Welkom
Uitleg
BPV en SLB
Voor je studie is het belangrijk dat je groei doormaakt, zowel in persoonlijke ontwikkeling als in vaardigheden op het bedrijf. Beide ontwikkelingen worden getest d.m.v. opdrachten op school en op de werkplek.
Regelmatig zal je een coachgesprek voeren en zullen deze ontwikkelingen in dat gesprek besproken worden.
Tijdens de BPV voer je een aantal opdrachten om te kunnen laten zien wat je kan. Je praktijkopleider zal deze opdrachten beoordelen en je BPV-begeleider van school zal samen met jou en je praktijkopleider in gesprek gaan over jouw functioneren.
- In het eerste jaar moet je groei kunnen laten zien maar hoeven nog niet alle kerntaken voldoende ( score 3 ) te zijn.
- De minimale te behalen scores zie je in onderstaande tabel.
- In leerjaar 2 moet je voldoen aan score 3 op minimaal 5 kerntaken om je BPV te behalen. Dan zit je op diplomeringsniveau.
- Alle SLB-opdrachten moeten gemaakt en ingeleverd zijn bij de coach.
Succes met een mooie schoolcarrière! Bij vragen raadpleeg altijd je coach! Loop je vast in je studie, mag je altijd contact opnemen met de decaan en contactpersoon mevrouw Buckx op i.buckx@helicon.nl
In de link hieronder vind je het beoordelingsformulier van de BPV: beoordelingsformulier
|
Leerjaar 1
|
1. Voert gemechaniseerd loonwerk uit
|
Score
|
|
Eind leerjaar 1
|
Maximaal 2 kerntaken
|
0 of 1
|
| |
Minimaal 2 kerntaken
|
2
|
| |
Minimaal 1 kerntaak
|
3
|
| |
|
|
| |
2. Voert onderhoudswerkzaamheden uit aan de machines
|
|
| |
Minimaal 1 kerntaak
|
2
|
| |
|
|
|
Eind leerjaar 2
|
1. Voert gemechaniseerd loonwerk uit
|
|
| |
Minimaal 5 kerntaken
|
3
|
| |
|
|
| |
2. Voert onderhoudswerkzaamheden uit aan de machine
|
|
|
|
Minimaal 1 kerntaak
|
3
|
Eerste jaar SLB
Het eerste leerjaar
In het eerste leerjaar is SLB er vooral op gericht dat de deelnemer de volgende vragen kan beantwoorden:
− Is dit de juiste studie voor mij?
− Weet ik waar ik goed en minder goed in ben?
− Heb ik zicht op het beroepenveld?
− Vind ik de studie leuk, interessant, passen bij mijn competenties?
− Hoe werk ik efficiënt en effectief, zowel zelfstandig als in een project?
In de eerste periode van het eerste leerjaar moet vooral reflectie centraal staan. Daarbij staan de volgende doelstellingen centraal:
− Het ontdekken van interesses (ben ik wel geïnteresseerd in dit beroep?)
− Het ontdekken van capaciteiten (waar ben ik goed in en waar schiet ik tekort?)
− Het ontdekken van wensen en ambities (wat wil ik doen, wat vind ik belangrijk, wat zijn mijn eigen ‘thema’s’: met mensen omgaan, computers, in de commercie enzovoort)
− Leren meedenken over de eigen traject- of routeplanning van de opleiding.
De deelnemer zal dus een studie(loopbaan)plan moeten opstellen. De taak van Studieloopbaanbegeleiding is de deelnemer door middel van coaching en door middel van instructie en uitleg, te helpen met deze eerste stappen in reflectie, motivatieversterking en het zelf opstellen van een studieloopbaanplan.
Aan het einde van de eerste fase (1e leerjaar) is de deelnemer in staat om het volgende uit te voeren:
− Een lijst maken met sterke en zwakke punten van zichzelf
− Het belang toelichten van zijn leerdoelen
− De leerdoelen smart formuleren
− Inzet tonen bij het werken aan de leerdoelen
2
− Aandachtspunten en acties formuleren m.b.t. studievoorgang, studieplanning en studieaanpak.
− Portfolio samenstellen van zijn kennen en kunnen
− Persoonlijk ontwikkelingsplan (POP) opstellen van competenties en leerdoelen
− Reflecteren op het werken aan zijn leerdoelen en aan de beroepsproducten
− Opdrachten maken en feedback verwerken van SLB ‘er bij de volgende portfolio-opdrachten
Kerntaken SLB
Kerntaak 1: Benoemt zijn eigen ontwikkeling en gebruikt middelen en wegen om daarbij passende leerdoelen te bereiken
1.1 Benoemt leerdoelen voor de eigen ontwikkeling.
1.2 Inventariseert geschikte manieren van leren.
1.3 Kiest bij de situatie en bij zichzelf passende manieren van leren.
1.4 Plant zijn eigen leerproces en voert het uit.
1.5 Evalueert de gekozen manier van leren.
Kerntaak 2: Stuurt de eigen loopbaan
2.1 Reflecteert op eigen kwaliteiten en motieven
2.2 Onderzoekt welk werk er is en wat bij hem past.
2.3 Stuurt de eigen loopbaan en onderneemt acties die daarbij nodig zijn.
Kerntaak 3: Participeert in het politieke domein, in besluitvorming en beleidsbeïnvloeding
3.1 Oriënteert zich op onderwerpen waarover politieke besluiten genomen worden.
3.2 Vormt een eigen mening.
3.3 Onderneemt acties naar aanleiding van gemaakte keuzen.
Kerntaak 4: Functioneert als werknemer in een arbeidsorganisatie
4.1 Gedraagt zich als werknemer bij het uitvoeren van het werk.
4.2 Maakt gebruik van werknemersrechten.
4.3 Stelt zich collegiaal op.
Kerntaak 5: Functioneert als kritisch consument
5.1. Oriënteert zich op de consumentenmarkt en houdt rekening met eigen wensen en mogelijkheden.
5.2. Onderneemt acties om producten en diensten aan te schaffen.
Kerntaak 6: Deelnemen in allerlei sociale verbanden en respectvol gebruiken van de openbare ruimte
6.1. Neemt deel in diverse sociale verbanden en leeft in de openbare ruimte.
6.2. Voert activiteiten uit voor de leefbaarheid van zijn sociale omgeving.
Kerntaak 7: Zorgt voor de eigen gezondheid (vitaal burgerschap)
7.1 Zoekt informatie over een gezonde leefwijze.
7.2 Beslist op basis van informatie en handelt ernaar.
7.3 Onderneemt activiteiten om de gezondheid te bevorderen.
Kerntaken BPV
|
Kerntaak
|
Werkproces
|
U1
|
|
Kerntaak 1:
Voert gemechaniseerd loonwerk uit
|
|
1.1 Bereidt opdracht voor
|
x
|
|
1.2 Organiseert eigen werkzaamheden
|
x
|
|
1.3 Rijdt met machines en werktuigen naar de uitvoeringslocatie
|
x
|
|
1.4 Bereidt uitvoeringslocatie voor
|
x
|
|
1.5 Voert gemechaniseerde werkzaamheden uit
|
x
|
|
1.6 Rondt opdracht af
|
x
|
|
Kerntaak 2:
Voert onderhoudswerkzaamheden uit aan machines
|
|
2.1 Voert periodiek onderhoud uit
|
x
|
Periode 1
SLB opdracht 1
SLB - opdracht 1
Maak voor deze periode de competentiescan.
Deze scan wordt gebruikt om een coach gesprek te voeren en te kijken naar je sterke kanten en waar je uitdagingen liggen. Sla hem op onder VIBE.
Tijdens coachgesprekken wordt er ook gekeken hoe het op het bedrijf gaat, daar wordt onderstaand document voor gebruikt.
Kerntaak 1:
Benoemt zijn eigen ontwikkeling en gebruikt middelen en wegen om daarbij passende leerdoelen te bereiken
1.1 Benoemt leerdoelen voor de eigen ontwikkeling.
1.2 Inventariseert geschikte manieren van leren.
1.3 Kiest bij de situatie en bij zichzelf passende manieren van leren.
1.4 Plant zijn eigen leerproces en voert het uit.
1.5 Evalueert de gekozen manier van leren.
BPV-opdracht 1
BPV opdracht
Opslaan onder VIBE!
1.1 Bedrijfsverkenning
1.1.1 Omschrijf de geschiedenis van je BPV-bedrijf (vertel iets over het ontstaan van het
bedrijf)
1.1.2 Omschrijf de functies en bijbehorende verantwoordelijkheden van de mensen die nu
bij je BPV-bedrijf werken.
1.1.3 Maak een plattegrondtekening van het totale bedrijfsoppervlak van je BPV-bedrijf.
Geef ook aan waar eventuele afdelingen of ruimten zich bevinden. Maak gebruik van
een legenda. En geef de hoofdmaten op, zodat je kunt zien hoe groot het bedrijf is.
1.1.4 Maak een plattegrondtekening van de werkplaats. Geef op de tekening globaal aan
welk gereedschap aanwezig is en maak hiervan een korte omschrijving. Maak gebruik
van een legenda. Incl. hoofdmaten.
1.2 De afhandeling van een opdracht
1.2.1 Welke medewerker(s) van je BPV-bedrijf staat meestal de klanten te woord? Op
welke manier doet hij dat?
1.2.2 Je BPV-bedrijf voert allerlei loonwerkopdrachten uit voor klanten. Hoe wordt dit
vastgelegd? Denk hierbij aan opdrachtomschrijving, offerte, nazorg.
1.2.3 Wie bepaalt wanneer, door wie en op welke wijze de machines ingezet worden?
1.2.4 Wie maakt de factuur van de loonwerkopdracht en op welke wijze gebeurt dit?
Periode 2
SLB opdracht
Test jouw zelfbeeld
Download en vul in.
Sla op met je naam en de opdracht in de bestandsnaam.
Bespreek jullie bevindingen in de groep.
STARTOPDRACHT 1
Kwaliteiten en ontwikkelpunten
Download en vul in.
Sla op met je naam en de opdracht in de bestandsnaam.
Bespreek jullie bevindingen in de groep.
STARTOPDRACHT 2
BPV-opdracht 2
Opdrachten 1.1 t/m 1.7
- Geef uitvoerig antwoord op de vragen
- Maak steeds foto’s tijdens de uitvoering van de verschillende opdrachten en voeg deze toe aan je verslag.
- Maak van de werkbonnen kopieën en voeg deze ook toe.
- Zorg voor correcte spelling en grammatica.
- Gebruik lettertype Arial, Calibri of Verdana, tekengrootte 11. Kopjes zijn 11 bold (=vet) en hoofdstukken tekengrootte 14 bold (=vet)
1.1. Bereidt de opdracht voor.
1.1 Bereidt opdracht voor
- ontvangt de opdracht van de leidinggevende/opdrachtgever en bespreekt hem
- vertaalt verkregen informatie naar eigen werkzaamheden
- schakelt bij problemen of twijfel leidinggevende in
Opdracht 1: Bereid de opdracht voor en organiseer je eigen werkzaamheden
Je ontvangt de opdracht van de leidinggevende/opdrachtgever om loonwerk uit te gaan voeren en bespreekt deze.
Inventariseer de werkzaamheden, maak op basis daarvan een werkplanning. Maak ook een tijdsplanning en controleer deze na het uitvoeren van de opdracht. Geef aan waarom de tijdsplanning juist of onjuist is geweest.
Maak een verslag van de opdracht die je hebt uitgevoerd.
Geef aan:
- Wat is de opdracht?
- Waarom ga je deze opdracht uitwerken?
1.2 Organiseert eigen werkzaamheden
1.2. Organiseert eigen werkzaamheden
- controleert werking van werktuigen, gereedschappen, machines, apparaten en (persoonlijke) veiligheidsvoorzieningen
- verhelpt zelf eenvoudige afwijkingen
- schakelt leidinggevende in bij complexere zaken
- maakt machines uitvoeringsgereed
- neemt de te verwerken producten, middelen en materialen mee naar werkplek
- schakelt bij problemen of twijfel leidinggevende in
Opdracht 1.2. Controleer je tijdsplanning en maak een verslag van onderstaande vragen.
- Welke machines heb je gebruikt om het werk uit te voeren?
- Wat heb je zelfstandig kunnen uitvoeren? En waarom?
- Waar heb je hulp bij nodig gehad? En waarom?
- Voeg foto’s toe aan je verslag.
1.3 Rijdt met machines en werktuigen naar uitvoeringslocatie
1.3 Rijdt met machines en werktuigen naar de uitvoeringslocatie
- rijdt met machines en werktuigen naar de uitvoeringslocatie
- koppelt voor hij gaat rijden werktuigen aan en neemt maatregelen om aan veiligheidsregels te voldoen
- rijdt en manoeuvreert op het bedrijfsterrein, openbare weg en in het veld
- past de van toepassing zijnde verkeersregels toe
- anticipeert op gedragingen van andere weggebruikers
- past zijn rijgedrag aan aan de omstandigheden
- rijdt verantwoord, zuinig en veilig
- schakelt bij problemen of twijfel leidinggevende in
Opdracht 1.3: Rij met de machine of combinatie naar de uitvoeringslocatie
- Voeg een routeplanning toe van de route die jij tijdens het uitvoeren van de opdracht aflegt.
- Maak een overzicht van alle verkeersregels die van toepassing zijn op het rijklaar maken van de machine of combinatie en leg uit waarom.
- Geef ook aan wat er aan jouw machines/combinatie wel en niet in orde was. Als iets niet in orde is, meld dit dan bij je leidinggevende.
1.4 Bereidt uitvoeringslocatie voor
1.4. Bereidt uitvoeringslocatie voor
- bereidt de uitvoeringslocatie voor
- overlegt over de werkzaamheden met collega's en zet materieel in, rekening houdend met veiligheidsvoorschriften
- schakelt bij problemen of twijfel leidinggevende in
Opdracht 1.4: Bereid je uitvoeringslocatie voor
Beschrijf wat je op de uitvoeringslocatie hebt gedaan om veilig te kunnen werken.
1.5 Voert gemechaniseerde werkzaamheden uit
1.5 Voert gemechaniseerde werkzaamheden uit
- stelt de te gebruiken machines, werktuigen af voor de uit te voeren werkzaamheden
- voert samen met collega's gemechaniseerde werkzaamheden uit op het terrein van de opdrachtgever t.b.v. bodemverzorging, teeltvoorbereiding, gewasbescherming en/of oogst
- bewerkt de bodem en verzorgt de gewassen/teelten/begroeiing
- transporteert, verricht grondverzet en/of voert cultuurtechnische werkzaamheden uit
- stemt werkwijze af op teelt/begroeiing/bodem/weersomstandigheden
- corrigeert instellingen van machines en werktuigen indien nodig
- signaleert en meldt storingen aan machines en onvolkomenheden in de voortgang en kwaliteit van de werkuitvoering en in de te verwerken hulpstoffen
- verhelpt zelf eenvoudige storingen aan machines tijdens de uitvoering van de werkzaamheden
- werkt volgens wet- en regelgeving
- werkt veilig en bewaakt de veiligheid van zichzelf, collega's en directe omstanders
- schakelt bij problemen of twijfel leidinggevende in
Opdracht 1.5: Voer de gemechaniseerde werkzaamheden uit
- Beschrijf hoe je de opdracht hebt uitgevoerd en welke aanpassingen je eventueel aan de machine/combinatie hebt gedaan om de opdracht zo goed mogelijk uit te kunnen voeren.
- Denk hierbij aan teelt, begroeiing, bodem, weersomstandigheden.
- Maak nog een beschrijving van dezelfde opdracht maar neem nu een andere bodemsoort en andere weersomstandigheden
1.6 Rondt opdracht af
1.6 Rondt opdracht af
- controleert eigen werkzaamheden en bespreekt het uitgevoerde werk met leidinggevende
- legt gegevens vast waar nodig en gewenst
- ruimt na afloop van de werkzaamheden de werkplek op en verwijdert restproducten en afval
- maakt gebruikte werktuigen, gereedschappen, machines en apparaten schoon
- behandelt ze na en zet ze op de juiste plek terug
- tankt de gebruikte tractor/machines af en smeert ze door
- schakelt bij problemen of twijfel de leidinggevende in
Opdracht 1.6: Rond de gemechaniseerde werkzaamheden af
- Maak een beschrijving van de alle werkzaamheden die je gedaan hebt na de laatste werkgang.
- Verwerk bovenstaande punten door te benoemen hoe je dat hebt gedaan.
- Denk hier bij aan rijklaar maken, schoonmaken, werkbon, afkoppelen, aftanken enz.
1.7 Stemt werkzaamheden af met opdrachtgever
1.7 Stemt werkzaamheden af met opdrachtgever
- stemt werkzaamheden af met de opdrachtgever
- maak afspraken over de werkzaamheden
- houdt de opdrachtgever op de hoogte van de uitvoering van de werkzaamheden
- informeert opdrachtgever over onvoorziende omstandigheden
Opdracht 1.7 : Stem je werkzaamheden af met opdrachtgever
- Bespreek de opdracht met je leidinggevende/opdrachtgever.
- Bespreek wat goed ging en minder goed ging en waarom.
- Bespreek eventuele opmerkingen of wensen van de klant.
- Maak van dit gesprek een verslag van minimaal 150 woorden.
Periode 3
SLB opdracht
Mijn droomberoep!
Doel
Je laat zien dat je:
- informatie hebt verzameld m.b.t. jouw droomberoep
- je motieven kent bij jouw droomberoep
- werkt aan competenties om dichter bij jouw droomberoep te komen
- BPV-bedrijven kiest die bij jouw droomberoep passen
- kunt reflecteren op jezelf en jouw opleiding
Opdracht
De docent vertelt wat jullie gaan doen. Voorbeelden:
BPV-opdracht 3
2.1 Voert periodiek onderhoud uit
- vervangt verbruikte onderdelen/middelen en versleten onderdelen
- ververst olie en reinigt of vervangt filters
- verricht standaardcontroles en signaleert mankementen en technische storingen
- legt gegevens vast waar nodig en gewenst
- werkt veilig en bewaakt de veiligheid van zichzelf, collega's en directe omstanders
- werkt volgens wet- en regelgeving
- schakelt bij problemen of twijfel leidinggevende in
Opdracht onderhoud is te vinden onder het arrangement Onderhoud
Onderhoud opdrachten
Periode 4
SLB opdracht
Verzekeringen
Opdracht 1: waarom verzekeren we onszelf?
- Welke verzekeringen zijn verplicht om af te sluiten? Noteer deze verzekeringen.
Verzekeringen
Opdracht 2: waarom lenen wij?
- Waarom is lenen duurder?
- Welke leningen heb je?
- Wat zijn de valkuilen van lenen?
- Waar moet je naar kijken bij sparen?
Lenen of sparen?
Opdracht 3: Onderhandelen?
- Waar moet je op letten bij het onderhandelen?
- Hoe kom je tot een comprimie?
- Wat zijn gezamenlijke belangen?
- Wat is gemeenschappelijk probleem?
- Wat is win-win onderhalen?
Onderhandelen
Onderhandelen
BPV-opdracht 4
Hoofdstuk 4: Reflectie
4.1 Beschrijf je eerste kennismaking en introductie in het BPV-bedrijf. Hoe heb je die
ervaren? (min. 200 woorden)
4.2 Beschrijf je werkervaringen tijdens de eerste weken (min. 200 woorden).
Wat heb je o.a. geleerd van: omgaan met collega’s?
omgaan met nieuwe werktijden?
omgaan met machines?
omgaan met gereedschap?
omgaan met tijdsdruk?
omgaan met de achterliggende financiële gedachte?
Dus wat heb je allemaal geleerd tijdens deze stage?
4.3 Wat vind jij van de organisatie en werkwijze van het BPV-bedrijf? Geef
verbeterpunten en de redenen (min. 200 woorden).
4.4 Beschrijf je mening over de inhoud en uitvoering van deze BPV-opdrachten (min. 100
woorden)
Samen leren
Je gaat kijken bij een bedrijf van je klasgenoot.
Het doel is leren van de ander, kijken bij een ander bedrijf, ervaringen op doen en nieuwe ideeën op doen.
Voordat je bij een ander bedrijf gaat kijken, moet je onderstaand formulier invullen.
Zorg dat van allebei de bedrijven een handtekening hebt.
|
|
Leerling 1
|
Leerling 2
|
|
Naam:
|
|
|
|
Bedrijf:
|
|
|
|
Datum bezoek:
|
|
|
|
Bezoek in ochtend vanaf 08:00 tot 12:30:
|
|
|
|
Bezoek in middag van 12:30 tot 17:00
|
|
|
|
Handtekening en stempel bedrijf leerling 1:
|
|
|
|
Handtekening en stempel bedrijf leerling 2:
|
|
|
Inhoudsgave Portfolio.docx
