De Gouden Eeuw BKGT-2

De Gouden Eeuw BKGT-2

Intro

Beste leerling,

Vorig jaar zijn we geeindigd met geschiedenis bij Willem van Oranje en de Nederlandse Opstand. Tijdens deze opstand ontstaat er een nieuwe handelsmaatschappij: de VOC. 

De komende weken gaan we het in de les hebben over de VOC en de rol van de Nederlanden hierbij. 

 

Succes!

 

Meneer Prins

Hoofdstuk 1: De VOC

Theorie

Aan het eind van de 15e eeuw begon met steeds betere schepen te bouwen. Door deze nieuwe schepen konden de handelaren steeds meer van de wereld ontdekken. Zo kwamen ze onderanderen in wat nu Amerika heet, Afrika en Azië. Doordat steeds meer landen over de gehele wereld met elkaar handelden, ontstond er een wereldeconomie

 

En dankzij deze economie beleefde de Republiek (wat we nu Nederland noemen) zijn Gouden Eeuw. 

Kaart van de Republiek
 

Rond het einde van de 16e eeuw waren er verschillende handelaren die de reis naar Oost-Azië al maakte en daar handel dreven. Echter werd dit door de grote concurrentie tussen de bedrijven geen succes. De Staten-Generaal (de machthebbers in de rebuliek destijds) besloten daarom dat de bedrijven samen moesten werken. Samen vormden deze bedrijven de VOC (de verenigde Oost-Indische Compagnie). De VOC kreeg van de Staten-Generaal het octrooi op de handel in Azië. De compagnie mocht daar als enige handel drijven. Maar de VOC had niet alleen het handelsmonopolie. Ze mochten in Azië ook forten bouwen, oorlog voeren, verdragen sluiten en veroverde gebieden besturen. Alle VOC-schepen werden uitgerust met kanonnen en soldaten. Zo konden ze zich verdedigen tegen piraten, de concurrentie van de Engelse en Portugese verslaan en natuurlijk gebieden veroveren. 

 

Al snel werden er gebieden in Azië veroverd. Zo werden de Engelse en de Portugese van de Molukken gejaagd en veroverde Gouverneur-generaal Jan Pieterszoon Coen Jacarta op het eiland Java. Hij noemde deze havenstad Batavia en vestigde hier het hoofdkwartier van de VOC. Voortaan was Batavia het vertrek- en aankomst punt van alle VOC-schepen die tussen Europa en Azië voeren. 

Portret van Jan Pieterszoon Coen

 

De VOC stichtte factorijen (handelsposten) op alle Aziatische kusten en soms ook in het binnenland. Ze kochten bijvoorbeeld zijde in Perzië en in India katoen. Met die stoffen werd in japan zilver gekocht. En met dat zilver werden specerijen gekocht die voor Europa bestemd waren. In 1652 stichtte de VOC ook een kolonie bij Kaap de Goede Hoop. Nederlandse boeren gingen daar onder meer vee houden en wijn verbouwen, waarmee de VOC-schepen op hun lange reizen tussen Batavia en Nederland werden bevoorraad. 

De VOC was de grootste en machtigste handelsorganisatie in Europa en veel Nederlanders profiteerde van de gouden jaren. Waar de Nederlanders het dus erg goed hadden, gold dit niet voor de inwoners van de Molukken en Java. De Nederlanders wilde het monopolie op specerijen. Dit betekende dat de specerijen alleen aan de Nederlanders verkocht mochten worden. Deden ze dit niet, dan trad de VOC met groot geweld op. 

De vaarroute van de VOC
 

Maar de Nederlanders wilde natuurlijk niet te veel betalen voor hun producten, ze besloten zelf de plantages te gaan beheren. De plantages kwamen in handen van de Nederlanders. Op deze plantages moest de bevolking van het eiland dan werken. Deze slaven moesten hard en veel werken en hun leefomstandigheden waren slecht. Aangezien de Nederlanders hun producten nu nog goedkoper kregen, verdiende ze nog veel meer geld. Voor bijna 200 jaar handelde de VOC en bracht het geld op voor de Nederlandse staat, totdat die uiteindelijk 1798 werd opgeheven. 

Filmpjes

Vroeger Enzo: Vaar mee met de VOC

Het klokhuis: VOC

Opdracht 1

Opdracht 1: Begrippen

Maak in OneNote een begrippenlijst over hoofdstuk 1. Aangezien dit de eerste keer is dat jullie dit jaar met OneNote werken een korte handleiding:

1. Ga naar je Office Online omgeving via: https://login.microsoftonline.com/

2. Log in en klik op OneNote

3. Volg de handleiding hieronder.

 

 

Opdracht 2

Jan Pietszoon Coen

In Hoorn staat een standbeeld van Jan Pieterszoon Coen. Niet iedereen is even blij met dit standbeeld. Een grote groep mensen wil dat het standbeeld zelfs verwijderd wordt.

1. Maak in OneNote een nieuwe pagina aan in je notitieblok van geschiedenis. 

2. Beschrijf welke rol Jan Pieterszoon Coen heeft gehad bij de VOC.

3. Geef twee argumenten voor het laten staan van het standbeeld.

4. Geef twee argumenten voor het weghalen van het standbeeld.

5. Wat vind jij? Moet het standbeeld blijven staan? Leg je antwoord uit.

 

 

Hoofdstuk 2: De WIC

Theorie

In 1621 kwam er naast de VOC nog een andere compagnie. De West-Indische Compagnie (WIC). Deze organisatie kreeg van de Staten-Generaal het handelsmonopolie voor West-Afrika en Amerika. De WIC zou lang niet zo goed lopen als de VOC, ze leden vaak zelfs verlies. Tijdens de oorlog met Spanje kregen ze een ander doel dan handelen. De Spanjaarden zoveel mogelijk dwars zitten op zee en hun handel verstoren. Dit deden ze door de Spaanse schepen de kapen. Deze schepen brachten zilver vanuit Amerika naar Spanje. Van dit zilver moest Spanje zijn legers betalen. Wanneer de WIC een schip veroverde had dit dus twee voordelen, Spanje kon zijn legers niet betalen en Nederland had er zilver bij. 

In 1637 veroverde de WIC het fort Elmina in Ghana op de Portugezen. De WIC had in Brazilië ook al grote stukken land veroverd die eerst van de Portugezen waren. Ook hadden de Nederlanders verschillende Antilliaanse eilanden van de Spanjaarden veroverd. Door deze veroveringen kon de WIC een driehoekshandel tussen Europa, Afrika en Amerika beginnen. Daarbij speelde slaven een belangrijke rol. De WIC kocht slaven in Afrika in ruil voor wapens en andere Europese goederen. De slaven werden dan naar de Antillen gebracht, waar de WIC ze verkocht aan de plantagehouders uit de Amerikaanse kolonies. Die dwongen de slaven op te werken op hun plantages, waar ze suiker en tabak verbouwden voor de Europese markt.

 

Opgekochtte slaven
 
Kaart met daarop de driehoekshandel
 

De Nederlanders waren niet de enige die in slaven handelden. De Portugezen, Fransen en Engelsen deden dat nog veel meer. Uiteindelijk verloor de WIC haar kolonie in Brazilië weer. Uiteindelijk hielde de WIC alleen Elmina in Ghana, de Antillen en Surinamen over. Voor bijna 200 jaar maakte de Nederlanders gebruik van slaven en handelende hier in. In de 18e eeuw kwam slavernij steeds meer ter discussie te staan. Was het wel juist om slaven te houden? Wat werd belangrijker, het goedkoop kunnen produceren of hoe we met mensen omgingen? Niet alleen in Nederland speelde dit, maar ook in andere Europese grootmachten. Tussen 1807 en 1814 werd de handel in slaven in steeds meer landen afgeschaft. Dit betekende nog niet dat de slaven vrij werden gelaten, er mocht alleen niet meer in gehandeld worden. Toch duurde het in Nederland nog lang tot slavernij helemaal werd afgeschaft. Pas op 1 juli 1865 werd slavernij verboden in Nederland, als een van de laatste Europese landen. 

De binnekant van een slavenschip

Filmpjes

Vroeger Enzo: Handel in Slaven

Klokhuis: Slavernij

Histoclips: Slavernij

Opdracht 1

Begrippen:

Vul in OneNote je begrippenlijst aan. Zorg dat je de begrippen in je eigen woorden hebt staan.

Opdracht 2

Slavernij

Beantwoord de volgende vragen in een nieuwe OneNote-pagina.

1. Waar staan de letters WIC voor?

2. Tussen welke gebieden dreef de WIC handel? 

3. In welke producten handelde de WIC voornamelijk?

4. Omschrijf kort de weg van een slaaf vanuit zijn geboorteland tot aan de plantage.

5. Omschrijf in tenminste 4 zinnen de situatie waarin de slaven leefde onder toezicht van de WIC.

6. Kennen we tegenwoordig nog slavernij? Leg je antwoord uit.

Toets

Leren:

Voor de toets leer je de volgende onderdelen:

- De theorie uit hoofdstuk 1

- De theorie uit hoofdstuk 2

- De begrippenlijst die je in OneNote gemaakt hebt.

- De informatie die er bij de volgende twee filmpjes verteld wordt:

Vroeger Enzo: Slavenhandel

Vroeger Enzo: Vaar mee met de VOC

Het klokhuis: De VOC