De wereld is een dorp - hv123

De wereld is een dorp - hv123

De wereld is een dorp

Intro

Producten komen van over de hele wereld in onze winkels en wij kunnen op onze beurt alle producten naar het buitenland exporteren. Handel zonder beperkingen noemen we vrijhandel.

De organisatie die vrijhandel probeert te bevorderen, is de World Trade Organization (WTO).
Gevolg van de vrijhandel is globalisering: bedrijven zien steeds meer de hele wereld als hun werkterrein.

Bekijk de Engelstalige video.
Kun je een van de taken van de WTO noemen?

Wat kan ik straks?

Aan het eind van deze opdracht kun je:

  • herkennen dat producten in winkels overal vandaan kunnen komen;
  • herkennen dat onderdelen van een product uit diverse landen komen voordat ze op één plek worden samengesteld;
  • de verschillen tussen protectionisme en vrijhandel benoemen;
  • het begrip globalisering of mondialisering omschrijven;
  • in je eigen woorden uitleggen hoe de wereldhandel heeft geleid tot globalisering.

Wat ga ik doen?

Activiteiten
De activiteiten in deze opdracht dragen bij tot het volgende leerdoel:
Je kunt het begrip globalisering omschrijven en uitleggen wat protectionisme en vrije handel is.

Aan de slag
Stap Activiteit
Stap 1 Je krijgt uitleg over het proces dat een product doorloopt voor het in de winkel ligt. Is een typisch Nederlands product wel zo typisch Nederlands? Geef een argument voor en een argument tegen.
Stap 2 Je leert wat protectionisme is en vrije handel. Je leest een tekst en licht een spreuk toe.
Stap 3 Je leest over GATT en WTO en wat hun doelstellingen zijn. Je beantwoordt een vraag.
Stap 4 Je leert wat globalisering inhoudt en beantwoordt er een vraag over.
Afronding
Onderdeel Activiteit
Begrippen De begrippen gaan over globalisering.
Eindopdracht Je doet met je klasgenoten en docent een 'rug-aan-rug-spel' met allerlei begrippen uit deze opdracht.
Terugkijken Terugkijken op de opdracht.


Benodigdheden
Voor deze opdracht heb je een set met tekstkaartjes en een set afbeeldingen nodig.

Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer 2 uur nodig.

Aan de slag

Stap 1: Spullen van over de hele wereld

We kopen onze spullen in de winkel, op de markt of via internet. Groente en fruit, kleren, frisdrank, speelgoed, een nieuwe fiets of het allernieuwste mobieltje.

Je staat niet zo vaak stil bij de vraag waar al die spullen vandaan komen.
Doe je dat wel, dan weet je dat veel spullen niet uit Nederland komen. Ga maar eens naar een wekelijkse groentemarkt. Je vindt daar bananen, sinaasappelen, kiwi’s, mango’s en meloenen. Deze exotische fruitsoorten worden niet in Nederland geteeld. Bananen komen onder meer uit Afrika of de Caraïben. Sinaasappelen komen vaak uit Spanje en Portugal. Kiwi’s komen meestal uit Nieuw-Zeeland. Mango’s komen uit Israël en het Amerikaanse Florida. En meloenen komen onder meer uit Italië en Spanje.

Hetzelfde geldt voor kleding. Je spijkerbroek heeft een hele reis gemaakt voordat die in de winkel ligt. Het katoen komt wellicht uit de Verenigde Staten. Er wordt garen van gesponnen, die vervolgens worden geverfd. De garens gaan naar Brazilië en worden daar tot spijkerstof geweven.
Van Brazilië gaat de spijkerstof naar Bangladesh, China of Lesotho. Daar worden de grote katoenen lappen geknipt en in elkaar genaaid tot broeken. Er komt een labeltje aan, de broeken worden ingepakt en in containers o.a. naar Nederland verscheept.
Ze zijn ingekocht door een groothandel of grote winkelketen en belanden uiteindelijk ergens in Nederland in een kledingrek.

Zelfs een typisch ‘Nederlands product’ als de omafiets is slechts voor 25% Nederlands. Het frame van de fiets wordt gelast in Turkije met Turks staal.
Het frame krijgt in Amsterdam wielen uit Duitsland, spaken uit Zwitserland, banden uit Indonesië, een zadel uit Italië, verlichting uit Taiwan en een bel uit Bulgarije. 75% van deze oer-Hollandse omafiets komt uit het buitenland!

Het maakt wel duidelijk dat we zonder wereldwijde handel niet veel zouden kunnen kopen.

Stap 2: Protectionisme of vrije handel?

Jarenlang probeerden regeringen hun eigen producten te beschermen tegen andere (goedkopere of betere) producten. Ze maakten producten uit het buitenland duurder dan hun binnenlandse producten. Of ze verboden de invoer van buitenlandse producten. Deze bescherming van binnenlandse producten door de regering van een land noemen we protectionisme (van het Engels werkwoord ‘to protect’ = beschermen).

Maar protectionisme benadeelt ook de eigen inwoners van een land. Stel, je vindt een fiets uit Duitsland mooier of beter dan uit Nederland. Je zou graag de fiets uit Duitsland willen kopen, maar door de Nederlandse protectionistische maatregelen is die fiets veel te duur voor je.

Tegelijkertijd verkoopt Nederland hele goede elektrische fietsen. Iemand uit Duitsland zou graag die goede elektrische fiets uit Nederland willen hebben. Maar de regering van Duitsland denkt dan: wacht even. Nederland maakt onze producten extra duur. Als tegenmaatregel maken wij de Nederlandse producten extra duur.
Het gevolg is dat zowel de Nederlander als de Duitser hun fiets niet kunnen kopen.

Als beide regeringen nu afspreken dat ze elkaars producten vrij laten, is iedereen blij. De Nederlander kan zijn Duitse fiets kopen. De Duitser kan zijn Nederlandse elektrische fiets aanschaffen.
Het gegeven dat je zonder beperkingen alle producten van over de hele wereld kunt kopen, noemen we vrije handel of vrijhandel.

Lees het volgende artikel over handelsbarrières.

Europese exportbedrijven hebben vaker te maken met handelsbarrières

Duizenden banen staan op het spel. ''We zien duidelijk dat de plaag van protectionisme toeneemt'', zei EU-commissaris Cecilia Malmström (Handel) maandag bij de presentatie van een rapport waar dat uit blijkt.
Brazilië, Rusland, China en India werpen de meeste belemmeringen op. De laatste drie deden er in 2016 nog een schepje bovenop. Ook landen als Zwitserland, Algerije en Egypte namen maatregelen om hun markt af te schermen.
Er kwamen in totaal 36 obstakels bij, waarmee het totaal op 372 door ruim vijftig landen komt. Het gaat bijvoorbeeld om landbouwproducten, cosmetica en scheepsbouw.
"Europa zal niet aarzelen maatregelen te treffen tegen landen die het spel niet volgens de regels spelen", aldus een strijdbare Malmström. De EU-leiders zullen volgende maand bij de G20-top van economische grootmachten in Hamburg hun verzet tegen protectionisme benadrukken.

Een heffing op staal die de Verenigde Staten overwegen, baart Brussel zorgen. "Als die ons raakt, zullen we natuurlijk terugslaan", zei de Zweedse commissaris. ''De EU is eensgezind, we zullen zeer duidelijk zijn." Zij tekende wel aan dat een handelsoorlog het laatste is waar Europa op uit is.
Malmström kon ook successen melden. Mede dankzij de Europese Commissie trokken landen als Zuid-Korea, Israël, Oekraïne, maar ook China, handelsbeperkende maatregelen in.
De EU is ondertussen bezig met nieuwe handelsakkoorden. Met Mexico verwacht Malmström eind dit jaar een deal, en met Japan ''heel snel’’. ''Een krachtig signaal dat twee van de grootste economieën in de wereld tegen protectionisme zijn.’'

Bron: NU.nl 26 juni 2017


De Europese Commissie onderhandelde met de Verenigde Staten over een handels- en investeringsovereenkomst (Transatlantic Trade and Investment Partnership; TTIP). Het was de bedoeling dat met TTIP bestaande handelsbelemmeringen (gedeeltelijk) zouden worden weggenomen en dat import- en exporttarieven zouden verdwijnen of worden verlaagd.

Eind 2016 werd duidelijk dat de EU en de VS het niet met elkaar eens zouden worden over TTIP. Er zijn sinds die tijd ook geen nieuwe toenaderingspogingen geweest. Ondertussen wordt er wel gekeken naar de mogelijkheden voor een nieuw, beperkt handelsakkoord met de VS.

Hoe staat het nu met de onderhandelingen voor een nieuw handelsakkoord?
Overleg met je docent of je op internet op zoek gaat naar de huidige status van de onderhandelingen over een handelsakkoord tussen de Europese Commissie en de Verenigde Staten.

Stap 3: GATT en WTO

Na de Tweede Wereldoorlog werd de internationale handel steeds vrijer. Om de handel tussen landen en bedrijven in goede banen te kunnen leiden, richtten 23 landen in 1948 de GATT op, de General Agreement on Tariffs and Trade (Algemene Overeenkomst over Tarieven en Handel).

Het doel van de GATT was om de invoertarieven zoveel mogelijk te beperken en waar mogelijk af te schaffen. Steeds meer landen sloten zich bij de GATT aan. De GATT was oorspronkelijk niet bedoeld als organisatie en na verloop van tijd bleek het ook niet meer het juiste instrument om de wereldhandel te bevorderen. In 1995 werd een nieuwe organisatie opgericht: de WTO, de World Trade Organization (ook wel Wereldhandelsorganisatie of WHO). De tot dan toe afgesloten handelsverdragen werden samengevoegd en onder de hoede van de WTO geplaatst.

Er zijn nu 159 landen bij de WTO aangesloten. De WTO vertegenwoordigt meer dan 97% van alle handel in de wereld. Afspraken die binnen de WTO worden gemaakt, gelden voor alle aangesloten landen. De WTO ziet daar op toe en kan een land flinke boetes opleggen als een verdrag wordt geschonden. Elk land dat meent dat een ander land zich niet aan de afspraken houdt, kan dat voorleggen aan de geschillencommissie van de WTO. We spreken dan over een handelsconflict.
Een van de belangrijkste taken van de WTO is het oplossen van dergelijke handelsconflicten.



Op de eerste afbeelding zie je dat er miljarden dollars omgaan in de wereldhandel.
De tweede afbeelding uit oktober 2016 toont het totale handelsbedrag in dollars per persoon.

Stap 4: Globalisering

Bestudeer in de Kennisbank de pagina over Globalisering.

Internationale betrekkingen


De wereldhandel heeft grote gevolgen gehad voor het dagelijks leven van miljoenen mensen. In de vorige eeuw had ons land bijvoorbeeld een bloeiende textielindustrie. Voor de Tweede Wereldoorlog werd bijna alle textiel (kleding, lakens, handdoeken, enz.) die in ons land verkocht werd ook in Nederland gemaakt.

Na de oorlog stegen de lonen in ons land. En omdat in allerlei landen in Noord-Afrika en Azië de lonen veel lager waren dan in ons land werd het steeds goedkoper om daar textiel te laten maken. Het gevolg was dat veel textielfabrieken in Nederland dichtgingen of naar het buitenland werden verplaatst.
De Nederlandse producten waren te duur geworden in vergelijking met import uit lagelonenlanden.

Je ziet dat ook op andere terreinen. Jaren geleden besloten veel Vietnamese boeren om koffie te gaan telen. Het gevolg was een koffieoverschot en daardoor dalende de prijzen voor de koffiebonen op de wereldmarkt. Veel koffieboeren in Ethiopië en Kenia konden hun hoofd niet boven water houden. De grote koffiebranders zoals Douwe Egberts en Nestlé profiteerden ervan omdat ze een lage inkoopprijs konden bedingen.

Bedrijven zien de hele wereld als hun werkterrein. De mogelijkheid om geld, goederen en fabrieken over de hele wereld te verplaatsen noemen we ook wel globalisering. Afstanden doen er niet meer toe. Een product kan overal in de wereld worden geproduceerd en kan overal in de wereld worden gekocht. Toyota bijvoorbeeld, in 2013 ’s werelds grootste autoproducent, heeft fabrieken in 27 verschillende landen en hun auto’s worden in 160 landen verkocht.

Afronding

Begrippen

Internationale betrekkingen

Protectionisme
Maatregelen die een land kan nemen om de bedrijven in dit land te beschermen tegen internationale concurrentie.
Vrijhandel
Als twee of meer landen afspreken alle handelsbelemmeringen af te schaffen kunnen producten tussen deze landen ongehinderd geïmporteerd of geëxporteerd worden.
Globalisering/mondialisering
Op economisch, cultureel en politiek gebied is de wereld door de ontwikkelingen, op onder andere het gebied van vervoer, de afgelopen jaren steeds kleiner geworden.
GATT
General Agreement on Tariffs and Trade (Algemene Overeenkomst over Tarieven en Handel). Een internationaal handelsverdrag en de (informele) organisatie daaromheen. In 1995 vervangen door  de oprichting van de Wereldhandelsorganisatie.

WTO
World Trade Organization (ook wel Wereldhandelsorganisatie of WHO). Een intergouvernementele organisatie die toeziet op de naleving van afspraken over de handel tussen landen. Veel van die afspraken zijn van belang voor het internationale zakendoen.

Eindopdracht: Rug aan rug-oefening

Als eindopdracht doen jullie met de hele klas een rug-aan-rug-oefening.
Met de rug-aan-rug-oefening laten jullie zien dat jullie de begrippen uit deze opdracht begrepen hebben.

Hoe werkt het?
Twee leerlingen zitten of staan rug aan rug. De docent heeft een lijstje met woorden, spreuken of begrippen (komen alle uit de stappen van deze opdracht).

Leerling 1 krijgt een tekening of foto.
Leerling 1 beschrijft waar hij of zij naar kijkt, zonder het woord, de spreuk of het begrip te noemen.
Leerling 2 probeert het woord, de spreuk of het begrip dat hoort bij de afbeelding te raden. Als de leerling het goed geraden heeft, laat de docent aan leerling 2 ter controle het tekstkaartje zien.

De tekstkaartjes en de set met afbeeldingen krijgen jullie van de docent.

Voorbeeld:
Leerling 1 krijgt de afbeelding hiernaast te zien.
Hij mag het woord ‘smartphone’ niet gebruiken, maar alleen omschrijven.
Bijvoorbeeld: Een klein apparaat waarmee je kunt bellen, internetten en dat met apps werkt.

Leerling 2 raadt dat het goede woord ‘smartphone’ is.

Beoordeling

Jullie docent beoordeelt of jullie het spel goed gespeeld hebben en de antwoorden hebben geraden.
Hij/zij let daarbij op:

  • Zijn jullie er in geslaagd de begrippen uit de opdracht te raden?
  • Zijn jullie er in geslaagd de begrippen goed te omschrijven, zodat ze voor de andere leerling herkenbaar waren?

Terugkijken

Intro

  • Lees de intro van deze opdracht nog eens door.
    Was de uitleg over globalisering in de video duidelijk genoeg?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je uitleggen wat het begrip globalisering inhoudt?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 2 uur met de opdracht bezig zou zijn.
    Hadden jullie voldoende tijd om de vragen te beantwoorden en het rug-aan-rug-spel te spelen?
  • Inhoud
    Was de inhoud van de opdracht nieuw voor je of wist je het meeste al?
    Kun je het verschil tussen protectionisme en vrije handel uitleggen?.
  • Eindopdracht
    Wat vond je van de eindopdracht? Waren de gebruikte begrippen in het rug-aan-spel herkenbaar?
     
  • Het arrangement De wereld is een dorp - hv123 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2020-01-21 12:40:36
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Deze opdracht hoort bij het thema ''Globalisering'', en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor aardrijkskunde voor HAVO leerjaar 1, 2 & 3. Deze opdrachten bespreken hoe we producten van over de hele wereld kunnen verkrijgen. We leggen het verschil en het dilemma uit tussen vrije handel en protectionisme, en bespreken handelsbarrières. Om vrije handel tussen landen in goede banen te leiden, zijn er organisaties ontstaan zoals de GATT en de WTO. Tot slot leggen we het begrip globalisering uit.
    Leerniveau
    HAVO 1; HAVO 3; HAVO 2;
    Leerinhoud en doelen
    Globalisering; Aardrijkskunde;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    2 uur en 0 minuten
    Trefwoorden
    aardrijkskunde, arrangeerbaar, gatt, globalisering, handelsbarrieres, havo123, stercollectie, vrije handel, wto

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    VO-content - Kennisbanken. (2016).

    Kennisbank Aardrijkskunde - hv123

    https://maken.wikiwijs.nl/87198/Kennisbank_Aardrijkskunde___hv123