Thema Olympische Spelen
Inleiding
Welkom bij het thema over de Olympische Spelen.
In dit thema kom je meer te weten over:
- De klassieke Olympische Spelen
De klassieke Spelen zijn ontstaan in Griekenland. Eerst bestonden ze alleen uit hardloopwedstrijden, later zijn de Spelen met meerdere sporten uitgebreid.
- De moderne Olympische Spelen
De Spelen worden elke vier jaar door een andere stad georganiseerd. Er worden Winterspelen en Zomerspelen gehouden. Andere onderdelen zijn: Paralympische Spelen en Olympische Jeugd Spelen.
- Medailles en logo
Medailles zijn te behalen in goud, zilver of brons. Een medaillespiegel geeft het aantal medailles per land aan en de prestatie omgerekend per inwoner.
Het logo van de Olympische Spelen is algemeen bekend. Elke organiserende stad heeft
ook een eigen Olympisch logo.
- Olympisch stadion
Een Olympisch stadion heeft een centrale rol in de Olympische Spelen.
Daarnaast worden andere sportlocaties gebruikt om Olympische sporten te beoefenen.
- Olympische sporter
Het behalen van een Olympische medaille is voor deelnemende sporters en sportploegen belangrijk.
Dopingsautoriteiten controleren op het gebruik van doping.
Het IOC heeft dopingsregels opgesteld, waaraan de sporters zich moeten houden.
- Voor of tegen?
Er zijn argumenten te bedenken voor en tegen het organiseren van Olympische Spelen.
De argumenten voor en tegen worden verzameld om in de klas een debat daarover te houden.
Introductie - opdracht
In dit thema bespreken we allerlei zaken die met de Olympische Spelen te maken hebben: sporters, medailles, prestaties, stadion, logo, stadion en klassieke en moderne Olympische Spelen.
Test je kennis door het maken van de Olympische Spelen Quiz.
- Heb je na het maken van de quiz een hoge score?
Dan weet je al veel over de Olympische Spelen!
- Heb je een lagere score?
Dan is dit thema een goede manier om je kennis uit te breiden!
|
Wat kan ik straks?
In de tabel vind je de leerdoelen van dit thema.
Per leerdoel is aangegeven welke opdracht bij het leerdoel hoort.
Leerdoel |
Opdrachten |
Je kunt aangeven in welk land en in welke periode de eerste klassieke Olympische Spelen plaatsvonden.
|
De klassieke Olympische Spelen |
Je kunt opnoemen met welke sport de klassieke Spelen is begonnen en een voorbeeld geven van sporten die er later bijkwamen. |
De klassieke Olympische Spelen |
Je kunt opnoemen in welke periode en in welke stad de eerste moderne Olympische Spelen werden georganiseerd. |
De moderne Olympische Spelen |
Je kunt aangeven waarom er Winterspelen en Zomerspelen zijn en hoe vaak ze worden gehouden. |
De moderne Olympische Spelen |
Je kunt aangeven wat een medaillespiegel is en hoe je de medaillespiegel van een land per inwoner berekent. |
Medailles en logo |
Je kunt het logo van de Olympische Spelen beschrijven. |
Medailles en logo |
Je kunt beschrijven waarom het Olympisch stadion een belangrijk symbool voor de Olympische Spelen is. |
Olympisch stadion |
Je kunt uitleggen waarom niet alle Olympische sporten in of in de buurt van het Olympisch stadion kunnen worden beoefend. Noem drie voorbeelden van sporten op een andere locatie. |
Olympisch stadion |
Je kunt herkennen waarom een Olympische medaille het hoogst haalbare is voor een sporter. |
Olympische sporter |
Je kunt uitleggen wat doping is en waarom gebruik door sporters op de Olympische Spelen niet is toegestaan. |
Olympische sporter |
Je kunt een argument voor en een argument tegen het organiseren van de Olympische Spelen in Nederland noemen. |
Voor of tegen? |
Je kunt deelnemen aan een debat en daarbij je argumenten gebruiken. |
Voor of tegen? |
Wat ga ik doen?
Het thema 'Olympische Spelen' bestaat uit de volgende onderdelen:
Onderdeel |
Tijd in lesuren |
Eindproduct |
Inleiding |
0,5 |
- |
Opdracht: De klassieke Olympische Spelen |
2 |
Spel |
Opdracht: De moderne Olympische Spelen |
2 |
Tijdlijn met afbeeldingen |
Opdracht: Medailles en logo |
2 |
Artikel of logo's |
Opdracht: Olympisch stadion |
4 |
Maquette of kaart van Nederland |
Opdracht: Olympisch sporter |
2 |
Portret |
Voor of tegen? |
2 |
Debat |
Afsluiting |
2 |
Tentoonstelling |
Totaal |
18 à 20 |
|
De tijd is een indicatie en afhankelijk van de keuze van de eindopdracht.
Opdrachten
Hieronder vind je de zes opdrachten die horen bij dit thema. Maak je keuze.
Afsluiting
Eindopdracht
Je hebt alle opdrachten van het thema Olympische Spelen gemaakt.
Je sluit het thema af met het inrichten van een tentoonstelling over de Olympische Spelen.
Tijdens het maken van de opdrachten hebben jullie een aantal producten gemaakt.
Met deze producten richten jullie een tentoonstelling in.
Hoe je een tentoonstelling inricht kun je lezen in de gereedschapskist.
Overleg met je docent:
- waar jullie de tentoonstelling mogen inrichten.
- wanneer jullie de tentoonstelling mogen inrichten.
- hoeveel tijd je krijgt om de tentoonstelling op te bouwen.
- wie de bezoekers van de tentoonstelling gaan worden.
Klaar?
Na het inrichten van de tentoonstelling zal jullie docent een beoordeling geven.
Hij/zij beoordeelt jullie werk volgens de criteria, vermeld in de gereedschapskist.
Hij/zij zal daarbij letten op:
- Hebben jullie van alle opdrachten in dit thema gebruik gemaakt?
- Komen in de tentoonstelling alle behandelde onderwerpen van water aan de orde?
- Is de inrichting van jullie tentoonstelling creatief en met zorg uitgevoerd?
|
Je kunt je werk presenteren door dit ten toon te stellen. Door je werk te verzamelen en te laten zien leer je je eigen werk evalueren.
|
|
D-toets
Test je kennis. Maak de diagnotische toets.
M&m: Olympische Spelen D-toets
Terugkijken
Intro
- Lees de Intro van dit thema nog eens door.
Zijn alle onderwerpen volgens jou voldoende aan bod gekomen?
Hoe was je score bij de Olympische Quiz in de Introductie-opdracht?
Kan ik wat ik moet kunnen?
- Lees de leerdoelen van dit thema nog eens door.
Kun je toelichten wat er zoal aan de organisatie van de Olympische Spelen voorafgaat?
Hoe ging het?
- Inhoud
In dit thema komt ook het gebruik van doping onder sporters ter sprake.
Kun je aangeven welke maatregel het IOC neemt tegen doping?
Welk onderdeel van dit thema was nieuw voor je?
- Eindopdracht
Wat vond je van de eindopdracht?
Is duidelijk tot uiting gekomen wat het thema van jullie tentoonstelling was?
Waren de taken onderling goed verdeeld tijdens het inrichten van de tentoonstelling?