Het arrangement Thema: Globalisering - hv123 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.
- Auteur
- Laatst gewijzigd
- 2025-11-25 12:01:11
- Licentie
-
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
- het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
- het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
- voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.
Het thema 'Globalisering' is ontwikkeld door auteurs en medewerkers van StudioVO.
Fair Use
In de Stercollecties van StudioVO wordt gebruik gemaakt van beeld- en filmmateriaal dat beschikbaar is op internet. Bij het gebruik zijn we uitgegaan van fair use. Meer informatie: Fair use
Mocht u vragen/opmerkingen hebben, neem dan contact op via de helpdesk VO-content.
Aanvullende informatie over dit lesmateriaal
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
- Toelichting
- Dit thema valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Aardrijkskunde voor HAVO en VWO leerjaar 3. In het thema "Globalisering" worden negen verschillende onderwerpen besproken. Het eerste onderwerp, genaamd "De wereld is een dorp", verkent hoe we producten van over de hele wereld kunnen verkrijgen. We leggen het verschil en het dilemma uit tussen vrije handel en protectionisme, en bespreken handelsbarrières. Om vrije handel tussen landen in goede banen te leiden, zijn er organisaties ontstaan zoals de GATT en de WTO. Tot slot leggen we het begrip globalisering uit.Het onderwerp "Nederland transportland" behandelt de Nederlandse economie, met een focus op transport over water en de haven van Rotterdam, inclusief de Maasvlakte. We bespreken ook het transport over land, zoals via de Betuweroute. We mogen de luchtvaart als belangrijke handelsroute met de grote luchthaven Amsterdam niet vergeten. Daarnaast vertellen we over het gasnetwerk van Europa en de belangrijke rol die Nederland hierin speelt. Het volgende onderwerp, genaamd "Global shift", beschrijft hoe Nederland tot de 17e eeuw bijna al zijn producten zelf produceerde, maar dat er daarna een verandering plaatsvond en de internationale arbeidsverdeling begon te veranderen. Er vond een wereldwijde verschuiving plaats van delen van de productieketen naar lageloonlanden. Dit had zowel positieve als negatieve effecten voor deze landen. Negatieve effecten waren onder andere slechte arbeidsomstandigheden en milieuproblemen, terwijl positieve effecten bestonden uit economische groei en de integratie van deze landen in het wereldwijde handelsnetwerk. Het onderwerp "Arbeidsverdeling" beschrijft welke producten Nederland in het buitenland verkoopt. We bespreken hoe productie plaatsvindt in het land waar dit het goedkoopste is en welke rol multinationale ondernemingen hierin hebben gespeeld. In het onderwerp "Geld op reis" behandelen we het vrije verkeer van geld en geldstromen. Vervolgens wordt het onderwerp "Communicatie" besproken, waarbij we uitleggen hoe verschillende landen met elkaar communiceren en de begrippen supercentrale en hypercentrale taal introduceren. We leggen ook uit hoe communicatie via technologie verloopt en hoe we mobiele telefoons en internet kunnen gebruiken om communicatie te vergemakkelijken. De toegang tot digitale middelen groeit, waardoor de digitale kloof kleiner wordt en het proces van globalisering versnelt. Naast de taal waarin mensen communiceren, speelt cultuur ook een belangrijke rol. Het onderwerp "Natiestaat onder druk" legt uit hoe sommige landen door globalisering afhankelijk van elkaar zijn geworden, wat leidt tot verlies van soevereiniteit voor veel landen. Dit heeft geleid tot een herwaardering van nationaliteit in veel landen. In het onderwerp "Toerisme" bespreken we de groei van het toerisme en de gevallen waarin dit heeft geleid tot massatoerisme. We benoemen zowel de positieve aspecten, zoals economische groei, als de negatieve aspecten, zoals overlast en stijgende prijzen voor de lokale bevolking, en het verlies van cultureel erfgoed voor het vermaak van toeristen. Het laatste onderwerp, genaamd "Mondiale cultuur", bespreekt de Amerikanisering en hoe culturen bepaalde aspecten van elkaar overnemen door globalisering, wat resulteert in een wereldwijde, op elkaar lijkende mondiale cultuur. We bespreken ook of globalisering leidt tot verrijking of verarming van culturen.
- Leerniveau
- VWO 2; HAVO 1; VWO 1; HAVO 3; VWO 3; HAVO 2;
- Leerinhoud en doelen
- Global shift; Transport en vervoer; Globalisering; Internationale arbeidsverdeling in de wereld; Middelen van bestaan; Aardrijkskunde; Infrastructuur en transport in Nederland;
- Eindgebruiker
- leerling/student
- Moeilijkheidsgraad
- gemiddeld
- Studiebelasting
- 22 uur 0 minuten
- Trefwoorden
- aardrijkskunde, arrangbeerbaar, cultuur, global shift, globalisering, hv123, mondialisering, stercollectie, toerisme, vwo123
Gebruikte Wikiwijs Arrangementen
VO-content Aardrijkskunde. (2019).
Arbeidsverdeling - hv123
VO-content Aardrijkskunde. (2019).
Communicatie - hv123
VO-content Aardrijkskunde. (2019).
De wereld is een dorp - hv123
https://maken.wikiwijs.nl/63729/De_wereld_is_een_dorp___hv123
VO-content Aardrijkskunde. (2019).
Geld op reis - hv123
VO-content Aardrijkskunde. (2019).
Global shift - hv123
VO-content Aardrijkskunde. (2019).
Mondiale cultuur - hv123
VO-content Aardrijkskunde. (2019).
Natiestaat onder druk - hv123
https://maken.wikiwijs.nl/63736/Natiestaat_onder_druk___hv123
VO-content Aardrijkskunde. (2019).
NL transportland - hv123
VO-content Aardrijkskunde. (2019).
Toerisme - hv123

Dit thema gaat over 'Globalisering'.

Aan het eind van het thema kan ik:
Het thema 'Globalisering' bestaat uit de volgende opdrachten:
Producten komen van over de hele wereld in onze winkels en wij kunnen op onze beurt alle producten naar het buitenland exporteren. Handel zonder beperkingen noemen we vrijhandel.
Aan het eind van deze opdracht kan ik:

We kopen onze spullen in de winkel, op de markt of via internet. Groente en fruit, kleren, frisdrank, speelgoed, een nieuwe fiets of het allernieuwste mobieltje.
Jarenlang probeerden regeringen hun eigen producten te beschermen tegen andere (goedkopere of betere) producten. Ze maakten producten uit het buitenland duurder dan hun binnenlandse producten. Of ze verboden de invoer van buitenlandse producten. Deze bescherming van binnenlandse producten door de regering van een land noemen we protectionisme (van het Engels werkwoord ‘to protect’ = beschermen).
Na de Tweede Wereldoorlog werd de internationale handel steeds vrijer. Om de handel tussen landen en bedrijven in goede banen te kunnen leiden, richtten 23 landen in 1948 de GATT op, de General Agreement on Tariffs and Trade (Algemene Overeenkomst over Tarieven en Handel).

Bestudeer in de Kennisbank de pagina over Globalisering.
Als eindopdracht doen jullie met de hele klas een rug-aan-rug-oefening.
Intro
Nederland is een klein land, maar het is op het gebied van internationaal transport een van de belangrijkste landen ter wereld.
Bestudeer in de Kennisbank de pagina over open en gesloten economie.
Schiphol is het grootste vliegveld van Nederland en net als de haven van Rotterdam een mainport. De luchthaven geeft toegang tot reisbestemmingen over de hele wereld.
Nederland speelt een grote rol in de gasrotonde van Europa. De gasrotonde is een op elkaar afgestemd geheel van gasinfrastructuur voor transport, opslag en doorvoer van gas. Hierbij horen ook de ondersteunende services die een goed werkende, laagdrempelige handel in gas mogelijk maken.
Welke landen zijn het meest geschikt om zaken mee te doen als handelaar of vervoerbedrijf? Dat hangt niet alleen af van de kwaliteit van de infrastructuur (spoorlijnen, autowegen, zee- en luchthavens) van het land.

vervoer over de weg
inhoud: laat jouw deel van de brochure goed zien waarom Nederland voor vervoersbedrijven en handelaars een prettig land is om zaken te doen?
Een eeuw geleden kwam het grootste deel van al onze benodigdheden uit Nederland. Denk hierbij aan schoenen, kleding, apparaten en voedselproducten. Het werd hier geproduceerd.
De verandering in de werkgelegenheid in Nederland is veroorzaakt door verplaatsing van een groot deel van de maakindustrie uit Nederland naar andere landen, vooral naar Azië.

Artikelen als spijkerbroeken en mobieltjes reizen de hele wereld over voor ze in de winkel liggen.
Bestudeer uit de Kennisbank de pagina over internationale arbeidsverdeling.
Zoals je hebt gezien worden veel artikelen in stappen gemaakt. Je hebt er in Stap 1 een voorbeeld van gezien (de omafiets).
Dankzij het vrije geldverkeer reist geld de wereld rond zonder enige belemmering.
Geld in je portemonnee, geld sparen, geld pinnen, cash betalen of met een creditcard. Zo kennen we ons geld.
Geld reist voortdurend van de ene plek op de wereld naar de andere.
Bedrijven hebben geld nodig om te kunnen blijven draaien.
(Mobiele) telefonie en internet maken het mogelijk om informatie over grote afstanden uit te wisselen.
Er zijn veel definities van globalisering maar allemaal bevatten ze een begrip van ‘internationale communicatie’.
Met de uitvinding van de telefoon en satelliet werd het mogelijk om informatie over grote afstanden uit te wisselen. Met de toename van de welvaart nam ook het gebruik van de (vaste) telefoon toe.
Als in een land moeders sterven bij de geboorte van hun kind omdat er onvoldoende medische hulp aanwezig is; als in een land kinderen doodgaan aan eenvoudig te genezen ziektes als diarree die ze hebben opgelopen door vervuild drinkwater; als in een land mensen in ongezonde krottenwijken wonen, omdat ze een normaal dak boven hun hoofd niet kunnen betalen, dan lijkt toegang tot moderne communicatiemiddelen als mobiele telefoons en internet minder belangrijk. Maar niets is minder waar!
Als Jan uit Nederland en Tam uit Thailand allebei goed Engels spreken, maar zich niet in elkaars culturen verdiepen, is de kans op miscommunicatie groot. Elkaar verstaan is niet hetzelfde als elkaar begrijpen. Daarvoor moet je ook elkaars culturele achtergronden kennen en je kunnen inleven in de ander.
Door globalisering en internationale samenwerking, bijvoorbeeld binnen de Europese Unie, stelt de natiestaat steeds minder voor. Een natiestaat is een staat met een eigen identiteit en nationaal besef. 
Globalisering heeft voordelen:

Europese Unie

Globalisering houdt onder meer in dat bedrijven de hele wereld als hun werkterrein zien. Dat geldt zeker voor bedrijven in de toeristenindustrie.
Door de globalisering zien bedrijven de hele wereld steeds meer als hun werkterrein. Dat geldt zeker voor bedrijven in de toerismesector. De toeristenindustrie trekt toeristen uit de hele wereld naar dezelfde mooie of bijzondere plekjes.
Toerisme is een snel groeiende sector. In 1950 waren er nog maar 25 miljoen internationale toeristen en werd er wereldwijd 2,1 miljard dollar verdiend. Nu is het aantal toeristen meer dan veertig keer zo groot en de inkomsten zijn nog veel meer gestegen. De gemiddelde bestedingen van toeristen aan buitenlandse reizen zijn sinds 1950 vertienvoudigd.
We spreken van massatoerisme als veel toeristen naar hetzelfde gebied op reis gaan in dezelfde periode. Dat kunnen in de zomer de zonovergoten stranden van de Costa del Sol zijn en in de winter de populaire skioorden in Oostenrijk. In die gebieden bevinden zich vaak hotels die relatief veel voorzieningen en groepsactiviteiten aanbieden.
Toch is het niet alles goud wat er blinkt als het over toerisme gaat.

Door de globalisering 'komt de hele wereld bij ons binnen' en ondergaan we allerlei invloeden. Omgekeerd beïnvloeden wij anderen op onze aardbol.
herkennen dat vermenging van culturen tot verrijking of verarming kan leiden. Geef van beide situaties een voorbeeld.
De wereld kent veel culturen, met eigen talen, muziek, literatuur, kunst, normen en waarden. Volgens tegenstanders van globalisering leidt kennismaking met al die culturen tot vervlakking.
De wereldwijde handel in culturele producten (film, televisie, radio, muziek, fotografie, kranten, tijdschriften, literatuur) is sinds 1980 verviervoudigd (tot 400 miljard dollar per jaar). Tachtig procent daarvan komt uit maar 13 verschillende landen en de nummer 1, Amerika, steekt ver boven de rest uit.
Veel landen willen hun cultuur beschermen en verlenen steun aan de filmindustrie. Een nationale filmindustrie is voor veel landen belangrijk. Films van eigen bodem beschouwen ze als een essentieel onderdeel van hun nationale cultuur. Maar films maken voor de kleine nationale markt is niet altijd kostendekkend en daarom verlenen veel overheden steun aan hun filmindustrie.
Het thema 'Globalisering' bestaat uit de volgende Kennisbankitems:
In 1999 zette ik in Afrika mijn eerste schreden op het journalistieke pad. Ik was net afgestudeerd en wilde zien, horen, ruiken en voelen hoe een grote meerderheid van de wereldbevolking leeft: in armoede. Na een half jaar met pen en notitieblok door Afrika gezworven te hebben, keerde ik met veel indrukken en nog meer vragen terug. Vooral die ene vraag bleef onbeantwoord: hoe moeten we armoede bestrijden?
Ongelijkheid is een ding, maar wat is de relatie met globalisering? De antiglobalisten verzetten zich tegen een groot aantal dingen en het is niet altijd duidelijk wat ze bedoelen. Voor een econoom is het begrip globalisering helder: het betekent vrij verkeer van goederen, geld, mensen en ideeën. De wereld is nog lang geen ’global village’: we beschermen onze landbouw tegen importen uit de derde wereld en van vrij verkeer van mensen moeten we al helemaal niets hebben.
Globalisering is niet echt nieuw. Tenslotte bestaan er al eeuwenlang contacten tussen de verste uithoeken van de wereld en hebben volkeren en culturen elkaar afwisselend positief en negatief beïnvloed.
Intro
Aan het eind van dit thema vind je de 'verderkijker'. De verderkijker biedt een selectie bij het thema passende fragmenten uit het archief van Beeld en Geluid.