Stap 3: GATT en WTO

Na de Tweede Wereldoorlog werd de internationale handel steeds vrijer. Om de handel tussen landen en bedrijven in goede banen te kunnen leiden, richtten 23 landen in 1948 de GATT op, de General Agreement on Tariffs and Trade (Algemene Overeenkomst over Tarieven en Handel).

Het doel van de GATT was om de invoertarieven zoveel mogelijk te beperken en waar mogelijk af te schaffen. Steeds meer landen sloten zich bij de GATT aan. De GATT was oorspronkelijk niet bedoeld als organisatie en na verloop van tijd bleek het ook niet meer het juiste instrument om de wereldhandel te bevorderen. In 1995 werd een nieuwe organisatie opgericht: de WTO, de World Trade Organization (ook wel Wereldhandelsorganisatie of WHO). De tot dan toe afgesloten handelsverdragen werden samengevoegd en onder de hoede van de WTO geplaatst.

Er zijn nu meer dan 160 landen bij de WTO aangesloten. De WTO vertegenwoordigt meer dan 97% van alle handel in de wereld. Afspraken die binnen de WTO worden gemaakt, gelden voor alle aangesloten landen. De WTO ziet daar op toe en kan een land flinke boetes opleggen als een verdrag wordt geschonden. Elk land dat meent dat een ander land zich niet aan de afspraken houdt, kan dat voorleggen aan de geschillencommissie van de WTO. We spreken dan over een handelsconflict.
Een van de belangrijkste taken van de WTO is het oplossen van dergelijke handelsconflicten.



Op de eerste afbeelding zie je dat er miljarden dollars omgaan in de wereldhandel.
De tweede afbeelding uit oktober 2016 toont het totale handelsbedrag in dollars per persoon.