Wanneer noem je een klimaat extreem? Hoe leven mensen op plaatsen waar het enorm heet is, of heel erg koud? Met buitengewoon veel of weinig zonuren? Als er heel erg weinig neerslag valt of in situaties met extreem weinig zuurstof? Hoe passen mensen hun gedrag aan dergelijke omstandigheden aan? En waar op de wereld treffen we dergelijke levensomstandigheden?
De Inuit (eskimo's) leven in extreme kou in het noorden van Canada.
De Turkana-bevolking leeft in het zeer hete landschap in Kenia. Hoog in het Andesgebergte wonen mensen in de ijle lucht.
Hoe zij hun levenswijze en lichaam hebben aangepast, lees je in deze opdracht.
Kun je een gebied noemen waar het extreem droog en heet is?
Wat kan ik straks?
Aan het eind van deze opdracht kun je:
gebieden opnoemen waar het extreem koud, warm, droog of zuurstofarm is.
omschrijven hoe mensen kunnen leven en zich aanpassen in extreem koude gebieden.
omschrijven hoe mensen kunnen leven en zich aanpassen met extreem veel of weinig zonuren.
omschrijven hoe mensen zich aanpassen aan extreem droge en warme omstandigheden.
Wat ga ik doen?
Activiteiten
De activiteiten in deze opdracht dragen bij tot het volgende leerdoel:
Je kunt omschrijven hoe mensen kunnen leven in extreme omstandigheden en hoe hun lichaam zich daarop aanpast.
Aan de slag
Stap
Activiteit
Stap 1
Je leert dat mensen die leven in extreme omstandigheden extra beschermende kleding en hulpmiddelen nodig hebben en dat hun lichaam zich aanpast aan die extreme omstandigheden. Je bestudeert de Kennisbank. Daarna download je een wereldkaart, waar je aan de hand van tabellen en internet gebieden inkleurt.
Stap 2
Je leert over o.a. hoe Inuit leven in de extreme kou in Noord-Canada en hoe hun woongebied verschilt met andere gebieden in Canada. Je bekijkt een video en beantwoordt vragen erover.
Stap 3
en
Je leert hoe het zomers is te leven in gebieden rond de polen, waar het bijna geen nacht is. Je leert dat dit te maken heeft met de (scheve) ligging van de aarde t.o.v. de zon en welke maatregelen mensen nemen om toch te kunnen slapen. In de winters is het voortdurend nacht, wat weer (negatieve) gevolgen heeft voor de mens. Je bekijkt een video over wat het poollicht is, hoe het ontstaat. Je overlegt met klasgenoten of je wel in zulke extreme omstandigheden zou willen/kunnen leven.
Stap 4
Je leert hoe zwaar het leven is voor mensen hoog in de ijle lucht in het Andesgebergte en met welke (voedings)middelen ze kunnen overleven. Je maakt een kruiswoordpuzzel met termen over leven met extreem weinig zuurstof.
Stap 5
Je leest hoe belangrijk water drinken is voor ons lichaam en welke gevolgen dat heeft als het ontbreekt in droge gebieden, waar bijvoorbeeld Turkana-nomaden leven. Bekijk een video en beantwoord een vraag daarover.
Afronding
Onderdeel
Activiteit
Begrippen
De begrippen gaan over extreme klimaten en levensomstandigheden.
Eindopdracht
Je gaat met een aantal klasgenoten kruiswoordpuzzels maken. Je gebruikt hiervoor begrippen uit deze opdracht.
Terugkijken
Terugkijken op de opdracht.
Benodigdheden
Geen bijzonderheden.
Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer 2 uur nodig.
Aan de slag
Stap 1: Aanpassen aan de leefomgeving
Planten en dieren passen zich aan de omgeving aan waarin ze leven. Dit zie je vooral als de omstandigheden extremer worden. Als het leven zich afspeelt op de grens van biologische mogelijkheden hebben veel organismen van nature allerlei aanpassingen om te kunnen overleven.
Wij mensen hebben in dat geval extra bescherming en hulpmiddelen nodig. Om deze reden ziet het leven van Inuit (eskimo's) in Noord-Canada er totaal anders uit dan het leven van de Turkana-nomaden in Kenia.
Mensen die 24 uur per dag zonlicht hebben of 24 uur per dag in het donker leven, hebben geen natuurlijke verdeling en gedragen zich anders.
In ijle lucht is het leven anders dan in een zuurstofrijk bebost gebied.
De lucht die we inademen bestaat voor 21% uit zuurstof. Op zeeniveau heeft de zuurstof dus een druk van een vijfde atmosfeer.
Op de hoogste bergtop is nog slechts een derde van die zuurstofdruk over vanwege het ijler worden van de lucht.
Bestudeer de pagina's in de Kennisbank en bekijk ook de video in de Kennisbank. Maak daarna de opdracht.
Vooral de mensen die in de poolgebieden wonen, leven in extreme kou. De Inuit en de Saami hebben zich van oudsher een levensstijl eigengemaakt, waarmee ze de koude winters in deze streken wisten te overleven. Kleren, handschoenen en laarzen werden gemaakt uit dierenhuiden en bont zoals op de foto uit 1917 te zien is. Ze beschermden tegen temperaturen van -60 °C.
Tenten waren gemaakt van rendier- en kariboehuid en iglo’s boden beschutting en gaven een veilige temperatuur tijdens de winternachten, met behulp van slechts een klein vuurtje. Maar het waren wel harde omstandigheden en tegenwoordig zijn er nog maar enkele Canadese Inuit die nog zo leven. De meeste Inuit wonen in huizen en velen hebben nooit zo’n tent of iglo gezien.
Ook in de kou van Noord-Canada gaan mensen naar school of naar hun werk. Ze hebben hun hobby’s, beschikken over tv’s, telefoons en computers met internet.
Maar de omstandigheden leveren ook verschillen op met bijvoorbeeld ons leven hier. De meeste Inuit zorgen voor hun eigen voedsel. Kinderen leren al jong om te jagen en te vissen op bijvoorbeeld beren, rendieren, zeehonden, (trek)zalm en walvis.
Het is belangrijk om te weten dat Inuit in Canada in verschillende gebieden leven, variërend van dichte dennenbossen tot een zandkust aan de zee. Sommige kleine steden als Yellowknife en Whitehorse lijken op de steden in het zuiden van Canada.
De meeste steden en dorpen in het noorden zijn velen malen kleiner. De steden zijn in de winter over ijs en sneeuw veel beter bereikbaar dan in de zomer. Met sneeuwscooters kan men zich snel door de sneeuw verplaatsen. Voor vrachtwagens worden er ijswegen gemaakt.
In de zomer is er geen sneeuw en ijs en zijn de bewoners aangewezen op de boot. Grote afstanden reist men per vliegtuig.
Verder is het in de winter heel normaal dat het enkele dagen, weken of maanden kouder is dan -30 °C. Behalve de jagers zitten veel mensen dan binnen.
Beantwoord daarna de vragen over de videofragmenten.
Stap 3: Leven met extreem veel/weinig zonuren
Midzomernachtzon
Hoe dichter bij de polen, hoe langer het zomers licht blijft. Echt 24 uur per dag licht blijft het alleen boven de poolcirkels. Alle gebieden die daar verder vandaan liggen, krijgen wel iets van een nacht. Het wordt veroorzaakt door de hoek die de evenaar maakt met de omloopcirkel rond de zon. De aarde staat als het ware een beetje scheef ten opzichte van de zon.
Je ziet dat in onze zomermaanden het gebied boven de poolcirkel elk moment van het etmaal door de zon beschenen wordt. Dat duurt een kleine twee maanden lang. Op de zuidpool blijft het in dezelfde periode donker. Op het zuidelijk halfrond is het in december zomer, dan heeft men daar de middernachtzon. De volgende video laat dit duidelijk zien:
Leven zonder nachten verstoort ons ritme. De mensen die hiermee te maken hebben, nemen dan ook hun maatregelen: hotels zonder ramen, dikke verduisteringsgordijnen, slaappillen. Het levert een heleboel mensen slaaptekort op.
Poolnacht
In de winters rond de polen gebeurt het tegenovergestelde. Boven de poolcirkels blijft het maandenlang donker. Dit wordt de poolnacht genoemd. Hoe dichter bij de polen hoe langer de poolnacht. Op Spitsbergen bijvoorbeeld duurt de poolnacht meer dan twee maanden. De afwezigheid van zonlicht doet veel bewoners geen goed, het heeft geregeld een negatief effect op mensen. Ze zijn door kou en duisternis aan huis gebonden. Winterdepressie en verveling zijn maar al te vaak het gevolg. Net als bovenmatig alcoholgebruik en relatief hoge zelfmoordcijfers.
Toch heeft het ook voordelen. Mensen kunnen de dag indelen op de manier hoe zij dat prettig vinden. Zo wordt het geaccepteerd dat men overdag ook een paar uur slaapt en ’s nachts verder werkt. Slapen kan immers altijd en overal. Een ander voordeel is dat het bijzondere mooie luchten oplevert: het noorderlicht.
Een verschijnsel in de koude poolnacht is het noorder- of zuiderlicht of aurora borealis en aurora australis. Dit verschijnsel dat verband houdt met activiteiten op de zon kan zich in verschillende vormen openbaren.
De lucht die we inademen, bestaat voor ongeveer een vijfde uit zuurstof. Dat is op grote hoogte nauwelijks anders, maar de lucht is er wel veel ijler. Er is eenvoudigweg minder lucht om in te ademen, en dus ook minder zuurstof. De zuurstofdruk is er lager. Op de hoogste bergtop ter wereld, Mount Everest in de Himalaya (8850 meter), is de zuurstofdruk ongeveer een derde van de zuurstofdruk op zeeniveau.
De hoogste menselijke bewoning vinden we op 5340 meter in de Andes, op de berg Aucanquilcha. Nog hoger is de hoeveelheid zuurstof in de lucht te gering om voldoende binnen te krijgen. Zodra de lucht te ijl is hebben mensen extra zuurstof nodig. Bergbeklimmers nemen bijvoorbeeld flessen met zuurstof mee om de hoogste toppen te kunnen bereiken.
Mensen die permanent in het hooggebergte leven zijn aangepast aan het lage zuurstofgehalte in de atmosfeer. Ze hebben een groter longvolume en meer rode bloedcellen om zuurstof door het lichaam te vervoeren. Het bloed is hierdoor dikker en om dit rond te pompen hebben ze een groter en sterker hart.
Desondanks is het ook voor deze mensen zwaar om in de ijle lucht te leven. Met minder zuurstof ben je sneller moe en heb je meer kans op hartproblemen en flauwte. Ze weren zich met hun voedsel. De zaden van de quinoaplant spelen daarin een grote rol. De plant groeit het beste in bergachtige gebieden, 10.000 voet of meer boven de zeespiegel, en gedijt in arme grond, ijle lucht en extreme weersomstandigheden. Quinoa is een compleet eiwit, wat betekent dat het alle aminozuren bevat die nodig zijn voor onze voedingsbehoeften. Volwaardige eiwitten zijn zeldzaam in de plantenwereld. Hoewel quinoa geen graan is worden de zaden op ongeveer dezelfde manier bereid. En bergbewoners kauwen veel op cocablaadjes. De cocaïnestoffen in de blaadjes dempen honger-, dorst-, koude-, en vermoeidheidsignalen van het lichaam. Het verbetert de ademhaling en de zuurstofwisseling, vergroot het uithoudingsvermogen en is een middel tegen hoogteziekte.
In Tibet, dat ook op grote hoogte ligt, is het de boterthee, die de bewoners aan voldoende energie moet helpen. Boterthee of po cha verwarmt en bevat veel calorieën. Het is gemaakt van jakboter, theebladeren en zout. De jak is een rundersoort die goed tegen de extreme omstandigheden van het hooggebergte bestand is. De jak (of bromrund) wordt ingezet als rij-, last- en ploegdier en Tibetanen gebruiken zowel het vlees als de melk van de runderen. Van de wol en de huid maken ze kleding en tenten.
Stap 5: Leven in extreme droogte/warmte
Ons lichaam bestaat voor de helft uit water en we hebben minimaal 1,5 liter vocht per dag nodig, in ons zeeklimaat, om niet uit te drogen. In warme gebieden heb je meer nodig, tot wel het dubbele. Ook dieren en planten hebben water nodig. Als er een tekort aan of helemaal geen water is, veroorzaakt dit grote problemen in de voedselketen. Waar weinig neerslag valt en waar het ook nog eens extreem warm is kan water moeilijker worden opgespaard vanwege de verdamping.
In de Hoorn van Afrika was er in 2013 de ergste droogte in 30 jaar. Door de droogte zijn oogsten mislukt en stierf een groot deel van het vee. Veel mensen leden honger.
Er zijn volken, zoals de Turkana in het noordwesten van Kenia, die van oudsher hebben leren leven met de extreme droogte en warmte. De streek is naar hen vernoemd, een onherbergzame streek. Zelfs de website van het Keniaans Toeristenbureau omschrijft Turkana als waarschijnlijk het meest ongastvrije deel van het land, gekenmerkt door droogte en gestolde lava. En met krokodillen in het Turkanameer. De hitte kan er oplopen tot 50 graden in de schaduw.
De druk op de Turkana om hun trekkend bestaan op te geven wordt groot.
De aanhoudende droogte maakt dat het bijna niet is vol te houden.
Klimaat
De gemiddelde toestand van de atmosfeer in een bepaald gebied gemeten over dertig jaren.
Tropische regenklimaten
De warme klimaten.
Savanneklimaat
Behoort tot de warme klimaten. Het savanneklimaat is vergelijkbaar met het tropisch regenwoudklimaat, maar heeft een droog seizoen. Dit is meestal in de winter.
Tropische regenwoudklimaat
Behoort tot de warme klimaten. In het tropisch regenwoud komt de gemiddelde maandtemperatuur het hele jaar door boven de 18 °C en is er het hele jaar door veel neerslag (meer dan 2000 mm gemiddeld per jaar).
Droge klimaten
Klimaten met weinig neerslag.
Steppeklimaat
Behoort tot de klimaten met weinig neerslag. Het steppeklimaat is een droog klimaat (ca. 250-500 mm neerslag per jaar).
Woestijnklimaat
Behoort tot de klimaten met weinig neerslag. Het woestijnklimaat is een zeer droog klimaat (ca. minder dan 250 mm neerslag per jaar).
Gematigde klimaten
Een gematigd klimaat of warm gematigd klimaat (bijvoorbeeld het Middellandse Zeeklimaat) is een vochtig klimaat. Een ander kenmerk zijn de relatief gematigde temperaturen. Gematigde klimaten hebben duidelijke seizoenen en de verschillen in temperatuur tussen de winter en de zomer zijn niet groot.
Poolklimaten
De koude klimaten.
Toendraklimaat
Behoort tot de koude klimaten. In een toendraklimaat komt de gemiddelde temperatuur in de koudste maand niet boven de -3 °C en in de warmste maand blijft deze tussen de 0 °C en 10 °C.
Sneeuwklimaat
Behoort tot de koude klimaten. In een sneeuwklimaat blijft de gemiddelde maandtemperatuur in de koudste maand beneden de -3 °C. De warmste maand heeft een gemiddelde maandtemperatuur lager dan 0 °C.
Hooggebergteklimaat
Behoort tot de koude klimaten. Het hooggebergteklimaat komt voor in bijvoorbeeld de Alpen en Himalaya. De temperatuur in deze hooggelegen gebieden komt alleen in de zomermaanden boven de 0 °C.
Tropisch regenwoud
Gebied waarin het altijd warm is en waar veel soorten bomen en planten groeien die altijd groen blijven.
Savanne
Gebied waarin het altijd warm is met een droge periode in de winter of in de zomer.
Steppe
Gebied met tussen de 250 en 500 mm neerslag per jaar.
Woestijn
Een gebied met zeer weinig neerslag.
Oase
Een plek in de woestijn met toegang tot water.
Wadi
Een rivier in een woestijn waarvan de rivierbedding een gedeelte van het jaar droog valt.
Zomergroen loofwoud
Loofbos waar de bomen en struiken in de winter hun blad verliezen.
Moeras
Een drassig gebied, vooral bestaande uit organisch materiaal (planten en dieren).
Toendra
Boomloos gebied waarin de winters lang zijn en de ondergrond het grootste deel van het jaar bevroren.
Verwoestijning
Het uitbreiden van de woestijn.
Seizoenen
Een seizoen, ook wel jaargetijde genoemd, is een van de vier delen van het jaar.
Eindopdracht: Kruiswoordpuzzel
Als eindopdracht ga je zelf een kruiswoordpuzzel maken.
Het is de bedoeling dat een of meerdere klasgenoten je puzzel oplossen.
Die klasgenoten maken op hun beurt ook een puzzel, die jij dan weer moet oplossen.
Gebruik hiervoor de site woordzoekers.org. Je kunt voor tips en beoordelingscriteria terecht in de gereedschapskist.
Jij en je klasgenoten gaan als volgt te werk:
Kies tien begrippen uit de stappen die je net hebt doorlopen. Zorg ervoor dat je met de geselecteerde begrippen de rode draad van deze opdracht weergeeft.
Open de site en geef de kruiswoordpuzzel een naam. Klik op de button 'nieuwe puzzel'. Voer de woorden en de omschrijvingen in zoals in het voorbeeld aangegeven. Klik vervolgens op 'puzzel maken' en je krijgt de puzzel te zien.
Print de puzzel tweemaal uit: één keer zonder antwoorden en één keer met antwoorden. Voor deze laatste versie klik eerst op de knop 'oplossing tonen'.
Klaar?
Laat je puzzel invullen door drie klasgenoten. Jij kunt intussen de kruiswoordpuzzel van je andere klasgenoten invullen.
Vergelijk na afloop de ingevulde kruiswoordpuzzels. Je kunt deze controleren aan de hand van de uitgeprinte versie met antwoorden. Hebben jullie verschillende begrippen gebruikt?
Beoordeling
Laat de puzzel beoordelen door je docent. Hij/zij zal letten op:
zijn er begrippen gebruikt die in deze opdracht voorkomen?
vormen de begrippen en omschrijvingen een duidelijke combinatie?
is de puzzel met zorg samengesteld en bevat deze geen taal- of spelfouten?
Bij een kruiswoordpuzzel vul je de letters van woorden in vakjes in.
Terugkijken
Intro
Lees de intro van deze opdracht nog eens door.
Wat wordt bedoeld met leven in extreme omstandigheden?
Kan ik wat ik moet kunnen?
Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
Kun je omschrijven hoe de lichamen zijn ingesteld van mensen die in extreme kou of warmte moeten leven?
Hoe ging het?
Inhoud
Wist je al veel over leven in extreme omstandigheden?
Kun je uitleggen waarom mensen die continu in zonlicht of in het donker leven zich anders gedragen?
Eindopdracht
Wat vond je van de eindopdracht?
Hebben jullie kruiswoordpuzzels gemaakt met begrippen uit deze opdracht? Was het lastig om een kruiswoordpuzzel in elkaar te zetten of juist leuk?
Het arrangement Extreme omstandigheden hv123 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Deze opdracht hoort bij het thema ''Weer en klimaat'', en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor aardrijkskunde voor HAVO leerjaar 1, 2 & 3. Deze opdracht bespreekt extreme weersituaties waarin mensen kunnen leven. De eerste extreme situatie is extreme kou. Hierna wordt ingegaan op leven met extreem veel of juist extreem weinig zonuren, wat voorkomt op plaatsen dichtbij de polen. Hier zijn er in de zomer nauwelijks uren waarop het donker is, genaamd midzomernachtzon, en in de winter nauwelijks uren waarop het licht is, genaamd poolnacht. In hoge gebergtes moeten mensen overleven met extreem weinig zuurstof, wat het moeilijk maakt om te ademen. Als laatste worden extreme droogte en extreme hitte besproken, evenals de waterproblematiek die daarmee gepaard gaat.
Leerniveau
HAVO 1;
HAVO 3;
HAVO 2;
Leerinhoud en doelen
Verschillen tussen klimaten op aarde;
Systeem aarde;
Aardrijkskunde;
Klimaat;
Deze opdracht hoort bij het thema ''Weer en klimaat'', en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor aardrijkskunde voor HAVO leerjaar 1, 2 & 3. Deze opdracht bespreekt extreme weersituaties waarin mensen kunnen leven. De eerste extreme situatie is extreme kou. Hierna wordt ingegaan op leven met extreem veel of juist extreem weinig zonuren, wat voorkomt op plaatsen dichtbij de polen. Hier zijn er in de zomer nauwelijks uren waarop het donker is, genaamd midzomernachtzon, en in de winter nauwelijks uren waarop het licht is, genaamd poolnacht. In hoge gebergtes moeten mensen overleven met extreem weinig zuurstof, wat het moeilijk maakt om te ademen. Als laatste worden extreme droogte en extreme hitte besproken, evenals de waterproblematiek die daarmee gepaard gaat.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.