Menselijke activiteiten kunnen het weer beïnvloeden.
Soms gebeurt dat met opzet, zoals bij het kunstmatig opwekken van regen.
Meestal overkomt het ons indirect, zoals bij smogvorming en het versterkt broeikaseffect.
Het heeft ongewenste gevolgen voor planten, dieren en mensen zelf.
Kun je een of twee nadelige gevolgen noemen van smogvorming?
Wat kan ik straks?
Aan het eind van deze opdracht kun je:
uitleggen dat veel mensen beïnvloed worden door het weer, maar dat op hun beurt mensen invloed op het weer (kunnen) hebben: op temperatuur, neerslag, smog en het versterkt broeikaseffect.
uitleggen dat mensen, net als planten en dieren, schadelijke gevolgen ondervinden van hun eigen invloed op weer en klimaat.
Wat ga ik doen?
Activiteiten
De activiteiten in deze opdracht dragen bij tot het volgende leerdoel:
Je kuntuitleggen dat veel mensen beïnvloed worden door het weer, maar dat op hun beurt mensen invloed op het weer (kunnen) hebben.
Aan de slag
Stap
Activiteit
Stap 1
en
Je leert over de functie van het KNMI en wanneer we middels codes gewaarschuwd kunnen worden voor verschillende vormen van extreem weer. Je bekijkt een video over code rood en bepaalt samen met een klasgenoot wat je in zo'n geval voor advies kunt geven. Je leert dat wij niet alleen invloed op het weer hebben, maar dat het weer ook van invloed is op mensen, dieren en planten.
Stap 2
Je leert dat er temperatuurverschil kan zijn tussen het platte land en de stad en wat daarvan de reden is. Je leert hoe ontbossing de lokale temperatuur overdag en 's nachts kan beïnvloeden. Je beantwoordt er een vraag over.
Stap 3
Je leert over mist en dat deze kan veranderen in smog en dat smog door verschillende omstandigheden kan ontstaan. Je beantwoordt er een vraag over.
Stap 4
Je leest dat achter het kunstmatig regen maken door de mens vaak een reden zit. Je bekijkt twee voorbeelden en leert ook dat het nadelige gevolgen voor het milieu heeft. Je beantwoordt er een vraag over.
Stap 5
Je leert over de broeikasgassen in de dampkring en dat door de uitstoot van teveel broeikasgassen er een versterkt broeikaseffect ontstaat, wat van invloed is op de temperatuur op aarde. Je bekijkt een video en beantwoordt een vraag.
Afronding
Onderdeel
Activiteit
Begrippen
De begrippen gaan over mens en weer.
Eindopdracht
Je maakt met klasgenoten een dominospel over de invloed van het weer op de mens en van de mens op het weer. Je speelt het spel en levert het daarna ter beoordeling in bij de docent.
Terugkijken
Terugkijken op de opdracht.
Benodigdheden
Materiaal voor het maken van dominostenen.
Zie het werkblad Dominostenen maken.
Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer 2 uur nodig.
Aan de slag
Stap 1: Invloed van weer op mens en van mens op weer
Het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut (KNMI) laat ons op alle mogelijke manieren weten wat voor weer we kunnen verwachten. Het geeft aan hoe warm het zal zijn, hoeveel regen er wordt verwacht en hoe hard het gaat waaien.
Bij extreem weer, denk aan een zware storm, zwaar onweer, gladheid of dikke mist, kan het KNMI een weeralarm afgeven. Al deze weersomstandigheden kunnen de samenleving ontwrichten, veel (dodelijk) gewonde slachtoffers maken en grote schade veroorzaken, bijvoorbeeld aan huizen en auto’s.
Het KNMI geeft waarschuwingen uit voor:
Regen
Gladheid & sneeuw
Onweersbuien
Windstoten
Temperatuur (hitte/koude)
Zicht
Hozen
Code groen: Geen bijzonderheden
Bijna iedere dag wordt code groen afgegeven. Dat is positief: er is dan geen sprake van bijzonder weer waarbij er kans is op gevaarlijke weersituaties.
Code geel: Wees alert
Deze waarschuwing verschijnt op zijn vroegst 48 uur voordat het weerverschijnsel met een zekerheid van minstens 60 procent kan optreden.
Code oranje: Wees voorbereid
Deze waarschuwing verschijnt op zijn vroegst 24 uur voordat het weerverschijnsel met een zekerheid van minstens 60 procent kan optreden.
Code rood (weeralarm): Onderneem actie
Het weeralarm wordt uitgegeven bij een mogelijk grote impact van het weer op de samenleving en verschijnt op zijn vroegst 12 uur voordat het weerfenomeen kan optreden. Code rood kan ook uitgegeven worden als er een kleine kans is op een extreme weersituatie, maar de veiligheidsrisico’s groot zijn.
Er gaat eigenlijk geen dag voorbij dat je niet aan het weer denkt en ermee te maken hebt. Waar je waarschijnlijk minder bij stilstaat, is dat het weer niet alleen invloed heeft op de mens, maar omgekeerd ook de mens invloed heeft op het weer.
Door menselijke activiteiten kan het op een plek warmer of juist kouder worden of kan het ergens minder of juist meer gaan regenen.
In stap 2 worden een aantal van deze menselijke activiteiten en hun gevolgen voor het weer besproken.
Stap 2: Warmer en kouder
Maak een (denkbeeldige) reis van het platteland of een buitenwijk naar het centrum in een grote stad. Ga met een auto met een ingebouwde thermometer of neem een losse thermometer mee.
Als je de temperatuur op het platteland of in de buitenwijk zou vergelijken met de temperatuur in het centrum van de stad zal je zien dat de thermometer in de stad een hogere waarde aangeeft.
Hoe dat komt? Gebouwen en asfaltwegen in de stad absorberen veel zonlicht en slaan de warmte op. Kantoren en fabrieken produceren zelf veel warmte. Ook die warmte blijft hangen.
Sommige wolkenkrabbers met veel glas kunnen ter plekke voor extreem hoge temperaturen zorgen. Iemand die rond het middaguur z'n auto in de buurt van een wolkenkrabber in Londen parkeerde, vond hem een uur later terug met beschadigingen: onderdelen van de auto waren gesmolten. De ramen van het gebouw werkten als een brandglas bij de weerkaatsing van het zonlicht.
Het verschil tussen een miljoenenstad met hoge wolkenkrabbers, veel asfalt en veel industrie en een heldere nacht op het platteland kan wel 10o Celsius zijn.
Ontbossing
Bomen zijn de longen van de wereld. Zij halen kooldioxide uit de lucht en zetten die om in zuurstof, waardoor wij kunnen blijven ademen.
Maar bomen en andere planten hebben nog een zeer nuttige eigenschap: ze bevatten veel water en pompen veel waterdamp de lucht in. Waterdamp zorgt voor afkoeling en draagt bij aan de vorming van wolken. En wolken op hun beurt houden zonlicht tegen.
Als we op grote schaal bomen kappen, zoals in de tropische regenwouden, heeft dat grote invloed op het lokale weer. Er komt minder waterdamp in de lucht en er worden minder wolken gevormd. Dat zorgt ter plaatse voor een hogere temperatuur overdag en een lagere temperatuur ’s nachts.
Stap 3: Mist en smog
Mist is een weersverschijnsel waarbij kleine waterdruppeltjes in de lucht zweven. Mist vermindert de zichtbaarheid. We spreken van mist als het zicht minder dan 1000 meter is en van dichte mist als dat minder dan 200 meter is. Bij zeer dichte mist is het zicht minder dan 50 meter.
Mist verdwijnt meestal binnen een aantal uren, maar mist kan ook veranderen in smog. Schadelijke gassen van auto's, fabrieken en dergelijke kunnen door mist niet stijgen en blijven dus laag hangen. De waterdruppels uit de mist vermengen zich onder invloed van zonlicht met stoffen uit de schadelijke gassen. Smog blijft veel langer hangen dan gewone mist, van een paar dagen tot zelfs enkele weken.
Fotochemische smog
In de zomer kan smog ontstaan als het gedurende enkele dagen warm en zonnig is, en er vrij weinig wind staat. Fotochemische smog ontstaat onder invloed van zonlicht. De steden waar deze (bruine smog) optreedt, zijn meestal gelegen op plekken met een warm, droog en zonnig klimaat.
Industriële smog
Deze (grijze) smog ontstaat op een andere wijze dan fotochemische smog.
Grijze steden zijn meestal gelegen in een koud en nat klimaat.
De belangrijkste vervuilers zijn zwaveloxiden en deeltjes van fabrieken.
Deze vervuilers mengen zich met atmosferisch water en vormen een grijze mist.
Veel van deze steden zijn sterk geïndustrialiseerd. De lucht is deze steden is vooral erg slecht tijdens de winters, wanneer zowel de vraag naar olie en elektriciteit van de huishoudens en de luchtvochtigheid hoog zijn.
Verder komt wintersmog voor in periodes van hoge luchtdruk, wanneer helder en mooi winterweer voorkomt.
Smog door (bos)brand
Smog kan ook ontstaan door grote bosbranden. Dergelijke branden kunnen ontstaan door bijvoorbeeld blikseminslag, maar in 95 procent van de gevallen is menselijke activiteit er de oorzaak van. Onvoorzichtigheid met vuur (barbecue of sigaret), lenswerking van een glazen fles die in de zon ligt, contact met hete delen van een uitlaat van een auto of van een motorkettingzaag of door een vonkenregen van wrijfcontact tussen treinwielen en spoorrails.
Of de bosbrand ontstaat, zoals heel vaak het geval is, door brandstichting voor zwerflandbouw.
In Indonesië worden branden grotendeels door mensen aangestoken. Zij proberen zo meer bouwland voor de palmolieplantages te creëren. Indonesië streeft ernaar, de grootste palmolieproducent van de wereld te worden. In het droge seizoen krijgen de branden, vanwege het uitblijven van regen, de kans om zeer lang te blijven woeden.
De bosbranden gaan gepaard met enorm veel rook, die zelfs in omringende landen voor overlast zorgt. Het zijn vooral Thailand, Maleisië, Brunei en Singapore die lijden onder de Indonesische bosbranden.
Stap 4: Regen maken
Diverse volkeren kennen rituele dansen om regen op te wekken. Het effect daarvan is twijfelachtig en in ieder geval nooit bewezen.
Toch zijn er manieren om regen te maken. De eerste die dat op een wetenschappelijk manier probeerde, was de Nederlander August Willem Veraart. In 1930 strooide hij vanuit vliegtuigen ijs en koolzuursneeuw op grote buienwolken. Erg succesvol waren zijn pogingen niet.
Ook tegenwoordig worden in sommige landen nog steeds wolken bezaaid of beschoten om het neerslagproces te beïnvloeden. Door enorme hoeveelheden kristallen zilverjodide aan wolken toe te voegen kan het opeens gaan regenen. De kleine waterdruppeltjes waaruit een wolk bestaat, zetten zich af op de kristallen en komen dan als neerslag omlaag. Door de wolken versneld te laten uitregenen, kan het droog blijven op plaatsen waar de wolken heendrijven.
Deze techniek wordt in Rusland ook toegepast om het bij belangrijke evenementen droog te houden.
Men zorgt ervoor dat de wolken op een andere plek op afstand van het evenement versneld uitregenen.
Ook bij de Olympische Spelen van 2008 in Peking is deze techniek toegepast.
Het is echter wel een vervuilende techniek. Zilver als metaal is geen gevaarlijke stof, echter als verbinding is het net zo giftig als een loodverbinding.
Er zijn verschillende redenen om regen op te wekken. Hier nog twee voorbeelden:
In 1986 werd Tsjernobyl door een kernramp getroffen. In allerijl strooiden de Russen zilverjodide-deeltjes over de wolken. De lucht hing vol radioactieve stofdeeltjes die richting het dichtbevolkte Moskou dreigden te waaien. Door op strategische plekken kunstmatig regen op te wekken vielen de meeste stofdeeltjes op de grond voordat ze Moskou bereikten.
Ook de bosbranden in Indonesië probeert men te bestrijden door kunstmatig regen te maken. De brandende hete gebieden veroorzaken opstijgende luchtstromingen waardoor er wolken ontstaan. Door zilverjodide-deeltjes boven de wolken te strooien gaat het inderdaad regenen. Maar deze kunstmatige regenbuien zijn letterlijk niet meer dan wat druppels op een enorme gloeiende plaat.
Stap 5: Broeikaseffect
Bestudeer de pagina's over het broeikaseffect in de Kennisbank. Bekijk ook de video in de Kennisbank.
Er zitten ongeveer dertig broeikasgassen in de dampkring. Broeikasgassen zijn gassen die bijdragen aan de opwarming van de aarde. Broeikasgassen komen van nature in de dampkring voor, zoals: kooldioxide (CO2), methaan (CH4), lachgas (N2O) en ozon (O3).
Chloorfluorkoolwaterstoffen (CFK’s) komen niet van nature in de dampkring voor; deze werden gebruikt in spuitbussen, koelkasten en diepvriezers.
De broeikasgassen zorgen voor het broeikaseffect: het opwarmen van de aarde. Het is maar goed dat ze er zijn, want zonder broeikasgassen zou het op aarde gemiddeld -18 oC zijn en niet +15 oC. We spreken daarom ook wel van het natuurlijk broeikaseffect.
Door menselijke activiteiten wordt het sinds de Industriële Revolutie en met name sinds 1950 steeds warmer op aarde.
Onze energie halen we nog steeds vooral uit het verstoken van fossiele brandstoffen. Daarbij komt er veel CO2 in de dampkring en wordt het broeikaseffect versterkt. Het gevolg is de opwarming van de aarde.
Een kleine toename van de temperatuur op aarde kan al grote gevolgen hebben, bijvoorbeeld voor de omvang van gletsjers, voor de hoogte van de zeespiegel en voor planten, dieren en mensen. Sommige planten en bomen groeien beter of sneller. Andere worden bedreigd. De spar en de edelweiss kunnen alleen groeien in een koel klimaat.
Het verspreidingsgebied van de malariamug wordt groter door het opwarmen van de aarde.
Passaat
Winden die waaien tussen de 30° noorderbreedte en 30° zuiderbreedte.
Moesson
Winden bij de evenaar die elk halfjaar van richting veranderen.
Temperatuur
Geeft aan hoe warm of koud het is.
Neerslag
Water uit de dampkring. Dit water kan in vaste vorm (sneeuw en hagel) of vloeibare vorm (regen) op aarde terechtkomen.
Stuwingsregen
Regen ontstaan doordat lucht tegen een gebergte omhooggestuwd wordt.
Stijgingsregen
Neerslag ontstaan in het gebied rond de evenaar.
Wind
Verplaatsing van lucht over het aardoppervlak veroorzaakt door verschillen in luchtdruk.
Windkracht
De kracht van de wind bepaald door het verschil in luchtdruk tussen twee gebieden.
Storm
Een zeer krachtige wind met een windkracht van minimaal 9 Beaufort.
Windrichting
De verplaatsing van lucht over het aardoppervlak in een bepaalde richting.
Luchtdruk
Het gewicht van de luchtdeeltjes in de atmosfeer op het aardoppervlak.
Front
Een scheiding tussen twee luchtsoorten.
Hogedrukgebied
Gebied waar de luchtdruk hoog is ten opzichte van de omgeving, gemeten op zeeniveau.
Lagedrukgebied
Gebied waar de luchtdruk laag is ten opzichte van de omgeving, gemeten op zeeniveau.
Wolk
Een verzameling zwevende druppeltjes, waterdamp of ijskristallen in de dampkring, zichtbaar als een witte of grijze pluim.
Wind
De verplaatsing van lucht over het aardoppervlak veroorzaakt door verschillen in luchtdruk.
Aanlandige wind
Waait vanaf het land naar de zee.
Aflandige wind
Waait vanaf de zee naar het land.
Broeikaseffect
Het vasthouden van warmte van de zon door de atmosfeer.
Broeikasgas
Gassen die warmte van de zon opnemen en dit weer uitstralen.
Eindopdracht: Fotodomino
Het eindproduct van deze opdracht is het maken en spelen van een fotodominospel.
De foto's en begrippen op de dominostenen gaan over de invloed van het weer op de mens en de invloed van de mens op het weer, zoals besproken in deze opdracht.
Vorm groepjes en maak een aantal setjes dominostenen. Hoe je een dominospel maakt, kun je lezen in de gereedschapskist.
Je kunt ook gebruikmaken van het werkblad Dominostenen maken.
Klaar?
Is het spel af, dan ga je met een groepje van vier klasgenoten het dominospel spelen.
De eerste keer dat er een begrip op tafel komt, leg je aan de anderen van de groep uit wat het begrip te maken heeft met het thema van de opdracht: ‘De invloed van de mens op het weer’. Dat geldt ook voor de beginsteen!
Als je aan het eind van het spel geen stenen meer hebt, ben je de winnaar.
Beoordeling
Bekijk nog even de beoordelingscriteria in de gereedschapskist en lever het spel in bij de docent.
Deze zal bij de beoordeling letten op:
is de juiste combinatie gemaakt tussen begrip en afbeelding op de dominosteen?
hebben de afbeeldingen en begrippen betrekking op het onderwerp van dit thema?
zijn de dominostenen met zorg samengesteld en bevatten ze geen taalfouten?
Je kunt van (een deel van) de lesstof een dominospel maken. Daarbij verwerk je de informatie tot vragen en antwoorden en die schrijf je op de dominostenen.
Terugkijken
Kan ik wat ik moet kunnen?
Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
Kun je een schadelijk gevolg noemen voor mens en dier, veroorzaakt door het weer of klimaat?
Hoe ging het?
Tijd
Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 2 uur met de opdracht bezig zou zijn. Had je voldoende tijd voor de eindopdracht?
Inhoud
Was de inhoud van de opdracht nieuw voor je of wist je al veel over de invloed van de mens op het weer en andersom?
Leg uit welke informatie nieuw voor je was.
Eindopdracht
Vond je het leuk om een fotodomino te maken?
Als het spelen van het spel geslaagd was, kun je er vanuitgaan dat jullie de opdracht goed gedaan hebben!
Het arrangement Mens en weer hv123 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Deze opdracht hoort bij het thema ''Weer en klimaat'', en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor aardrijkskunde voor HAVO leerjaar 1, 2 & 3. Deze opdracht beschrijft hoe de mens het weer kan beïnvloeden en hoe wij als mensen het weer kunnen meten. Je bekijkt een video over slecht weer en beantwoord een aantal vragen. Doordat wij als mensen de opwarming van de aarde veroorzaken, wordt het op sommige plekken kouder en op de meeste plekken warmer. Ook zorgen we met de uitstoot van broeikasgassen voor verschijnselen zoals smog. Over deze onderwerpen maak je verschillende kleine opdrachten.
Leerniveau
HAVO 1;
HAVO 3;
HAVO 2;
Leerinhoud en doelen
Weer;
Invloed van het weer op de samenleving;
Systeem aarde;
Aardrijkskunde;
Eindgebruiker
leerling/student
Moeilijkheidsgraad
gemiddeld
Studiebelasting
2 uur en 0 minuten
Trefwoorden
aardrijkskunde, arrangeerbaar, broeikasgassen, havo123, kouder, opwarming van de aarde, stercollectie, warmer
Deze opdracht hoort bij het thema ''Weer en klimaat'', en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor aardrijkskunde voor HAVO leerjaar 1, 2 & 3. Deze opdracht beschrijft hoe de mens het weer kan beïnvloeden en hoe wij als mensen het weer kunnen meten. Je bekijkt een video over slecht weer en beantwoord een aantal vragen. Doordat wij als mensen de opwarming van de aarde veroorzaken, wordt het op sommige plekken kouder en op de meeste plekken warmer. Ook zorgen we met de uitstoot van broeikasgassen voor verschijnselen zoals smog. Over deze onderwerpen maak je verschillende kleine opdrachten.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.