Klimaat
Het klimaat is een belangrijke vestigingsfactor. Mensen wonen niet graag op te hete of te koude plekken. Op de Noordpool woont alleen een kleine groep Inuit. Het extreme klimaat is niet alleen onaangenaam voor veel mensen, het biedt ook geen mogelijkheden tot bestaan voor meer dan een paar mensen. Te warme en te droge gebieden, zoals de Sahara, zijn ook onaantrekkelijk. De Toeareg houden er stand met hun kuddes kamelen. Voor meer mensen is er niets om van te leven. De draagkracht van dergelijke gebieden is laag. De draagkracht van bijvoorbeeld West-Europa is veel groter door een gematigd klimaat dat uitstekend geschikt is voor landbouw en veeteelt.
|
Reliëf
Hoe extremer het reliëf, hoe moeilijker het is om je er te vestigen. Hooggebergte is moeilijk begaanbaar en het bruikbare oppervlak voor landbouw en veeteelt is kleiner. De bevolkingsdichtheid in dergelijke gebieden is altijd laag. De mensen die er wonen, verblijven in de dalen. Een plat land zoals Nederland is veel beter begaanbaar. Het reliëf oftewel de aanwezigheid van hoge bergen is dus een belangrijke factor voor de bevolkingsdichtheid binnen een gebied.
|
Vruchtbare bodem
Bodemvruchtbaarheid is het vermogen van de bodem om een plant van voedingsstoffen te voorzien. Een bodem heeft chemische, fysische en biologische eigenschappen. Chemische eigenschappen betreffen de aanwezigheid van mineralen. Als de bodem daar te weinig van heeft, is dat met kunstmest aan te vullen. Biologische eigenschappen hebben betrekking op het bodemleven. Denk aan wormen en dergelijke. De fysische eigenschappen zeggen wat over de bodemgesteldheid. Kunnen wortels er bijvoorbeeld goed in doordringen? Houdt de bodem voldoende water vast?
Een onvruchtbaar gebied is onaantrekkelijk voor veel mensen om zich er te vestigen. Maar op veel vulkaanhellingen waar de bodem vruchtbaar is, gaan mensen er wonen, ondanks de risico’s.
|
Water
Water is een absolute voorwaarde voor mensen, dieren en gewassen. Zonder water is er geen leven mogelijk.
|