NL-QTI is het formaat die Wikiwijs hanteert bij de download van interactieve oefeningen/toetsen. Ieder Wikiwijs arrangement kan worden gedownload. Dit downloaden kan op twee manieren:
1. Als IMS-CP. In dit package (zipfile) is het volledige Wikiwijsarrangement opgenomen, inclusief eventuele interactieve oefeningen/toetsen. Zijn die in het arrangement aanwezig, dan vind je deze in het mapje files als een apart zipfile.
2. Als losse toets/oefening. In dat geval wordt rechtstreeks een zipfile gedownload waarin de toets volgens NL-QTI is opgenomen.
In beide gevallen vind je in de zipfile een serie mapjes en bestanden:
imsManifest
Onderdelen
In het imsManifest worden de onderdelen van de toets/oefening opgesomd.
Items
Ieder onderdeeltje wordt apart benoemd (de zogenaamde items). Van ieder item wordt hier ook beschreven welk vraagtype het betreft. Ieder vraagtype heeft een eigen structuur en eigen regels.
Metadata
Metadata
Ook kan hier algemene metadata worden gevonden. Deze metadata heeft dan betrekking op de hele toets/oefening. De metadata dient om de toets/oefening te omschrijven. En dat omschrijven kan op basis van verschillende aspecten gebeuren: zie het voorbeeld hieronder.
Via onderstaande link kun je de verschillende aspecten van de metadata en de mogelijke waardes opzoeken:
Hieronder een voorbeeld van de metadata die is toegevoegd rond het aspect 'educational'.
Toets of oefening
Aparte vermelding verdient het onderscheid tussen een 'toets' en een 'oefening'. Dit onderscheid wordt gemaakt in de educational metadata:
Opmerking:
In de metadata wordt o.a. onderscheid gemaakt tussen een 'toets' en een 'oefening'. Wikiwijs geeft op dit gebied de volgende metadata mee:
exercise
Dit is een oefening. De bedoeling is dat de leerling zelf oefent, er is in Wikiwijs geen score aan gekoppeld. De volgende vraag wordt pas bereikt als het juiste antwoord op een vraag is gegeven. Scores hoeven niet te worden opgeslagen.
evaluatie- en toetsmateriaal
In Wikiwijs is dit een formatieve toets. De leerling ontvangt achteraf het resultaat waarbij wordt aangegeven of dit resultaat voldoende was. Scores worden opgeslagen.
Test
In het mapje Test vind je een xml-bestand: assessmentTest.xml
In de bestand vind je algemene informatie over hoe de oefening/toets moet worden afgenomen.
submissionMode
‘simultaneous’ wil zeggen dat het resultaat van de toets aan het eind van alle vragen getoond wordt.
‘individual’ wil zeggen dat het resultaat van iedere vraag apart getoond moet worden.
navigationMode
‘linear’ wil zeggen dat leerlingen de vragen alleen op volgorde mogen maken
‘nonlinear’ wil zeggen dat leerlingen kriskras hun vragen mogen maken.
Ordering shuffle’
‘false’ wil zeggen dat de vragen niet worden gehusseld maar altijd in dezelfde volgorde worden aangeboden
‘true’ wil zeggen dat de vragen random worden gehusseld als ze worden aangeboden.
Selection select
Dit kan voorkomen, gecombineerd met een getal, bijvoorbeeld <nlqti:selection select="10"/>
Dit houdt in dat een willekeurige selectie van 10 vragen uit het totaal aantal vragen moet worden getoond.
assessmentItemRef Identifier
Hier wordt de referentie naar de verschillende items vastgelegd.
WEIGHT
Met weight kan worden aangegeven wat de relatieve zwaarte van een vraag is. Bij het item (zie aldaar) wordt altijd per vraag hooguit 1 punt verdiend. Door dit te combineren met de relatieve zwaarte uit het assessmentTest.xml bestand kan een meer uitgebalanceerde score worden samengesteld.
Template
Dit XML-file bevat algemene informatie over de score. Het is een verplicht file volgens NL-QTI. Wikiwijs vult het met de standaard/verplichte waarden.
Items
Het basisblok voor NL-QTI is een item (of assessment item). Het bevat inhoud: dit kan een introductie zijn of een vraag. Het beschrijft ook wanneer het antwoord correct is en wat er moet gebeuren met het resultaat.
De basisanatomie van een item ziet er als volgt uit:
Er is één itemtype waaraan geen interactie is gekoppeld (introduction). De overige itemtypes kennen allemaal wél interactie.
Introductie (introduction)
De introductie bevat alleen een <itembody> element. Zie het voorbeeld hieronder:
Voorbeeld in Wikiwijs
Meerkeuze (ChoiceInteraction)
Er zijn twee vormen van de meerkeuzevraag mogelijk: de meerkeuzevraag met één goed antwoord, en de meerkeuzevraag met meerdere goede antwoorden.
MaxChoises:
staat hier 1, dan betreft het een meerkeuzevraag met één goed antwoord.
staat hier 0, dan betreft het een meerkeuzevraag waarbij meerdere antwoorden kunnen worden aangeklikt.
Zie het voorbeeld hieronder:
Hieronder wordt getoond hoe simpele meerkeuzevragen er in Wikiwijs uitzien. Het betreft hier drie meerkeuzevragen die gebundeld zijn in één oefening. De oefening is als QTI te downloaden:
Klik onder het menu aan de linkerkant op ‘downloaden’
Klik dan op ‘voor elektronische leeromgeving’.
Daar kan de betreffende oefening worden opgezocht en in NL-QTI formaat worden gedownload.
Het betreft hier een 'gatentekst' waarbij de gebruiker op de plaats van de gaten een woord kan invullen. In Wikiwijs kan worden ingesteld of het antwoord hoofdlettergevoelig is. Daarnaast kunnen synoniemen worden opgegeven die ook goed gerekend moeten worden.
Een vraag kan één of meer 'gaten' bevatten. Het totaal aantal punten dat per vraag kan worden verdiend is 1. Moeten meer woorden in één vraag worden ingevuld, dan kan met ieder woord een overeenkomstig gedeelte van 1 worden behaald.
Hieronder wordt getoond hoe vragen van het type 'woord-invullen' er in Wikiwijs uitzien. Het betreft hier twee vragen, waarvan één met twee regels die gebundeld zijn in één toets. De toets is als QTI te downloaden:
Klik onder het menu aan de linkerkant op ‘downloaden’
Klik dan op ‘voor elektronische leeromgeving’.
Daar kan de betreffende oefening worden opgezocht en in NL-QTI formaat worden gedownload.
Toets: 2D. Toets 3 invulvragen, automatisch per vraag
Toets: 2D. Toets 3 invulvragen, automatisch per vraag
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Toets:2D. Toets 3 invulvragen, automatisch per vraag
Sleep woord (gapMatchInteraction)
Het betreft hier een gatentekst waarbij de juiste woorden/zinnen in de juiste gaten moeten worden gesleept. De woorden/zinnen die te verslepen zijn, worden aan de rechterzijde getoond.
Een vraag kan één of meer 'gaten' bevatten. Het totaal aantal punten dat per vraag kan worden verdiend is 1. Moeten meer woorden in één vraag worden gesleept, dan kan met ieder woord een overeenkomstig gedeelte van 1 worden behaald.
Hieronder wordt getoond hoe vragen van het type 'sleep-woord' er in Wikiwijs uitzien. Het betreft hier drie vragen, met 1 tot 3 woorden om te slepen. De vragen staan in één toets. De toets is als QTI te downloaden:
Klik onder het menu aan de linkerkant op ‘downloaden’
Klik dan op ‘voor elektronische leeromgeving’.
Daar kan de betreffende oefening worden opgezocht en in NL-QTI formaat worden gedownload.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
In een vraag van het type 'selecteer woord' kan de gebruiker op een woord in de tekst klikken om het te selecteren. Voorbeeld van een opdracht: 'klik de woorden in de tekst aan die foutief gespeld zijn'.
Cardinality
Hier kan 'single' staan (er is één klikbaar woord goed) of er kan 'multiple' staan (er zijn meerdere klikbare woorden goed)
Hieronder wordt getoond hoe vragen van het type 'selecteer-woord' er in Wikiwijs uitzien. Het betreft hier drie vragen, met 1 tot 3 woorden om te slepen. De vragen staan in één toets. De toets is als QTI te downloaden:
Klik onder het menu aan de linkerkant op ‘downloaden’
Klik dan op ‘voor elektronische leeromgeving’.
Daar kan de betreffende oefening worden opgezocht en in NL-QTI formaat worden gedownload.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Bij een vraag van het type open tekst kan veel tekst worden ingevoerd.
In Wikiwijs is in te stellen of de leerling in het systeem een antwoord moet intypen, of dat de leerling het antwoord niet in het systeem opneemt maar bijvoorbeeld op papier uitwerkt. (Denk bijvoorbeeld aan wiskundige tekeningen of ingewikkelde formules). Vervolgens kan de leerling de vraag zelf nakijken aan de hand van een modelantwoord.
LET OP: we wijken hier (in overleg met verschillende partijen) af van NL-QTI: in het modelantwoord kan naast tekst ook afbeeldingen, formules en vreemde tekens worden opgenomen. Dit i.v.m. het nakijken van bijv. scheikunde- en wiskundevraagstukken.
Hieronder wordt getoond hoe vragen van het type 'open tekstvraag' er in Wikiwijs uitzien. Het betreft hier twee vragen. In de eerste vraag is ingesteld dat de leerling een antwoord invoert. In de tweede vraag is ingesteld dat de leerling géén antwoord invoert. De vragen staan in één toets. De toets is als QTI te downloaden:
Klik onder het menu aan de linkerkant op ‘downloaden’
Klik dan op ‘voor elektronische leeromgeving’.
Daar kan de betreffende oefening worden opgezocht en in NL-QTI formaat worden gedownload.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Bij een vraag van het type upload kan een bestand (afbeelding, document) worden geupload als antwoord.
Aangezien Wikiwijs geen nakijkmodule of volgsysteem kent, heeft dit vraagtype in Wikiwijs geen betekenis. Voor de gebruiker in Wikiwijs ziet dit vraagtype eruit als een 'normale' open tekstvraag. Echter, bij downloaden als QTI wordt dit vraagtype opgeslagen als UploadInteraction.
Combinatie (matchInteraction)
Wikiwijs kent de combinatievraag. Hierbij is het de bedoeling bij elkaar behorende elementen met elkaar te verbinden door ze naar een passende plaats te slepen.
Wikiwijs kent twee sterk op elkaar lijkende vraagtypes die beiden leiden tot hetzelfde NL-QTI-type. De vraagtypes wijken alleen qua layout en mogelijkheden van elkaar af.
In het eerste vraagtype (combineer tekst) worden afbeeldingen getoond. De bijbehorende tekst wordt onder de afbeelding gesleept.
Bij het tweede vraagtype (combineer) worden twee kolommen getoond. Elementen uit de rechterkolom worden naast het juiste element uit de linkerkolom gesleept. De inhoud van de elementen kan zowel links als rechts van alles zijn: (opgemaakte) tekst, afbeeldingen, geluidsbestanden, embedded video.
LET OP: de elementen waarvan de naam begint met Q zijn elementen die in Wikiwijs op een vaste plek staan. De elementen waarvan de naam begint met A zijn de elementen die in Wikiwijs versleept kunnen worden.
Hieronder wordt getoond hoe vragen van het type 'combinatie' en 'combineer tekst' er in Wikiwijs uitzien. Het betreft hier twee keer drie vragen. De vragen staan in één toets. De toets is als QTI te downloaden:
Klik onder het menu aan de linkerkant op ‘downloaden’
Klik dan op ‘voor elektronische leeromgeving’.
Daar kan de betreffende oefening worden opgezocht en in NL-QTI formaat worden gedownload.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Bij een volgordevraag in Wikiwijs moet de gebruiker elementen in de juiste volgorde verslepen. Dit kan tekst zijn, maar het kan ook gaan om afbeeldingen, geluidsfragmenten of embedded video. Hierbij kan in Wikiwijs de keuze gemaakt worden voor het achter elkaar slepen van de elementen (zodat bijvoorbeeld vanuit losse woorden een zin ontstaat) of het onder elkaar slepen van de elementen.
Welk type bedoeld wordt, wordt aangegeven bij de orderInteraction orientation.
Hieronder wordt getoond hoe vragen van het type 'volgorde' er in Wikiwijs uitzien. Het betreft hier drie vragen. De vragen staan in één toets. De toets is als QTI te downloaden:
Klik onder het menu aan de linkerkant op ‘downloaden’
Klik dan op ‘voor elektronische leeromgeving’.
Daar kan de betreffende oefening worden opgezocht en in NL-QTI formaat worden gedownload.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Bij het type hotspotvraag kunnen één of meer prikkers geplaatst worden op een afbeelding. Degene die de hotspotvraag ontwerpt geeft het gebied aan dat als 'goed' gerekend wordt.
Wikiwijs kent twee standaardvormen: de rechthoek en de cirkel. De locatie hiervan wordt aangegeven met twee coördinaten. Van de rechthoek de coördinaten van een diagonaal, bij de cirkel de coördinaten van de middellijn.
Daarnaast kan gebruik gemaakt worden van een polygoon om een gebied aan te geven. Hierbij worden zoveel coördinaten opgeslagen als nodig is.
Ook kan worden aangegeven hoeveel prikkers kunnen worden geplaatst. Deze prikkers horen dan bij één vraag.
Hieronder wordt getoond hoe vragen van het type 'hotspotvraag' er in Wikiwijs uitzien. Het betreft hier vier vragen. Bij de laatste vraag moeten 2 prikkers worden geplaatst. De vragen staan in één toets. De toets is als QTI te downloaden:
Klik onder het menu aan de linkerkant op ‘downloaden’
Klik dan op ‘voor elektronische leeromgeving’.
Daar kan de betreffende oefening worden opgezocht en in NL-QTI formaat worden gedownload.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
In Wikiwijs kunnen bij interactieve oefeningen/toetsen formules worden ingevoerd. Deze formules worden momenteel NIET in MathML-formaat doorgestuurd, maar als afbeelding.
Open tekstvraag: antwoord 'rijke' html
Wikiwijs kent het vraagtype 'open tekstvraag met antwoordmodel'. In het antwoordmodel staat uiteraard een modeluitwerking van het vraagstuk.
Officieel staat NL-QTI in het antwoordmodel uitsluitend platte html toe. Dit bleek echter in de praktijk niet werkbaar: m.n. voor de bètavakken is het noodzakelijk om afbeeldingen (en formules) te kunnen opnemen in dit antwoordmodel en om tekst te kunnen opmeken zodat bijvoorbeeld superscript en subscript kan worden opgenomen. Hetzelfde geldt voor het maken van tabellen.
Wij gaan op dit punt dus voorbij aan de eisen van NL-QTI.
Toets: 3I. Open tekstvraag, antwoordmodel met afbeelding en tabel, punten handmatig toegekend
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.