Thema: Duinen vmbo-kgt34

Thema: Duinen vmbo-kgt34

Thema: Duinen

Intro

Duingebieden
Het grootste deel van de Nederlandse kust bestaat uit duingebieden. De duinen beschermen het land tegen overstromingen van de zee. Door het aanplanten van helmgras waait het losse zand van de duinen niet weg. Lange wortels van het helmgras houden het zand goed vast.
Naast helmgras komen in de Nederlandse duinen ook onder andere kenmerkende planten voor. Zoals de duindoorn en parnassia. Duindoorn is een struik die op kalkrijke plekken groeit. Parnassia is een plant die voorkomt in vochtige duinvalleien. Het is een zeldzame plant die wettelijk beschermd wordt. Nast planten leven er ook veel dieren in de duinen, bijvoorbeeld konijnen en damherten, en allerlei soorten vogels, zoals de tapuit en de grasmus.

Duinen zijn ook belangrijk voor ons drinkwater en voor de recreatie. Door verschillende factoren zoals wind en de zee is er een uniek ecosysteem ontstaan.

Bekijk de volgende video over het ontstaan van de duinen.

In dit thema bekijk je hoe planten allerlei aanpassingen hebben om goed te kunnen overleven in extreme gebieden, zoals het duinecosysteem waar veel wind is en zout is. Helmgras kan zich ongeslachtelijk voortplanten, in dit thema leer je hoe planten dit doen. Het duingebied is belangrijk voor de mens, niet alleen beschermen de duinen ons tegen de zee, het is ook belangrijk voor ons drinkwater, omdat het zand van de duinen water zuivert. Je gaat in dit thema bekijken op welke manieren een natuurgebied belangrijk kan zijn voor een mens.

Als afsluiting van dit thema maak je examenvragen die aansluiten bij de leerdoelen van dit thema. 

 

Wat kan ik straks?

Kennis
Aan het eind van dit thema kan ik:

K6: Aanpassing aan de omgeving

  • Uitleggen waarom planten in warme gebieden minder huidmondjes hebben.
  • Omschrijven hoe planten in droge gebieden extra water opslaan.
  • Omschrijven hoe de wortels van planten in droge gebieden eruit zien.
  • Omschrijven hoe planten in natte gebieden zuurstof door de plant vervoeren.
  • Omschrijven hoe planten aangepast zijn aan weinig licht.

K7: Afhankelijk van de natuur

  • Voorbeelden geven voedingsmiddelen die afkomstig zijn van de landbouw.
  • Omschrijven hoe water wordt gezuiverd.
  • Het verschil tussen biobrandstof en fossiele brandstof uitleggen.
  • Het belang van natuurgebieden voor de mens omschrijven.

K12: Ongeslachtelijke voortplanting bij planten

  • Het verschil tussen geslachtelijke en ongeslachtelijke voortplanting uitleggen.
  • Een voordeel noemen van geslachtelijke voortplanting ten opzichte van ongeslachtelijke voortplanting.
  • Twee voorbeelden van ongeslachtelijke voortplanting bij planten noemen.
  • Een voorbeeld van kunstmatige ongeslachtelijke voortplanting noemen.

Vaardigheden:
Aan het eind van dit thema kan ik:

  • Een preparaat maken.
  • Een onderzoek uitvoeren en daarvan een verslag maken.
  • Bij een (onderzoeks-)vraag informatie opzoeken via internet.
  • Biologische kennis overdragen met behulp van een presentatie.

 

Wat kan ik al?

Weet je het nog?
Het thema Duinen is het negende thema.
De theorie uit enkele modules die je in de eerste thema's bent tegengekomen, heb je ook nodig bij de afsluiting van dit thema. Als je twijfelt of je het nog weet, klik de modules hieronder dan nog eens door.

Klik op de links om de modules te openen.

Biotisch en abiotisch

Plantenweefsels

Voedselweb en voedselketen

Infectie bacteriën en virussen

Antigenen en antistoffen

Wat ga ik doen?

Het thema Duinen bestaat uit de volgende onderdelen.
In de tabel staat per activiteit hoeveel lessen je ongeveer nodig hebt.

Activiteit

Aantal lessen

Inleiding

 

Wat kan ik straks?

0,5

Wat kan ik al?

1 à 2

Wat ga ik doen?

0,5

Modules

 

Module: Planten en hun omgeving

2

Module: Afhankelijk van de natuur

2

Module: Ongeslachtelijke voortplanting bij planten

2

Afsluiting

 

Samenvattend

0,5

Examenvragen

0,5

Terugkijken

0,5

Totaal:

10 à 11

 

 

 

Modules

Planten en hun omgeving

Planten en hun omgeving

Intro

In de onderbouw heb je geleerd over de manieren waarop planten zich aan kunnen passen aan hun omgeving.
Met de volgende video frissen we je geheugen even op. Ga na het kijken aan de slag met deze module.

Wat ga ik leren?

Na deze module kan ik:

  • uitleggen waarom planten in warme gebieden minder huidmondjes hebben.
  • omschrijven hoe planten in droge gebieden extra water opslaan.
  • omschrijven hoe de wortels van planten in droge gebieden eruit zien.
  • omschrijven hoe planten in natte gebieden zuurstof door de plant vervoeren.
  • omschrijven hoe planten aangepast zijn aan weinig licht.

 

Wat ga ik doen?

Aan de slag

Stap

Activiteit

Stap 1

Je bestudeert het Kennisbankitem dat past bij dit onderdeel en test je kennis.

Stap 2

Beantwoord de vragen over huidmondjes en doe het practicum 'Huidmondjes'.

Stap 3

Bekijk de video over vleesetende planten en beantwoord de vragen.

Stap 4

Bekijk hoe de Saguaro zich heeft aangepast aan het leven in de woestijn.

Stap 5

Bekijk een aflevering van 'Focus op biologie' en beschrijf de aanpassingen van planten aan extreme omstandigheden.

Afronding

Onderdeel

Activiteit

Begrippenlijst

Hier vind je de Kennisbank en de begrippen van de module..

Examenopgaven

Je maakt een aantal examenopgaven die passen bij dit onderwerp.

Terugkijken

Terugkijken op de module.

 

Tijd
Voor deze opdracht heb je 2 lesuren nodig.

Aan de slag

Stap 1: Kennisbank

Bestudeer uit de Kennisbank biologie het onderdeel:

Test je kennis
Beantwoord de volgende vragen over de theorie in de Kennisbank.

Stap 2: Huidmondjes

Overleg met je docent of je dit practicum gaat uitvoeren.
Je gaat met de microscoop de huidmondjes bekijken van een blad.

Practicum Huidmondjes

  • Download het practicum Huidmondjes.
    Maak een kopie van het werkblad in je eigen omgeving (Bestand - Een kopie maken...) of
    download het werkblad (Bestand - Downloaden als).
  • Lees het practicum een keer helemaal door.
  • Zoek de benodigdheden bij elkaar.
  • Gebruik de informatie in de Gereedschapskist.
  • Voer het practicum uit zoals beschreven onder de werkwijze.
  • Beoordeel eerst zelf de natuurgetrouwe tekening van huidmondjes.
  • Laat de tekening vervolgens beoordelen door je docent.

 

Natuurgetrouwe tekening maken

In een natuurgetrouwe tekening verwerp je veel meer details dan in een schematische tekening. Je zorgt ervoor dat je het object zo realistisch mogelijk weergeeft.

 

Stap 3: Vleesetende planten

Stap 4: De Saguaro

Aanpassingen van de Saguaro

In de woestijn is weinig water en veel zon.
Woestijnplanten zijn aangepast om in deze omstandigheden te kunnen leven.
De Saguaro op de foto is zo'n woestijnplant. Hij is niet alleen aangepast om te kunnen leven met weinig water en veel zon, hij heeft ook maatregelen genomen om niet opgegeten te worden door planteneters.

Stap 5: Planten en hun omgeving

Afronding

Begrippenlijst

Hier vind je de begrippenlijst die hoort bij deze opdracht.

Huidmondjes
Opening in bladeren waardoor gassen (zuurstof, koolstofdioxide, waterdamp) in en uit de plant kunnen gaan.

(Vaat)plant
Landplanten met vaatbundels (houtvaten en bastvaten).

Wortels
Ondergronds deel van een plant met de functies: water en mineralen uit de bodem opnemen, reservestoffen opslaan en de plant vastzetten in de grond.

Zuurstof
Molecuul bestaat uit twee zuurstof atomen; gas dat ontstaat bij fotosynthese in planten en nodig is voor verbranding.

Luchtkanalen
Luchtkanalen brengen zuurstof naar de wortels, omdat er in moeras weinig zuurstof is. Op deze manier wordt het verkrijgen van zuurstof makkelijker voor de plant.

Fotosynthese
Proces waarbij water en koolstofdioxide met behulp van zonlicht worden omgezet in suikers (glucose). Dit gebeurt in planten (bladgroenkorrels).

Licht
Licht is een kiemingsfactor en kan bij een tekort de groei van een plant dus ook beperken.

Klimplanten
Klimplanten zijn planten die zich optrekken aan muren of andere planten, waardoor ze meer energie overhouden om te groeien. Dat verklaart de hoge groeisnelheid van klimplanten.

Hechtwortels
Wortels die in staat zijn zich te hechten aan dood materiaal.

Examenopgaven

Je hebt in deze module veel theorie bestudeerd en veel opdrachten gemaakt.
In de afsluiting ga je aan de slag met examenvragen over dit onderwerp. Lees eerst de tips.

Tips

 

Van de examenvragen kan de voortgang worden bijgehouden op ExamenKracht.
Vraag verdere instructies aan je docent.

Binnenkort vind je hier examenvragen van ExamenKracht om mee te oefenen.

Terugkijken

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je met behulp van voorbeelden duidelijk maken dat planten zich kunnen aanpassen aan hun omgeving?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Heb je de vijf stappen in de aangegeven tijd kunnen doen?
  • Inhoud
    Was de inhoud van de opdracht nieuw voor je of wist je het meeste al?
    Schrijf op wat nieuw voor je was.
  • Begrippenlijst
    Check de begrippenlijst. Staan alle begrippen in de lijst? Welke mis je? Maak bij die begrippen een omschrijving.
  • Examenopgaven
    Heb je de examenopgaven gemaakt? Ging het goed?

Afhankelijk van de natuur

Afhankelijk van de natuur

Intro

De hele dag door maken wij, bewust en onbewust, gebruik van de natuur. Zonder de natuur om ons heen zouden we niet kunnen leven. We zouden verhongeren of zelfs stikken!

Bedenk samen met een klasgenoot minimaal 10 dingen op die jullie dagelijks gebruiken uit de natuur.
Ga daarna aan de slag met deze module.

Wat ga ik leren?

Na deze module kan ik:

  • voorbeelden geven voedingsmiddelen die afkomstig zijn van de landbouw.
  • omschrijven hoe water wordt gezuiverd.
  • het verschil tussen biobrandstof en fossiele brandstof uitleggen.
  • het belang van natuurgebieden voor de mens omschrijven.

 

Wat ga ik doen?

Aan de slag

Stap

Activiteit

Stap 1

Je bestudeert het Kennisbankitem dat past bij dit onderdeel en test je kennis.

Stap 2

Zoek informatie op over een energiebron en wissel de informatie uit.

Stap 3

Bekijk de video over biodiesel en bezoek sites over deze energiebron.

Afronding

Onderdeel

Activiteit

Begrippenlijst

Hier vind je de Kennisbank en de begrippen van de module.

Eindopdracht

Maak een werkstuk over de afhankelijkheid van de mens van de natuur.

Terugkijken

Terugkijken op de module.

 

Tijd
Voor deze opdracht heb je 2 lesuren nodig.

Aan de slag

Stap 1: Kennisbank

Bestudeer uit de Kennisbank biologie het onderdeel:

Test je kennis
Beantwoord de volgende vragen over de theorie in de Kennisbank.

Stap 2: Energiebronnen

In deze opdracht werk je eerst alleen en daarna in vijftallen.
Je gaat verdiepen in een energiebron. Kies uit een van de volgende onderwerpen:

  1. Kernenergie
  2. Windenergie
  3. Biomassa-energie
  4. Waterenergie 
  5. Zonne-energie

Stap 3: Biodiesel

Biodiesel is een type biobrandstof die gedeeltelijk gemaakt is van plantaardig of dierlijk vet.
Zo kun je dus biodiesel maken van frituurvet!
Biodiesel wordt vaak toegepast in een mengvorm. Diesel uit aardolie is er ook in verwerkt.
Dat kun je zien aan de naam: bijvoorbeeld B5 (5% biodiesel, 95% anders), B20 (20% biodiesel, 80 anders).
Pure biodiesel wordt aangeduid met B100.

Biodiesel wordt gezien als een duurzame energiebron, dat betekent dat de energiebron niet opraakt.

Bekijk de volgende (Engelstalige) video over het produceren van biodiesel. 

Biodiesel wordt gezien als een duurzame energiebron, dat betekent dat de energiebron niet opraakt.

Bekijk en beluister samen met een klasgenoot de volgende bronnen:

Bespreek nu samen de voor- en nadelen van het gebruik van biodiesel in het dagelijks leven. 

Afronding

Begrippenlijst

Hier vind je de begrippenlijst die hoort bij deze opdracht.

Ecosysteem
Min of meer begrensd deel van de natuur als een samenhangend geheel van biotische (levende) en abiotische (niet-levende) factoren.

Zuurstof
Molecuul bestaat uit twee zuurstofatomen; gas dat ontstaat bij fotosynthese in planten en nodig is voor verbranding.

Grondstoffen
Stoffen waar weer andere stoffen van gemaakt worden of die worden gebruikt als energiebron.

Aardolie
In een ver verleden uit plantenresten gevormd.

Biogrondstoffen
Worden gemaakt van planten of dieren.

Fossiele brandstoffen
Fossiele brandstof (vloeibaar), ook wel aardolie genoemd; in een ver verleden uit plantenresten gevormd.

Eindopdracht

Eindopdracht
Bij deze module hoort geen examenvraag. Je rondt de module af met een werkstuk.
Kies een van de volgende onderwerpen waaruit blijkt dat de mens afhankelijk is van de natuur:

  • Veel van onze voedingsmiddelen komen van de landbouw.
  • Veel grondstoffen komen uit de natuur.
  • Ons drinkwater halen we uit de natuur.

Maak een (digitaal) werkstuk waaruit blijkt hoe afhankelijk de mens is van de natuur.
Beschrijf hoe we de natuur gebruiken, hoe we schade toebrengen aan de natuur, hoe de natuur ‘misbruiken’ en welke oplossingen er zijn om dit misbruik tegen te gaan.
Tot slot bespreek je jouw werkstuk met andere leerlingen die een ander onderwerp hadden gekozen.

Een werkstuk kun je maken aan de hand van een aantal stappen.
Je ziet de stappen in de eerste kolom van het beoordelingsschema hieronder.

Voorbereiding:

Totaal te behalen punten

Aantal punten

Heb je een woordweb gemaakt?

2

 

Heb je bruikbare vragen gemaakt?

2

 

Heb je verschillende bronnen gebruikt?

2

 

Inhoud werkstuk:

 

 

Wordt duidelijk hoe we de natuur gebruiken?

2

 

Wordt duidelijk hoe we schade toebrengen aan de natuur en de natuur misbruiken?

2

 

Wordt duidelijk welke oplossingen er zijn om dit misbruik tegen te gaan?

2

 

Werkstuk in eigen woorden

2

 

Verzorging werkstuk:

 

 

Voorblad met titel, afbeelding, naam, klas en datum

1

 

Inhoudsopgave met hoofdstukken en bladzijden

1

 

Bladzijden genummerd

1

 

Hoofdstukken en paragrafen met een juiste titel

1

 

Bronnen vermeld

1

 

Spelling gecontroleerd

1

 

Totaal

20

 

 

Terugkijken

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je het verschil tussen biobrandstof en fossiele brandstof uitleggen?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Bij de activiteiten stond dat je 2 uur met de opdracht bezig zou zijn.
    Klopt dat?
  • Inhoud
    Was de inhoud van de opdracht nieuw voor je of wist je het meeste al?
    Schrijf op wat nieuw voor je was.
  • Eindopdracht
    Heb je de eindopdracht gemaakt? Ging het goed? Hoe vond je het om eens een andere eindopdracht dan eindexamenvragen te maken?
    Ben je tevreden over het resultaat.

Ongeslachtelijke voortplanting bij planten

Ongeslachtelijke voortplanting

Intro

Voortplanting kan geslachtelijk en ongeslachtelijk. Geslachtelijke voortplanting kwam al aan bod in eerder thema's.

In deze module kijken we naar ongeslachtelijke voorplanting.
In de volgende video komen beide manieren van voorplanting naar voren. Kijk de video en maak daarna de module.

Wat ga ik leren?

Na deze module kan ik:

  • het verschil tussen geslachtelijke en ongeslachtelijke voortplanting uitleggen.
  • een voordeel noemen van geslachtelijke voortplanting ten opzichte van ongeslachtelijke voortplanting.
  • twee voorbeelden van ongeslachtelijke voortplanting bij planten noemen.
  • een voorbeeld van kunstmatige ongeslachtelijke voortplanting noemen.

 

Wat ga ik doen?

Aan de slag

Stap

Activiteit

Stap 1

Je bestudeert het Kennisbankitem dat past bij dit onderdeel en test je kennis.

Stap 2

Bekijk de video over de aardbeienteelt en beantwoord de vragen in de oefening.

Stap 3

Bekijk de video over het verschil tussen geslachtelijke en ongeslachtelijke voortplanting en beantwoord de vragen.

Afronding

Onderdeel

Activiteit

Begrippenlijst

Hier vind je de begrippenlijst bij deze module.

Examenopgaven

Je maakt enkele examenopgaven die passen bij dit onderwerp.

Terugkijken

Terugkijken op de module.

 

Tijd
Voor deze opdracht heb je 1 à 2 lesuren nodig.

Aan de slag

Stap 1: Kennisbank

Bestudeer uit de Kennisbank biologie het onderdeel:

Test je kennis
Beantwoord de volgende vragen over de theorie in de Kennisbank.

Stap 2: Aardbeienteelt

Bekijk de volgende video. Beantwoord daarna de vragen in onderstaande oefening.

Stap 3: Van generatie op generatie

Bekijk de aflevering:


Het verschil tussen geslachtelijke en ongeslachtelijke voortplanting is dat er voor geslachtelijke voortplanting geslachtscellen nodig zijn. Bij een plant zijn dit stuifmeelkorrels (mannelijke voortplantingscellen) en eicellen (vrouwelijke voortplantingscellen) in de zaadbeginsels.
Beantwoord de volgende vragen in de onderstaande oefening.

Afronding

Begrippenlijst

Hier vind je de begrippenlijst die hoort bij deze opdracht.

Ongeslachtelijke voortplanting
Voortplanting waarbij geen bevruchting plaatsvindt: uit (een deel van) één organisme ontstaat een nieuw organisme. De nakomelingen zijn genetisch hetzelfde als het ouderorganisme. Bijvoorbeeld: bollen, knollen, stekken, uitlopers, wortelstokken. Ander vormen: voortplanting door deling (bij bacteriën en eencellige planten en dieren) en maagdelijke voortplanting (vrouwtjes van bepaalde diersoorten kunnen nakomelingen krijgen zonder dat hier mannetjes aan te pas komen, bijvoorbeeld bladluizen).

Kiem
Deel van een plant dat een embryo (kiem) bevat en kan uitgroeien tot een nieuwe plant. Een zaad is ontstaan uit een zaadbeginsel na versmelting van de eicel en een stuifmeelkorrel. Zaad bevat reservevoedsel voor de kieming en de eerste groei van het kiemplantje, voordat de fotosynthese op gang komt.

Klonen
(vorm van) Ongeslachtelijke voortplanting; de nakomelingen zijn genetisch hetzelfde als het ouderorganisme. Klonen kan zowel natuurlijk (bollen, knollen, stekken, uitlopers) als kunstmatig (bij planten: cel in petrischaal groeit uit tot plantenweefsel; bij dieren: kern van lichaamscel wordt ingebracht in eicel zonder kern en in draagmoeder geplaatst).

Voortplanting
Het proces waarbij organismen zorgen voor nakomelingen.

Stekken
Vorm van ongeslachtelijke voortplanting bij planten waarbij een stukje blad of stengel van een plant uitgroeit tot een nieuwe plant. Bijvoorbeeld: wilgentakken.

Examenopgaven

Je hebt in deze module veel theorie bestudeerd en veel opdrachten gemaakt.
In de afsluiting ga je aan de slag met examenvragen over dit onderwerp. Lees eerst de tips.

Tips

 

Van de examenvragen kan de voortgang worden bijgehouden op ExamenKracht.
Vraag verdere instructies aan je docent.

Binnenkort vind je hier examenvragen van ExamenKracht om mee te oefenen.

Terugkijken

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je de verschillen tussen geslachtelijke en ongeslachtelijke voortplanting omschrijven?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Bij de activiteiten stond dat je 1 à 2 uur met de opdracht bezig zou zijn.
    Klopt dat?
  • Inhoud
    Weet je wat klonen is? Kun je een voorbeeld van klonen noemen?
    En kun een voordeel van klonen noemen?
  • Examenopgaven
    Heb je de examenopgaven gemaakt? Ging het goed?

Afsluiting

Samenvattend

Hier vind je de Kennisbankitems bij dit thema.

Examenvragen

Je hebt in de modules veel theorie bestudeerd en veel vragen beantwoord en opdrachten gemaakt.
Als het goed is, ben je nu klaar voor het beantwoorden van een aantal examenvragen over dit onderwerp. Lees eerst de tips.

Wil je meer oefenen? Kijk op Examenkracht.nl

Terugkijken

Intro

  • Lees de intro van dit thema nog eens door.
    Vind je het een goede intro om de opdracht mee te beginnen?
    Past de video goed bij het thema? Waarom wel of waarom niet?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je wat je moet kunnen?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Bij de activiteiten stond dat je in het totaal 10 à 11 uur met dit thema bezig zou zijn.
    Ben je meer of minder tijd met het thema bezig geweest?
    Met welke module ben je het langst bezig geweest? En met welke het kortst?
  • Herhaling
    Heb je voor je aan de modules begon de herhalingsmodules doorgeklikt?
    Wist je het meeste nog?
  • Inhoud
    Het thema bestaat uit drie modules. Welke module vond je het leukst om te doen?
    En welke vond je het minst leuk? Schrijf op waarom je deze opdracht niet zo leuk vond.
  • Examenvragen
    Je hebt de examenvragen Duinen gemaakt.
    Ging het goed? Had je de theorie uit de modules nodig om de vragen te kunnen maken?
  • Het arrangement Thema: Duinen vmbo-kgt34 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2025-10-22 09:28:16
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Het thema 'Duinen' is ontwikkeld door auteurs en medewerkers van StudioVO. Fair Use In de Stercollecties van StudioVO wordt gebruik gemaakt van beeld- en filmmateriaal dat beschikbaar is op internet. Bij het gebruik zijn we uitgegaan van fair use. Meer informatie: Fair use Mocht u vragen/opmerkingen hebben, neem dan contact op via de helpdesk VO-content.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Dit thema valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor biologie voor vmbo kgt leerjaar 4. Dit thema heet duinen en behandelt 3 onderwerpen. Het eerste onderwerp is aanpassing aan de omgeving. Je leert uitleggen waarom planten in warme gebieden minder huidmondjes hebben, omschrijven hoe planten in droge gebieden extra water opslaan, omschrijven hoe de wortels van planten in droge gebieden eruit zien, omschrijven hoe planten in natte gebieden zuurstof door de plant vervoeren, omschrijven hoe planten aangepast zijn aan weinig licht. Het tweede onderwerp is afhankelijk van de natuur. Je leert voorbeelden geven van voedingsmiddelen die afkomstig zijn van de landbouw, omschrijven hoe water wordt gezuiverd, het verschil tussen biobrandstof en fossiele brandstof uitleggen en het belang van natuurgebieden voor de mens omschrijven. Het derde onderwerp is ongeslachtelijke voortplanting bij planten. Je leert het verschil tussen geslachtelijke en ongeslachtelijke voortplanting uitleggen, een voordeel noemen van geslachtelijke voortplanting ten opzichte van ongeslachtelijke voortplanting, twee voorbeelden van ongeslachtelijke voortplanting bij planten noemen, een voorbeeld van kunstmatige ongeslachtelijke voortplanting noemen.
    Leerniveau
    VMBO gemengde leerweg, 3; VMBO theoretische leerweg, 4; VMBO theoretische leerweg, 3; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 4; VMBO gemengde leerweg, 4; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 3;
    Leerinhoud en doelen
    Reproductie en evolutie; Dynamisch evenwicht; Biologie;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    9 uur 0 minuten
    Trefwoorden
    arrangeerbaar, biobrandstof, biologie, fossiele brandstof, huidmondjes, kunstmatige ongeslachtelijke voortplanting, landbouw, stercollectie, vmbo kgt4, waterzuivering

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    VO-content Biologie. (2015).

    Afhankelijk van de natuur vmbo-kgt34

    https://maken.wikiwijs.nl/63330/Afhankelijk_van_de_natuur__vmbo_kgt34

    VO-content Biologie. (2015).

    Ongeslachtelijke voortplanting vmbo-kgt34

    https://maken.wikiwijs.nl/63369/Ongeslachtelijke_voortplanting__vmbo_kgt34

    VO-content Biologie. (2015).

    Planten en hun omgeving vmbo-kgt34

    https://maken.wikiwijs.nl/63326/Planten_en_hun_omgeving__vmbo_kgt34

  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    Oefeningen en toetsen

    Duinen

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    QTI

    Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat alle informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen punten, etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.

    Versie 2.1 (NL)

    Versie 3.0 bèta

    Voor developers

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.