Producten komen van over de hele wereld in onze winkels en wij kunnen op onze beurt alle producten naar het buitenland exporteren. Handel zonder beperkingen noemen we vrijhandel.
De organisatie die vrijhandel probeert te bevorderen, is de World Trade Organization (WTO).
Gevolg van de vrijhandel is globalisering: bedrijven zien steeds meer de hele wereld als hun werkterrein.
Bekijk de Engelstalige video. Kun je een van de taken van de WTO noemen?
Wat kan ik straks?
Aan het eind van deze opdracht kun je:
herkennen dat producten in winkels overal vandaan kunnen komen;
herkennen dat onderdelen van een product uit diverse landen komen voordat ze op één plek worden samengesteld;
de verschillen tussen protectionisme en vrijhandel benoemen;
het begrip globalisering of mondialisering omschrijven;
in je eigen woorden uitleggen hoe de wereldhandel heeft geleid tot globalisering.
Wat ga ik doen?
Activiteiten
De activiteiten in deze opdracht dragen bij tot het volgende leerdoel:
Je kunt het begrip globalisering omschrijven en uitleggen wat protectionisme en vrije handel is.
Aan de slag
Stap
Activiteit
Stap 1
Je krijgt uitleg over het proces dat een product doorloopt voor het in de winkel ligt. Is een typisch Nederlands product wel zo typisch Nederlands? Geef een argument voor en een argument tegen.
Stap 2
Je leert wat protectionisme is en vrije handel. Je leest een tekst en licht een spreuk toe.
Stap 3
Je leest over GATT en WTO en wat hun doelstellingen zijn. Je beantwoordt een vraag.
Stap 4
Je leert wat globalisering inhoudt en beantwoordt er een vraag over.
Afronding
Onderdeel
Activiteit
Begrippen
De begrippen gaan over globalisering.
Eindopdracht
Je doet met je klasgenoten en docent een 'rug-aan-rug-spel' met allerlei begrippen uit deze opdracht.
Terugkijken
Terugkijken op de opdracht.
Benodigdheden
Voor deze opdracht heb je een set met tekstkaartjes en een set afbeeldingen nodig.
Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer 2 uur nodig.
Aan de slag
Stap 1: Spullen van over de hele wereld
We kopen onze spullen in de winkel, op de markt of via internet. Groente en fruit, kleren, frisdrank, speelgoed, een nieuwe fiets of het allernieuwste mobieltje.
Je staat niet zo vaak stil bij de vraag waar al die spullen vandaan komen.
Doe je dat wel, dan weet je dat veel spullen niet uit Nederland komen. Ga maar eens naar een wekelijkse groentemarkt. Je vindt daar bananen, sinaasappelen, kiwi’s, mango’s en meloenen. Deze exotische fruitsoorten worden niet in Nederland geteeld. Bananen komen onder meer uit Afrika of de Caraïben. Sinaasappelen komen vaak uit Spanje en Portugal. Kiwi’s komen meestal uit Nieuw-Zeeland. Mango’s komen uit Israël en het Amerikaanse Florida. En meloenen komen onder meer uit Italië en Spanje.
Hetzelfde geldt voor kleding. Je spijkerbroek heeft een hele reis gemaakt voordat die in de winkel ligt. Het katoen komt wellicht uit de Verenigde Staten. Er wordt garen van gesponnen, die vervolgens worden geverfd. De garens gaan naar Brazilië en worden daar tot spijkerstof geweven.
Van Brazilië gaat de spijkerstof naar Bangladesh, China of Lesotho. Daar worden de grote katoenen lappen geknipt en in elkaar genaaid tot broeken. Er komt een labeltje aan, de broeken worden ingepakt en in containers o.a. naar Nederland verscheept.
Ze zijn ingekocht door een groothandel of grote winkelketen en belanden uiteindelijk ergens in Nederland in een kledingrek.
Zelfs een typisch ‘Nederlands product’ als de omafiets is slechts voor 25% Nederlands. Het frame van de fiets wordt gelast in Turkije met Turks staal.
Het frame krijgt in Amsterdam wielen uit Duitsland, spaken uit Zwitserland, banden uit Indonesië, een zadel uit Italië, verlichting uit Taiwan en een bel uit Bulgarije. 75% van deze oer-Hollandse omafiets komt uit het buitenland!
Het maakt wel duidelijk dat we zonder wereldwijde handel niet veel zouden kunnen kopen.
Stap 2: Protectionisme of vrije handel?
Jarenlang probeerden regeringen hun eigen producten te beschermen tegen andere (goedkopere of betere) producten. Ze maakten producten uit het buitenland duurder dan hun binnenlandse producten. Of ze verboden de invoer van buitenlandse producten. Deze bescherming van binnenlandse producten door de regering van een land noemen we protectionisme (van het Engels werkwoord ‘to protect’ = beschermen).
Maar protectionisme benadeelt ook de eigen inwoners van een land. Stel, je vindt een fiets uit Duitsland mooier of beter dan uit Nederland. Je zou graag de fiets uit Duitsland willen kopen, maar door de Nederlandse protectionistische maatregelen is die fiets veel te duur voor je.
Tegelijkertijd verkoopt Nederland hele goede elektrische fietsen. Iemand uit Duitsland zou graag die goede elektrische fiets uit Nederland willen hebben. Maar de regering van Duitsland denkt dan: wacht even. Nederland maakt onze producten extra duur. Als tegenmaatregel maken wij de Nederlandse producten extra duur.
Het gevolg is dat zowel de Nederlander als de Duitser hun fiets niet kunnen kopen.
Als beide regeringen nu afspreken dat ze elkaars producten vrij laten, is iedereen blij. De Nederlander kan zijn Duitse fiets kopen. De Duitser kan zijn Nederlandse elektrische fiets aanschaffen.
Het gegeven dat je zonder beperkingen alle producten van over de hele wereld kunt kopen, noemen we vrije handel of vrijhandel.
Lees het volgende artikel over handelsbarrières.
VS pakt China aan met extra heffingen op auto's, chips en staal
De Verenigde Staten verhogen de importtarieven op tal van Chinese goederen. De hogere heffingen zijn vooral gericht op strategische sectoren zoals elektrische auto's, chips, batterijen, staal en belangrijke mineralen.
De maatregelen zijn bedoeld om China te laten stoppen met oneerlijke handelspraktijken. Vooral het tarief voor de invoer van elektrische auto's uit China springt in het oog. Dat zal dit jaar verviervoudigen tot 100 procent. De heffing voor Chinese halfgeleiders stijgt volgend jaar van 25 naar 50 procent.
Naast de tarieven voor elektrische auto's en chips verdrievoudigt de Amerikaanse regering de invoerheffingen op sommige staal- en aluminiumproducten en op accu's en accu-onderdelen voor elektrische auto's. Het tarief voor grafiet en enkele andere belangrijke mineralen stijgt van 0 naar 25 procent en de heffing voor zonnecellen verdubbelt van 25 naar 50 procent.
Het Chinese ministerie van Buitenlandse Zaken laat weten dat het land zich zal verzetten tegen eenzijdige tariefsverhogingen. Volgens de Chinezen zijn die in strijd met de regels van de Wereldhandelsorganisatie (WTO).
De Europese Unie dreigde in de afgelopen maanden ook met nieuwe tarieven op elektrische auto's uit China, waarbij Peking wordt beschuldigd van illegale overheidssteun aan de sector om de prijzen kunstmatig laag te houden.
Bron: NU.nl 14 mei 2024
1.Heeft Europa ook een handelsoorlog met China of misschien wel met de Verenigde Staten?
Overleg met je docent of je op internet op zoek gaat naar de huidige status van de handelsbelemmeringen tussen drie belangrijke economische grootmachten: China, de Europese Unie en de Verenigde Staten.
2. Hoe staat het nu met de onderhandelingen voor een nieuw handelsakkoord?
Overleg met je docent of je op internet op zoek gaat naar de huidige status van de onderhandelingen over een handelsakkoord tussen de Europese Commissie en de Verenigde Staten.
Stap 3: GATT en WTO
Na de Tweede Wereldoorlog werd de internationale handel steeds vrijer. Om de handel tussen landen en bedrijven in goede banen te kunnen leiden, richtten 23 landen in 1948 de GATT op, de General Agreement on Tariffs and Trade (Algemene Overeenkomst over Tarieven en Handel).
Het doel van de GATT was om de invoertarieven zoveel mogelijk te beperken en waar mogelijk af te schaffen. Steeds meer landen sloten zich bij de GATT aan. De GATT was oorspronkelijk niet bedoeld als organisatie en na verloop van tijd bleek het ook niet meer het juiste instrument om de wereldhandel te bevorderen. In 1995 werd een nieuwe organisatie opgericht: de WTO, de World Trade Organization (ook wel Wereldhandelsorganisatie of WHO). De tot dan toe afgesloten handelsverdragen werden samengevoegd en onder de hoede van de WTO geplaatst.
Er zijn nu meer dan 160 landen bij de WTO aangesloten. De WTO vertegenwoordigt meer dan 97% van alle handel in de wereld. Afspraken die binnen de WTO worden gemaakt, gelden voor alle aangesloten landen. De WTO ziet daar op toe en kan een land flinke boetes opleggen als een verdrag wordt geschonden. Elk land dat meent dat een ander land zich niet aan de afspraken houdt, kan dat voorleggen aan de geschillencommissie van de WTO. We spreken dan over een handelsconflict.
Een van de belangrijkste taken van de WTO is het oplossen van dergelijke handelsconflicten.
Op de eerste afbeelding zie je dat er miljarden dollars omgaan in de wereldhandel.
De tweede afbeelding uit oktober 2016 toont het totale handelsbedrag in dollars per persoon.
Stap 4: Globalisering
Bestudeer in de Kennisbank de pagina over Globalisering.
De wereldhandel heeft grote gevolgen gehad voor het dagelijks leven van miljoenen mensen. In de vorige eeuw had ons land bijvoorbeeld een bloeiende textielindustrie. Voor de Tweede Wereldoorlog werd bijna alle textiel (kleding, lakens, handdoeken, enz.) die in ons land verkocht werd ook in Nederland gemaakt.
Na de oorlog stegen de lonen in ons land. En omdat in allerlei landen in Noord-Afrika en Azië de lonen veel lager waren dan in ons land werd het steeds goedkoper om daar textiel te laten maken. Het gevolg was dat veel textielfabrieken in Nederland dichtgingen of naar het buitenland werden verplaatst.
De Nederlandse producten waren te duur geworden in vergelijking met import uit lagelonenlanden.
Je ziet dat ook op andere terreinen. Jaren geleden besloten veel Vietnamese boeren om koffie te gaan telen. Het gevolg was een koffieoverschot en daardoor dalende de prijzen voor de koffiebonen op de wereldmarkt. Veel koffieboeren in Ethiopië en Kenia konden hun hoofd niet boven water houden. De grote koffiebranders zoals Douwe Egberts en Nestlé profiteerden ervan omdat ze een lage inkoopprijs konden bedingen.
Bedrijven zien de hele wereld als hun werkterrein. De mogelijkheid om geld, goederen en fabrieken over de hele wereld te verplaatsen noemen we ook wel globalisering. Afstanden doen er niet meer toe. Een product kan overal in de wereld worden geproduceerd en kan overal in de wereld worden gekocht. Toyota bijvoorbeeld, in 2013 ’s werelds grootste autoproducent, heeft fabrieken in 27 verschillende landen en hun auto’s worden in 160 landen verkocht.
Protectionisme
Maatregelen die een land kan nemen om de bedrijven in dit land te beschermen tegen internationale concurrentie.
Vrijhandel
Als twee of meer landen afspreken alle handelsbelemmeringen af te schaffen kunnen producten tussen deze landen ongehinderd geïmporteerd of geëxporteerd worden.
Globalisering/mondialisering
Op economisch, cultureel en politiek gebied is de wereld door de ontwikkelingen, op onder andere het gebied van vervoer, de afgelopen jaren steeds kleiner geworden.
GATT
General Agreement on Tariffs and Trade (Algemene Overeenkomst over Tarieven en Handel). Een internationaal handelsverdrag en de (informele) organisatie daaromheen. In 1995 vervangen door de oprichting van de Wereldhandelsorganisatie.
WTO
World Trade Organization (ook wel Wereldhandelsorganisatie of WHO). Een intergouvernementele organisatie die toeziet op de naleving van afspraken over de handel tussen landen. Veel van die afspraken zijn van belang voor het internationale zakendoen.
Eindopdracht: Rug aan rug-oefening
Als eindopdracht doen jullie met de hele klas een rug-aan-rug-oefening.
Met de rug-aan-rug-oefening laten jullie zien dat jullie de begrippen uit deze opdracht begrepen hebben.
Hoe werkt het?
Twee leerlingen zitten of staan rug aan rug. De docent heeft een lijstje met woorden, spreuken of begrippen (komen alle uit de stappen van deze opdracht).
Leerling 1 krijgt een tekening of foto. Leerling 1 beschrijft waar hij of zij naar kijkt, zonder het woord, de spreuk of het begrip te noemen. Leerling 2 probeert het woord, de spreuk of het begrip dat hoort bij de afbeelding te raden. Als de leerling het goed geraden heeft, laat de docent aan leerling 2 ter controle het tekstkaartje zien.
De tekstkaartjes en de set met afbeeldingen krijgen jullie van de docent.
Voorbeeld:
Leerling 1 krijgt de afbeelding hiernaast te zien.
Hij mag het woord ‘smartphone’ niet gebruiken, maar alleen omschrijven.
Bijvoorbeeld: Een klein apparaat waarmee je kunt bellen, internetten en dat met apps werkt.
Leerling 2 raadt dat het goede woord ‘smartphone’ is.
Beoordeling
Jullie docent beoordeelt of jullie het spel goed gespeeld hebben en de antwoorden hebben geraden.
Hij/zij let daarbij op:
Zijn jullie er in geslaagd de begrippen uit de opdracht te raden?
Zijn jullie er in geslaagd de begrippen goed te omschrijven, zodat ze voor de andere leerling herkenbaar waren?
Terugkijken
Intro
Lees de intro van deze opdracht nog eens door.
Was de uitleg over globalisering in de video duidelijk genoeg?
Kan ik wat ik moet kunnen?
Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
Kun je uitleggen wat het begrip globalisering inhoudt?
Hoe ging het?
Tijd
Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 2 uur met de opdracht bezig zou zijn.
Hadden jullie voldoende tijd om de vragen te beantwoorden en het rug-aan-rug-spel te spelen?
Inhoud
Was de inhoud van de opdracht nieuw voor je of wist je het meeste al?
Kun je het verschil tussen protectionisme en vrije handel uitleggen?.
Eindopdracht
Wat vond je van de eindopdracht? Waren de gebruikte begrippen in het rug-aan-spel herkenbaar?
Het arrangement De wereld is een dorp - hv123 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Deze opdracht hoort bij het thema ''Globalisering'', en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor aardrijkskunde voor HAVO leerjaar 1, 2 & 3. Deze opdrachten bespreken hoe we producten van over de hele wereld kunnen verkrijgen. We leggen het verschil en het dilemma uit tussen vrije handel en protectionisme, en bespreken handelsbarrières. Om vrije handel tussen landen in goede banen te leiden, zijn er organisaties ontstaan zoals de GATT en de WTO. Tot slot leggen we het begrip globalisering uit.
Deze opdracht hoort bij het thema ''Globalisering'', en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor aardrijkskunde voor HAVO leerjaar 1, 2 & 3. Deze opdrachten bespreken hoe we producten van over de hele wereld kunnen verkrijgen. We leggen het verschil en het dilemma uit tussen vrije handel en protectionisme, en bespreken handelsbarrières. Om vrije handel tussen landen in goede banen te leiden, zijn er organisaties ontstaan zoals de GATT en de WTO. Tot slot leggen we het begrip globalisering uit.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.