Een eeuw geleden kwam het grootste deel van al onze benodigdheden uit Nederland. Denk hierbij aan schoenen, kleding, apparaten en voedselproducten. Het werd hier geproduceerd.
Vanaf halverwege de 20e eeuw importeren we steeds meer vanuit het buitenland. Het is een gevolg van het verschuiven van economische activiteiten.
In deze opdracht gaat het over de positieve en negatieve gevolgen daarvan.
Welke producten die in het buitenland worden gemaakt gebruik jij? Noem twee voorbeelden.
Wat kan ik straks?
Aan het eind van deze opdracht kun je:
omschrijven hoe internationale arbeidsverdeling tot stand is gekomen;
aangeven welke landen tot de economisch meest ontwikkelde landen van de wereld behoren;
het begrip global shift omschrijven;
met een voorbeeld duidelijk maken dat er sprake is van global shift;
met argumenten de gevolgen van de global shift voorspellen;
het begrip lageloonland omschrijven;
aangeven waar in de wereld zich lageloonlanden bevinden;
omschrijven met een of twee voorbeelden wat we tegen de negatieve gevolgen van global shift kunnen doen.
Wat ga ik doen?
Activiteiten
De activiteiten in deze opdracht dragen bij tot het volgende leerdoel:
Je beschrijft de verschuiving van het economisch zwaartepunt op wereldschaal na 1950.
Aan de slag
Stap
Activiteit
Stap 1
Je bestudeert de Kennisbank. Je leest over waar producten en productonderdelen overal ter wereld vandaan komen. Je beantwoordt een vraag over de werkgelegenheid.
Stap 2
Je leest over global shift en de redenen waarom de productie naar andere landen verschoven wordt. Je maakt een oefening over lageloonlanden.
Stap 3
Je leert over de positieve en negatieve gevolgen van global shift. Je bekijkt video's over fair trade.
Afronding
Onderdeel
Activiteit
Begrippen
In de begrippenlijst staan begrippen over global shift.
Eindopdracht A
Kies je voor eindopdracht A, dan maak je een toets.
Eindopdracht B
Kies je voor eindopdracht B, dan schrijf je een artikel over misstanden, veroorzaakt door global shift.
Terugkijken
Terugkijken op de opdracht.
Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer 2 uur nodig.
Aan de slag
Stap 1: Nederland en het buitenland
Bestudeer de Kennisbank over de internationale arbeidsverdeling.
Begin vorige eeuw werden de meeste producten die we nodig hadden vlakbij huis (lokaal) geproduceerd. Sinds de 17e eeuw is er een wereldwijde handel ontstaan en kwamen grondstoffen en halffabricaten al uit de koloniën en werden eindproducten geëxporteerd. Toch werd het grootste deel van onze producten nog hier gemaakt.
Vooral vanaf de tweede helft van de 20e eeuw ging de ontwikkeling van de internationale arbeidsverdeling snel.
De koopwaar die nu in de winkels ligt, heeft in veel gevallen een lange reis achter de rug. Sterker nog, samengestelde producten zoals elektronica, fietsen of auto’s zijn gemaakt van onderdelen die in alle hoeken van de wereld worden geproduceerd en in elkaar gezet. Daarna worden ze hier ingevoerd.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De verandering in de werkgelegenheid in Nederland is veroorzaakt door verplaatsing van een groot deel van de maakindustrie uit Nederland naar andere landen, vooral naar Azië.
Deze verschuiving treft niet alleen Nederland. Ook vanuit andere Europese landen en vanuit de Verenigde Staten zijn behoorlijk veel economische activiteiten verplaatst.
Die verschuiving van productie en andere economische activiteiten noemt men global shift.
Door global shift is bijvoorbeeld de textielindustrie in Twente en rond Tilburg in de tweede helft van de vorige eeuw bijna helemaal verdwenen. Maar ook andere bedrijfstakken hebben hun productie verplaatst waarmee veel werkgelegenheid uit Nederland is verdwenen.
Bedrijven die hun productie uit Nederland verplaatsen doen dat om de volgende redenen:
Lage loonkosten. Producten kosten minder en kunnen tegen lagere prijzen worden verkocht. Dat levert een betere concurrentiepositie op, meer afzet en daarmee ook meer winst. We noemen de landen waarnaar de productie wordt verplaatst lagelonenlanden.
Regelgeving op het gebied van milieu. Veel landen zijn aantrekkelijk voor producenten omdat de regels omtrent afval of vervuiling van bodem, water en lucht minder streng zijn of zelfs ontbreken. In sommige gevallen zijn de regels er wel, maar ontbreekt voldoende toezicht en wordt overtreding niet of nauwelijks gestraft.
Regelgeving op gebied van arbeidsomstandigheden. Niet alleen het arbeidsloon is lager, ook de arbeidsomstandigheden zijn gunstiger en minder kostbaar. Werknemers worden ook minder in bescherming genomen dan in Nederland. Denk bijvoorbeeld aan veiligheidsmaatregelen, werktijden, vrije tijd en vakantieregelingen.
Global shift wordt in de hand gewerkt omdat de wereldhandel, mede dankzij de Wereldhandelsorganisatie WTO, steeds vrijer wordt. Het wordt steeds gemakkelijker om producten die in land A gemaakt worden, te verhandelen in land B of C. Ook het transport is vooral in de tweede helft van de 20e eeuw sneller, beter en goedkoper is geworden.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De globalisering van handel en productie maakt dat we in Nederland kunnen kiezen uit een overvloed aan goedkope etenswaren, kledingstukken, elektrische apparaten, enzovoort, uit vele landen.
Bovendien helpen we veel mensen in die landen aan werk door in Nederland van die goedkope producten te kopen.
Bekijk de video's. Herken je het logo van Fair trade? Waar kom je het vaak tegen?
Maar global shift heeft ook negatieve gevolgen.
Veel kleding die je in Nederland koopt is gemaakt in Taiwan of China. Daar is goedkope productie mogelijk. Fijn voor de klant, maar de mensen (vaak ook kinderen) die de kleren maken moeten onder slechte omstandigheden en voor weinig geld werken. Ze werken soms tien of twaalf uur per dag of zelfs langer.
Werkplekken zijn vaak onveilig en arbeiders komen in aanraking komen met stoffen die gevaarlijk zijn voor de gezondheid.
Er zijn fabrieken die het niet al te nauw nemen met schadelijk afval en die de bodem, het oppervlaktewater of de lucht sterk vervuilen.
Het langeafstandstransport is milieubelastend. Schepen, vliegtuigen, vrachtauto’s en treinen stoten schadelijke stoffen uit, uit, wat bijdraagt aan de opwarming van de aarde.
Aan die negatieve gevolgen is wat te doen. Het moet voor bedrijven weer aantrekkelijker worden om in hun eigen land te produceren en werk terug te halen naar Nederland. Dat is ook gunstiger voor de werkgelegenheid in Nederland.
Waardoor is het goedkoper om in Nederland te produceren? Enkele voordelen:
lagere transportkosten
minder administratieve lasten
kortere reparatietijd
lagere foutmarges door meer controle op het proces
loonkostensubsidie.
Een ander initiatief komt uit de landbouwsector: producten eten in het teeltseizoen; dat is goedkoper en minder milieubelastend (minder energiekosten dan gekweekte groenten uit kas).
Ten slotte moeten we meer “eerlijke” artikelen kopen in winkels. Dat zijn artikelen die gemaakt zijn voor een eerlijk loon en bij bedrijven die het milieu niet of nauwelijks vervuilen.
Deze artikelen zijn herkenbaar aan een keurmerk zoals het FSC-keurmerk (voor eerlijk hout) of het Fair Trade-keurmerk van Max Havelaar.
Internationale arbeidsverdeling
Verdeling van het maken van producten over verschillende landen.
Internationale concurrentie (positie)
Het vermogen om beter en/of goedkoper te kunnen produceren dan de buitenlandse concurrenten.
Protectionisme
Maatregelen die een land kan nemen om de bedrijven in dit land te beschermen tegen internationale concurrentie.
Europese Unie
Een vereniging van Europese landen die er samen voor zorgen dat alles binnen deze Unie eerlijk verloopt.
Vrijhandel
Als twee of meer landen afspreken alle handelsbelemmeringen af te schaffen kunnen producten tussen deze landen ongehinderd geïmporteerd of geëxporteerd worden.
Import
Het invoeren van goederen of diensten in een land.
Export
Het uitvoeren van goederen of diensten uit een land.
Globalisering/Mondialisering
Op economisch, cultureel en politiek gebied is de wereld door de ontwikkelingen, op onder andere het gebied van vervoer en communicatie, de afgelopen jaren steeds kleiner geworden.
Massaproductie
De productie van grote hoeveelheden standaardproducten (dezelfde producten).
Multinational
De naam voor een bedrijf die zowel goederen als diensten in meerdere landen produceert en verkoopt.
Afzetmarkt
Het gebied waarin de bedrijven en consumenten zijn gevestigd die een product willen kopen.
Schaalvergroting
Het groeien van bedrijven om op die manier de productiekosten te verlagen en de opbrengsten te verhogen.
Innovatie
Innovatie of vernieuwing heeft betrekking op nieuwe ideeën, goederen, diensten en processen.
Global shift
De verschuiving van economische zwaartepunten en activiteiten over de wereld als gevolg van economische schaalvergroting.
Eindopdracht A: Toets
Als eindopdracht A maak je een toets.
De toets bestaat uit een aantal meerkeuzevragen.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Bedenk een actie om de ongunstige gevolgen van global shift te beteugelen en schrijf er een artikel over voor de schoolkrant. Het artikel hoeft niet groter te zijn dan een half A4'tje. Je kunt deze opdracht alleen doen of samen met een klasgenoot.
Vermeld in het artikel welke misstand, die door global shift wordt veroorzaakt, jullie willen bestrijden. Roep andere leerlingen en de leerkrachten van je school op om zich bij die actie aan te sluiten.
Hieronder volgen een paar suggesties voor mogelijke acties, maar een eigen idee is altijd beter:
Zoek op internet bedrijven of organisaties die de verkoop van lokale producten en/of seizoensproducten promoten en leg uit waarom je dat een goed initiatief vindt;
Noem enkele keurmerken van “eerlijke” producten en verklaar waarom het goed is om op dergelijke keurmerken te letten bij de aankoop van artikelen. (Tip: zoek deze keurmerken met Google afbeeldingen en de zoektermen “keurmerken” en “eerlijke handel”.)
Noem winkels die “eerlijke” producten te koop aanbieden en toon aan waarom het goed is om voortaan juist in die winkels spullen te kopen.
Verklaar waarom je beter boontjes uit Nederland kunt eten dan boontjes uit bijvoorbeeld Egypte of een ander ver land.
Stel vast welk Nederlands bedrijf nu de productie laat doen in een lagelonenland. Toon aan waarom en voor wie het beter is dat het bedrijf dit werk voortaan in Nederland laat doen. Roep in je artikel leerlingen en leerkrachten op om brieven te schrijven naar dat bedrijf met het dringende verzoek om de productie terug te halen.
Klaar?
Laat je artikel beoordelen door jullie docent.
Beoordeling
Jullie docent zal het artikel beoordelen. Bij de beoordeling let hij of zij op:
inhoud: toon in het artikel aan dat je weet wat de negatieve gevolgen van global shift zijn en hoe die negatieve gevolgen bestreden kunnen worden?
vorm: is het artikel met zorg gemaakt? Prikkelt het de lezer vooral om zelf daadwerkelijk actie te ondernemen?
taalfouten: bevat het artikel niet te veel taalfouten?
Een artikel is een goede manier om informatie te presenteren of een gebeurtenis te beschrijven.
Terugkijken
Intro
Lees de intro van deze opdracht nog eens door.
Kun je zelf producten noemen die in lageloonlanden worden geproduceerd en in Nederland op de markt zijn?
Kan ik wat ik moet kunnen?
Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
Kun je iets vertellen over de omstandigheden waarin in lageloonlanden wordt gewerkt?
Tijd
Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 2 uur met de opdracht bezig zou zijn.
Had je voldoende tijd om te oefenen en een artikel te schrijven?
Inhoud
Was de inhoud van de opdracht nieuw voor je of wist je al het een en ander over global shift?
Kun je uitleggen dat de global shift ook nadelige gevolgen heeft?
Eindopdracht B
Wat vond je van de eindopdracht? Is het je gelukt een artikel te schrijven? Welk probleem zou je willen aanpakken binnen de global shift?
Het arrangement Global shift - hv123 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Deze opdracht hoort bij het thema ''Globalisering'', en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor aardrijkskunde voor HAVO leerjaar 1, 2 & 3. Deze opdrachten beschrijven hoe Nederland tot de 17e eeuw bijna al zijn producten zelf produceerde, maar dat er daarna een verandering plaatsvond en de internationale arbeidsverdeling begon te veranderen. Er vond een wereldwijde verschuiving plaats van delen van de productieketen naar lageloonlanden. Dit had zowel positieve als negatieve effecten voor deze landen. Negatieve effecten waren onder andere slechte arbeidsomstandigheden en milieuproblemen, terwijl positieve effecten bestonden uit economische groei en de integratie van deze landen in het wereldwijde handelsnetwerk.
Leerniveau
HAVO 1;
HAVO 3;
HAVO 2;
Leerinhoud en doelen
Global shift;
Globalisering;
Aardrijkskunde;
Mondiaal economische wereldbeeld;
Eindgebruiker
leerling/student
Moeilijkheidsgraad
gemiddeld
Studiebelasting
2 uur en 0 minuten
Trefwoorden
aardrijkskunde, arrangeerbaar, economische groei, havo123, internationale arbeidsverdeling, milieuproblemen, stercollectie
Deze opdracht hoort bij het thema ''Globalisering'', en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor aardrijkskunde voor HAVO leerjaar 1, 2 & 3. Deze opdrachten beschrijven hoe Nederland tot de 17e eeuw bijna al zijn producten zelf produceerde, maar dat er daarna een verandering plaatsvond en de internationale arbeidsverdeling begon te veranderen. Er vond een wereldwijde verschuiving plaats van delen van de productieketen naar lageloonlanden. Dit had zowel positieve als negatieve effecten voor deze landen. Negatieve effecten waren onder andere slechte arbeidsomstandigheden en milieuproblemen, terwijl positieve effecten bestonden uit economische groei en de integratie van deze landen in het wereldwijde handelsnetwerk.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Nederland en het buitenland
Lagelonenlanden
Global shift
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.