Waarom wonen er in het Turkana-district in Kenia minder mensen dan in Duitsland? Waarom is de Himalaya zo dunbevolkt?
Dat heeft te maken met de natuurlijke omstandigheden van het gebied. Voorbeelen van natuurlijke factoren zijn het klimaat, het landschap en de bodemvruchtbaarheid. Die hebben invloed op de omvang van een populatie (inwoners) in een bepaald gebied.
Bekijk de video over bevolkingsdichtheid en bevolkingsspreiding. Kun je nog twee gebieden ter wereld noemen die dunbevolkt zijn vanwege de fysische factor?
Wat kan ik straks?
Aan het eind van deze opdracht kun je:
de fysische factoren benoemen, die bevolkingsspreiding en -dichtheid beïnvloeden.
omschrijven wat push- en pullfactoren zijn van een emigratieproces.
van beide factoren een voorbeeld noemen.
Wat ga ik doen?
Activiteiten
De activiteiten in deze opdracht dragen bij tot het volgende leerdoel:
Je kunt uitleggen welke invloed fysische factoren hebben op de spreiding van de bevolking.
Aan de slag
Stap
Activiteit
Stap 1
Je bestudeert de kennisbank over bevolkingsspreiding en bevolkingsdichtheid. Je leert dat gebieden met een vruchtbare bodem dichter bevolkt zijn. Je bekijkt een video en gaat op een wereldkaart dicht en dun bevolkte gebieden inkleuren.
Stap 2
Je bestudeert de natuurlijke factoren die de spreiding en dichtheid van de bevolking verklaren. Je leest een tekst over de bevolkingsdichtheid in Kenia en beantwoordt een vraag erover.
Stap 3
Je leert wat milieuvluchtelingen zijn en legt uit wat push en pullfactoren zijn. Je kunt van ieder een voorbeeld geven.
Afronding
Onderdeel
Activiteit
Begrippen
De begrippen gaan over spreiding en dichtheid van de bevolking.
Eindopdracht A
Kies je voor eindopdracht A: dan maak je een toets.
Eindopdracht B
Kies je voor eindopdracht B: dan ga je met een klasgenoot een wereldkaart bewerken met foto's, illustraties, etc. Jullie geven dicht en dun bevolkte gebieden aan en plaatst er de fysische omstandigheid bij.
Terugkijken
Terugkijken op de opdracht.
Benodigdheden
een fotobewerkingsprogramma (Picasa, Photoshop, etc.)
een pen
een papier
Tijd
Voor de opdrachten bij dit onderwerp heb je ongeveer 2 uur nodig.
In grote delen van Afrika is de bodem niet of niet erg vruchtbaar. Dergelijke gebieden kunnen maar aan een beperkte hoeveelheid mensen een bestaan bieden. Het gevolg is dat er weinig mensen wonen. De bevolkingsdichtheid is er laag.
Op plekken met een vruchtbare bodem kan het gebied voldoende voedsel voor mensen en hun veestapels leveren. Hier wonen veel meer mensen. Deze gebieden zijn dichtbevolkt.
Zo heb je binnen landen verschillen in dichtheid van de bevolking. Dat wordt uitgedrukt in het begrip bevolkingsspreiding.
Als je het verschil tussen bevolkingsdichtheid en bevolkingsspreiding begrijpt kun je het tweede fragment van het filmpje bekijken en de vraag beantwoorden.
Stap 2: Fysische factoren
De spreiding en dichtheid van de bevolking wordt verklaard met behulp van natuurlijke en sociaaleconomische factoren.
In deze opdracht richten we ons op de fysische factoren ofwel de natuurlijke omstandigheden.
We zetten ze hieronder op een rij:
Klimaat Het klimaat is een belangrijke vestigingsfactor. Mensen wonen niet graag op te hete of te koude plekken. Op de Noordpool woont alleen een kleine groep Inuit. Het extreme klimaat is niet alleen onaangenaam voor veel mensen, het biedt ook geen mogelijkheden tot bestaan voor meer dan een paar mensen. Te warme en te droge gebieden, zoals de Sahara, zijn ook onaantrekkelijk. De Toeareg houden er stand met hun kuddes kamelen. Voor meer mensen is er niets om van te leven. De draagkracht van dergelijke gebieden is laag. De draagkracht van bijvoorbeeld West-Europa is veel groter door een gematigd klimaat dat uitstekend geschikt is voor landbouw en veeteelt.
Reliëf Hoe extremer het reliëf, hoe moeilijker het is om je er te vestigen. Hooggebergte is moeilijk begaanbaar en het bruikbare oppervlak voor landbouw en veeteelt is kleiner. De bevolkingsdichtheid in dergelijke gebieden is altijd laag. De mensen die er wonen, verblijven in de dalen. Een plat land zoals Nederland is veel beter begaanbaar. Het reliëf oftewel de aanwezigheid van hoge bergen is dus een belangrijke factor voor de bevolkingsdichtheid binnen een gebied.
Vruchtbare bodem Bodemvruchtbaarheid is het vermogen van de bodem om een plant van voedingsstoffen te voorzien. Een bodem heeft chemische, fysische en biologische eigenschappen. Chemische eigenschappen betreffen de aanwezigheid van mineralen. Als de bodem daar te weinig van heeft, is dat met kunstmest aan te vullen. Biologische eigenschappen hebben betrekking op het bodemleven. Denk aan wormen en dergelijke. De fysische eigenschappen zeggen wat over de bodemgesteldheid. Kunnen wortels er bijvoorbeeld goed in doordringen? Houdt de bodem voldoende water vast?
Een onvruchtbaar gebied is onaantrekkelijk voor veel mensen om zich er te vestigen. Maar op veel vulkaanhellingen waar de bodem vruchtbaar is, gaan mensen er wonen, ondanks de risico’s.
Water Water is een absolute voorwaarde voor mensen, dieren en gewassen. Zonder water is er geen leven mogelijk.
Stap 3: Vertrekken of vestigen?
Er zijn veel redenen mogelijk waarom mensen besluiten uit een gebied weg te gaan en zich elders te vestigen.
Als de fysische kenmerken van een gebied veranderen, kan dat reden zijn om te vertrekken.
Mensen die verhuizen omdat het te droog wordt of juist te nat, zijn milieuvluchtelingen of ecologische migranten.
Een gebied verlaten is één ding, je moet ook nog weten waar je naar toe wilt.
Dat emigratieproces kan worden weergegeven in een push-en-pullmodel.
Pushfactoren
Dit zijn redenen om uit een gebied te vertrekken. Denk hierbij aan natuur- of milieurampen. In de Sahel was er bijvoorbeeld in 2012 een hongersnood vanwege lang aanhoudende droogte. De gevolgenvan de droogte in de Sahel waren de pushfactoren om weg te trekken.
Pullfactoren
Dit zijn redenen om je in een gebied te vestigen. In het geval van de hongersnood in de Sahel is de beschikbaarheid van voedsel in een ander gebied een pullfactor.
Hindernissen
Het deel in het midden bevat alle factoren die demigratieremmen, zoals grenscontroles en moeilijk begaanbare wegen.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Het eindproduct van deze opdracht is een bewerkte wereldkaart. Samen met een klasgenoot ga je aan de slag met een fotobewerkingsprogramma (Photoshop, Canva, o.i.d.) en bewerk je de kaart met foto’s, illustraties en tekst.
Je laat zien waar op de wereld veel/weinig mensen wonen en welke fysische factoren daarop van invloed zijn.
Download hier de wereldkaart (bestand - downloaden als). Sla deze op in je eigen omgeving om te bewerken.
De foto’s en/of illustraties mag je van internet halen of mogen van jezelf zijn (bijvoorbeeld van een vakantie). Denk eraan dat je de begrippen (waar mogelijk) visualiseert. Verwerk in ieder geval:
De dichtst bevolkte en dunst bevolkte gebieden wereldwijd (dit kan bijvoorbeeld door de gebieden een kleur te geven).
Per gebied één fysische omstandigheid (dat kan d.m.v. foto’s, illustraties of headlines).
Klaar?
Laat het eindproduct beoordelen door jullie docent.
Bij de beoordeling wordt gelet op:
inhoud: laat het eindproduct zien welke fysische factoren van invloed zijn op de bevolkingsspreiding?
inhoud: is op de kaart duidelijk aangegeven waar wereldwijd dun- en dichtbevolkte gebieden zich bevinden?
vorm en creatie: is het eindproduct met zorg gemaakt, zijn passende illustraties bij de gebieden gevoegd en is de fysische factor vermeld?
taalfouten: bevat het eindproduct niet te veel taalfouten?
Op een kaart kun je aangeven waar een gebeurtenis heeft plaatsgevonden of gaat plaatsvinden.
Terugkijken
Intro
Lees de intro van deze opdracht nog eens door.
Kun je uitleggen wat wordt bedoeld met de begrippen bevolkingsdichtheid en bevolkingsspreiding?
Kan ik wat ik moet kunnen?
Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
Kun je meerdere fysische factoren noemen die van invloed zijn op de dichtheid van de bevolking in een bepaald gebied?
Hoe ging het?
Inhoud
Wist je al waar ter wereld dunbevolkte gebieden zich bevinden? En wat de bijbehorende fysische factor is?
Schrijf op wat nieuw voor je was.
Eindopdracht B
Wat vond je van de eindopdracht? Vond je het leuk de wereldkaart te bewerken?
Verliep jullie samenwerking goed?
Het arrangement Spreiding bevolking - hv123 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Deze opdracht hoort bij het thema ''Bevolking en ruimte'', en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor aardrijkskunde voor HAVO leerjaar 1, 2 & 3. Deze opdrachten bespreken het verschil tussen bevolkingsdichtheid en bevolkingsspreiding. In een opdracht ga je een kaartje printen waarop je zelf kan inkleuren welke gebieden jij denkt dat dichtbevolkt zijn. We kijken naar fysische factoren die ervoor zorgen dat mensen op bepaalde plekken willen wonen en op andere juist niet. Daarna behandelen we push- en pullfactoren als redenen om ergens wel of niet te willen wonen. In een opdracht breng je je kennis over push- en pullfactoren in de praktijk door te beoordelen waarom na een vulkaan uitbarsting in een gebied wonen voordelig of juist niet voordelig is.
Leerniveau
HAVO 1;
HAVO 3;
HAVO 2;
Leerinhoud en doelen
Bevolkingskenmerken;
Bevolkingsspreiding en natuurlijke omgeving;
Aardrijkskunde;
Groei van de wereldbevolking;
Bevolking en ruimte;
Deze opdracht hoort bij het thema ''Bevolking en ruimte'', en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor aardrijkskunde voor HAVO leerjaar 1, 2 & 3. Deze opdrachten bespreken het verschil tussen bevolkingsdichtheid en bevolkingsspreiding. In een opdracht ga je een kaartje printen waarop je zelf kan inkleuren welke gebieden jij denkt dat dichtbevolkt zijn. We kijken naar fysische factoren die ervoor zorgen dat mensen op bepaalde plekken willen wonen en op andere juist niet. Daarna behandelen we push- en pullfactoren als redenen om ergens wel of niet te willen wonen. In een opdracht breng je je kennis over push- en pullfactoren in de praktijk door te beoordelen waarom na een vulkaan uitbarsting in een gebied wonen voordelig of juist niet voordelig is.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Spreiding bevolking
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.