Door globalisering en internationale samenwerking, bijvoorbeeld binnen de Europese Unie, stelt de natiestaat steeds minder voor. Een natiestaat is een staat met een eigen identiteit en nationaal besef.
Door globalisering vervagen landsgrenzen, worden landen steeds afhankelijker van elkaar en raken ze steeds een stukje van hun zeggenschap (soevereiniteit) kwijt.
Worden we steeds meer Europeaan en minder Nederlander? Komt er een einde aan de natiestaat of zal het zo’n vaart niet lopen? Daarover gaat deze opdracht.
Een voorbeeld is het afschaffen van (in Nederland toegepaste) pulsvisserij.
Bekijk de video.
Kun je na het bekijken van de video uitleggen waarom de Europese Unie af wil van de pulsvisserij?
Wat kan ik straks?
Aan het eind van deze opdracht kun je:
herkennen dat door globalisering, landen steeds afhankelijker van elkaar worden;
twee nadelen (of risico's) noemen als landen onderling sterk afhankelijk van elkaar zijn;
omschrijven hoe landen steeds meer van hun soevereiniteit verliezen door de globalisering;
uitleggen dat globalisering nadelige invloed heeft op de nationale identiteit.
Wat ga ik doen?
Activiteiten
De activiteiten in deze opdracht dragen bij tot het volgende leerdoel:
Je kunt uitleggen dat landen steeds afhankelijker van elkaar worden en dat de natiestaat daardoor onder druk komt te staan.
Aan de slag
Stap
Activiteit
Stap 1
Je bestudeert de Kennisbank. Je leest over voordelen van globalisering en de nadelen van het afhankelijk zijn van andere landen. Je bekijkt een kaart over globalisering en je beantwoordt vragen.
Stap 2
Je leert over samenwerkingsverbanden met internationale organisaties, welke voordelen dat oplevert en hoe het de soevereiniteit van een land beïnvloedt. Je beantwoordt er vragen over.
Stap 3
Je leest over de nationale identiteit van een land, met name Nederland, en je noemt een aantal zaken die typisch Nederlands zijn.
Afronding
Onderdeel
Activiteit
Begrippen
De begrippen gaan over globalisering, soevereiniteit en nationale identiteit.
Eindopdracht
Je schrijft een column. In overleg met je docent bespreken jullie elkaars columns klassikaal.
Terugkijken
Terugkijken op de opdracht.
Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer 2 uur nodig.
Aan de slag
Stap 1: Onderling afhankelijke landen
Globalisering is het proces waarbinnen het verkeer van personen, goederen, geld en informatie steeds minder hinder ondervindt van landsgrenzen en afstanden. Dat proces verloopt niet overal ter wereld even snel.
Bestudeer uit de Kennisbank het volgende onderdeel over globalisering:
In een supermarkt heb je een ruime keus uit producten uit vele landen.
Via internet, radio en tv en andere media heb je informatie uit de hele wereld razendsnel tot je beschikking.
Meer en meer landen drijven handel met elkaar. Het vergroot de onderlinge afhankelijkheid. Zo is Nederland sterk afhankelijk van Duitsland omdat Duitsland onze belangrijkste handelspartner is.
Door de toegenomen onderlinge afhankelijkheid neemt de kans dat landen elkaar in de haren vliegen en conflicten met wapens uitvechten, af.
Afhankelijk zijn van een handelspartner heeft echter ook nadelen:
Als het slecht gaat met de economie van je belangrijkste handelspartner(s), dan heeft dat gevolgen voor de eigen economie.
West-Europese landen leunen voor hun energievoorziening in belangrijke mate op Rusland en het Midden-Oosten. Als Rusland, om welke reden dan ook, de gaskraan dichtdraait, dan heeft West-Europa een ernstig probleem. Toen in 1973 verschillende Arabische olieproducenten geen olie meer wilden leveren aan onder meer Nederland, had dat grote economische gevolgen. Een paar maanden mochten er zelfs geen auto’s rijden op zondag.
Gevolgen zijn er niet alleen voor de ontvangers. Ook de leveranciers zelf ondervinden grote problemen. Rusland kan zijn gaskraan niet zomaar dichtdraaien want het land verliest een groot deel van zijn inkomsten en ook de Arabische olieproducenten hielden de boycot niet lang vol. Het kostte ze eenvoudig teveel geld.
Toen Rusland en Oekraïne een meningsverschil hadden over betaling van gasrekeningen, heeft Rusland de gaskraan naar Oekraïne een tijd dichtgedraaid. De gaspijp naar Oekraïne vervoert ook het gas naar West-Europa en ook hier ontving men door het Russisch-Oekraïense conflict enkele dagen geen gas.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Naast de toegenomen onderlinge afhankelijkheid verliezen landen meer van hun soevereiniteit. De staatsmacht raakt meer en meer afhankelijk van ander gezag, dat buiten de eigen staat ligt.
Het is niet zo dat landen zich vrijwillig onderwerpen aan andere landen, maar ze kiezen wel voor aansluiting bij samenwerkingsverbanden. Denk aan de Verenigde Naties, waarvan bijna alle landen ter wereld lid zijn. Of neem de Europese Unie waar nu nog 27 landen lid van zijn.
Verenigde Naties en Veiligheidsraad
De leden van de Verenigde Naties hebben allemaal een handvest ondertekend en daarnaast ook nog allerlei verdragen. Als een handtekening is gezet en het verdrag door de nationale parlementen is goedgekeurd, dan zit een land vast aan de bepalingen van dat verdrag.
Bovendien hebben de leden van de Verenigde Naties enkele bevoegdheden overgedragen aan de Veiligheidsraad. De Veiligheidsraad kan beslissingen nemen om de internationale veiligheid en vrede te bevorderen, ook als daarvoor legers moeten worden ingezet.
Europese Unie
Ook de Europese Unie heeft een uitgebreid stelsel van regels en verdragen, waaraan de leden zich onderwerpen.
De nationale wetgeving is op allerlei punten aangepast aan de regels die in EU-verband zijn afgesproken.
Steeds meer wetten in Nederland en andere lidstaten van de EU zijn eigenlijk regels die voor de EU zijn gemaakt of zijn aan regels van de EU aangepast.
Veel van die regels hebben ons bestaan er gemakkelijker op gemaakt, of goedkoper. Denk aan:
de open grenzen;
gemeenschappelijke munt (euro), waarmee je in grote delen van Europa kunt betalen;
goedkoop mobiel bellen overal in de EU;
gratis pinnen of geld overmaken naar een bankrekening in het buitenland;
overal wonen en werken binnen de EU.
Het gezamenlijk optreden van afzonderlijke natiestaten in EU-verband maakt het ook mogelijk grensoverschrijdende problemen aan te pakken zoals internationale criminaliteit of milieuvervuiling.
Gemeenschappelijke afspraken komen niet altijd goed uit. Eurolanden hebben afgesproken dat hun begrotingstekort niet meer dan 3% mag bedragen. Regeringen worden daardoor wel tot flinke bezuinigingen gedwongen, en daar is dan weer niet iedereen blij mee.
Daarom zijn er mensen die vinden dat een te groot deel van de staatssoevereiniteit is opgegeven en dat een deel van die macht terug moet naar de eigen regering. Anderen willen nog een stap verder gaan.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Nationale identiteit is natuurlijk moeilijk af te bakenen. Allerlei zaken, eigenschappen en kenmerken maken de Nederlander tot Nederlander. Maar eigenschappen en kenmerken gelden niet voor alle Nederlanders. We zijn niet allemaal hetzelfde!
Toch is er wel een dominante cultuur waarmee de meeste Nederlanders zich verwant voelen. De taal, de kleur oranje en de saamhorigheid bij een wereldkampioenschap voetbal, de bitterbal, edammer kaas, Koningsdag.
Wat voor Nederlanders geldt, kun je ook zeggen van mensen uit Duitsland, Frankrijk of andere landen.
Ook die hebben hun nationale identiteit, dat wil zeggen hun eigen nationale of dominante cultuur. Door die cultuur kunnen zich identificeren met hun land, hun natiestaat.
Door globalisering komen mensen steeds meer in aanraking met talen, gerechten, godsdiensten, normen, waarden en omgangsvormen uit andere landen, bijvoorbeeld omdat er steeds meer arbeidsmigranten immigreren. Voor de één is dat een verrijking, voor de ander een bedreiging van de nationale identiteit.
Wat precies tot nationale identiteit behoort wordt ook duidelijk als er kritiek komt uit het buitenland. De laatste jaren was er een hoop te doen over ons Sinterklaasfeest. In het buitenland wordt het verschijnsel ‘Zwarte Piet’ als racistisch gezien. Veel Nederlanders kregen het gevoel dat onze tradities gevaar liepen. Er werd zelfs een Facebookpagina met een ‘Pietitie’ opgezet om zoveel mogelijk likes te verzamelen voor behoud van dit culturele erfgoed.
Kijk naar de eerste drie minuten uit de video “VN wil einde aan Sinterklaasfeest”.
Global shift
Het verplaatsen van het economisch zwaartepunt (vooral productie) van de wereld van het gebied rondom de Atlantische Oceaan (de westerse wereld) naar het gebied rondom de Grote Oceaan (Azië).
Globalisering/mondialisering
Op economisch, cultureel en politiek gebied is de wereld door de ontwikkelingen, op onder andere het gebied van vervoer, de afgelopen jaren steeds kleiner geworden.
Natiestaat
Een staat of land met eigen identiteit en nationaal besef.
Soevereiniteit
Het recht van een bestuursorgaan om het hoogste gezag uit te oefenen zonder dat verantwoording is verschuldigd aan een ander orgaan.
Nationale identiteit
De collectieve identificatie met de natiestaat. Er wordt in de natiestaat een onderlinge binding gevoeld op allerlei vlakken.
Eindopdracht: Column schrijven
Je hebt gelezen dat de natiestaat door globalisering en verlies aan soevereiniteit steeds meer onder druk komt te staan. Zal dat leiden tot het einde van de natiestaat? Of komt daaraan tot in lengte van dagen geen einde?
Jullie gaan een column schrijven met als titel ‘De dagen van de natiestaat zijn geteld’.
Hoe je een column schrijft, kun je lezen in de gereedschapskist.
Verwerk in je column zaken zoals:
Op allerlei beleidsterreinen worden Europese afspraken gemaakt. De natiestaat moet zich dan aanpassen aan zulke beslissingen. Is dat wenselijk of niet?
De vrees dat allerlei nationale tradities zullen verdwijnen en zo ook de nationale identiteit.
Door de globalisering worden steeds meer landen afhankelijk van elkaar. Wat is het risico?
Klaar?
Lees in de klas elkaars columns. Houd daarna, in overleg met de docent, een klassengesprek.
Ga samen na of de natiestaat nog toekomst heeft. Geef ook duidelijk je eigen mening daarover.
Beoordeling
De docent zal je column beoordelen. Hij let daarbij op:
inhoud: heb je voldoende toegelicht hoe je denkt over de toekomst van de natiestaat? Heb je je eigen mening in de column goed verwoord?
vorm: is je de column qua woordgebruik prettig om te lezen? Prikkelt het lezers tot nadenken of overleg?
taalfouten: bevat je column niet al te veel taalfouten?
Een column is een kort stukje tekst, waarin de schrijver zijn mening geeft op een grappige of uitdagende manier.
Terugkijken
Intro
Lees de intro van deze opdracht nog eens door.
Kun je omschrijven wat wordt bedoeld met een natiestaat?
Kan ik wat ik moet kunnen?
Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
Kun je een situatie noemen waardoor een land in moeilijkheden komt als het sterk afhankelijk is van een ander land?
Hoe ging het?
Inhoud
Kende je de begrippen soevereiniteit, natiestaat en nationale identiteit al wel?
Vind je dat ze duidelijk zijn uitgelegd en besproken in deze opdracht?
Eindopdracht
Vond je het lastig een column over dit onderwerp te schrijven?
Hebben jullie in de klas elkaars columns nog besproken? Kwam daar nog een duidelijk standpunt of conclusie uit?
Het arrangement Natiestaat onder druk - hv123 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Deze opdracht hoort bij het thema ''Globalisering'', en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor aardrijkskunde voor HAVO leerjaar 1, 2 & 3. Deze opdrachten leggen uit hoe sommige landen door globalisering afhankelijk van elkaar zijn geworden, wat leidt tot verlies van soevereiniteit voor veel landen. Dit heeft geleid tot een herwaardering van nationaliteit in veel landen. Dit onderdeel wordt afgesloten met verschillende opdrachten over Nederland en de Nederlandse identiteit.
Deze opdracht hoort bij het thema ''Globalisering'', en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor aardrijkskunde voor HAVO leerjaar 1, 2 & 3. Deze opdrachten leggen uit hoe sommige landen door globalisering afhankelijk van elkaar zijn geworden, wat leidt tot verlies van soevereiniteit voor veel landen. Dit heeft geleid tot een herwaardering van nationaliteit in veel landen. Dit onderdeel wordt afgesloten met verschillende opdrachten over Nederland en de Nederlandse identiteit.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Globalisering
Minder nationale soevereiniteit
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.