Thema: Wonen - vmbo12

Thema: Wonen - vmbo12

Thema Wonen

Inleiding

Welkom bij het thema Wonen. In dit thema kom je meer te weten over:

  • Ontstaan landbouw
    Mensen hebben miljoenen jaren geleefd als jagers-verzamelaars. Ongeveer 11.000 jaar geleden waren de omstandigheden gunstig om zelf voedsel te gaan verbouwen. Er ontstond landbouw en de eerste nederzettingen.
  • Stedelijke samenleving
    Sommige nederzettingen groeiden uit tot steden. Mensen gingen in steden wonen en zo ontstonden de eerste beroepen. De macht en rijkdom in de steden was ongelijk verdeeld.
  • Wonen Romeinen
    De Romeinen die in de stad leefden wasten zich in badhuizen en gingen naar openbare wc's. De rijkere Romeinen woonden buiten de stad in Romeinse villa's.
  • De eerste steden in Nederland
    Door groei van de bevolking ontstonden tussen 1000-1500 de eerste steden. Er werd steeds meer handel gedreven.
    De geldeconomie kwam weer op gang.
  • Van plan tot woning
    Er komt heel wat kijken bij het bouwen van een huis. Heel veel bedrijven en beroepen zijn bij het bouwproces betrokken.
  • Je eigen buurt
    In een buurt staan verschillende type woningen door elkaar. Bewoners voelen zich vaak verbonden met elkaar.
    Er worden activiteiten georganiseeerd en er wordt aan buurtpreventie gedaan.
  • Huis te koop
    Je gaat een huis huren of kopen. Wat zijn de voor- en de nadelen? Als je een huis koopt, moet je geld lenen, in de vorm van een hypotheek.
    Op woningsites worden huizen te koop of te huur aangeboden.
  • Ontwerp een wijk
    Om een (denkbeeldige) wijk vorm te geven bedenk je eerst een plan. Dat plan werk je uit in een schets en later in een plattegrond.
    Naast allerlei huizen komen ook voorzieningen als winkels, parkjes en scholen in het plan voor.
  • Extreme woonplekken
    Ondanks het aanwezige gevaar wonen mensen in de buurt van vulkanen. Ook op plekken waar aardbevingen en orkanen voor komen, wonen mensen.
    Waarom ze het gevaar niet uit de weg gaan, lees je in deze opdracht.

Introductie - opdracht

Stel je gaat verhuizen naar een nieuwe stad. Dat betekent dus ook een nieuwe buurt en een nieuwe straat. Maar hoe weet je nou of de buurt waar je gaat wonen ook past bij jouw woonwensen?

Je hebt wel een idee dat je die ene buurt zo leuk vindt, maar hoé leuk weet je niet precies als je er niet woont. Hoe is het er ’s avonds? En als het regent? Zijn de buren leuk? Wat is er te doen en te zien in de buurt?

Er is maar één manier om daar achter te komen: de door-de-buurt-struinen-ontdekkingstocht.

Wat kan ik straks?

Aan het eind van het thema kun je:

Leerdoel Opdrachten

Je kunt omschrijven waar en wanneer de eerste landbouwnederzettingen ontstonden.

Ontstaan landbouw
Je kunt het begrip 'agrarische revolutie' herkennen. Ontstaan landbouw
Je kunt beschrijven dat er hiërarchie heerste in de steden. Stedelijke samenleving
Je kunt aangeven waar de eerste stedelijke gemeenschappen ontstonden. Stedelijke samenleving
Je kunt beschrijven hoe de arme en rijke Romeinen woonden. Wonen Romeinen
Je kunt beschrijven hoe een Romeinse villa is ingedeeld. Wonen Romeinen
Je kunt herkennen dat de samenleving veranderde door de opkomst van de handel en de bouw van nieuwe steden. De eerste steden in Nederland
Je kunt omschrijven hoe de geldeconomie in de steden op gang kwam. De eerste steden in Nederland
Je kunt de verschillende fasen van het bouwproces van een nieuwbouwhuis herkennen. Van plan tot woning
Je kunt een aantal voorbeelden noemen van beroepen die bij het bouwproces betrokken zijn. Van plan tot woning
Je kunt een aantal woningtypes herkennen die in een buurt kunnen staan. Je eigen buurt
Je kunt een beschrijving geven van de leefsituatie in je eigen buurt. Je eigen buurt
Je kunt uitleggen waarom iemand met een hoog inkomen meer kan lenen dan iemand met een laag inkomen. Huis te koop
Je kunt de begrippen verklaren: hypotheek, onderpand, rente, hypotheeknemer en hypotheekgever. Huis te koop

Je kunt een plan opzetten voor het ontwerp van een nieuwe wijk.

Ontwerp een wijk
Je kunt een plattegrond met het ontwerp van een nieuwe wijk bedenken. Ontwerp een wijk
Je kunt omschrijven waarom mensen ondanks het dreigende gevaar toch in gevaarlijke gebieden willen wonen. Extreme woonplekken

 

 

Wat ga ik doen?

Het thema 'Wonen' bestaat uit de volgende onderdelen:

Onderdeel Tijd in lesuren Eindproduct
Inleiding 0,5 -
Opdracht: Ontstaan landbouw 2 Schema
Opdracht: Stedelijke samenleving   2 Piramide
Opdracht: Wonen Romeinen 2 Plattegrond villa
Opdracht: Eerste steden in Nederland 2 Kaart van Nederland  
Opdracht: Van plan tot woning 2 Bouwproces eigen keuze
Opdracht: Je eigen buurt 2 à 3 Eigen keuze
Opdracht: Huis te koop 2 Tabel
Opdracht: Ontwerp een wijk 2 Plattegrond
Opdracht: Extreme woonplekken 2 Artikel
Afsluiting 2 Tentoonstelling
Totaal 20     


De tijd is een indicatie en afhankelijk van de keuze van de eindopdracht.

Opdrachten

Ontstaan landbouw

Ontstaan landbouw

Intro

Mensen hebben miljoenen jaren geleefd als jagers-verzamelaars.

Ongeveer 11.000 jaar geleden waren de omstandigheden gunstig om zelf voedsel te verbouwen. Er ontstond landbouw.

Bekijk de video over het ontstaan van de landbouw, over jagers-voedselverzamelaars.

Wat kan ik straks?

Leerdoelen
Aan het eind van deze opdracht kun je:

  • beschrijven wat wordt bedoeld met de 'agrarische revolutie'.
  • noemen waar en wanneer de eerste landbouwnederzettingen ontstonden.
  • minimaal twee verschillen noemen in de levenswijze tussen jagers-verzamelaars en boeren.

Wat ga ik doen?

Activiteiten
De activiteiten in deze opdracht dragen bij tot het volgende leerdoel:
Je kunt omschrijven hoe de verandering van een nomadisch bestaan naar landbouwer is gegaan.

Aan de slag
Stap Activiteit
Stap 1 Je leest in de Kennisbank over het ontstaan van de landbouw. Je maakt een oefening.
Stap 2 Je leest wanneer de eerste nederzettingen ontstonden. Je bekijkt een afbeelding en combineert jaartallen en kleuren van nederzettingen in een oefening.
Stap 3 Je leest wanneer landbouwers vee gingen houden en waarvoor de dieren gebruikt werden. Je maakt een oefening.
Stap 4 Je maakt een schema met de verschillen in levensstijlen tussen boeren en jagers-verzamelaars.
Afronding
Onderdeel Activiteit
Begrippen De begrippen gaan over het ontstaan van de landbouw.
Eindopdracht + Je maakt het schema met informatie over levensstijlen boeren/jagers-verzamelaars af. Je bespreekt en vergelijkt het met het schema van een klasgenoot.
Terugkijken Terugkijken op de opdracht.


Benodigdheden
Geen bijzonderheden.

Tijd
Voor deze opdracht hebben jullie ongeveer 2 lesuren nodig.

Aan de slag

Stap 1: Jagers-verzamelaars

Mensen hebben miljoenen jaren geleefd als jagers-verzamelaars.
De ontwikkeling van de landbouw is pas heel laat op gang gekomen.

Voor deze opdracht maak je gebruik van het onderdeel ‘Landbouw en landbouwsamenlevingen’ uit de Kennisbank Geschiedenis.
Lees de informatie door en bekijk ook de video's in de Kennisbank.

Beantwoord daarna de vragen.

Ontstaan landbouw

 

Stap 2: Ontstaan landbouw

Prehistorische nederzetting

Pas toen de ijstijden voorbij waren en de aarde opwarmde, begon men eerst in het Midden Oosten en daarna, zo rond 4000 vóór onze jaartelling, ook in Europa dieren te houden (veeteelt) en gewassen te verbouwen (landbouw).
Dit had tot gevolg dat de mensen in vaste nederzettingen gingen wonen.


In de Kennisbank heb je gelezen dat er ook op andere plaatsen landbouwnederzettingen ontstonden.
Maak de volgende oefening.


Stap 3: Het houden van dieren

Landbouwers in die tijd gingen ook dieren houden.
De dieren werden ingezet voor het werk rondom de nederzetting.
 

Lees de pagina over het houden van dieren in de Kennisbank.

Ontstaan landbouw


Maak de sleepoefening hieronder.

Stap 4: Nieuwe levensstijl

Boeren hebben een andere levensstijl dan jagers en verzamelaars.
Bespreek de verschillen met een klasgenoot.

Maak in een (Google-)document een schema zoals hieronder.
Bedenk zelf ook nog een vraag.
Zet in het schema de verschillen in levensstijl.

Bewaar het schema voor je eindopdracht.

  Jagers-verzamelaars Boeren
Hoe komen ze aan hun eten?    
Hoe wonen ze?    
...    

Afronding

Begrippen

Ontstaan landbouw

Agrarische Revolutie
De Agrarische Revolutie is de overgang van het nomadisch bestaan van jagers-verzamelaars naar het boerenbestaan.
Landbouw/veeteelt
Mensen gaan hun eigen voedsel produceren: het verbouwen van granen (landbouw) en het temmen van vee (veeteelt).
Aardewerk
Wonen op één plaats in een boerderij roept de behoefte op aan aardewerk: potten, bekers, schalen en kommen gemaakt van klei of leem.
Grafgiften/Hiernamaals
De doden krijgen in hun graf giften mee: grafgiften. Dat wijst op een geloof in een leven na de dood in een soort hemel, het hiernamaals.
Bandkeramiekers
De eerste boeren in de Lage Landen waren de Bandkeramiekers (5300-4900 v.Chr.) Zij vestigden zich op de lössgronden in Limburg. Hun aardewerk was versierd met banden.
Trechterbekercultuur
Een kenmerkende, veel voorkomende pot bij de Hunebedbouwers is de Trechterbeker. Daarom heet hun cultuur ook wel de Trechterbekercultuur.
Hunebedden
Hunebedden werden gemaakt van grote zwerfkeien. Eronder lagen de doden begraven.

Eindopdracht: Schema

Je gaat de opdracht afronden.
Open het (Google-)schema uit stap 4.

Voeg de volgende vragen toe aan het schema en beantwoord ze:

  • Wanneer ontstonden de eerste landbouwgemeenschappen?
  • Waar ontstonden de eerste landbouwgemeenschappen?

Kijk in de gereedschapskist hoe je het schema vorm kunt geven.
Vergelijk jouw schema met dat van een klasgenoot.
Hebben jullie verschillende antwoorden? Bespreek de antwoorden en pas het schema eventueel nog aan.

Klaar?
Laat het schema en de antwoorden op de vragen beoordelen door je docent.
Hij/zij zal daarbij letten op:

Inhoud: zijn de antwoorden juist? Wordt het verschil in levenswijze tussen boeren en jagers/verzamelaars duidelijk aangegeven?
Vormgeving: ziet de tabel er netjes uit? Bevat deze geen taalfouten?

Tabel maken

Een tabel of schema is een manier om gegevens in beeld te brengen, op zo’n manier dat het er overzichtelijk uit ziet.

 

Terugkijken

Intro

  • Lees de intro van deze opdracht nog eens door.
    Gaf de video je een goede indruk over de inhoud van deze opdracht?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je uitleggen waarom de eerste landbouwnederzettingen in het Midden-Oosten ontstonden?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 2 uur met de opdracht bezig zou zijn.
    Had je voldoende tijd het schema af te maken en te bespreken met je klasgenoot?
  • Inhoud
    Wist je al veel over de agrarische revolutie en het ontstaan van de landbouw?
    Schrijf op wat nieuw voor je was.
  • Eindopdracht
    Wat vond je van de eindopdracht?
    Heb je in je schema duidelijk de verschillen tussen boeren en jagers-verzamelaars kunnen uitleggen?

Stedelijke samenleving

Stedelijke samenleving

Intro

In de Middeleeuwen waren er in Nederland maar weinig steden. Maar rond het jaar 1000 begon dat te veranderen, er kwamen steeds meer stedelijke samenlevingen bij.

Waar ontstonden de eerste steden in Nederland?
Ken je misschien namen van de eerste steden in Nederland?


Overleg samen met een klasgenoot over de antwoorden.

 

Wat kan ik straks?

Leerdoelen
Aan het eind van deze opdracht kun je:

  • aangeven waar de eerste stedelijke gemeenschappen ontstonden.
  • minimaal twee voorbeelden geven van beroepen die ontstonden in de eerste steden.
  • herkennen dat de macht en rijkdom in de steden ongelijk verdeeld was en welke hiërarchie heerste.

Wat ga ik doen?

Activiteiten
De activiteiten in deze opdracht dragen bij tot het volgende leerdoel:
Je kunt omschrijven waar de eerste steden zijn ontstaan en welke hiërarchie er heerste.

Aan de slag
Stap Activiteit
Stap 1 Je bestudeert de Kennisbank over het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen. Je maakt een oefening.
Stap 2 Je leert over het hoe het succes van de landbouw bijdroeg aan het ontstaan van de eerste steden en beroepen. Je maakt een sleepoefening.
Stap 3 Je leert dat geloof een belangrijke rol speelde in de eerste steden. Daarna bespreek je met een klasgenoot waarom de waterhuishouding belangrijk was.
Afronding
Onderdeel Activiteit
Begrippen De begrippen gaan over stedelijke samenleving.
Eindopdracht A Kies je voor Eindopdracht A: dan maak je een toets over stedelijke samenleving.
Eindopdracht B Kies je voor Eindopdracht B: dan maak je een piramide met een hiërarchische indeling, om de ongelijkheid tussen inwoners van de stad aan te geven.
Terugkijken Je gaat terugkijken op de opdracht.


Benodigdheden
Materiaal om een piramide te tekenen en afbeeldingen erbij te plakken.

Tijd
Voor deze opdracht hebben jullie ongeveer 2 lesuren nodig.

Aan de slag

Stap 1: Stedelijke samenleving

Na het ontstaan van de landbouw ontstonden de eerste nederzettingen.
Sommige van deze nederzettingen groeiden uit tot steden.

Bestudeer alle pagina's uit de Kennisbank over het ontstaan van de eerste steden.

Stedelijke samenleving

 

Maak de opdracht.

Stap 2: Succes van landbouw

De eerste steden konden ontstaan doordat het goed ging in de landbouw.
Er werden grondstoffen verhandeld en er ontstonden allerlei beroepen, doordat de boeren meer tijd over hadden.

Maak de tekst in de opdracht compleet.

Stap 3: Waterhuishouding

De eerste steden zijn duizenden jaren geleden ontstaan. Ze ontstonden in het zuiden van Mesopothamië, in de stroomgebieden van de Eufraat en de Tigris.

In Mesopotamië bepaalde godsdienst het dagelijks leven.
Een koning regeerde; men geloofde dat hij de macht had gekregen van hun god.

Priesters vormden een zeer belangrijke klasse, omdat zij contact hadden met de goden.
Zij zorgden voor de godsdienstige plechtigheden. Maar zij zorgden ook voor bestuurlijke taken.
De priesters waren ook verantwoordelijk voor de waterhuishouding: zij zorgden voor dijken, dammen en kanalen in en rond de stad.

Maak de opdracht.

Afronding

Begrippen

De eerste stedelijke samenlevingen

Prehistorie
De ontwikkeling van het schrift betekende het einde van de prehistorie.
Begin Historie
De ontwikkeling van het schrift betekende het begin van de historie. Het jaartal voor het begin van de historie is: 3000 v.Chr.
Het Schrift – kleitabletten
In het Nabije Oosten is het schrift ontwikkeld Bewaard bleven onder meer teksten op kleitabletten.
Mesopotamië
Gebied in het Midden Oosten waar de eerste steden zijn onstaan en het eerste schrift is ontwikkeld.
Nippur
Een van de eerste steden in Mesopotamië. Nippur is qua indeling te vergelijken met een moderne stad. Er waren scholen, bibliotheken, een ziekenhuis, badhuizen, winkelstraten en een soort cafés.
Hiërarchie
Hiërarchie houdt in dat mensen geordend zijn in bepaalde klassen. De hogere klassen hebben macht over de lagere klassen.

Eindopdracht A: Toets

In deze stap maak je de toets 'Stedelijke samenleving'.
De toets bestaat uit een aantal gesloten vragen, waarbij je het juiste antwoord moet kiezen.

Als je alle vragen beantwoord hebt, zie je je score.
Je krijgt van de vragen die je fout hebt, het goede antwoord te zien.

Eindopdracht B: Piramide

In de eerste steden was de macht ongelijk verdeeld. Er was sprake van een hiërarchische maatschappij ook wel genoemd: klassenmaatschappij.

Je kunt de belangrijkheid van de klassen weergeven in een piramide.

Hier zie je zo'n piramide. Bovenin de piramide staat de vorst.
De minst belangrijke klasse komt onderaan.


Teken zelf een piramide op een vel papier.
Vul in de piramide de verschillende klassen in. Zoek bij iedere klasse een passende afbeelding.
Plak de afbeelding ernaast.

Klaar?
Lever je piramide in bij je docent.
Hij zal beoordelen of je de verschillende klassen op de juiste wijze hebt ingevuld.

Terugkijken

Intro

  • Lees de intro van deze opdracht nog eens door.
    Kun je uitleggen waarom mensen steeds meer in steden gingen wonen? 

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je een voorbeeld geven van de hiërarchie in de steden?

Hoe ging het?

  • Inhoud
    Was de inhoud van de opdracht nieuw voor je of wist je al veel over de eerste steden en wanneer die zijn ontstaan?
    Schrijf op welke feiten nieuw voor je waren.
  • Eindopdracht
    Wat vond je van de eindopdracht?
    Heb je de hiërarchie in de piramide op de juiste wijze ingevuld?
     

Wonen Romeinen

Wonen Romeinen

Intro

Een domus (Latijns voor huis) is een stadswoning voor de rijkere klasse in de Romeinse oudheid. Romeinen met minder geld woonden in appartementencomplexen in de stad.

Zoek op internet een afbeelding van een Romeins huis.
Bedenk welke materialen bij de bouw gebruikt werden.
Maak een lijstje.
Overleg je antwoord met een klasgenoot.

Wat kan ik straks?

Leerdoelen
Na deze opdracht kun je:

  • beschrijven hoe de arme en rijke Romeinen woonden.
  • beschrijven hoe een Romeinse villa is ingedeeld.

Wat ga ik doen?

Activiteiten
De activiteiten in deze opdracht dragen bij tot het volgende leerdoel:
Je kunt omschrijven hoe de rijke en de minder rijke Romeinen woonden.

Aan de slag
Stap Activiteit
Stap 1 Je leert hoe de Romeinen leefden en waar ze zich wasten. Je bekijkt een video over hoe het verse water in Rome komt vanaf de bergen. Je beantwoordt er vragen over.
Stap 2 Je bestudeert in de Kennisbank hoe een Romeinse villa werd gebouwd en hoe de indeling is. Je bekijkt een animatie over de buitenkant  van een Romeinse villa en beantwoordt een vraag erover.
Afronding
Onderdeel Activiteit
Begrippen De begrippen gaan over het wonen van de Romeinen.
Eindopdracht Je zoekt Nederlandse benamingen bij de Latijnse benamingen van de villa op het werkblad. Je zoekt van de verschillende ruimtes een paar afbeeldingen.
Terugkijken Terugkijken naar de opdracht.


Benodigdheden
Geen bijzonderheden.

Tijd
Voor deze opdracht hebben jullie ongeveer 2 lesuren nodig.

Aan de slag

Stap 1: Wonen in Rome

De meeste huizen in het oude Rome hadden geen stromend water.
De Romeinen gingen naar openbare wc's.
Ze wasten zichzelf in een van de badhuizen. Deze badhuizen waren heel populair bij de Romeinen!

Bekijk de video. Kun je na het bekijken antwoord geven op de vraag:
Hoe werd het verse water vanuit de bergen naar de stad vervoerd?

Video: Water in het oude Rome


Maak de volgende opdracht.

Stap 2: Villa's

In de Kennisbank zie je een afbeelding en lees je een omschrijving over hoe een Romeinse villa gebouwd werd.

Romeinse villa



Bekijk ook deze animatie van de buitenkant van een Romeinse villa.



Geef antwoord op de volgende vraag.

Afronding

Begrippen

Thermen
Thermen waren publieke badhuizen. Romeinen gingen vrijwel iedere dag naar de thermen voor een bad, maar ook om er te sporten en om mensen te ontmoeten.
Aquaduct
Een aquaduct is een brug voor een waterloop. De Romeinse aquaducten voorzagen de grote steden van drinkwater.
Villa
De Romeinse villa is een woningtype uit het Romeinse Rijk. Het is een woonhuis voor een rijke stedeling dat buiten de stad lag. Hij woonde hier met zijn gezin en de slaven van zijn huishouding.
Beeldhouwwerken
De Grieken en de Romeinen maakten fraaie beeldhouwwerken.
Mozaïekvloeren
In de vloeren van huizen van rijke Romeinen zijn gekleurde steentjes aangebracht: mozaïekvloeren.
Heteluchtverwarming
De Romeinen ontwikkelden voor de huizen en badhuizen verwarmingsinstallaties: vuren in de kelder verhitten water en de zo ontstane hete lucht werd door het (bad)huis gevoerd.

Eindopdracht: Verschillende ruimten

Je gaat in deze opdracht een Romeinse villa van dichtbij bekijken.
Download het werkblad: Romeinse villa (Bestand - downloaden als).

Je ziet hier een afbeelding van een huis. Je kunt bij het huis naar binnen kijken.
Bij de afbeelding staan de Latijnse namen van de verschillende ruimten.
Achter sommige namen staat ook de Nederlandse naam.

Lukt het jou om van de andere ruimten ook de Nederlandse naam te vinden?
Ga op internet op zoek naar de Nederlandse namen.
Vul ze in op het werkblad.
Ga ook op zoek naar afbeeldingen van de verschillende ruimten.
Plak die afbeeldingen in het (Google-)document.

Klaar?
Laat het werkblad beoordelen door je docent.

Hij/zij zal bij de beoordeling letten op:

  • zijn de Nederlandse benamingen van de ruimtes correct?
  • komen de gezochte afbeeldingen overeen met de genoemde ruimtes?
  • ziet het geheel er verzorgd uit, bevat het geen taalfouten?

 

Terugkijken

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je aangeven waarom de Romeinen graag naar de badhuizen gingen?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 2 uur met de opdracht bezig zou zijn. Had je voldoende tijd om Nederlandse benamingen van de ruimtes in de villa te vinden?
  • Inhoud
    Was de inhoud van de opdracht nieuw voor je of wist je al iets over de woon- en leefwijze van de Romeinen? Schrijf op wat nieuw voor je was.
  • Eindopdracht
    Wat vond je van de eindopdracht?
    Heb je na het vinden van de Nederlandse benamingen een indruk gekregen hoe zo'n Romeinse villa eruitziet van binnen?

De eerste steden

De eerste steden in Nederland

Intro

Na het jaar 1000 groeiden handelsnederzettingen uit tot steden.
Door de opkomst van de handel kwam er weer geld in omloop.

Mensen die geld verdienden wilden daar allerlei producten en diensten voor kunnen kopen.
Het was dus winstgevend om die te maken of te leveren.
Zo ontstonden er steeds meer beroepen.

 

Wat kan ik straks?

Leerdoelen
Aan het eind van deze opdracht kun je:

  • omschrijven hoe de geldeconomie in de steden op gang kwam.
  • herkennen dat de samenleving veranderde door de opkomst van de handel en de bouw van nieuwe steden.
  • twee voordelen noemen voor de bevolking om te wonen in middeleeuwse steden.

Wat ga ik doen?

Activiteiten
De activiteiten in deze opdracht dragen bij tot het volgende leerdoel:
Je kunt herkennen dat de samenleving veranderde door de opkomst van de handel en de bouw van nieuwe steden.

Aan de slag
Stap Activiteit
Stap 1 Je bestudeert de Kennisbank over het ontstaan van de steden en de opkomst van de handel. Je bekijkt een video en beantwoordt vragen.
Stap 2 Je downloadt een kaart van Nederland en geeft daar zes steden op aan die zijn ontstaan  rond 1000-1500.
Afronding
Onderdeel Activiteit
Begrippen Begrippen over het ontstaan van de eerste steden.
Eindopdracht Je maakt de kaart van Stap 2 af. Je zoekt afbeeldingen van een gebouw uit die tijd. Je zoekt de plaatsaanduiding 'markt' in elke stad. In overleg met je docent presenteer je je kaart en vertelt iets over de betreffende stad in de middeleeuwen.
Terugkijken Terugkijken op de opdracht.

 

Benodigdheden
Geen bijzonderheden.

Tijd
Voor deze opdracht hebben jullie ongeveer 1 lesuur nodig.

Aan de slag

Stap 1: Eerste steden

De rol van steden was aanvankelijk beperkt.
Ongeveer vanaf het jaar 1000 ging dat veranderen. De bevolking groeide en er werden steden gebouwd waar handel werd gedreven.

Bestudeer de Kennisbank over het onstaan van de eerste steden in Nederland.

Opkomst handel en ontstaan steden


Bekijk de video Ontstaan van steden in Nederland.
Kun je minimaal drie steden noemen die al bestonden rond het jaar 1000?

Maak de volgende oefening.

Stap 2: Steden tussen 1000-1500

In de periode 1000 tot 1500 zijn in Nederland veel steden ontstaan.
Je gaat op zoek naar zes steden en tekent die in op de kaart van Nederland.

Download de kaart van Nederland (Bestand - downloaden als).
Op de kaart zie je een drietal belangrijke rivieren getekend.
Print de kaart uit.

Zoek op internet zes steden die tussen 1000 en 1500 ontstaan zijn.
Teken die steden in op de kaart.
Schrijf bij iedere stad het jaartal waarin de stad is ontstaan.

Kijk nog even in de gereedschapskist hoe je dit het beste kunt aanpakken.

Kijk goed naar de ligging van de steden die je op de kaart hebt getekend.
Schrijf onder de kaart op wat je opvalt als je kijkt naar de ligging van de steden.

Bewaar de ingevulde kaart voor de eindopdracht.

Kaart tekenen

Op een kaart kun je aangeven waar een gebeurtenis heeft plaatsgevonden of gaat plaatsvinden.  

 

Afronding

Begrippen

Opkomst handel en ontstaan steden

Bevolkingsgroei
De bevolking kon groeien doordat er voldoende voedsel aanwezig was, mede door vergaande ontwikkelingen in de landbouw.
Geldeconomie
Een vorm van economie waarin alle handelsovereenkomsten worden afgerekend met geld.

Eindopdracht: Kaart tekenen

In Stap 2 heb je de eerste steden tussen 1000 en 1500 getekend op de kaart van Nederland.

  • Zoek van iedere stad een foto of afbeelding van een middeleeuws gebouw.
    Plak deze bij de stad op de kaart.

Veel oude steden hebben in het centrum straatnamen waar het woord 'markt' in voorkomt.
Daaraan herken je dat in de tijd van de middeleeuwen een levendige handel was in de steden.

  • Zoek van iedere stad een plaatsaanduiding waar het woord 'markt' in voorkomt. Schrijf de naam bij de stad en zoek een afbeelding van de locatie erbij.
    Tip: maak gebruik van Google Maps (streetview) om een kijkje te nemen in de straat en stad. Zo kun je makkelijker gebouwen vinden.

Klaar?
Overleg met je docent
of jullie afzonderlijk iets over een stad naar keuze in de middeleeuwen gaan vertellen.

  • In dat geval bereid je een korte presentatie voor.
    Je kunt daarbij alle gegevens, die je hebt verzameld in stap 2 en in de eindopdracht, gebruiken.
    Ook kun je nog googlen om aanvullende informatie over de stad te verzamelen, ten tijde van de middeleeuwen (zie ook bovenstaande tip).

Beoordeling
De docent zal de ingevulde kaart van Nederland en de mogelijke presentatie beoordelen.
Hij/zij let daarbij op:

  • Compleetheid van de kaart:
    • Zijn de namen van de steden ingevuld?
    • Is er een 'marktplein' in de stad en zo ja, met welke naam?
    • Zijn er de juiste afbeeldingen bij geplakt?
  • Uiterlijk van de kaart:
    • Ziet de kaart er netjes en verzorgd uit?
    • Zitten er geen taalfouten in?

Kaart tekenen

Op een kaart kun je aangeven waar een gebeurtenis heeft plaatsgevonden of gaat plaatsvinden.  

 

Presentatie maken

Jezelf op een goede manier presenteren is een belangrijke vaardigheid in deze maatschappij. Je laat zien waar je mee bezig bent geweest, waar je je in hebt verdiept en welke kennis je hebt opgedaan. Powerpoint of Prezi zijn programma's die jou kunnen helpen om informatie te presenteren.

 

Terugkijken

Intro

  • Lees de intro van deze opdracht nog eens door.
    Kun je een aantal beroepen noemen die in de jaren 1000-1500 zijn ontstaan?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je omschrijven in welke omgeving een nederzetting zich het beste kon uitbreiden? Kun je ook uitleggen waarom?

Hoe ging het?

  • Inhoud
    Wist je al veel over het ontstaan van de eerste steden in Nederland?
    Schrijf op wat nieuw voor je was.
  • Eindopdracht
    Wat vond je van de eindopdracht?
    Was het leuk om de steden en de informatie daarover in kaart te brengen?

Van plan tot woning

Van plan tot woning

Intro

Er zijn heel wat mensen aan het werk geweest voordat de eerste bewoner zijn nieuwe huis in kan.


Welk beroep bij het bouwen van een huis lijkt jou het leukste om te doen en waarom?
Overleg je antwoord met een klasgenoot.

Bekijk ook de video van Schooltv over het bouwen met prefab-onderdelen.

 

Wat kan ik straks?

Leerdoelen
Na deze opdracht kun je:

  • de verschillende fasen van het bouwproces van een nieuwbouwhuis herkennen.
  • een aantal voorbeelden noemen van beroepen die bij de bouw van een nieuw huis betrokken zijn.

Wat ga ik doen?

Activiteiten
De activiteiten in deze opdracht dragen bij tot het volgende leerdoel:
Je kunt de verschillende fasen van het bouwproces van een nieuwbouwhuis herkennen.

Aan de slag
Stap Activiteit
Stap 1 + Je bekijkt een video en maakt een opdracht over het bouwproces van een nieuw huis en de beroepen die erbij betrokken zijn. Je vergelijkt je lijstje beroepen met dat van een klasgenoot.
Afronding
Onderdeel Activiteit
Begrippen De begrippen gaan over het bouwproces van een nieuw huis.
Eindopdracht Je bedenkt met een klasgenoot een eindproduct naar keuze, waarmee je het bouwproces in beeld kunt brengen. In overleg met je docent presenteer je de eindopdracht, stelt het tentoon of levert het in bij de docent.
Terugkijken Terugkijken naar de opdracht.

 

Benodigdheden
Geen bijzonderheden.

Tijd
Voor deze opdracht hebben jullie ongeveer 2 lesuren nodig.

Aan de slag

Stap 1: Het bouwen van een huis

Er komt vaak heel wat bij kijken bij het bouwen van een huis.
Heel veel bedrijven en beroepen zijn bij de bouw van een huis betrokken.

Denk aan een architect, makelaar, kadastermeter, aannemer etc.

Bekijk de volgende video en maak daarna de opdracht.

Afronding

Begrippen

Huurwoning
Het huren van een huis tegen betaling, hiermee is het huis nog niet jouw eigendom. Voordeel is dat je gemakkelijk kunt verhuizen en daarnaast niet verantwoordelijk bent voor het groot onderhoud van het huis. Nadeel is dat je niet zomaar mag verbouwen in je huis, hiervoor heb je toestemming van de verhuurder nodig.
Koopwoning
Betalen voor een huis en het daarmee tot jouw bezit maken. Het voordeel is dat je het huis zo kunt verbouwen zoals jij dat wilt en daarnaast kun je vermogen opbouwen als het huis meer waard wordt. Het nadeel is dat je zelf verantwoordelijk bent voor het onderhoud van je huis, ook kun je minder gemakkelijk verhuizen. Voordat je een nieuwe woning intrekt moet je eerst het oude huis verkopen.
Krediet
Het lenen van geld. Dus het geld van een ander gebruiken.
Aflossen
Het terugbetalen van een lening.
Rente
Het geld dat je aan de bank betaalt als je geld leent. Dit is een percentage van het bedrag dat je hebt geleend.
Onderpand
Het huis dient als onderpand bij een hypotheek. Het huis geeft de bank zekerheid. De bank mag het huis verkopen als de koper niet in staat is de hypotheek af te lossen.
Hypotheek
Een lening die je aangaat om een huis te kopen.
Hypotheekgever
De koper van het huis: hij geeft het huis als onderpand.
Hypotheeknemer
De bank die het geld uitleent: de bank neemt het huis als onderpand.

Eindopdracht: Bouwproces van een woning

Bedenk samen met een klasgenoot een product waarmee je het bouwproces van een woning duidelijk in beeld brengt.

Ideeën:

  • Maak een fotoreportage van de verschillende stappen in het bouwproces. Schrijf bij iedere foto een korte uitleg.
  • Interview een architect of een aannemer over het bouwproces van een woning.
  • Maak een collage van allerlei bedrijven die bij de bouw van een nieuwbouwhuis betrokken zijn. Schrijf erbij welke werkzaamheden zij doen bij de bouw van een nieuw huis.


Hebben jullie bedacht welk product jullie gaan maken?
Stem jullie opdracht af met de docent en bespreek ook hoeveel tijd jullie voor de opdracht krijgen.

Voor welk eindproduct je ook kiest:

  • Maak een goede werkverdeling.
  • Maak een goede planning.
  • Houd je aan gemaakte afspraken!

Kijk voor meer ideeën en werkwijzes in de gereedschapskist.


Klaar?
Is jullie eindproduct afgerond? Overleg met de docent of jullie het eindproduct presenteren, tentoonstellen of inleveren.
Bij de beoordeling zal de docent in ieder geval letten op:

  • Zijn alle stappen in het bouwproces verwerkt in het eindproduct?
  • Komen zoveel mogelijk beroepen die bij het bouwproces betrokken zijn, ter sprake?
  • Is het eindproduct met zorg uitgevoerd en bevat het geen taalfouten?

Gereedschapskist

Welkom bij de gereedschapskist. Hier vind je uitleg over alle werkvormen waarmee je je eindproducten maakt. Bij iedere werkvorm staat beschreven hoe je deze uitvoert, kun je inspiratiefilmpjes bekijken en vind je de beoordelingscriteria waaraan jouw product moet voldoen. Ook zie je welke digitale middelen je kunt gebruiken en aan welke vaardigheden je werkt tijdens het maken van je eindproduct. Veel succes!

 

Terugkijken

Intro

  • Lees de intro van deze opdracht nog eens door.
    Kun je een aantal beroepen opnoemen die bij het bouwproces betrokken zijn?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je in grote lijnen aangeven hoe de bouw van een huis verloopt?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 2 uur met de opdracht bezig zou zijn. Kwam je qua tijd uit met de eindopdracht naar keuze?
  • Inhoud
    Wist je al wat er zoal bij de bouw van een nieuwbouwhuis komt kijken?
    Schrijf op wat nieuw voor je was.

Je eigen buurt

Je eigen buurt

Intro

Een buurt maakt deel uit van een wijk.

  • Woon jij in een rustige of juist in een drukke buurt?
  • Is er bij jullie in de buurt veel contact onderling?
  • Welke 5 woorden komen er bij je op als je aan jouw buurt denkt?


Overleg je antwoorden met een klasgenoot.

Wat kan ik straks?

Leerdoelen
Aan het eind van deze opdracht kun je:

  • een aantal woningtypes herkennen die in een buurt kunnen staan.
  • een beschrijving geven van de leefsituatie in je eigen buurt.

Wat ga ik doen?

Activiteiten
De activiteiten in deze opdracht dragen bij tot het volgende leerdoel:
Je kunt een beschrijving geven van de woonsituatie in je eigen buurt.

Aan de slag
Stap Activiteit
Stap 1 Je bekijkt een video over typische woningen. In een opdracht ga je aan de hand van omschrijvingen een woningtype herkennen. In de tweede opdracht zie je afbeeldingen van woningen. Die combineer je met de omschrijving.
Stap 2 Je leest over activiteiten binnen een buurt. In de opdracht ga je samen met een klasgenoot op basis van je postcode allerlei gegevens opzoeken over je eigen buurt.
Afronding
Onderdeel Activiteit
Begrippen De begrippen gaan over woningen in het algemeen.
Eindopdracht Je gaat samen met een klasgenoot een eindproduct naar keuze maken. In het eindresultaat moet wel te zien zijn welke huizen er in jullie buurt staan en hoe de sfeer in de buurt is.
Terugkijken Terugkijken op de opdracht.

 

Benodigdheden
Geen bijzonderheden.

Tijd
Voor deze opdracht hebben jullie ongeveer 2 à 3 lesuren nodig.

Aan de slag

Stap 1: Woningen

In een buurt staan vaak verschillende soorten huizen bij elkaar.
Dat je in een wel heel typische woning kunt wonen, zie je in deze video.




In de eerste opdracht krijg je een aantal omschrijvingen te zien van woningtypes.
Herken je om welke woning het gaat?

In de tweede opdracht zie je een aantal afbeeldingen van (apartere) woningtypes.
Combineer de juiste omschrijving met de afbeelding.

 

Stap 2: Buurtonderzoek

Een buurt maakt deel uit van een wijk.
Bewoners zien een buurt vaak als één geheel en voelen zich vaak ook betrokken bij elkaar.
Er worden buurtfeestjes of gezamenlijke activiteiten georganiseerd (nationale burendag).
In grotere buurten is vaak een buurtcentrum aanwezig.
De bewoners doen aan sociale controle en houden de buurt in de gaten via bijvoorbeeld een WhatsAppgroep.

In de volgende opdracht kom je wat meer te weten over je eigen buurt.

Afronding

Begrippen

Huurwoning
Het huren van een huis tegen betaling, hiermee is het huis nog niet jouw eigendom. Voordeel is dat je gemakkelijk kunt verhuizen en daarnaast niet verantwoordelijk bent voor het groot onderhoud van het huis. Nadeel is dat je niet zomaar mag verbouwen in je huis, hiervoor heb je toestemming van de verhuurder nodig.
Koopwoning
Betalen voor een huis en het daarmee tot jouw bezit maken. Het voordeel is dat je het huis zo kunt verbouwen zoals jij dat wilt en daarnaast kun je vermogen opbouwen als het huis meer waard wordt. Het nadeel is dat je zelf verantwoordelijk bent voor het onderhoud van je huis, ook kun je minder gemakkelijk verhuizen. Voordat je een nieuwe woning intrekt moet je eerst het oude huis verkopen.

 

Eindopdracht: Eigen keuze

Je gaat samen met een klasgenoot aan de slag met de eindopdracht.
Kies een product uit waarmee jullie kunnen laten zien hoe jullie buurt eruitziet.
In jullie eindproduct moeten jullie duidelijk maken:

  • welke soorten huizen er in jullie wijk staan.
  • hoe de sfeer in de buurt is.
  • of jullie in een 'dure' buurt wonen of niet.
  • hoe de voorzieningen zijn in de buurt (winkels, bank, etc.).

Ideeën:

  • Houd een aantal interviews met mensen die in jullie buurt wonen.
  • Maak een fotoreportage van verschillende huizen en plekken in jullie buurt.
  • Maak een maquette of collage van jullie buurtsituatie.

Kijk voor meer ideeën en werkwijzes in de gereedschapskist.

Klaar?
Lever het eindproduct in bij jullie docent. Hij/zij zal bij de beoordeling letten op:

  • Past het eindproduct goed bij de opdracht?
  • Geeft jullie eindproduct een goed beeld van jullie buurt?
  • Is het duidelijk welke soorten huizen in jullie buurt staan?
  • Is jullie eindproduct origineel?
  • Ziet jullie eindproduct er verzorgd uit?

Gereedschapskist

Welkom bij de gereedschapskist. Hier vind je uitleg over alle werkvormen waarmee je je eindproducten maakt. Bij iedere werkvorm staat beschreven hoe je deze uitvoert, kun je inspiratiefilmpjes bekijken en vind je de beoordelingscriteria waaraan jouw product moet voldoen. Ook zie je welke digitale middelen je kunt gebruiken en aan welke vaardigheden je werkt tijdens het maken van je eindproduct. Veel succes!

 

Terugkijken

Intro

  • Lees de intro van deze opdracht nog eens door.
    Kun je de vragen over je eigen buurt beantwoorden?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je een omschrijving geven van een aantal woningtypes in je buurt?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 2 à 3 uur met de opdracht bezig zou zijn.
    Had je voldoende tijd om een eindopdracht over je eigen buurt te maken?
  • Eindopdracht
    Wat vond je van de eindopdracht?
    Heb je je eigen buurt goed in beeld gebracht en omschreven?
    Is de samenwerking met je klasgenoot goed verlopen?

Huis te koop

Huis te koop

Intro

Als je gaat verhuizen moet je bedenken of je in een koop- of in een huurwoning gaat wonen.

Het hangt natuurlijk af van een aantal factoren, zoals:

  • Wil je langere tijd op die plek blijven wonen?
  • Heb je voldoende geld om een huis te kopen en te onderhouden?

Zo zijn er nog wel meer redenen te bedenken.

Wat is het voordeel van een koophuis ten opzichte van een huurhuis?
Bedenk minstens twee voor- en nadelen en bespreek deze met een klasgenoot.

Wat kan ik straks?

Leerdoelen
Aan het eind van deze opdracht kun je:

  • uitleggen waarom iemand met een hoog inkomen meer kan lenen dan iemand met een laag inkomen.
  • een paar voor- en nadelen opnoemen van een koophuis ten opzichte van een huurhuis.
  • omschrijven wat wordt bedoeld met begrippen als: hypotheek, onderpand, rente, hypotheeknemer en hypotheekgever.

Wat ga ik doen?

Activiteiten
De activiteiten in deze opdracht dragen bij tot het volgende leerdoel:
Je benoemt de voor- en nadelen van een koophuis t.o.v. een huurhuis.

Aan de slag
Stap Activiteit
Stap 1 Je kijkt rond op woningsites. Je bekijkt in de opdracht een video over de kosten van de aanschaf van een huis. Je maakt daarna twee lijstjes met kosten.
Stap 2 Je bestudeert de Kennisbanken over 'huren of kopen' en over geld lenen. Daarna beantwoord je vragen daarover.
Afronding
Onderdeel Activiteit
Begrippen Begrippenlijst heeft betrekking op de financiering en koop van huizen.
Eindopdracht Je gaat aan de hand van het jaarinkomen van een bepaald beroep uitrekenen wat die persoon aan hypotheek kan krijgen. Je zoekt er rond die prijs een afbeelding van een huis bij. Je doet dit voor 8 personen. Zo zie je dat mensen met een hoger inkomen meer kunnen lenen.
Terugkijken Terugkijken naar de opdracht.


Benodigdheden
Geen bijzonderheden.

Tijd
Voor deze opdracht hebben jullie ongeveer 2 lesuur nodig.

Aan de slag

Stap 1: Woningsites

Als je een huis wilt kopen of verkopen, kun je op verschillende woningsites kijken.
Er is keuze genoeg.
Bekijk maar eens het woningaanbod in jouw woonplaats op bijvoorbeeld www.funda.nl of JAAP.nl.


Bijna niemand heeft genoeg geld op de bankrekening staan om zomaar een huis te kopen. Je moet dan geld lenen bij een bank.

Niet iedereen kan evenveel geld lenen.
Iemand met een hoog inkomen kan vaak meer lenen dan iemand met een laag inkomen.

Bekijk de volgende video en maak de opdracht.

 

Stap 2: Huren of kopen

Als je wilt verhuizen moet je je eerst afvragen of je een huis wilt huren of wilt kopen.

Bestudeer in de Kennisbank deze onderdelen:

Huren of kopen?

Geld lenen


Beantwoord de volgende vragen.

Afronding

Begrippen

Huren of kopen?

Geld lenen

Huurwoning
Het gebruikmaken van een huis tegen betaling, hiermee is het huis nog niet jouw eigendom. Het voordeel is dat je gemakkelijk kunt verhuizen en daarnaast niet verantwoordelijk bent voor het groot onderhoud van het huis. Het nadeel is dat je niet zomaar mag verbouwen in je huis, hiervoor heb je toestemming van de verhuurder nodig.
Koopwoning
Betalen voor een huis en het daarmee tot jouw bezit maken. Het voordeel is dat je het huis zo kunt verbouwen zoals jij dat wilt en daarnaast kun je vermogen opbouwen als het huis meer waard wordt. Het nadeel is dat je zelf verantwoordelijk bent voor het onderhoud van je huis, ook kun je minder gemakkelijk verhuizen. Voordat je een nieuwe woning intrekt moet je eerst het oude huis verkopen.
Krediet
Het lenen van geld. Dus het geld van een ander gebruiken.
Aflossen
Het terugbetalen van een lening.
Rente
Het geld dat je aan de bank betaalt als je geld leent. Dit is een percentage van het bedrag dat je hebt geleend.
Onderpand
Het huis dient als onderpand bij een hypotheek. Het huis geeft de bank zekerheid. De bank mag het huis verkopen als de koper niet in staat is de hypotheek af te lossen.
Hypotheek
Een lening die je aangaat om een huis te kopen.
Hypotheekgever
De koper van het huis: hij geeft het huis als onderpand.
Hypotheeknemer
De bank die het geld uitleent: de bank neemt het huis als onderpand.

Eindopdracht: Salarissen

In de eindopdracht ga je kijken wat iemand met een bepaald beroep op basis van zijn salaris kan lenen als hypotheek.
Ook bekijk je welk huis hij dan kan kopen op basis van de verstrekte hypotheek.

Lees eerst de volgende tekst over salarissen.

Salarissen
De directeur van alle Albert Heyn bedrijven verdient 4,8 miljoen euro per jaar.
Dat is € 400.000 per maand en ruim € 100.000 per week!
Genoeg om boodschappen van te doen!

De mensen met een top-salaris werken vaak als directeur van een groot bedrijf.
Maar ook piloten en hartchirurgen verdienen niet slecht.
Kijk maar eens in de tabel hieronder.
Beroep Jaarinkomen Beroep Jaarinkomen
Arts € 81.300 Gezinsverzorgster €  18.000
Automonteur € 15.000 Groenteman, eigen bedrijf €  28.500
Bakker, eigen bedrijf € 30.000 Hartchirurg € 160.000
Bedrijfsleider supermarkt €  60.000 Journalist €  31.500
Buschauffeur €  18.700 Kapster €  22.800
Conrector school VO €  54.000 Kolonel landmacht €  66.300
Dierenartsr €  60.000 Leraar VMBO €  45.000
Dierenartsassistent €  16.000 Notaris € 128.000
Fysiotherapeut €  45.000 Pompbediende €  13.000
Gezagvoerder Boeing 747 € 168.000 Verpleegster €  24.000

 

 

Tabel maken

Een tabel of schema is een manier om gegevens in beeld te brengen, op zo’n manier dat het er overzichtelijk uit ziet.

 

Kijk nog eens goed naar de tabel

  • Is de tabel helemaal ingevuld?
  • Kun je uit de tabel afleiden dat iemand met een hoog inkomen een duurder huis kan kopen dan,
    iemand met een laag inkomen?
  • Is de tabel met zorg gemaakt?

Klaar?
Laat de tabel beoordelen door je docent.

Terugkijken

Intro

  • Lees de intro van deze opdracht nog eens door.
    Kun je twee voordelen noemen van het wonen in een koophuis? En twee nadelen?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Herken je dat mensen met een hoger inkomen meer kunnen lenen?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 2 uur met de opdracht bezig zou zijn.
    Had je voldoende tijd om alle opdrachten te maken?
  • Inhoud
    Wist je al veel over het aanvragen van een hypotheek als je een huis koopt?
    Schrijf op wat nieuw voor je was.
  • Eindopdracht
    Wat vond je van de eindopdracht?
    Heb je voldoende laten zien dat het verschil in inkomen bepalend is voor de lening voor een huis?

Ontwerp een buurt

Ontwerp een wijk

Intro

Bekijk de video over het ontstaan van de wijk De Peinder Mieden.
Daar heeft een groep mensen jarenlang in samenwerking met de gemeente allerlei ideeën aangedragen en voorbereidingen getroffen voor een nieuwe wijk.


In deze opdracht 'ontwerpen' jullie in tweetallen een eigen wijk.

Hoe zou de wijk waarin je woont eruitzien als jij deze opnieuw zou mogen ontwerpen?
Bespreek je plannen met een klasgenoot.

Wat kan ik straks?

Leerdoelen
Aan het eind van de opdracht kun je:

  • een plan opzetten voor het ontwerp van een nieuwe wijk.
  • een plattegrond met het ontwerp van een nieuwe wijk bedenken.

 

Wat ga ik doen?

Activiteiten
De activiteiten in deze opdracht dragen bij tot het volgende leerdoel:
Je kunt een plan opzetten en een ontwerp bedenken voor een nieuwe wijk.

Aan de slag
Stap Activiteit
Stap 1 Je bekijkt een animatie van een 3D ontwerp. Je bedenkt samen met een klasgenoot een plan over een nieuw te ontwerpen wijk. Jullie maken een schets op ruitjespapier.
Afronding
Onderdeel Activiteit
Begrippen De begrippen gaan over huizen en plattegrond.
Eindopdracht Jullie maken van de schets een definitief ontwerp. Je verwerkt een aantal genoemde gegevens daarin.
Terugkijken Terugkijken op de opdracht.


Tijd
Voor deze opdracht hebben jullie ongeveer 2 lesuren nodig.

Aan de slag

Stap 1: Plattegrond van een wijk

Een eigen wijk ontwerpen is niet zo makkelijk als het lijkt: er komt veel bij kijken.
Je moet goed nadenken over waar woningen en winkels moeten komen.
Ook de locatie van sportvelden en scholen zijn van belang.
Wil je variatie in hoog- en laagbouw en voldoende parkeergelegenheid?
Denk ook aan de bereikbaarheid van openbare gebouwen en voldoende groen- en speelvoorzieningen.

Klik op de afbeelding om in te zoomen op het ontwerp van deze leerlingen.

SAB stad presenteren


Bekijk ook de video 3D ontwerp van een wijk.

Je gaat samen met een klasgenoot een plattegrond van een wijk maken.
In de wijk moeten 100 gezinnen kunnen wonen.

Kijk in de gereedschapskist hoe je dit kunt aanpakken.

Jullie maken de plattegrond op ruitjespapier van 1 cm bij 1 cm.
Neem als schaal voor de plattegrond: 1 cm komt overeen met 10 m.

  • Bedenk eerst welke soorten woningen jullie in de wijk willen.
    Spreek met elkaar af hoeveel hokjes ieder soort woningen in beslag neemt.
  • Bedenk ook hoeveel ruimte jullie nodig hebben voor de wegen.
  • Houd ruimte vrij voor speelveldjes, een parkje, een vijver, enzovoorts.


Schets nu het eerste ontwerp. Bewaar het ontwerp voor de eindopdracht.

Plattegrond maken

Een plattegrond is een op schaal gemaakte tekening van een ruimtelijk gebied of een gebouw.

 

Afronding

Begrippen

Huurwoning
Het huren van een huis tegen betaling, hiermee is het huis nog niet jouw eigendom. Voordeel is dat je gemakkelijk kunt verhuizen en daarnaast niet verantwoordelijk bent voor het groot onderhoud van het huis. Nadeel is dat je niet zomaar mag verbouwen in je huis, hiervoor heb je toestemming van de verhuurder nodig.
Koopwoning
Betalen voor een huis en het daarmee tot jouw bezit maken. Het voordeel is dat je het huis zo kunt verbouwen zoals jij dat wilt en daarnaast kun je vermogen opbouwen als het huis meer waard wordt. Het nadeel is dat je zelf verantwoordelijk bent voor het onderhoud van je huis, ook kun je minder gemakkelijk verhuizen. Voordat je een nieuwe woning intrekt moet je eerst het oude huis verkopen.
Plattegrond
Een plattegrond is een op schaal gemaakte tekening van een ruimtelijk gebied of een gebouw. 

 

Eindopdracht: Plattegrond

Als eindopdracht gaan jullie van de schets van de wijk een definitief ontwerp maken.

Bedenk samen het antwoord op de volgende vragen:

  • Wat is de naam van jullie wijk?
  • Hebben de straten een naam?
  • Is er in jullie ontwerp rekening gehouden met parkeerplaatsen?
  • Zijn er woningen voor ouderen in de wijk?
  • Is de wijk aantrekkelijk om in te wonen?
  • Hebben jullie gedacht aan een duidelijke legenda?


Maak nu jullie definitieve ontwerp. Gebruik verschillende kleuren voor verschillende type woningen. Kleed de wijk eventueel aan door foto's op het ontwerp te plakken. Geef gebouwen en straten namen.

Klaar?
Bekijk nog even de beoordelingscriteria in de gereedschapskist.
Laat jullie werk controleren door jullie docent.

Hij/zij zal letten op:

  • Geeft het ontwerp een totaalbeeld van een wijk?
  • Zijn alle voorzieningen (huizen, scholen, winkels) aangebracht en voorzien van kleur?
  • Zij alle punten zoals hier genoemd, verwerkt in het ontwerp?
  • Is het een origineel ontwerp, ziet het er verzorgd uit?

Plattegrond maken

Een plattegrond is een op schaal gemaakte tekening van een ruimtelijk gebied of een gebouw.

 

Terugkijken

Intro

  • Lees de intro van deze opdracht nog eens door.
    Heb je een idee hoe je je eigen wijk zou willen veranderen?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Vond je het lastig of juist leuk om je ideeën in een schets te verwerken?

Hoe ging het?

  • Eindopdracht
    Wat vond je van de eindopdracht?
    Vond je het leuk om een ontwerp van een wijk te maken?
    Hebben jullie alle punten in het ontwerp verwerkt?

 

Extreme woonplekken

Extreme woonplekken

Intro

Eskimo's wonen in extreem koude gebieden, in de buurt van de polen.
In het oosten van Amerika wonen mensen in een gebied waar een grote kans op aardbevingen bestaat.
Op de eilanden in de Caribische zee hebben de bewoners een deel van het jaar last van tropische wervelstormen.
Geen pretje om in zulke gebieden te wonen, zou je denken.

In deze opdracht ga je op zoek naar het antwoord op de vraag:
'Waarom wonen mensen in gevaarlijke gebieden?'

Kun je nog twee gebieden noemen, waar het gevaarlijk is om te wonen?

Wat kan ik straks?

Leerdoelen
Aan het eind van de opdracht kun je:

  • omschrijven waarom mensen ondanks het dreigende gevaar toch in gevaarlijke gebieden willen wonen.

Wat ga ik doen?

Activiteiten
De activiteiten in deze opdracht dragen bij tot het volgende leerdoel:
Je kunt omschrijven waarom mensen ondanks het dreigende gevaar toch in gevaarlijke gebieden wonen.

Aan de slag
Stap Activiteit
Stap 1 Je leest een tekst over de vulkaan Mayon. Je zoekt op waar deze vulkaan ligt en waar ter wereld nog meer veel vulkanen voorkomen. Daarna lees je een tekst over het ontstaan van en wonen op vulkaaneilanden. Je beantwoordt een vraag.
Stap 2 Je bekijkt een video over de aardbeving in Japan. Je zoekt in je atlas of op internet op waar ter wereld ook aardbevingen voorkomen.
Stap 3 Je leest over de orkaan Katrina en bekijkt er een video over. Je zoekt in je atlas of op internet op waar ook vaker orkanen voorkomen.
Afronding
Onderdeel Activiteit
Begrippen De begrippen gaan over vulkanen, orkanen en aardbevingen, gebieden waar het gevaarlijk is om te wonen.
Eindopdracht Artikel schrijven over waarom mensen in gevaarlijke gebieden wonen en laten nakijken door je docent.
Terugkijken Terugkijken naar de opdracht.


Benodigdheden
Atlas of internet.

Tijd
Voor deze opdracht hebben jullie ongeveer 2 lesuren nodig.

Aan de slag

Stap 1: Vulkanen

Lees tekst 1 over de gevolgen van een vulkaanuitbarsting.

Vulkaan Mayon

Tekst 1 - Vulkaan op Filippijnen

MANILLA/LEGAZPI - Op de Filippijnen is de vulkaan Mayon weer actief geworden. Duizenden mensen zijn op de vlucht geslagen.
De vulkaan spuwt sinds zaterdagavond as en keien "zo groot als vrachtwagens" kilometers de lucht in. De overheid heeft alarmtoestand 5 uitgeroepen. Iedereen die minder dan acht kilometer van de vulkaan af woont, is in direct gevaar.
Er moeten in het totaal zo'n 50.000 mensen worden geëvacueerd. Ruim 10.000 mensen hebben in paniek al hun huizen verlaten.

Boven de vulkaan hangt een aswolk tot een hoogte van vijf kilometer. Door de gloeiende lavastromen zijn verscheidene dorpen in de omgeving "in extreem gevaar",
zei een woordvoerder.

Bron: www.scholieren.com

 

  • Gebruik je atlas of internet om op te zoeken waar de Filippijnen liggen.
  • Gebruik je atlas of internet om op te zoeken waar op aarde veel vulkanen voorkomen.


Lees ook tekst 2 over wonen bij vulkanen.

Hawaii

Tekst 2 - Wonen bij een vulkaan

Vulkanen spelen soms een rol bij het ontstaan van nieuw land. Veel eilanden zijn het resultaat van een vulkanische uitbarsting.
Zonder dit verschijnsel zouden landen als IJsland en Hawaï niet bestaan. Vulkanen geven de mens op aarde dus extra land om op te kunnen leven. En mensen wonen er graag.

Veel vulkanische gesteenten zijn rijk aan mineralen.
In warme klimaat verweren deze gesteenten snel, waardoor een zeer vruchtbare bodem ontstaat. Dit is dan ook de reden dat er zo vaak mensen wonen bij een vulkaan, ondanks het dreigende gevaar.

Bron: www.natuurinformatie.nl

 

Beantwoord de volgende vraag.

Stap 2: Aardbeving

Bekijk de video over de aardbeving die in Japan plaatsvond in 2011.

Een aardbeving is een trillende of schokkende beweging van de aardkorst.
Wereldwijd komen er dagelijks vele aardbevingen voor.
Maar gelukkig hebben de meeste aardbevingen niet zo'n verwoestende werking als de aardbeving in Japan.

Maak de volgende opdracht.

Stap 3: Orkaan

Een orkaan is een 'superstorm' met veel regen en extreme wind.
Als een orkaan aan land komt, kan hij veel schade veroorzaken.

Een van de beroemdste orkanen is misschien wel de orkaan Katrina.
De orkaan trof in augustus 2005 Amerika, vlakbij de plaats New Orleans.
Katrina veroorzaakte voor ruim 80 miljard dollar aan schade.
Er vielen 1836 doden als gevolg van de orkaan.

Bekijk de video over de orkaan Katrina.

Maak de opdracht.

Afronding

Begrippen

Aardbeving
Het schokken van de aarde doordat aardplaten ten opzichte van elkaar bewegen.
Orkaan

Een orkaan is tropische storm die harder waait dan windkracht 12. Orkanen hebben een warme zee of oceaan van meer dan 26,5 graden Celsius, koude lucht, een draaiende wind en een vochtige lucht nodig.

Vulkaan
Een vulkaan is een opening in de aardkorst waardoor naast magma ook vulkanische gassen en as naar buiten komt.

 

 

Eindopdracht: Artikel

Je sluit deze opdracht af met het schrijven van een artikel.
Het artikel heeft als titel: 'Waarom wonen mensen in gevaarlijke gebieden?'

In het artikel beschrijf je twee redenen waarom mensen ondanks het dreigende gevaar in gevaarlijke gebieden wonen. Dat zijn gebieden, zoals in deze stappen zijn besproken: in orkaan-, vulkaan- of aardbevingsgebieden.
Je artikel bevat ongeveer 150 woorden.

Hoe je een artikel schrijft, kun je nalezen in de gereedschapskist.

Klaar?
Lever je artikel in en laat het beoordelen door de docent.
Bij de beoordeling zal hij/zij letten op:

  • Inhoud: Staan er twee goede redenen in het artikel omschreven?
  • Vormgeving: Ziet het artikel er verzorgd uit, is het voorzien van een titel en bevat het niet te veel taalfouten?

Artikel schrijven

Een artikel is een goede manier om informatie te presenteren of een gebeurtenis te beschrijven.

 

Terugkijken

Intro

  • Lees de intro van deze opdracht nog eens door.
    Kun je zelf ook een voorbeeld geven van een gevaarlijke gebied waar mensen wonen?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je omschrijven waarom mensen er voor kiezen om in een gevaarlijke omgeving te wonen?

Hoe ging het?

  • Inhoud
    Kon je al een inschatting maken van het gevaar van orkanen, aardbevingen en vulkanen in bepaalde woongebieden? Schrijf op wat nieuw voor je was.
  • Eindopdracht
    Wat vond je van de eindopdracht?
    Heb je in je artikel duidelijk omschreven waarom mensen toch in risicovolle gebieden (blijven) leven?

Afsluiting

Kennisbanken

Het thema 'Wonen' bestaat uit de volgende Kennisbankitems:

Ontstaan landbouw

 

Stedelijke samenleving

 

Romeinse villa

 

Opkomst handel en ontstaan steden

 

Huren of kopen?

 

Geld lenen

Eindopdracht

Je hebt alle opdrachten van het thema 'Wonen' gemaakt.
Je sluit het thema af met het inrichten van een tentoonstelling.

Tijdens het maken van de opdrachten hebben jullie een aantal producten gemaakt. Met deze producten over wonen vroeger en nu richten jullie een tentoonstelling in.

Hoe je een tentoonstelling inricht, kun je lezen in de gereedschapskist.

Overleg met je docent:

  • waar jullie de tentoonstelling mogen inrichten.
  • wanneer jullie de tentoonstelling mogen inrichten.
  • hoeveel tijd je krijgt om de tentoonstelling op te bouwen.
  • wie de bezoekers van de tentoonstelling gaan worden.


Klaar?
Na de inrichting van de tentoonstelling zal jullie docent een beoordeling geven.
Hij/zij beoordeelt jullie werk volgens de beoordelingscriteria van de gereedschapskist.

Hij zal daarbij ook letten op:

  • Hebben jullie van alle opdrachten in dit thema gebruik gemaakt?
  • Komen in de tentoonstelling alle behandelde onderwerpen van wonen aan de orde?
  • Is de inrichting van jullie tentoonstelling creatief en met zorg uitgevoerd?

 

Veel plezier!

Tentoonstelling maken

Je kunt je werk presenteren door dit ten toon te stellen. Door je werk te verzamelen en te laten zien leer je je eigen werk evalueren.

 

D-toets

Test je kennis. Maak de diagnotische toets.

Terugkijken

Intro

  • Lees de Inleiding van dit thema nog eens door.
    Vind je dat alle onderwerpen voldoende zijn besproken? Over welke onderwerpen had je nog meer willen weten?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van dit thema nog eens door.
    Kun je omschrijven hoe de eerste steden zijn ontstaan in Nederland en waardoor ze hebben kunnen groeien?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Voor dit thema was ongeveer 20 uur gepland. Klopt dat met het aantal lessen dat je over dit thema hebt gehad?
    Had je voldoende tijd om alle opdrachten te maken en de tentoonstelling in te richten?
  • Inhoud
    In dit thema kwam 'wonen' uitgebreid aan de orde. Ook het (laten) bouwen van een eigen huis.
    Kun je stap voor stap benoemen welke fasen je doorloopt bij de bouw en financiering van een eigen huis?
  • Eindopdracht
    Wat vond je van de eindopdracht? Kwam het thema 'Wonen' voldoende tot uiting in de tentoonstelling?
    Verliep de samenwerking met je klasgenoten goed?
  • Het arrangement Thema: Wonen - vmbo12 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2025-11-18 09:35:47
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Het thema 'Wonen' is ontwikkeld door auteurs en medewerkers van StudioVO.

    Fair Use
    In de Stercollecties van StudioVO wordt gebruik gemaakt van beeld- en filmmateriaal dat beschikbaar is op internet. Bij het gebruik zijn we uitgegaan van fair use. Meer informatie: Fair use

    Mocht u vragen/opmerkingen hebben, neem dan contact op via de helpdesk VO-content.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Dit thema valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Mens en Maatschappij voor vmbo-12. In dit thema wordt op chronologische volgorde de woonwijze van mensen behandeld. Zo leer je meer over het ontstaan van de landbouw, de stedelijke samenleving en de leefwijzen van de Romeinen. Ook wordt er gekeken naar de eerste steden in Nederland, het bouwproces van woonwijken en het kopen en huren van een woning. Richting het eind van dit thema zal je zelf een wijk ontwerpen en meer te weten komen over wonen op extreme plekken. Van de producten die je in dit thema gemaakt hebt, wordt aan het einde van dit thema met de hele klas een tentoonstelling gemaakt.
    Leerniveau
    VMBO gemengde leerweg, 2; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 1; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 2; VMBO basisberoepsgerichte leerweg, 1; VMBO theoretische leerweg, 1; VMBO gemengde leerweg, 1; VMBO theoretische leerweg, 2; VMBO basisberoepsgerichte leerweg, 2;
    Leerinhoud en doelen
    Fysieke leefomgeving; Mens en maatschappij; Communicatie en samenleving;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    20 uur 0 minuten
    Trefwoorden
    arrangeerbaar, huren of kopen?, leefwijze, mens en maatschappij, stercollectie, tentoonstelling maken, verstedelijking, vmbo-12, wonen, woonwijk

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    VO-content - Toetsen. (z.d.).

    Thema Wonen

    https://maken.wikiwijs.nl/145002/Thema_Wonen

    VO-content M&M. (2019).

    Opdracht: De eerste steden in Nederland - vmbo12

    https://maken.wikiwijs.nl/63445/Opdracht__De_eerste_steden_in_Nederland___vmbo12

    VO-content M&M. (2019).

    Opdracht: Extreme woonplekken - vmbo12

    https://maken.wikiwijs.nl/63450/Opdracht__Extreme_woonplekken___vmbo12

    VO-content M&M. (2019).

    Opdracht: Huis te koop - vmbo12

    https://maken.wikiwijs.nl/63448/Opdracht__Huis_te_koop___vmbo12

    VO-content M&M. (2019).

    Opdracht: Je eigen buurt - vmbo12

    https://maken.wikiwijs.nl/63447/Opdracht__Je_eigen_buurt___vmbo12

    VO-content M&M. (2019).

    Opdracht: Ontstaan landbouw - vmbo12

    https://maken.wikiwijs.nl/63442/Opdracht__Ontstaan_landbouw___vmbo12

    VO-content M&M. (2019).

    Opdracht: Ontwerp een wijk - vmbo12

    https://maken.wikiwijs.nl/63449/Opdracht__Ontwerp_een_wijk___vmbo12

    VO-content M&M. (2019).

    Opdracht: Stedelijke samenleving - vmbo12

    https://maken.wikiwijs.nl/63443/Opdracht__Stedelijke_samenleving___vmbo12

    VO-content M&M. (2019).

    Opdracht: Van plan tot woning - vmbo12

    https://maken.wikiwijs.nl/63446/Opdracht__Van_plan_tot_woning___vmbo12

    VO-content M&M. (2019).

    Opdracht: Wonen Romeinen - vmbo12

    https://maken.wikiwijs.nl/63444/Opdracht__Wonen_Romeinen___vmbo12

  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    Oefeningen en toetsen

    Wonen D-toets

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    QTI

    Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat alle informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen punten, etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.

    Versie 2.1 (NL)

    Versie 3.0 bèta

    Voor developers

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.