Module: Centrum voor Jeugd en gezin - h45

Module: Centrum voor Jeugd en gezin - h45

Centrum voor Jeugd en gezin

Intro

Iedere gemeente heeft sinds 2011 een Centrum voor Jeugd en gezin (CJG): een herkenbaar inlooppunt in de buurt, waar ouders en jongeren terechtkunnen met hun vragen over gezondheid, opgroeien en opvoeden.
Een CJG biedt advies, ondersteuning en hulp op maat.
Het CJG in een gemeente bestaat vaak uit vele instanties die samenwerken.
Het consultatiebureau is een onderdeel van CJG.

Kijk naar de video met de voorlichting van de jeugdgezondheid:



Bij een CJG zijn niet alleen ouders met kleine kinderen welkom.
Ook ouders van pubers kunnen allerlei tips krijgen rondom hun zonen en dochters in de puberteit.
En je kunt er zelf ook tot je 23e terecht met allerlei vragen rondom bijvoorbeeld puberteit, seks en seksualiteit. Kijk maar eens naar de volgende video:

In deze module kijk je naar de groei en ontwikkeling van de mens vanaf de geboorte.
Je kijkt daarbij naar de bijbehorende lichamelijke, geestelijke en sociale veranderingen.
Hierbij spelen de groei- en geslachtshormonen een belangrijke rol.

Wat ga ik leren?

Na het afronden van deze module
ken je:

  • enkele factoren die van invloed zijn op de groei.
  • de levensfasen van de mens.
  • de werking van hormonen die invloed hebben om de lengtegroei.

kun je:

  • beschikbare informatie over de celcyclus in Binas/Biodata gebruiken.
  • de celcyclus, mitose en meiose uitleggen.
  • advies geven over de lichaamslengte van een kind.

Deelconcepten
Mitose, meiose, celcyclus, levenscyclus, geslachtelijke, voortplanting, stamcellen, chromosoom, hormoonklieren, schildklier, eierstokken, teelballen, endocrien, doelwitorganen, schildklierhormoon.

Wat ga ik doen?

Aan de slag
Stap Inhoud
Stap 1 Direct na de bevruchting begint de cel zich te delen. In deze stap ontdek je hoe deze cellen allemaal hun eigen specialisatie hebben,
Stap 2 Cellen in ons lichaam delen om op die manier cellen bij te maken voor de groei of om kapotte cellen te vervangen. Je maakt een werkblad over mitose
Stap 3 De mens doorloopt verschillende levensfasen. Van sommige bekende mensen krijg je zelfs bijna alle fasen mee! 
Stap 4 De belangrijkste groeistimulerende factor is het groeihormoon. Maar hoe werkt dit?
Stap 5

Niet iedereen groeit op dezelfde manier. Sommige mensen hebben een groeistoornis. Daarover gaat deze stap. 

Stap 6 Tijdens een aantal levensfasen zitten we in onze vruchtbare leeftijd. Dan komt een andere celdeling om de hoek kijken: de meiose. 
Stap 7 Wat is nu precies het verschil tussen mitose en meiose?
Afronding
Onderdeel  
Kennisbank Alle Kennisbankitems uit deze module.
Eindopdracht Je schrijft een sollicitatiebrief als reactie op een vacature bij het Centrum voor Jeugd en Gezin.
Terugkijken Terugkijken op de opdracht.

 

Tijd
Voor deze opdracht heb je 8 SLU nodig.

Aan de slag

Stap 1: Menselijk embryo en stamcellen

Menselijk embryo en stamcellen
Wanneer een eicel is bevrucht door een zaadcel, smelten de celkernen samen.
Direct na de bevruchting begint de cel zich te delen.

Kijk naar de animatie hieronder.

Animatie: Trofoblast
 

De cellen blijven delen en vermenigvuldigen in snel tempo.
De cellen die door celdeling ontstaan, hebben steeds precies dezelfde erfelijke informatie.
In het embryo, en later de foetus, zijn niet alle cellen hetzelfde.
Cellen gaan zich specialiseren (differentiatie) en krijgen een eigen taak en een daarbij horende vorm.

Bestudeer uit de Kennisbank:

Celspecialisatie

 

In thema Cellen Wat vertelt een Barr body is al aandacht besteedt aan stamcellen en celspecialisatie. Daarover heb je een mindmap gemaakt die je in je portfolio hebt bewaard.
Bekijk deze nog een keer en leg aan een klasgenoot uit wat je hebt genoteerd.
Draai daarna de rollen om.

 

Stap 2: Celcyclus

Celcyclus
Cellen in ons lichaam delen om op die manier cellen bij te maken voor de groei of om kapotte cellen te vervangen. In de celkern van eukaryoten bevindt zich de erfelijke informatie in de celkern. Een prokaryote cel, zoals een bacterie, is een cel zonder celkern. Het genetische materiaal zweeft los door de cel. Het geheel van erfelijke informatie in een cel noem je ook wel het genoom.

Door eenvoudig in tweeën te splitsen krijgt de cel een probleem. De erfelijke informatie in de celkern is moeilijk te verdelen. Na elke deling zou de informatie per cel steeds minder worden. De andere celorganellen kun je wel verdelen maar ook daarvan komen er dan steeds minder. Eerst verdubbelt (replicatie) daarom de erfelijke informatie, in het DNA, en dan pas wordt het verdeeld. Na de deling kunnen de andere celorganellen gaan delen zoals de mitochondriën of bijgemaakt worden zoals de ribosomen.
Een levenscyclus van een cel bestaat dus uit een tijd dat de cel zijn werk doet en dan zijn er twee mogelijkheden:
De cel gaat delen of de cel sterft af.

Mitose
Het verdelen moet geordend gebeuren om tot een gelijke verdeling van genetische materiaal te komen.
Dit gebeurt in de mitose (gewone celdeling) en eindigt met het verdelen van het cytoplasma over de twee nieuwe cellen.
Beide cellen krijgen hetzelfde erfelijk materiaal!
Bekijk de video 'Wat is gewone celdeling of mitose?'. Lees daarna de beide pagina's uit de Kennisbank.

 

Mitose

Celcyclus


Maak de opdrachten op het werkblad mitose.

  1. In de tekst vind je de fasen G1, G2 en S.
    Noteer in je eigen woorden wat er in de fasen gebeurt.
  2. In welke fase zit een cel uit je botten die na te zijn ontstaan niet weer deelt totdat hij afsterft?

Stap 3: Levensfasen

Van kleine donder naar lange slungel
Jan Smit begon als kleine jongen met zijn carrière en is na al die jaren nog steeds populair en Nederland en Duitsland. Kijk naar de veranderingen. Welke veranderingen zie je van Jantje naar Jan?

 

Welke factoren zijn van invloed op de groei van een baby tot een volwassene?
Maak een mindmap met de titel Groei van de factoren die direct in je opkomen. Kijk voor tips in de Gereedschapskist.
Bespreek jouw mindmap met de mindmap van een klasgenoot.
Vul je mindmap samen verder aan met woorden.

Mindmap maken

Woorden bij een onderwerp bedenken en met elkaar verbinden.

 

Groei
Een bevruchte eicel weegt 0,1 gram. Bij de geboorte weegt een mens gemiddeld 3 kilogram.
Dat is 30.000 keer zoveel!

Een aanstaande moeder eet tijdens de zwangerschap voor twee.
Daarvoor is het niet nodig twee keer zoveel te eten, maar wel gezond! Zo kan de baby goed groeien.

Een baby groeit het eerste jaar het sterkst. Het geboortegewicht verdubbelt binnen zes maanden.
Na het eerste jaar groeit een mens langzamer. In de puberteit is er een tijd van snelle groei.
Perioden van snelle groei heten groei-explosies ofwel groeispurts.

Levensfasen
Een mens doorloopt verschillende levensfasen.
Bekijk de animatie in de Kennisbank Onderbouw (tabblad levensfasen).
Bekijk de verschillende levensfasen.

Levensfasen

 

 

Stap 4: Groeihormoon en thyroxine

Groeihormoon en thyroxine
Vanaf de geboorte groei je, in de puberteit (of adolescentie) stopt de lengtegroei.
De belangrijkste groeistimulerende factor is het groeihormoon.
Dit hormoon wordt gemaakt in de hypofyse. Het groeihormoon stimuleert de groei van weefsels, vooral botweefsel. Het bevordert de aanmaak van eiwitten en de afbraak van vetten.
Het stimuleert de celdelingen; er komen dus meer cellen.

Ook de schildklier maakt een hormoon dat een rol speelt bij de groei.
Dit hormoon, thyroxine, verhoogt de stofwisseling van en verbranding in bijna alle lichaamscellen.
Zo ondersteunt het de werking van het groeihormoon.

De geslachtshormonen (oestrogeen en testosteron) stimuleren onder andere de afgifte van groeihormoon. Doordat jongens aan het begin van de puberteit veel testosteron vormen, krijgen ze een sterkere groeispurt dan meisjes.

Bestudeer:

Hormonen: boodschappers

 

Stap 5: Groeistoornis

Met kop en schouders er boven uit…
Aan het einde van de pijpbeenderen zitten groepen cellen die voor lengtegroei zorgen.
Je noemt die gebieden de epifysairschijven of groeischijven.
Ze bestaan uit kraakbeencellen.
In de loop van je groei worden die door beencellen vervangen en dan zijn de groeischijven niet meer te zien. Door de dikte van de groeischijf te bepalen kunnen artsen de lengte van een kind voorspellen wanneer hij of zij volwassen is.

Stap 6: Vruchtbare leeftijd en meiose

Vruchtbare leeftijd en meiose
In de puberteit beginnen de voortplantingsorganen te functioneren.
Zaadcellen bij jongens worden gevormd en eicellen bij meisjes beginnen te rijpen.
 

 

Bij mitose, de gewone celdeling ontstaan na celdeling twee cellen met een gelijke hoeveelheid erfelijk materiaal.
Eicellen en zaadcellen krijgen maar de helft van het totale erfelijke materiaal van een ‘gewone’ lichaamscel.
Bij een versmelting van die cellen tijdens de bevruchting, zou anders het erfelijk materiaal verdubbelen.

De meiose, reductiedeling, is de celdeling die voor een vermindering (reductie) van het erfelijk materiaal zorgt.
Na de bevruchting heeft de zygote dan weer het totale erfelijke materiaal.
De celdelingen (mitose) die dan volgen zorgen ervoor, dat er uiteindelijk een organisme ontstaat met in elke cel weer dezelfde hoeveelheid erfelijke informatie.

Bekijk de volgende twee video's over meiose:


Let op: De chromatiden liggen NIET tegenover elkaar (zoals de film zegt) maar de homologe chromosomen!
Maak de vragen op het werkblad meiose.

Je leest meer over meiose in de Kennisbank:

Meiose


Net als bij mitose, begint de meiose met verdubbeling van het erfelijk materiaal van de cel verdubbeld in de S-fase.
De meiose verloopt in twee stappen, de meiose I en II.
In de profase van de meiose I komen de chromosomen (elk bestaande uit twee chromatiden) tegenover elkaar te liggen.
Dat is een verschil met de mitose.

Dan worden die tegen over elkaar liggende chromosomen, per setje spreken we van de homologe chromosomen, eerst uit elkaar gehaald. In beide cellen liggen dan 23 chromosomen in plaats van 46!

Bij de meiose II worden per cel de chromatiden van elkaar gehaald.
Op die manier ontstaan er dus in totaal 4 cellen met elk 23 chromatiden (DNA-moleculen).
 

Stap 7: Mitose en meiose

Mitose en meiose vergeleken
Maak een animatie van de meiose OF de mitose. Hoe je dit vorm geeft is geheel aan jou. 

Vergelijk de animaties die zijn gemaakt door je klasgenoten. Schrijf aan de hand van de vergelijking op wat het verschil is tussen meiose en mitose. Overleg met je docent of je de animatie of toelichting in moet leveren en zo ja, wat dan de beoordelingseisen zijn. 

Afsluiting

Samenvattend

Geslachtshormonen

Celspecialisatie

Mitose

Meiose

Eindopdracht

Eindproduct
Na deze module reageer je op een vacature van verpleegkundige bij het Bureau voor Jeugd en Gezin in jouw woonplaats of vestigingsplaats.
Daarin laat je zien dat je weet wat je kunt tegenkomen in de jeugdgezondheidszorg op het gebied van gezondheid en opgroeien bij kinderen en jongeren tot 23 jaar.

Heb je het thema Gedrag al gedaan?
Dan kun je ook ingaan op de opvoeding.

Reageer met een sollicitatiebrief en verzamel aanvullende bewijsstukken.

Beoordeling
Je laat het eindproduct beoordelen door je docent.
Je docent gebruikt de volgende vragen bij het beoordelen:

  • Is de informatie in de brief volledig en feitelijk juist?
  • Is de stijl van de brief afgestemd op de doelgroep?
  • Is de brief in goed Nederlands geschreven?

Terugkijken

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je wat je moet kunnen?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Ben je ongeveer 8 SLU met deze opdracht bezig geweest.
    Heb je in die tijd alle video's helemaal kunnen bekijken?
  • Inhoud
    Als je in Nederland bent opgegroeid heb je ervaring met het Centrum Jeugd en Gezin omdat je als kind naar het consultatiebureau ging en later naar de schoolarts en voor je vaccinaties. Heb je hier nog bewuste herinneringen aan? Zo ja, hoe was je ervaring? Kijk je na het maken van deze module anders naar het Centrum Jeugd en Gezin dan voor het maken van deze module? Waarom wel of waarom niet?
  • Eindopdracht
    Is het gelukt om je kennis over dit onderwerp toe te passen in de sollicitatiebrief? Heb je op deze manier laten zien dat je de leerdoelen beheerst?
  • Het arrangement Module: Centrum voor Jeugd en gezin - h45 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2021-06-15 15:49:36
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Deze les valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollectie voor biologie voor havo leerjaar 4/5. Dit is thema ’Levenscyclus van cellen'. Het onderwerp van deze les is: centrum voor jeugd en gezin. Na het afronden van deze module ken je: enkele factoren die van invloed zijn op de groei. de levensfasen van de mens. de werking van hormonen die invloed hebben om de lengtegroei. kun je: beschikbare informatie over de celcyclus in Binas/Biodata gebruiken. de celcyclus, mitose en meiose uitleggen. advies geven over de lichaamslengte van een kind.
    Leerniveau
    HAVO 4; HAVO 5;
    Leerinhoud en doelen
    Biologie; Mitose, meiose, kanker, veroudering; Reproductie; Celcyclus; Levenscyclus;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    8 uur en 0 minuten
    Trefwoorden
    arrangeerbaar, binas, biologie, celcyclus, havo4/5, hormonen, lengtegroei, meiose, mitose, stercollectie

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    VO-content - Gereedschapskist. (2019).

    Gereedschapskist activerende werkvormen

    https://maken.wikiwijs.nl/105906/Gereedschapskist_activerende_werkvormen