Biologisch onderzoek
In de biologielessen doe je regelmatig zelf onderzoek. Soms is in de opdracht al beschreven hoe je het moet aanpakken, andere keren maak je zelf een onderzoeksopzet.
Er zijn verschillende soorten onderzoek die je op school kunt doen.
Kijk maar eens naar de volgende video:
Veel biologisch onderzoek is erop gericht een bepaald verschijnsel te verklaren.
De vragen die erbij horen:
Hoe komt het dat?
Als er dit gebeurt, wat is dan het gevolg?
Wat is het verband tussen --- en ---?
Met die kennis kun je bijvoorbeeld een bepaald proces beter laten verlopen.
In deze module werk je in zeven stappen aan verschillende opdrachten.
Het resultaat van stap 3 doe je in je portfolio.
Je leerpunten uit stap 4 noteer je ook in je portfolio.
Het resultaat van stap 5 lever je in bij je docent.
Het resultaat van stap 8 wordt gepresenteerd en door de docent beoordeeld.
Wat ga ik leren?
Na het afronden van deze module kun je:
de werkwijze bij het doen van experimenteel onderzoek in een bestaand onderzoek herkennen en in een eigen onderzoek toepassen.
zelf een eenvoudig onderzoek opzetten en uitvoeren vanuit een gegeven onderzoeksvraag.
onderzoeksgegevens vastleggen in tabellen en diagrammen en deze voorzien van de juiste bijschriften.
Wat ga ik doen?
Aan de slag
Stap
Inhoud
Stap 1
Hoe formuleer je een goede onderzoeksvraag? Dat staat centraal in deze stap.
Stap 2
Een hypothese geeft een voorspelling over de uitkomst van een onderzoek. In deze stap oefen je met het testen van een hypothese.
Stap 3
Een onderzoek begint bij een verwondering. Je gaat een experiment uitvoeren dat jouw misschien ook wel laat 'verwonderen'.
Stap 4
Er zijn veel verschillende factoren die van invloed zijn op de uitkomst van een onderzoek. Deze variabelen in een onderzoek zijn heel belangrijk. Je beantwoordt hier vragen over.
Stap 5
Je leert samen met een klasgenoot hoe je een experiment uitwerkt tot een verslag.
Stap 6
Samen met een klasgenoot kijk je hoe je een controleproef kunt uitvoeren.
Stap 7
Samen met een klasgenoot kijk je een video over Kluger Hans en ontdekt welke invloed een onderzoeker bewust of onbewust kan uitoefenen op een testresultaat.
Afronding
Onderdeel
Kennisbank
Alle Kennisbankitems uit deze module.
Eindopdracht
Samen met drie andere klasgenoten werk je onderzoeksresultaten uit op een poster.
Terugkijken
Terugkijken op de opdracht.
Tijd
Voor deze opdracht heb je 7 SLU nodig.
Aan de slag
Stap 1: Onderzoeksvraag
Onderzoeksvraag
Elk onderzoek begint met een vraag. Zo’n onderzoeksvraag geeft richting aan het onderzoek dat je daarna gaat uitvoeren. Het formuleren van een goede onderzoeksvraag is daarom erg belangrijk.
Een onderzoeksvraag:
mag alleen begrippen bevatten die maar voor één uitleg vatbaar zijn.
moet niet te algemeen zijn, maar ook niet zo smal dat hij alleen met ja of nee beantwoord kan worden.
moet enkelvoudig zijn (dus maar uit één vraag bestaan).
In de volgende oefening beoordeel je of onderzoeksvragen goed geformuleerd zijn.
Oefening: Onderzoeksvraag
0%
Bekijk de volgende onderzoeksvragen.
Is de onderzoeksvraag juist of onjuist?
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Bekijk de video (in het Engels) en stel een onderzoeksvraag op die je door middel van eigen onderzoek op school zou kunnen testen. Noteer daarna ook de bijbehorende hypothese.
Een goede hypothese:
Sluit aan bij de onderzoeksvraag.
Is toetsbaar (bijvoorbeeld door een experiment uit te voeren).
Op basis van de hypothese kan een voorspelling gedaan worden over de uitkomst van het onderzoek:
als de hypothese waar is, dan ...
Test jouw hypothese.
Voldoen jouw onderzoeksvraag en hypothese aan wat je in stap 1 geleerd hebt en de voorwaarden hierboven?
Zo niet, verbeter ze!
Stap 3: Experiment
Dansende krenten?
Een onderzoek begint bij verwondering.
Je neemt iets waar wat je op het eerste gezicht niet begrijpt.
Een goed opgezet experiment kan dan een antwoord geven.
Kijk naar de volgende video. Welke vragen roept dit experiment bij jou op?
Experiment krenten
Een voorbeeld van verwonderende waarneming heb je gezien in het krentenexperiment.
Voer het experiment en het onderzoek uit met behulp van het werkblad.
Werkwijze:
Voer de stappen van het werkblad uit. Geef een antwoord op je onderzoeksvraag.
Laat het werkblad aftekenen door docent of TOA.
Bewaar het werkblad in je portfolio.
Stap 4: De variabelen
De variabelen
In veel experimenten heb je te maken met meerdere variabelen:
er is een variabele die je meet (bijvoorbeeld: het aantal zuurstofbelletjes dat geproduceerd wordt door een takje waterpest)
en er zijn variabelen die je zelf kiest en een bepaalde waarde geeft (bijvoorbeeld de temperatuur)
In de onderbouw heb je kennis gemaakt met het proces fotosynthese.
In een groene plant wordt zuurstof gevormd, onder invloed van licht.
De plant heeft daarvoor kooldioxide nodig.
Als je je geheugen wilt opfrissen kun je nog even de Kennisbank lezen.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Formuleer in enkele zinnen wat je uit deze stap geleerd hebt.
Noteer ze in je portfolio en gebruik deze aantekening als een algemene regel voor het opzetten van een eigen onderzoek.
Stap 5: Uitvoering
Experiment tuinkers
Zet in tweetallen zelf een onderzoek op en werk het uit tot een verslag.
Spreek met je docent af wanneer je dat inlevert. De beoordelingseisen vind je onderaan het werkblad.
In de onderbouw heb je waarschijnlijk geleerd hoe een onderzoek is opgebouwd, hoe je grafieken en tabellen maakt en hoe je een verslag schrijft.
Als je het niet helemaal meer weet kun je hier hulp vinden:
Schrijf je een verslag van een onderzoek voor biologie of NaSk, dan wordt dit een natuurwetenschappelijk verslag genoemd. Het is hierbij vooral belangrijk dat het doel van je onderzoek en de manier waarop je het uitvoert zo duidelijk mogelijk wordt weergegeven. Het schrijven van zo’n verslag gebeurt in verschillende stappen.
In een grafiek kun je heel overzichtelijk informatie aflezen over één specifiek onderwerp. Je maakt naar aanleiding van een onderzoek of opdracht een grafiek waarin je de opgedane kennis of resultaten weergeeft.
Materiaal:
Twee petrischalen met kiemplantjes van tuinkers, gemerkt A en B
Werkwijze
Voer de stappen van het werkblad uit.
Maak een verslag en lever het in.
Stap 6: Controle proef
Controle proef
Om de invloed van een variabele op een proces te kunnen beoordelen, is het belangrijk dat je weet wat de uitkomst zou zijn zonder de invloed van die variabele.
Je moet als het ware een standaard hebben, waartegen je de resultaten van je proef kunt afzetten.
Je werkt deze stap in tweetallen. Kijk voor je verdergaat eerst naar de volgende video. Let goed op het gedrag van de duiven.
In stap 4 heb je een algemene regel voor het opzetten van een onderzoek geformuleerd.
Welke regels kun je uit deze stap afleiden?
Noteer ze bij elkaar en gebruik ze bij stap 8.
Stap 7: Dubbelblind
Soms moet het dubbelblind!
Bij sommige onderzoeken is het van belang ervoor te zorgen dat de onderzoeker geen invloed kan hebben op de metingen. Ook niet onbewust.
Kijk maar eens naar de volgende video en bespreek na het kijken met een klasgenoot op welke manier de onderzoeker zijn invloed uitoefent op het resultaat van de test. Denken jullie dat de eigenaar van het paard dit bewust of onbewust deed? Zorg dat jullie het antwoord kunnen beargumenteren.
Afsluiting
Samenvattend
Hier vind je de Kennisbank die aan bod is gekomen in deze module.
Eigen onderzoek TNO: gehoorschade door popmuziek valt mee Audiologen: onderschat probleem
De huidige jeugd loopt meer kans om gehoorschade op te lopen dan eerdere generaties, meldt de onderzoeker Ineke Vogel na haar promotieonderzoek aan de Erasmus MC.
Dit komt doordat ze vaker en langer naar muziek luisteren via een koptelefoon.
Ook zetten ze het volume hoger, concludeert Vogel na onderzoek onder 1500 jongeren tussen de 12 en 19 jaar.
De meningen zijn dus verdeeld. Jouw klas wordt gevraagd een bijdrage te leveren aan het onderzoek. Is de situatie zorgelijk of valt het allemaal wel mee?
Hoe hard is het geluid bij een popconcert eigenlijk?
En is het waar dat jongeren van nu meer veel aan harde muziek worden blootgesteld?
En hebben jongeren meer gehoorschade dan hun ouders?
Zo zijn er nog wel enkele onderzoeksvragen te bedenken!
Bedenk er gezamenlijk zoveel mogelijk.
Klassikaal worden de onderzoeksvragen verzameld. Daarna wordt de klas verdeeld in viertallen.
Elk viertal werkt één onderzoeksvraag uit.
Je formuleert een hypothese, bespreekt de werkwijze en legt die voor aan docent of TOA.
De resultaten verwerk je in tabellen en grafieken, bijvoorbeeld in Excel.
Trek je conclusie, beantwoord je hypothese en verwerk het resultaat tot een (digitale) poster (kijk in de Gereedschapskist hoe je dit doet).
De posters worden aan de klas gepresenteerd.
Zowel de poster als de presentatie ervan worden door de docent beoordeeld.
Beoordeling
Bij de beoordeling let je docent op de volgende punten:
Wordt uit de poster duidelijk wat de werkwijze van het onderzoek was?
Zijn de verschillende onderdelen van het onderzoek zichtbaar in de tabellen/grafieken/poster?
Is het geheel netjes en overzichtelijk vormgegeven?
Laten jullie met de poster zien dat jullie de leerdoelen van deze module beheersen?
Werd de poster in de presentatie duidelijk gepresenteerd?
Waren jullie goed verstaanbaar en werd de klas op een actieve manier betrokken bij de presentatie?
Tips
Lees eerst de opgegeven bronnen.
Je kunt geluidssterkte meten met een decibelmeter op school, maar mogelijk ook met een app op je telefoon.
Kijk goed wat de nauwkeurigheid is van het apparaat en betrek dat gegeven in je onderzoeksopzet.
Welkom bij de gereedschapskist. Hier vind je uitleg over alle werkvormen waarmee je je eindproducten maakt. Bij iedere werkvorm staat beschreven hoe je deze uitvoert, kun je inspiratiefilmpjes bekijken en vind je de beoordelingscriteria waaraan jouw product moet voldoen. Ook zie je welke digitale middelen je kunt gebruiken en aan welke vaardigheden je werkt tijdens het maken van je eindproduct. Veel succes!
Terugkijken
Kan ik wat ik moet kunnen?
Lees de leerdoelen van deze module nog eens door.
Kun je wat je moet kunnen?
Hoe ging het?
Tijd
Ben je ongeveer 7 SLU met deze opdracht bezig geweest.
Heb je in die tijd alle video's helemaal kunnen bekijken?
Inhoud
In de onderbouw heb je al regelmatig geoefend met het maken van een onderzoeksverslag, alleen werkte je dan vaak volgens een voorgeschreven format. Heb je toch het idee dat het maken van deze verslagen heeft geholpen in het leerproces?
Welk onderdeel van het maken van een onderzoeksverslag vind jij het meest lastig? Wat zou je kunnen doen om beter te worden in dit onderdeel?
Eindopdracht
Bij de eindopdracht moest je samenwerken met klasgenoten. Hoe verliep deze samenwerking? Hebben jullie samen een plan gemaakt en de taken verdeeld of hadden jullie een andere werkwijze?
Ben je tevreden over deze manier van samenwerken of had je liever iets anders gedaan?
Hoe verliepen de verschillende stappen van het onderzoek en het maken van de poster? Is het gelukt om alles duidelijk vorm te geven? Waren er problemen waar jullie tegenaan liepen? Zo ja, hoe zou je dit de volgende keer oplossen?
Het arrangement Module: Hoe doe je onderzoek? - h45 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Deze les valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollectie voor biologie voor havo leerjaar 4/5. Dit is thema ’Een levende wetenschap'. Het onderwerp van deze les is: hoe doe je onderzoek?
Na het afronden van deze module kun je:
de werkwijze bij het doen van experimenteel onderzoek in een bestaand onderzoek herkennen en in een eigen onderzoek toepassen.
zelf een eenvoudig onderzoek opzetten en uitvoeren vanuit een gegeven onderzoeksvraag.
onderzoeksgegevens vastleggen in tabellen en diagrammen en deze voorzien van de juiste bijschriften.
Deze les valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollectie voor biologie voor havo leerjaar 4/5. Dit is thema ’Een levende wetenschap'. Het onderwerp van deze les is: hoe doe je onderzoek?
Na het afronden van deze module kun je:
de werkwijze bij het doen van experimenteel onderzoek in een bestaand onderzoek herkennen en in een eigen onderzoek toepassen.
zelf een eenvoudig onderzoek opzetten en uitvoeren vanuit een gegeven onderzoeksvraag.
onderzoeksgegevens vastleggen in tabellen en diagrammen en deze voorzien van de juiste bijschriften.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Onderzoeksvraag
Experiment
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.