Stap 4: Leven met extreem weinig zuurstof

De lucht die we inademen, bestaat voor ongeveer een vijfde uit zuurstof. Dat is op grote hoogte nauwelijks anders, maar de lucht is er wel veel ijler. Er is eenvoudigweg minder lucht om in te ademen, en dus ook minder zuurstof. De zuurstofdruk is er lager. Op de hoogste bergtop ter wereld, Mount Everest in de Himalaya (8850 meter), is de zuurstofdruk ongeveer een derde van de zuurstofdruk op zeeniveau.

De hoogste menselijke bewoning vinden we op 5340 meter in de Andes, op de berg Aucanquilcha. Nog hoger is de hoeveelheid zuurstof in de lucht te gering om voldoende binnen te krijgen. Zodra de lucht te ijl is hebben mensen extra zuurstof nodig. Bergbeklimmers nemen bijvoorbeeld flessen met zuurstof mee om de hoogste toppen te kunnen bereiken.
Mensen die permanent in het hooggebergte leven zijn aangepast aan het lage zuurstofgehalte in de atmosfeer. Ze hebben een groter longvolume en meer rode bloedcellen om zuurstof door het lichaam te vervoeren. Het bloed is hierdoor dikker en om dit rond te pompen hebben ze een groter en sterker hart.

Desondanks is het ook voor deze mensen zwaar om in de ijle lucht te leven. Met minder zuurstof ben je sneller moe en heb je meer kans op hartproblemen en flauwte. Ze weren zich met hun voedsel. De zaden van de quinoaplant spelen daarin een grote rol. De plant groeit het beste in bergachtige gebieden, 10.000 voet of meer boven de zeespiegel, en gedijt in arme grond, ijle lucht en extreme weersomstandigheden. Quinoa is een compleet eiwit, wat betekent dat het alle aminozuren bevat die nodig zijn voor onze voedingsbehoeften. Volwaardige eiwitten zijn zeldzaam in de plantenwereld. Hoewel quinoa geen graan is worden de zaden op ongeveer dezelfde manier bereid. En bergbewoners kauwen veel op cocablaadjes. De cocaïnestoffen in de blaadjes dempen honger-, dorst-, koude-, en vermoeidheidsignalen van het lichaam. Het verbetert de ademhaling en de zuurstofwisseling, vergroot het uithoudingsvermogen en is een middel tegen hoogteziekte.

In Tibet, dat ook op grote hoogte ligt, is het de boterthee, die de bewoners aan voldoende energie moet helpen. Boterthee of po cha verwarmt en bevat veel calorieën. Het is gemaakt van jakboter, theebladeren en zout. De jak is een rundersoort die goed tegen de extreme omstandigheden van het hooggebergte bestand is. De jak (of bromrund) wordt ingezet als rij-, last- en ploegdier en Tibetanen gebruiken zowel het vlees als de melk van de runderen. Van de wol en de huid maken ze kleding en tenten.