel
Opdracht
Download de kaart en print uit. Kleur de landen waar jij ooit geweest bent.
Download opdracht 6b. en vul in.
7. Baas van de EU
Tijd
20 minuten
Doel
Je kunt:
- je eigen mening verwoorden en onderbouwen
- je kunt je inleven in de Europese politieke besluitvorming
Opdracht
Als jij een dag de baas was van de EU, welk onderdeel van de politieke agenda zou jij dan als eerste aanpakken? Wat zou jij eraan willen veranderen?
Noteer voor jezelf:
- een korte omschrijving van het onderwerp
- minimaal vijf argumenten waarom je dit onderwerp zou aanpakken
- hoe je dit zou aanpakken
Ga in viertallen in gesprek over wat jullie willen aanpakken/veranderen en probeer het met elkaar eens te worden.
8. Samenwerken na de crash
Tijd
40 minuten
Doel
Je kunt uitleggen wat samenwerking te maken heeft met de politiek.
Opdracht
Lees samen de situatie:
Jullie klas is op weg gegaan voor een teambuildingsweek in de binnenlanden van Chili in Zuid-Amerika. Helaas crasht jullie kleine vliegtuig. Jullie komen terecht in het bergachtige regenwoud van Chili, ergens tussen de 100 en 500 km verwijderd van de bewoonde wereld. Radiocontact is 1 uur vóór de crash verloren gegaan, dus de reddingsdiensten weten niet precies waar ze jullie moeten zoeken. Het is nog winter op het zuidelijk halfrond (sneeuw, temperaturen rond het vriespunt), maar jullie dragen alleen vrijetijdskleding. Gelukkig is, behalve wat snijwonden, schaaf- en blauwe plekken en wat gebroken armen en benen, niemand zwaar gewond geraakt. Het vliegtuigje staat in brand en jullie hebben slechts kort de tijd om wat spullen uit het vliegtuig te halen. Behalve de kleding die je nu draagt, heb je niets anders bij je, dus ook geen jas. Het is mogelijk dat je bereik hebt met je mobiele telefoon, maar dit is zeer onwaarschijnlijk.
Doel van het spel: Jullie doel is om als team te overleven totdat jullie gered worden. Kies van de lijst op de volgende pagina maximaal 10 voorwerpen die je uit het vliegtuig wilt halen (delen of gedeeltes van onderdelen meenemen is niet toegestaan). Dit moet snel gebeuren, omdat alles wat nog in het vliegtuig aanwezig is gaat verbranden.
Volgorde van het spel: Eerst heb je 5 minuten de tijd om voor jezelf (dus zonder overleg met anderen) jouw eigen lijst te maken van wat het team mee zou moeten nemen uit het vliegtuig. Noteer dit voor jezelf op een kladblaadje.
Vorm vijftallen. Kom met je groepje in 15 minuten tot overeenstemming over de lijst met voorwerpen.
Wijs een woordvoerder aan en licht de teamlijst toe aan de andere groepen.
Lijst:
- 6 doosjes met lucifers
- rol plastic zeil: 3 m x 2 m
- 1 krat Grolsch bier
- 1 fles brandy
- 1 krat met bronwater (12 liter totaal)
- kleine gereedschapskist met hamer, schroevendraaier-set, zaag en spijkers
- kist met noodsignaal lichtkogels
- kleine EHBO-koffer met pleisters, bandage, ontsmettingsmiddel, schaartje en pijnstillers.
- tri-band mobiele telefoon met infrarood zender en een half opgeladen batterij
- transistor radio
- tank met vers water (50 liter)
- doos met 36 x 50 g chocoladerepen
- schep
- een kleine handbijl
- handwapen met een magazijn met 20 kogels
- 20 m nylon touw
- doos met 24 x 20 g zakjes pinda’s
- tas met 10 kranten en 25 tijdschriften
- doos met zakdoekjes
- zak met 20 appelen
- elektronische rekenmachine
- laptop met modem en onbekende software, en accu (onbekend hoe vol)
- opblaasbaar vierpersoons reddingboot
- tas met 5 volleyballen
- kompas
- grote spuitbus met insectenkiller
- notitieboek en pen
- doos met 5 roze, warme truien van het merk Barbie
- geschenkenpakket met fles champagne, doos met luxe biscuits, doos met gehakttaartjes, een blikje kaviaar zonder ringopening en een kerstmispudding
- reisspelletjesdoos met schaak, backgammon en een kaartspel
- naaidoos
- fluitje
- zaklamp
- doos met 50 nachtkaarsen (brandduur 6 uur)
- zak met 6 grote dekens
Belangrijk: er is niet één goede lijst, er zijn geen foute of goede keuzes. Neem datgene mee wat jíj belangrijk vindt.
Evalueer achteraf individueel. Download en vul in.
PORTFOLIO-OPDRACHT 3
Tijd
1 uur
Doel
Je kunt laten zien dat je:
- op de hoogte bent van de invloed en onderwerpen waarover de EU beslissingen neemt
- vakkennis bezit die verder gaat dan de grenzen van Nederland
Weten
Ieder beroep heeft direct of indirect te maken met de Europese Unie. Hoe wordt jouw vak beïnvloed en wat wordt er voor jouw toekomstige beroep op Europees niveau besloten?
Opdracht
Zoek uit wat op Europees niveau besloten wordt over jouw vakgebied. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de melkquota voor boeren. Hoe komt de besluitvorming terug in jouw toekomstig vak en welke invloed kun je hier zelf op uitoefenen?
Beschrijf je bevindingen kort op in Word. Lever in bij de docent.
EINDOPDRACHT
Tijd
1 uur
Doel
Je laat zien dat je:
- je eigen politieke mening kunt onderbouwen
- het Nederlandse rechtssysteem kunt beschrijven en toepassen
- kennis over de EU kunt koppelen aan jouw eigen vakgebied
Opdracht
Lees een krantenartikel over een maatschappelijk vraagstuk dat direct of indirect te maken heeft met jouw vakgebied. Maak een kopie voor in je portfolio. Mogelijke onderwerpen:
- duurzaamheid
- veiligheid
- internationalisering
|
- ondernemerschap
- interculturaliteit
- levensbeschouwing
|
|
De docent vertelt wat jullie hiermee gaan doen.
Voorbeelden:
Laat aan je docent zien dat je de doelen bij deze eindopdracht hebt bereikt.
Heb je deze doelen bereikt en is je portfolio op orde? Dan heb je dit LOB-thema behaald.
Werkboek en bijlagen (PDF)
De antwoorden van Startopdracht 1 t/m 3 zijn voor docenten te vinden op Vibe en zijn uitgereikt aan de vertegenwoordigers van de vestigingen in de werkgroep LOB.
Actuele wijzigingen
- 04-01-21 * JH * Co-auteur toegevoegd *
- 04-01-21 * BJ *
STARTOPDRACHT 1 Kennisquiz
