1.1. Bereidt de opdracht voor.

1.1 Bereidt opdracht voor

 

-  ontvangt de opdracht van de leidinggevende/opdrachtgever en bespreekt hem

-  vertaalt verkregen informatie naar eigen werkzaamheden

-  schakelt bij problemen of twijfel leidinggevende in

 

Opdracht 1: Bereid de opdracht voor en organiseer je eigen werkzaamheden

Je ontvangt de opdracht van de leidinggevende/opdrachtgever om loonwerk uit te gaan voeren en bespreekt deze.
 

Inventariseer de werkzaamheden, maak op basis daarvan een werkplanning. Maak ook een tijdsplanning en controleer deze na het uitvoeren van de opdracht. Geef aan waarom de tijdsplanning juist of onjuist is geweest.

Maak een verslag van de opdracht die je hebt uitgevoerd.

Geef aan: