Stap 1: Spullen van over de hele wereld

We kopen onze spullen in de winkel, op de markt of via internet. Groente en fruit, kleren, frisdrank, speelgoed, een nieuwe fiets of het allernieuwste mobieltje.

Je staat niet zo vaak stil bij de vraag waar al die spullen vandaan komen.
Doe je dat wel, dan weet je dat veel spullen niet uit Nederland komen. Ga maar eens naar een wekelijkse groentemarkt. Je vindt daar bananen, sinaasappelen, kiwi’s, mango’s en meloenen. Deze exotische fruitsoorten worden niet in Nederland geteeld. Bananen komen onder meer uit Afrika of de Caraïben. Sinaasappelen komen vaak uit Spanje en Portugal. Kiwi’s komen meestal uit Nieuw-Zeeland. Mango’s komen uit Israël en het Amerikaanse Florida. En meloenen komen onder meer uit Italië en Spanje.

Hetzelfde geldt voor kleding. Je spijkerbroek heeft een hele reis gemaakt voordat die in de winkel ligt. Het katoen komt wellicht uit de Verenigde Staten. Er wordt garen van gesponnen, die vervolgens worden geverfd. De garens gaan naar Brazilië en worden daar tot spijkerstof geweven.
Van Brazilië gaat de spijkerstof naar Bangladesh, China of Lesotho. Daar worden de grote katoenen lappen geknipt en in elkaar genaaid tot broeken. Er komt een labeltje aan, de broeken worden ingepakt en in containers o.a. naar Nederland verscheept.
Ze zijn ingekocht door een groothandel of grote winkelketen en belanden uiteindelijk ergens in Nederland in een kledingrek.

Zelfs een typisch ‘Nederlands product’ als de omafiets is slechts voor 25% Nederlands. Het frame van de fiets wordt gelast in Turkije met Turks staal.
Het frame krijgt in Amsterdam wielen uit Duitsland, spaken uit Zwitserland, banden uit Indonesië, een zadel uit Italië, verlichting uit Taiwan en een bel uit Bulgarije. 75% van deze oer-Hollandse omafiets komt uit het buitenland!

Het maakt wel duidelijk dat we zonder wereldwijde handel niet veel zouden kunnen kopen.