Module: Eukaryoot of prokaryoot - v456

Module: Eukaryoot of prokaryoot - v456

Eukaryoot of prokaryoot

Intro

In je leven krijg je met heel wat ziekteverwekkers te maken.
Gelukkig is je lichaam meestal goed in staat deze aanvallen af te weren.
Maar zo nu en dan moet de medische wetenschap hulp bieden, zoals in de volgende video. 



Dankzij de medische microbiologie is de bron van veel infectieziekten bekend.
Door gebruik te maken van microscopen en vooral ook elektronenmicroscopen, kan men nauwkeurig vaststellen welk micro-organisme de oorzaak is van een bepaalde ziekte.
Om de ziekteverwekker te bestrijden, is het belangrijk zijn bouw en stofwisseling goed te kennen.
Daarna kan gezocht worden naar een medicijn, dat wel de cellen van de ziekteverwekker aantast en niet jouw eigen cellen!

In deze module kijk je naar de algemene bouw van cellen en naar de verschillen ertussen.

Wat ga ik leren?

Aan het eind van deze module
Kun je:

  • verschillen noemen tussen prokaryoten en eukaryoten.
  • verschillen tussen plantaardige cellen en dierlijke cellen noemen.
  • cellen en delen van cellen herkennen in licht- en elektronenmicroscopische foto’s.
  • de bouw en functie beschrijven van celmembraan, celkern, mitochondriën, e.r., Golgi-systeem, lysosomen, ribosomen, cytoskelet, celwand, vacuoles en plastiden, ciliën, flagellen.

Deelconcepten
Prokaryoot, eukaryoot, virus, bacterie, celmembraan, celkern, mitochondriën, e.r., Golgi-systeem, lysosomen, ribosomen, cytoskelet, celwand, vacuoles, plastiden, ciliën, flagellen.

Wat ga ik doen?

Aan de slag

Stap

Inhoud

Stap 1

De opkomst van de elektronenmicroscoop veranderde veel. Je bestudeert twee soorten elektronenmiscroscopen.

Stap 2

Je beantwoordt, na het bestuderen van de Kennisbank, vragen over organellen en hun functie.

Stap 3

Je bekijkt het verschil tussen eurkaryoten en prokaryoten.

Stap 4

Samen met een klasgenoot bestudeer je de voortplanting van bacteriën

Stap 5

Je maakt een Venn diagram over de overeenkomsten en verschillen tussen bacteriën en virussen.

Stap 6

Als je een geneesmiddel zoekt is het van belang een stof te vinden of te ontwikkelen die alleen werkt tegen de cellen die je wilt bestrijden en niet tegen de cellen van de patiënt. Daarover gaat deze stap.

Stap 7

Je maakt in tweetallen een korte presentatie over zoönose.

Afronding

Onderdeel

 

Kennisbank

Alle Kennisbankitems uit deze module.

Eindopdracht

Op een poster breng je een micro-organisme in kaart.

Terugkijken

Terugkijken op de opdracht.

 

Tijd
Voor deze opdracht heb je 10 SLU nodig.

Aan de slag

Stap 1: De elektronenmiscorcoop

Bron: secundair.deboeck.com
Ingekleurd EM-beeld van
vulweefselcellen in dwarsdoorsnede;
de buurcellen liggen met hun

celwanden tegen elkaar aan tussen
de cellen zijn er intercellulaire ruimten;
in de cellen zie je zetmeelkorrels.

Met het blote oog kun je twee punten die 0,2 mm van elkaar liggen nog net gescheiden waarnemen.
Stel je voor dat in een preparaat twee punten 200 nm van elkaar liggen. Je ziet dan één punt.
Als je 1000x vergroot wordt de afstand 0.2 mm en dan zie je wel twee punten!
De golflengte van het gebruikte licht bepaalt het scheidend vermogen van een microscoop.
Raadpleeg evt een natuurkunde docent voor verdere uitleg.

Tot ca. 1965 waren enkele celonderdelen beschreven, maar de mogelijkheden reikten niet verder.
De opkomst van de elektronenmicroscoop veranderde veel.
Zo’n microscoop werkt met sterk versnelde elektronen.
Daarmee wordt het oplossend vermogen 0,2 nm, dus 1000 maal zo groot.

Er zijn twee soorten elektronenmicroscopen:

  • De transmissie-elektronenmicroscoop (TEM) maakt beelden van heel dunne coupes van cellen.
    Zo kun je alle celonderdelen in doorsnede zien.
  • De rasterelektronenmicroscoop (ook wel scanning elektronenmicroscoop genoemd, SEM) laat het oppervlak van structuren zien. Om cellen aan de binnenkant te bekijken, moet je ze openbreken.
Bron: secundair.deboeck.com
Ingekleurd EM-beeld van
verschillende soorten bacteriën.

Bekijk deze microscopen in de volgende video's:

Soorten microscopen
Werk in tweetallen.
Zoek foto’s van cellen en celonderdelen gemaakt met verschillende soorten microscopen (licht, TEM en SEM).
Waaraan kun je zien welke microscoop gebruikt is? Bespreek dit met een klasgenoot.

Stap 2: De organellen

Lees uit de Kennisbank biologie het volgende onderwerp:

Bouw van cellen

- Celorganellen en kern

Cellen
Controleer of je alle organellen nu kent met behulp van dit filmpje:

 

Stap 3: Bacteriën

De cellen die we tot nu toe hebben besproken heten eukaryoten.
Bij deze cellen zijn de celtaken over verschillende organellen verdeeld. Alle meercelligen zijn eukaryoten.
Er zijn ook eencellige eukaryoten, zoals pantoffeldiertjes, amoeben en veel soorten algen.

Met de komst van de elektronenmicroscoop werd duidelijk dat er ook een groep eencelligen is zonder celorganellen. Het DNA is in deze cellen ook niet opgesloten binnen een kernmembraan, maar ligt los in het cytoplasma.

Omdat deze eencelligen een kern missen, werden ze prokaryoten genoemd (karyon betekent kern).
De bacteriën en de oerbacteriën (archaea) zijn prokaryoten.

Kennisbank
Bestudeer uit de Kennisbank het volgende onderdeel:

Cellen van drie domeinen

- Bacteriën

Stap 4: Voortplanting van bacteriën

bacteriën

Bestudeer uit de Kennisbank het volgende onderdeel:

Schimmels en bacteriën

- Bacteriën

Vorm tweetallen:

  • Bestudeer de vermenigvuldiging van bacteriën.
  • Stel een hypothese op over de mate waarin de voortplantingssnelheid van bacteriën afhankelijk is van de temperatuur.
  • Toets deze hypothese door middel van de video in de Kennisbank.
  • Maak een tabel van je resultaten.
  • Vergelijk je gegevens met waarde uit de literatuur (internet).
  • Maak een verslag van je activiteit en vergelijk dit verslag met een ander tweetal.
  • Verbeter zo nodig je werk en stop het verslag in je portfolio.

Natuurwetenschappelijk verslag maken

Schrijf je een verslag van een onderzoek voor biologie of NaSk, dan wordt dit een natuurwetenschappelijk verslag genoemd. Het is hierbij vooral belangrijk dat het doel van je onderzoek en de manier waarop je het uitvoert zo duidelijk mogelijk wordt weergegeven. Het schrijven van zo’n verslag gebeurt in verschillende stappen.

 

Stap 5: Virussen

Virussen

Bestudeer uit de Kennisbank alle informatie over virussen:

Cellen van drie domeinen

- Virussen

Stap 6: Geneesmiddelen

Met welke medicijnen zou je iemand met griep, blaasontsteking of een schimmelinfectie kunnen genezen?

Als je een geneesmiddel zoekt is het van belang een stof te vinden of te ontwikkelen die alleen werkt tegen de cellen die je wilt bestrijden en niet tegen de cellen van de patiënt.

Tussen prokaryote en eukaryote cellen zijn verschillen: de aanwezigheid/ afwezigheid van een celwand, de bouw van de ribosomen, en details in de stofwisseling.

Maar wat te doen als de ziekteverwekker een eukaryoot is: schimmels, een eencellig diertje of een worm.
Zij lijken door hun eukaryote cel zo veel op de cellen van de te behandelen gastheer, dat er veel minder aangrijpingspunten voor remmende of dodende stoffen zijn. Er zijn dan ook minder van dergelijke geneesmiddelen.
 

 

Lees www.dekennisvannu.nl en maak een korte samenvatting van wat je in stap 6 geleerd hebt over het maken van medicijnen tegen ziekteverwekkende micro-organismen. Bewaar deze samenvatting in je portfolio. 

Samenvatting schrijven

Als je veel theorie moet leren of er vragen over moet maken, is het handig om een samenvatting van de tekst te maken. Een samenvatting geeft antwoord op de vraag: ‘Wat staat er eigenlijk?!’ Je vertelt zo kort mogelijk waar de tekst over gaat.

 

Stap 7: Ziek door een dier

Zoönose
Werk in tweetallen.
Als je in aanraking komt met dieren, loop je altijd de kans dat je in aanraking komt met ziekteverwekkende micro-organismen die op of in het dier leven.
Een klein deel van deze ziekteverwekkers is besmettelijk voor een mens.
Ziekten die zich op deze manier verspreiden naar de mens heten zoönosen.
Zoek op www.rivm.nl één voorbeeld van een zoönose.

Zoek van de gekozen zoönose in ieder geval informatie over:

  • de eigenschappen en levenscyclus van de ziekteverwekker
  • de manier waarop deze zich verspreidt
  • de rol die een mogelijke tussengastheer speelt
  • de gevolgen van een infectie voor de mens
  • de mogelijkheden die de mens heeft zich te beschermen
  • een advies om de door jou gekozen ziekte te voorkomen.

Maak van de gevonden gegevens een presentatie. Gebruik hiervoor maximaal zes sheets.
Elke sheet moet zo gemaakt zijn dat deze in 10 seconden door het publiek kan worden gelezen en begrepen.
Lever je sheets digitaal in bij je docent.
De sheets worden op een afgesproken tijdstip gepresenteerd.
Elk tweetal krijgt dus 1 minuut.

Bespreek met je docent of deze presentatie ook beoordeeld wordt en zo ja, wat dan de beoordelingseisen zijn.

Presentatie maken

Jezelf op een goede manier presenteren is een belangrijke vaardigheid in deze maatschappij. Je laat zien waar je mee bezig bent geweest, waar je je in hebt verdiept en welke kennis je hebt opgedaan. Powerpoint of Prezi zijn programma's die jou kunnen helpen om informatie te presenteren.

 

Afsluiting

Samenvattend

Bouw van cellen

- Celorganellen en kern

Cellen van drie domeinen

Schimmels en bacteriën

Eindopdracht

Je gaat beginnen aan de eindopdracht. Deze maak je samen met een andere klasgenoot.

Kies een micro-organisme dat je allebei interessant vindt.
Bespreek je keuze met je docent.
Maak een poster over dat micro-organisme.
Besteed aandacht aan:

  • de groep waartoe het micro-organismen hoort en de kenmerken van die groep,
  • het belang van het micro-organisme voor de mens,
  • evt de manier waarop dit micro-organisme wordt bestreden.

Bekijk de beoordelingscriteria voor een poster in de Gereedschapskist.

Kijk eerst zelf of je eindproduct hieraan voldoet.
Laat het eindproduct daarna beoordelen door je docent.

Poster maken

Op een informatieve poster kun je laten zien wat de belangrijkste delen van de lesstof zijn. Ook kun je weergeven hoe bepaalde delen zich tot elkaar verhouden.

 

Terugkijken

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze module nog eens door.
    Kun je wat je moet kunnen?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Ben je ongeveer 10 SLU met deze module bezig geweest.
    Zowel stap 7 als de eindopdracht kostten je waarschijnlijk veel tijd. Had je dan nog genoeg tijd over voor de andere opdrachten?
  • Inhoud
    In de onderbouw had je al kennisgemaakt met de verschillende celonderdelen. Heb je deze voorkennis goed kunnen gebruiken in deze stap? Wat heb je nieuw geleerd?
  • Eindopdracht
    Bij de eindopdracht moest je een poster maken. Is het gelukt om alle nodige informatie kort en bondig op de poster te noteren? Wat kon beter? Waar was je juist erg tevreden over?
  • Het arrangement Module: Eukaryoot of prokaryoot - v456 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2021-07-06 14:21:18
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Deze les valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollectie voor biologie voor vwo leerjaar 4/5/6. Dit is thema ’Biologie van de cellen'. Het onderwerp van deze les is: eukaryoot of prokaryoot. Aan het eind van deze module Kun je: verschillen noemen tussen prokaryoten en eukaryoten. verschillen tussen plantaardige cellen en dierlijke cellen noemen. cellen en delen van cellen herkennen in licht- en elektronenmicroscopische foto’s. de bouw en functie beschrijven van celmembraan, celkern, mitochondriën, e.r., Golgi-systeem, lysosomen, ribosomen, cytoskelet, celwand, vacuoles en plastiden, ciliën, flagellen.
    Leerniveau
    VWO 6; VWO 4; VWO 5;
    Leerinhoud en doelen
    Biologische eenheid; Biologie; Cel; Bouw en functie van cellen en celonderdelen; Kenmerken van bacteriën en virussen;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    10 uur en 0 minuten
    Trefwoorden
    arrangeerbaar, biologie, celkern, celwand, flagellen, gogli-systeem, mitochondriën, stercollectie, vacuoles, vwo4/5/6

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    VO-content - Gereedschapskist. (2019).

    Gereedschapskist activerende werkvormen

    https://maken.wikiwijs.nl/105906/Gereedschapskist_activerende_werkvormen