Planten en dieren passen zich aan de omgeving aan waarin ze leven. Dit zie je vooral als de omstandigheden extremer worden. Als het leven zich afspeelt op de grens van biologische mogelijkheden hebben veel organismen van nature allerlei aanpassingen om te kunnen overleven.
Wij mensen hebben in dat geval extra bescherming en hulpmiddelen nodig. Om deze reden ziet het leven van Inuit (eskimo's) in Noord-Canada er totaal anders uit dan het leven van de Turkana-nomaden in Kenia.
Mensen die 24 uur per dag zonlicht hebben of 24 uur per dag in het donker leven, hebben geen natuurlijke verdeling en gedragen zich anders.
In ijle lucht is het leven anders dan in een zuurstofrijk bebost gebied.
De lucht die we inademen bestaat voor 21% uit zuurstof. Op zeeniveau heeft de zuurstof dus een druk van een vijfde atmosfeer.
Op de hoogste bergtop is nog slechts een derde van die zuurstofdruk over vanwege het ijler worden van de lucht.
Bestudeer de pagina's in de Kennisbank en bekijk ook de video in de Kennisbank. Maak daarna de opdracht.
![]() |
Weer en klimaat |