Thema: Ecologie - h45

Thema: Ecologie - h45

Thema Ecologie

Intro

Gestructureerde natuur?
Geen enkel organisme komt alleen voor. Op een alleenstaande eik in een grasveld zitten honderden insecten, nestelen vogels en er knabbelen rupsen aan de bladeren.
Ook op en in ons krioelt het van de organismen.
Organismen hebben elkaar nodig om in leven te blijven: voor de voortplanting, als voedsel en als schuilplaats.

Wanneer relaties in de natuur zijn verstoord door biotische of abiotische factoren, ondervindt de mens direct, of soms later, de gevolgen. Bijvoorbeeld de achteruitgang van de bij in Nederland of de opwarming van de aarde wereldwijd.
Om al die relaties goed te kunnen bestuderen brengen ecologen hierin een structuur aan.
Ecologie is een onderdeel van biologie. De ecologie bestudeert de wisselwerking tussen organismen onderling, tussen verschillende organismen en tussen organismen en hun niet-levende omgeving.

Bekijk het filmfragment. Welke factoren zijn belangrijk voor de terugkeer van de bever in Nederland? Praat hierover na het kijken met een klasgenoot.

 

Wat kan ik straks?

Na dit thema:

  • beschrijf en benoem ik voedselrelaties in voedselketens en voedselwebben.
  • leg ik uit welke rol biotische factoren, abiotische factoren en concurrentie binnen en tussen populaties spelen bij de dynamiek (instandhouding en ontwikkeling) van een ecosysteem.
  • leg ik uit wat een ecosysteem is en noemt welke relaties er zijn tussen organismen bij de energiestromen in een ecosysteem.
  • beschrijf ik variatie van en veranderingen in ecosystemen aan de hand van verschillen in abiotische en biotische factoren.
  • herken ik dat een ecosysteem in verschillende evenwichtssituaties kan verkeren.
  • beredeneer ik wat de gevolgen zijn van verschillende interne of externe veranderingen in een levensgemeenschap of ecosysteem.
  • beschrijf ik de invloed van menselijke activiteiten, o.a. klimaat(verandering), op biodiversiteit.
  • leg ik accumulatie van schadelijke stoffen in een voedselketen uit.
  • beargumenteer ik met welke maatregelen de mens energiestromen, nutriëntenkringlopen en de zelfregulatie van ecosystemen (en daarmee het systeem Aarde) kan beïnvloeden.

 

Deelconcepten
Habitat, geboorte, sterfte, trofische niveaus, predatie, beperkende factor, tolerantie, optimum, persistent, producent, consument, reducent, primaire en secundaire successie, pioniersoort, climaxecosysteem, biodiversiteit, soortensamenstelling, rode lijst, verspreidingsgebied, geboorte, sterfte, migratie, exoot, symbiose, parasitisme, mutualisme, commensalisme, vraat, signaalstof.

Wat kan ik al?

Wat weet je al over ecologie?
Lees de volgende Kennisbanken uit de onderbouw als opfrisser voor dit thema.

Planten en hun omgeving - onderbouw

Relaties tussen organismen - onderbouw

Voedselweb en voedselketen - onderbouw

Ecosysteem - Biotoop - onderbouw

 

Maak de oefening om je kennis te testen.

Wat ga ik doen?

Het thema Ecologie bestaat uit de volgende onderdelen.
In de tabel staat per activiteit hoeveel lessen je ongeveer nodig hebt.

Activiteit

Aantal SLU

Inleiding

 

Wat kan ik straks?

0,5

Wat kan ik al?

2

Wat ga ik doen?

0,5

Modules

 

Module: Blauwe en groene soep

8

Module: Natuurbeheer, -behoud of ontwikkeling?

7

Module: Het gaat (te) goed!

7

Afsluiting

 

Samenvattend

1

Examenvragen

1

Terugkijken

0,5

Totaal:

27 à 28

Modules

Blauwe en groene soep

Blauwe en groene soep

Intro

De hoofdrolspeler in deze module is de blauwalg.
Maar wat is blauwalg eigenlijk?
Bekijk als inleiding de filmfragmenten en lees de artikelen. Vorm samen met een klasgenoot na het kijk en lezen een omschrijving voor het begrip 'blauwalg'.


Artikel Blauwalg levensgevaarlijk voor honden

Artikel Blauwalg

Hebben jullie een omschrijving kunnen vormen? Jullie docent verzamelt de verschillende omschrijvingen en bespreekt ze klassikaal.

Wat ga ik leren?

Aan het eind van deze module kan ik:

  • voedselrelaties tussen organismen beschrijven;
  • relaties in een voedselketen benoemen;
  • in een voedselweb voedselketens herkennen;
  • de oorzaak en de gevolgen van accumulatie van schadelijke stoffen in een voedselketen uitleggen;
  • beschrijven wat onder een ecosysteem wordt verstaan en welke componenten daarvan deel uitmaken;
  • veranderingen van abiotische en biotische factoren in een ecosysteem beschrijven en de gevolgen daarvan;
  • beschrijven welke rol abiotische en biotische factoren spelen bij de instandhouding en ontwikkeling van een ecosysteem;
  • de rol van concurrentie binnen en tussen de populaties in een ecosysteem beschrijven;
  • beargumenteren met welke maatregelen de mens de zelfregulatie van ecosystemen kan beïnvloeden.

Deelconcepten
Habitat, geboorte, sterfte, trofische niveaus, predatie, beperkende factor, tolerantie, optimum, persistent, producent, consument, reducent.

Wat ga ik doen?

Aan de slag
Stap Inhoud
Stap 1 Organismen van dezelfde soort hebben een onderlinge relatie, maar ook organismen van verschillende soorten hebben met elkaar te maken. In deze stap bekijk ik welke soorten relaties er zijn.
Stap 2 Binnen een bepaald gebied vormen organismen en omgevingsfactoren zoals klimaat en bodemgesteldheid een samenhangend geheel. In deze stap ontdek ik wat van invloed is op een ecosysteem.
Stap 3 In een ecosysteem leven individuen, met allemaal hun eigen genetische kenmerken. Hoe ze samenleven hangt van veel factoren af.
Stap 4 Wat is de fysieke leefomgeving van een populatie en is deze dan ook gelijk aan de  plek waar het hele leven zich afspeelt? Daarover gaat stap 4.
Stap 5 De grootte van een populatie kan toenemen en afnemen door de invloed van abiotische factoren. Hierover praat ik met een klasgenoot.
Stap 6 Te veel voedingsstoffen in het water kan leiden tot algenbloei.
Stap 7 Ik ontdek welke acties waterbeheerders uitvoeren om blauwalg te bestrijden.
Afronding
Onderdeel  
Kennisbank Alle Kennisbankitems uit deze module.
Eindopdracht Ik maak een krantenpagina over blauwe en groene soep.
Extra In overleg met mijn docent maak ik deze extra opdracht over de verstoringen binnen ecosystemen.
D-toets Met behulp van een d-toets test ik mijn kennis over deze module.
Terugkijken Terugkijken op de opdracht.

 

Tijd
Voor deze opdracht heb je 8 SLU nodig.

Aan de slag

Stap 1: Relaties

Relaties
Organismen van dezelfde soort hebben een onderlinge relatie, maar ook organismen van verschillende soorten hebben met elkaar te maken.
Ze zijn onderling van elkaar afhankelijk en beïnvloeden elkaar.

Daarnaast is ieder organisme afhankelijk van de omgeving waarin het leeft.
Op zijn beurt beïnvloedt een organisme de omgeving zelf ook weer.
Lees de volledige Kennisbank over het volgende onderwerp:

Relaties tussen soorten

 

Abiotische factoren
Organismen worden beïnvloed door andere organismen om hen heen, de biotische factoren.
De hoeveelheid voedingsstoffen (mineralen) in de bodem of het water, maar ook de beschikbaarheid van water en lucht zijn ook van levensbelang, dit zijn de abiotische factoren.
Bestudeer uit de Kennisbank:

Abiotisch of biotische factoren

 


Practicum
Wat is de invloed van zon en windrichting op plantengroei?
Maak een keuze uit opdracht A of B en werk hierbij in tweetallen.

Opdracht A. De vorm van de kruin van bomen.
Onderzoeksvraag: Heeft de windrichting invloed op de vorm van de kruin van een boom?

Materiaal:

Opdracht B. Zonnebladeren en schaduwbladeren.
Onderzoeksvraag: Wat is de invloed van licht op de groei van bladeren en/of naalden?

Materiaal:

Stap 2: Ecosystemen

Ecosystemen
Binnen een bepaald gebied vormen organismen en omgevingsfactoren zoals klimaat en bodemgesteldheid een samenhangend geheel.
Een dergelijk (min of meer) natuurlijk begrensd gebied noemen je een ecosysteem.
Een ecosysteem kan groot zijn, zoals een woestijn of oceaan, maar ook klein, zoals een sloot of een geïsoleerde boom.

Overleven in een ecosysteem
Bestudeer uit de Kennisbank:

Abiotisch of biotische factoren

Overlevingskansen


Examenvragen
Beantwoord de volgende twee eindexamenvragen:

Havo Biologie 2012-1 vraag 13

Havo Biologie 2011-1 vraag 15


Blauwalg
Werk in tweetallen
Sloten, kreken en plassen waarin blauwalgen voorkomen zijn ook ecosystemen.
Beantwoord de volgende vragen. Je kunt gebruik maken van de brochure Blauwenalgen.

  • Zoek afbeeldingen op van dit ecosysteem.
  • Welke biotische factoren hebben invloed op de populatie blauwalgen?
  • Welke abiotische factoren hebben invloed op de populatie blauwalgen?
    Denk daarbij aan: windkracht en -richting, zoutgehalte van water, temperatuur, voedingsstoffen (nutriënten).
  • Wat is de optimale temperatuur voor de groei van blauwalgen?
  • Verzamel afbeeldingen van minstens zes overige organismen die in het ecosysteem voorkomen, noteer daarbij de beperkende factoren.

Maak van de afbeeldingen en gegevens een (digitale) collage/poster waarin het ecosysteem duidelijk wordt gemaakt.
Kijk voor tips in de Gereedschapskisten hieronder. Overleg met je docent of de collage/poster wordt beoordeeld. Zo ja, vind je de beoordelingseisen in de desbetreffende Gereedschapskist.

Collage maken

Een collage bestaat uit knipsels die op een ander papier geplakt zijn en samen een nieuwe afbeelding vormen.

 

Poster maken

Op een informatieve poster kun je laten zien wat de belangrijkste delen van de lesstof zijn. Ook kun je weergeven hoe bepaalde delen zich tot elkaar verhouden.

 

Stap 3: Van ecosysteem naar individu

Van ecosysteem naar individu
Soorten bestaan uit individuen, ieder met hun unieke, genetisch vastgelegde kenmerken.
Individuen leven samen in groepen of populaties.

Individuen leven niet alleen, maar in groepen of populaties.
Dit zijn individuen van één soort die in een bepaald gebied leven en daaraan optimaal zijn aangepast.

De populaties van verschillende soorten vormen samen een leefgemeenschap.
Al deze organismen zijn van elkaar afhankelijk. Op hun beurt vormen verschillende leefgemeenschappen in hun natuurlijke omgeving samen een ecosysteem. Ook binnen een ecosysteem zijn de leefgemeenschappen van elkaar afhankelijk.

Voedselketen
Bestudeer uit de Kennisbank:

Relaties tussen verschillende soorten

Deelnemers aan een voedselketen en -web


Hoewel de naam doet vermoeden dat blauwalgen tot de algen behoren, is dat niet het geval.
Bestudeer zo nodig Kennisbank:

Energievoorziening


Of de brochure Blauwenalgen.

De populaties van algen en blauwalgen groeien sterk wanneer het fosfaatgehalte in het water hoog is. Ze belemmeren door hun sterke groei de ontwikkeling van andere soorten.

Door het gebruik van fosfaatvrije wasmiddelen is het fosfaatgehalte de afgelopen jaren in de Nederlandse wateren sterk gedaald.
Wanneer de concentratie fosfaat hoog blijft en het warm weer is, ontstaat algenbloei.
Grote hoeveelheden algen (vooral blauwalgen) komen tot ontwikkeling, de sloot verandert in een groene soep.

Maak de volgende oefening:

Stap 4: Habitat en niche

Habitat en niche
De fysieke leefomgeving van een populatie, noem je ook wel een habitat.
Een habitat is de werkelijke plaats waar een soort woont, maar daarnaast is het de plaats waar zich de niche (het 'beroep') van een soort zich bevindt.
In de habitat heerst het optimale microklimaat voor het organisme.

Bestudeer Kennisbank:

De leefomgeving van een dier


Bespreek met een klasgenoot het verschil tussen habitat en niche. Ga beide op zoek naar een voorbeeld en laat je klasgenoot dan beargumenteren of er sprake is van een habitat of een niche. 

Stap 5: Populaties

Populaties

Je hebt in de vorige stap al gezien dat de grootte van een populatie kan toenemen en afnemen door de invloed van abiotische factoren.
De leefomstandigheden van organismen veranderen voortdurend en daarmee ook de grootte van de populaties. De grootte van een populatie kan ook toe- of afnemen door biotische factoren. Tussen populaties van dezelfde soort, maar ook tussen populaties van verschillende soorten, bestaan relaties.
Beantwoord de volgende eindexamenvraag:

Havo Biologie 2012-1 vraag 14



Relaties tussen organismen van dezelfde populatie
Bekijk het filmfragment. Bespreek met een klasgenoot welke relaties er bestaan tussen de organismen van deze populatie?

Zoek na het kijken zelf een video (Youtube of andere bron) met daarin een voorbeeld. Deel de linkjes met je klasgenoten. Overleg met je docent welke video je klassikaal gaat bekijken.

Bestudeer Kennisbank en beantwoord dan de twee vragen:

Populatiegrootte en –dichtheid

Bestudeer Kennisbank:

Relaties binnen populaties


Groei van een populatie
Of een populatie daadwerkelijk kan groeien is afhankelijk van de beschikbaarheid van alles wat een organisme nodig heeft, zoals voedingsstoffen, zuurstof, andere organismen als voedsel, partner of als woonplaats of gastheer.
Onder ideale groeiomstandigheden zal een populatie binnen een bepaalde tijd verdubbelen.
De populatiegroei is exponentieel. Blijft een populatie dan maar groeien?
Lees hier meer over in de Kennisbank:

Beperkte en onbeperkte groei van een populatie

 

Stap 6: Blauwalgen en gif

Blauwalgen en gif
Teveel voedingsstoffen (nitraat, fosfaat) in het water (eutrofiëring), kan leiden tot algenbloei; een groene soep!
Het water wordt troebel wat een negatief effect heeft op de fotosynthese van ondergedoken waterplanten.
Het zuurstofgehalte in het water daalt en heeft effect op andere waterorganismen.
De blauwalgen profiteren van de situatie en de populatie groeit verder.
Voor de afbraak van de algen door reducenten is zuurstof nodig. Het probleem is nog complexer.
Blauwalgen produceren gifstoffen (toxines).
 

Zet bovenstaande tekst (eventueel aangevuld met wat je hebt geleerd in de vorige stappen) in een schema met oorzaak en gevolg. Bewaar het schema in je portfolio. 

 

Stap 7: In actie tegen blauwalgen

In actie tegen blauwalgen
Bestudeer de volgende bronnen en beantwoord daarna de vragen.

Bronnen:


Afsluiting

Samenvattend

Eindopdracht

Je werkt deze eindopdracht in tweetallen. Samen maak je een krantenpagina over blauwalg. Je doelgroep is leerlingen onderbouw Havo/VWO.

  • Verwerk de informatie over blauwalgen die je in deze module hebt geleerd tot een krantenartikel met minimaal één grafiek en één afbeelding.
  • Je waarschuwt mensen voor het gevaar van zwemmen in blauwalg. Hierbij leg je ook uit waarom het gevaarlijk is.
  • Daarnaast verwerk je een artikel in eigen woorden over de informatie die je geleerd hebt in deze module. Het artikel sluit je af met een conclusie welke maatregel volgens jullie genomen dient te worden om het gevaar van blauwalgen te beperken voor mensen en honden.
  • Je voorziet de krantenpagina van bijpassende afbeeldingen.

Kijk voor je begint in de Gereedschapskisten hieronder voor tips.

Beoordeling
Je laat het eindproduct beoordelen door je docent.
Je docent gebruikt de volgende punten bij het beoordelen:

  • Zijn alle bovenstaande punten verwerkt in de krantenpagina?
  • Is de inhoud biologisch correct?
  • Is de uitleg duidelijk voor leerlingen uit 2 havo/vwo?
  • Ondersteunen de afbeeldingen de tekst?
  • Is de samenwerking goed verlopen waarin beide klasgenoten inbreng hebben gehad?

Krant maken

Een krant kun je natuurlijk hartstikke goed zelf maken! Je verzamelt foto’s, tekeningen, schema’s, tekststukjes en quotes over een bepaald onderwerp.

 

Artikel schrijven

Een artikel is een goede manier om informatie te presenteren of een gebeurtenis te beschrijven.

 

Extra


Wij leven in een ecosysteem van mensen, dieren, planten en water.
Maar er zijn talloze ecosystemen op de wereld.
En iedereen is daarin afhankelijk van elkaar. Maar wat gebeurt er als dit verstoord wordt?

In de video en het artikel hieronder zie je de oorzaken en gevolgen van deze verstoring.
Maak samen met een klasgenoot een overzicht van mogelijke verstoringen in een ecosysteem. Noteer in een document welke verstoringen dit zijn en wat de invloed is van de mens op deze verstoring.
Noteer ook of deze verstoring terug te draaien is en ook weer wat dan de mogelijke bijdrage van de mens zou kunnen zijn.

Overleg met je docent of je dit document ook in moet leveren en zo ja, wat dan de beoordelingseisen zijn.

 

Lees het artikel: Lekker zwemmen in de groene soep?

D-toets

De opdracht sluit je af met het maken van een d-toets.
De toetsen bestaan uit verschillende soorten vragen.

Als je alle vragen beantwoord hebt, zie je je score.
Je krijgt van de vragen die je fout hebt, het goede antwoord te zien.
Klik op knoppen om de toets te starten.

Terugkijken

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze module nog eens door.
    Kun je wat je moet kunnen?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Ben je ongeveer 8 SLU met deze module bezig geweest.
    Klopte deze tijd met de daadwerkelijke tijd? Zo niet, wat kostte meer of minder tijd dan verwacht? En waarom?
  • Inhoud
    Ben je zelf wel eens, letterlijk of figuurlijk, in aanraking gekomen met blauwalg? Welke gevolgen had dat op dat moment voor jou? Hoe heb je dat op kunnen lossen?
  • Eindopdracht
    Is het gelukt om samen met een klasgenoot de krant te maken? Hoe verliep jullie samenwerking? Hebben jullie vooraf afspraken gemaakt over de taakverdeling of verliep dat als vanzelf tijdens het maken van de krant? Zijn jullie beide tevreden over de samenwerking? Als jullie niet dezelfde mening hebben over de samenwerking, waaraan ligt dat dan en hoe zouden jullie dat een eventuele volgende keer vooraf kunnen tackelen?
  • D-toets
    Heb je de D-toets gedaan? Ging het goed? Heb je met de d-toets goed kunnen controleren of je de leerdoelen beheerst?

Natuurbeheer, -behoud of ontwikkeling?

Natuurbeheer

Intro

Deze module gaat over het beheer van het Nederlandse landschap. Daarbij zijn veel natuur- en milieuorganisaties betrokken. In Nederland zijn talrijke natuur- en milieuorganisaties acties.

Bekijk als introductie de filmfragmenten en bespreek in de klas welke natuurorganisaties je kent en op welk terrein de genoemde organisaties actief zijn.

Beantwoord nu de volgende vraag:

De module rond je af met het maken van een nieuwsbrief voor omwonenden over een gebied in de buurt dat de bestemming ‘natuurgebied’ heeft gekregen of krijgt. Je onderzoekt de details over het gebied, neemt een interview af en maakt een kaart met Google Earth .
 

Wat ga ik leren?

Aan het eind van deze module kan ik:

  • veranderingen  en de daarbij horende gevolgen van abiotische en biotische factoren in een ecosysteem beschrijven;
  • beschrijven welke rol abiotische en biotische factoren spelen bij de instandhouding en ontwikkeling van een ecosysteem;
  • benoemen hoe ecosystemen zich kunnen ontwikkelen;
  • beargumenteren met welke maatregelen de mens de zelforganisatie van ecosystemen beïnvloedt.

Deelconcepten
Primaire en secundaire successie, pioniersoort, climaxecosysteem, biodiversiteit, soortensamenstelling, rode lijst, verspreidingsgebied.

Wat ga ik doen?

Aan de slag
Stap Inhoud
Stap 1 Wat wordt eigenlijk bedoeld met de natuur en het milieu? Daarover maak ik een mindmap.
Stap 2 De stabiliteit van een ecosysteem kan op tal van manieren worden verstoord, zowel door biotische als door abiotische factoren. Welke gevolgen dat kan hebben leer ik in deze stap.
Stap 3 De natuur in Nederland is behoorlijk versnipperd. Individuen van populaties kunnen elkaar niet meer bereiken om zicht voort te planten. Daarom heeft de overheid ingegrepen met EHS en ecoducten.
Stap 4 Niet iedereen is het altijd eens als het gaat om natuurbeheer en -behoud. In deze stap bekijk ik de belangen van verschillende partijen.
Stap 5 Hoe wordt de volgorde van veranderingen in de ecologie genoemd? Dat ontdek ik in deze stap.
Stap 6 Overal op aarde, in alle ecosystemen, is de invloed van de mens merkbaar. Ik presenteer met een klasgenoot de mogelijke beheersmaatregelen.
Stap 7 Of moeten we de natuur zijn gang laten gaan?
Afronding
Onderdeel  
Kennisbank Alle Kennisbankitems uit deze module.
Eindopdracht Ik maak een nieuwsbrief voor omwonenden van een natuurgebied.
Extra Bekijk in overleg met mijn docent nog meer video's over het onderwerp van deze module.
D-toets Ik maak een d-toets om mijn kennis van deze module te testen.
Terugkijken Terugkijken op de opdracht.

 

Tijd
Voor deze opdracht heb je 7 SLU nodig.

Aan de slag

Stap 1: Natuur en milieu

Natuur en milieu
De begrippen natuur en milieu kom je regelmatig tegen. Maar wat betekenen deze woorden precies?

Maak een woordweb met in het midden twee cirkels.
Eén met het woord NATUUR de andere cirkel met het woord MILIEU.
Schrijf de woorden die direct in je op komen bij de woorden natuur en milieu, in de bijpassende cirkel.

Vergelijk je woordweb met één of meerdere klasgenoten.
Maak hiermee een definitie voor NATUUR en een definitie voor MILIEU. 

De verschillende definities worden in de klas besproken. 

Beheer van natuur en milieu
De laatste eeuw heeft de mens veel invloed uitgeoefend op het milieu.
Over hoe we precies met ons milieu omgaan zijn veel mensen het oneens.
De overheid maakt beleid rondom natuur- en milieubeheer.
Daarnaast zijn veel verschillende natuur- en milieuorganisaties actief, met allemaal verschillende doelstellingen.
De maatregelen voor natuur- en milieubeheer leiden regelmatig tot conflicten, doordat mensen verschillende belangen hebben.
Denk maar eens aan het belang dat een boer heeft met een stuk grond en de Vogelbescherming.

Beheer van natuur en milieu
Welke natuur- en milieuorganisaties ken je?
Vul de tabel in met zes natuur- en milieuorganisaties die in Nederland actief zijn.
Zet een kruisje of de organisatie zich richt op behoud van bepaalde soorten of ecosystemen of zich richt op milieu in het algemeen.
Noteer de doelstelling (Wat willen ze bereiken?) van de organisatie of omschrijf waar de organisatie zich specifiek op richt.
De tabel wordt klassikaal besproken. 

Stap 2: Verstoring

Verstoring door abiotische factoren
De stabiliteit van een ecosysteem kan op tal van manieren worden verstoord, zowel door biotische als door abiotische factoren.
In de module 'Blauwe en groene soep' kwam verstoring door abiotische factoren al even aan bod.
In de module 'Het gaat (te) goed!' lees je meer over de verstoring door biotische factoren.
Mensen hebben gezorgd dat abiotische factoren op veel plaatsen zijn veranderd door een groeiende bevolking, het uitbreiden van landbouwgebieden, industrie en bebouwing. Daardoor zijn voor veel organismen de tolerantiegrenzen bereikt of gepasseerd, met de dood als gevolg. Door de dood van individuen en onvoldoende immigratie en geboorte, krimpen populaties van soorten.
Op een gegeven moment kan de genetische variatie in de populatie zo klein worden dat de populatie verdwijnt.

Maar ook de natuur zelf zorgt voor een verandering van abiotische factoren.

Bestudeer de Kennisbank. Maak daarna de oefeningen.

Verstoring van de stabiliteit van een ecosysteem

Beantwoord de volgende eindexamenvraag:

Havo Biologie 2011-2 vraag 2

 

Stap 3: EHS en ecoducten

EHS en ecoducten
De natuur in Nederland is behoorlijk versnipperd. Individuen van populaties kunnen elkaar niet meer bereiken om zicht voort te planten.
De genetische variatie komt hiermee in gevaar en dus ook het voortbestaan van de populatie.
Om (verdere) versnippering tegen te gaan wordt gewerkt aan de aanleg van de Ecologische Hoofdstructuur.
Een voorbeeld van een verbinding is de aanleg van een ecoduct.

Bestudeer de Kennisbank en beantwoord daarna de vragen:

EHS en ecoducten

 

Stap 4: Tegenstrijdig belangen

Tegenstrijdig belangen
In stap 3 heb je gekeken naar de EHS. Voor de aanleg wordt landbouwgrond omgezet in natuurgebied. Natuurlijk is niet iedereen het hiermee eens. Bij natuurbeheer spelen tegenstrijdige belangen vaak een rol.

Natuurbeheer
Lees de volgende bronnen:

Maak in een document een overzicht van betrokkenen en hun belangen.
Bespreek de antwoorden in de klas.

Belangen
Welke tegenstrijdige belangen zul je tegenkomen bij het opstellen van een plan voor:

  1. Behoud en voorkomen van achteruitgang van weidevogels
  2. Betreden of juist niet betreden van kwetsbare natuurgebieden
  3. Aanleg van weg door of tunnel onder een natuurgebied

Denk daarbij aan de doelstellingen van de (huidige) eigenaren van de gebieden, omwonenden, bedrijven in omgeving, natuurorganisaties en andere belangenverenigingen en overheidsinstanties.

De klas wordt verdeeld over de drie thema’s (a, b of c).

  • In de groep denk je eerst gezamenlijk na over de 3 tot 4 betrokkenen bij dit thema.
  • Ieder groepslid (of tweetal) onderzoekt de belangen van één van de betrokkenen bij het thema van de groep.
  • In de groepen a, b en c worden de verschillende belangen uitgewisseld en wordt gezamenlijk een overzicht gegeven gemaakt van betrokkenen en hun belangen. Geef voor elke betrokkene de belangen en in ieder geval één reëel argument.

Lever dit ter beoordeling in bij de docent.
Je docent let bij de beoordeling op de volgende punten:

  • de gekozen betrokkenen passen bij het gekozen thema.
  • de belangen van de betrokkenen zijn uitgeschreven en voorzien van argumenten.
  • de groepsgenoten hebben nauw samengewerkt en constructief overleg laten zien.

 

 

Stap 5: Successie

Successie
Of er nu net een weg is aangelegd, een nieuwe wijk is gebouwd of een stuk landbouwgrond dat aan de natuur wordt teruggegeven, het terrein zal zich ontwikkelen volgens een voorspelbaar patroon.
Die volgorde van veranderingen wordt in de ecologie successie genoemd.

Bestudeer de Kennisbank:

Ontwikkelingen in een ecosysteem

 

Pioniersecosysteem
In tweetallen
Zoek een voorbeeld in je eigen omgeving van een pioniervegetatie en een climaxvegetatie.
Maak hiervan foto’s. In de klas worden de foto’s verzameld en besproken.

Je kunt ook foto’s op internet zoeken. Zoek wel naar voorbeelden in Nederland!

 

Meer oefenen
Maak de eindexamenopgaven:

Havo Biologie 2011-1 vraag 38

Havo Biologie 2011-2 vraag 1

Stap 6: Ingrijpen van de mens

Ingrijpen van de mens en natuurbeheer
Overal op aarde, in alle ecosystemen, is de invloed van de mens merkbaar.
In Nederland is geen stukje natuur meer dat geen invloed van de mens ondervindt.
Door het ingrijpen van de mens zijn er steeds minder climaxvegetaties te vinden.
Maar door het ingrijpen van de mens zijn ook prachtige stukken natuur ontstaan!
Denk maar eens aan de heidevelden, ontstaan   door het afplaggen van veen.

Wanneer een gebied is aangewezen als natuurgebied, dan zal de beheerder zich steeds afvragen: laten we de natuurlijke successie zijn gang gaan of grijpen we in?

Beïnvloeden van natuurlijke successie
Het natuurbeheer op heidevelden is gericht op het tegenhouden van de natuurlijke successie.
Plaggen, maaien, branden en begrazing zijn daarvoor de mogelijke beheersmaatregelen en gericht op het voedselarm maken en houden van de bodem. Als er te veel voedingsstoffen in de lucht en bodem zitten, wordt heide verdrongen door andere planten, zoals pijpenstrootje en braamstruiken.

Beheersmaatregelen
Werk in tweetallen
Kies één van de beheersmaatregelen en bereid met elkaar een presentatie voor van maximaal 10 minuten voor je klasgenoten.
Overleg met je docent wanneer welk groepje de presentatie gaat geven.
De groepjes die niet presenteren leveren wel hun presentatie in. Zij vormen het kritische publiek en stellen voorafgaand aan de presentaties beoordelingseisen op die worden besproken met de docent.

 

Soortenbescherming
Soms worden maatregelen uitgevoerd ter bescherming van specifieke soorten.
Een voorbeeld van een maatregel van soortenbescherming, is het afzetten en markeren van broedplaatsen van weidevogels, zodat de nesten met eieren niet worden beschadigd.

Sommige diersoorten doen het goed in Nederland. Een voorbeeld zijn de vleermuizen.
Andere diersoorten, zoals de dagvlinder, hebben het moeilijk.
Ook enkele diersoorten die afhankelijk zijn van voedselarme bodem, staan op het punt uit Nederland te verdwijnen.
In agrarische gebieden gaat het niet goed met enkele soorten weidevogels.
 

Kies één organisme uit de Rode Lijsten en onderzoek hoe het staat met de populaties hiervan in Nederland en de bescherming hiervan door de Ffw.
Maak een poster over dit organisme waarin de stand van zaken in Nederland duidelijk wordt.
De poster geeft in ieder geval informatie over:

  1. Soortbeschrijving
  2. De leefgebieden
  3. Het voorkomen
  4. De bedreigingen voor de soort
  5. Mogelijke beheermaatregelen ter bescherming van de soort

Kijk voor tips in de Gereedschapskist hieronder en maak eventueel gebruik van onderstaande bronnen.

Bronnen:

Beoordeling:
Laat de poster beoordelen door je docent. Je docent let bij de beoordeling op de volgende punten:

  • De poster gaat over één organisme die voorkomt op de rode lijst en in Nederland leeft.
  • De vijf hierboven genoemde punten komen duidelijk naar voren in de poster.
  • De informatie op de poster is biologisch juist.
  • De poster is aantrekkelijk vormgegeven.
  • De informatie op de poster is overzichtelijk verwerkt.

 

Poster maken

Op een informatieve poster kun je laten zien wat de belangrijkste delen van de lesstof zijn. Ook kun je weergeven hoe bepaalde delen zich tot elkaar verhouden.

 

Stap 7: De natuur zijn gang laten gaan

De natuur zijn gang laten gaan
In de vorige stappen is vooral aandacht geweest voor het behouden van waardevolle natuurgebieden. Daarvoor zijn beheermaatregelen nodig, zoals begrazing en afplaggen.
Als dat niet gebeurt veranderen veel gebieden in Nederland in loofbos door natuurlijke successie.
Er zijn ook mensen die de natuur, eventueel na een ingreep, zijn gang willen laten gaan.

Oostvaardersplassen
Bekijk de volgende filmfragmenten over de Oostvaardersplassen. Beantwoord daarna de vragen op het werkblad Oostvaardersplassen.
In de module 'Het gaat (te) goed' ga je verder met deze opdracht. Bewaar het het werkblad dus goed. 

 

Afsluiting

Samenvattend

Eindopdracht

Ruimte voor de natuur
Als eindopdracht van deze module maak je een nieuwsbrief voor omwonenden van een natuurgebied.

Bekijk voor je verdergaat eerst het volgende filmfragment over het aanpassen van de natuur rondom de IJssel. Je ziet de impact die de aanpassingen hebben voor de omwonenden en de natuur.


Zoek een gebied (in de buurt) dat kortgeleden een bestemming als natuurgebied heeft gekregen of nog zal krijgen.
Ga na:

  • wat de kenmerken zijn van het natuurgebied.
  • wie de beheerder of ontwikkelaar is.
  • wie overige betrokkenen zijn.
  • wat het doel en bestemming is van het gebied.
  • welke beheersmaatregelen zijn of worden genomen.
  • welke moeilijkheden en kansen zich voordoen.

Neem eventueel contact op met de gebiedsbeheerder voor een interview of een excursie met de klas.
Maak een kaart met behulp van Google Earth van het gebied.

Verwerk de gevonden informatie en de ecologische theorie uit deze module in een nieuwsbrief bestemd voor de omwonenden. Gebruik hiervoor het sjabloon nieuwsbrief.

Beoordeling
Je docent let bij de beoordeling van de nieuwsbrief op de volgende punten:

  • Zijn alle bovengenoemde punten verwerkt in de nieuwsbrief?
  • Is de nieuwsbrief biologisch gezien correct?
  • Sluit de taal van de nieuwsbrief aan bij de doelgroep?
  • Ziet de nieuwsbrief er origineel, aantrekkelijk en verzorgd uit?
  • Bevat de nieuwsbrief geen taalfouten?

Kaart tekenen

Op een kaart kun je aangeven waar een gebeurtenis heeft plaatsgevonden of gaat plaatsvinden.  

 

Extra

Afleveringen
Overleg met je docent of je de volgende filmfragmenten moet bekijken om meer informatie te krijgen over natuurbehoud en -beheer. 

 

D-toetsen

Toets
De opdracht sluit je af met het maken van een d-toets
De toetsen bestaan verschillende soorten vragen. 

Als je alle vragen beantwoord hebt, zie je je score.
Je krijgt van de vragen die je fout hebt, het goede antwoord te zien.
Klik op knoppen om de toets te starten.

Terugkijken

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze module nog eens door.
    Kun je wat je moet kunnen?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Ben je ongeveer 7 SLU met deze module bezig geweest.
    Heb je in die tijd alle stappen kunnen doorlopen?
  • Inhoud
    Natuurbehoud is vaak reden voor discussies in de politiek. Snap jij na het maken van deze module waarom er regelmatig voor- en tegenstanders zijn van natuurbeheer, -behoud of ontwikkeling?
  • Eindopdracht
    Is het gelukt een informatie, begrijpelijke nieuwsbrief op te stellen? Welke problemen liep je tegenaan? Op welke manier heb je deze mogelijke problemen opgelost? Ben je tevreden over het eindresultaat? Zo nee, wat zou je de volgende keer anders doen?
  • D-toets
    Heb je de D-toets gedaan? Ging het goed?

Het gaat (te) goed!

Het gaat (te) goed!

Intro

Damherten afschieten of niet?
In veel gebieden rondom de duinen is elk jaar weer veel overlast van damherten. Roedels herten komen de woonwijken in en vreten tuinen leeg.
Ook de bollenboeren in de omgeving zijn de dupe; damherten zijn gek op tulpen.
Daarnaast brengen ze het verkeer in de omgeving in gevaar.

Moet de beheerder wel of niet ingrijpen: damherten afschieten of niet?
Of zijn er andere oplossingen om de overlast tegen te gaan?
Kijk eerst naar de volgende video. Daarna bespreek je klassikaal de punten die onder de video staan.


Bespreek nu de volgende punten klassikaal:

  • Wat is aan de hand in de Amsterdamse Waterleidingduinen?
  • Hoe zijn de damherten hier gekomen?
  • Hoe heeft de populatie damherten zo kunnen groeien?
  • Komt dit door het ontbreken van natuurlijke vijanden?
  • Is er voor de damherten onvoldoende plek in de AWD en gaan ze daardoor op ontdekkingstocht in de buurt?


Aan het eind van deze module heb je hierover je eigen mening geformuleerd.

Wat ga ik leren?

Aan het eind van deze module kan ik:

  • een populatiegrootte bepalen op verschillende manieren.
  • de populatiedichtheid berekenen.
  • uitleggen hoe de draagkracht van een gebied is bereikt.
  • voedselrelaties tussen organismen beschrijven.
  • relaties in een voedselketen benoemen.
  • uitleggen welke rol concurrentie binnen en tussen populaties speelt bij de dynamiek (instandhouding en ontwikkeling) van een ecosysteem.
  • uitleggen welke rol biotische en abiotische factoren spelen bij de dynamiek binnen een ecosysteem.
  • beargumenteren met welke maatregelen de mens de zelfregulatie van ecosystemen kan beïnvloeden.


Deelconcepten
Geboorte, sterfte, migratie, exoot, predatie, symbiose, parasitisme, mutualisme, commensalisme, vraat, signaalstof.

Wat ga ik doen?

Aan de slag

Stap Inhoud
Stap 1 De grootste damhertenpopulatie bevindt zich in de duingebieden van Noord-Holland. Maar zoveel herten betekent ook overlast.
Stap 2 Wanneer wonen er te veel dieren in een bepaald gebied en hoe kan dit verandert worden? Daarover gaat deze stap.
Stap 3 Groei van een populatie kan beperkt en onbeperkt zijn. Maar dat heeft beide andere gevolgen.
Stap 4 Relaties tussen verschillende organismen is van invloed op de populatiegrootte.
Stap 5 Op welke manieren komen exoten in Nederland en welke invloed hebben zij op de populatiegrootte van inheemse organismen?
Stap 6 Over het beheer van damherten in de AWD bestaat veel discussie. Ik discussieer met klasgenoten over het wel/niet beheren van fauna.
Afronding
Onderdeel  
Kennisbank Alle Kennisbankitems uit deze module.
Eindopdracht Ik schrijf een artikel waarin ik mijn mening over faunabeheer geeft.
Extra Hier vind ik materialen die ik als extra bron kan gebruiken in deze module. 
Terugkijken Terugkijken op de opdracht.

 

Tijd
Voor deze opdracht heb je 7 SLU nodig.

Aan de slag

Stap 1: Damherten

Hoeveel damherten?
In de duinen van Noord- en Zuid-Holland bevingen zicht in 2019 3842 damherten.

 

Bron: Beheerrapport Damherten Noord- en Zuid-Holland 2018-2019


Het is de grootste populatie damherten van Nederland.
Alle andere populaties damherten in Nederland, onder andere op de Veluwe en in Zeeland, worden door beheer op een vast aantal gehouden.
Hoe weten beheerders nu hoeveel damherten er zijn in deze gebieden zijn?

Bestudeer uit de Kennisbank het volgende items:

Populatiegrootte en -dichtheid

 

Vangen en terugvangen
Practicum
In tweetallen
In de Kennisbank staat uitgelegd hoe je de populatiegrootte kunt berekenen door middel van vangen, merken en terugvangen. Dit kun je nabootsen.
Neem een populatie van 150 witte bonen. Vang steeds zonder te kijken ongeveer 15 witte bonen en merk deze. Bijvoorbeeld door ze te vervangen door bruine bonen.
Meng de bruine en witte bonen goed. Bereken na elke vangst de populatiegrootte.
Welke conclusie kun je trekken over de betrouwbaarheid en het aantal keren vangen? Bespreek dit met een klasgenoot.

Kwadrant methode
Met de kwadrantmethode kun je de populatiegrootte bepalen van bijvoorbeeld paardenbloemen in een ecosysteem. Je bepaalt eerst het aantal exemplaren in een deelgebiedje (kwadrant).
Daarna kun je het totale aantal geschatte planten bepalen door het aantal te vermenigvuldigen met de verhouding tussen het kwadrant en het totale oppervlak waar de populatie thuishoort.

De grootte van een kwadrant en het aantal kwadranten is afhankelijk van het inventarisatiegebied en het vegetatietype. Het kwadrant is tientallen meters bij een schaars begroeide omgeving en enkele decimeters in een weiland.

Veldwerk
Je werkt in groepjes van vier leerlingen.

Bepaal de populatiegrootte van een door jullie gekozen plant in een weiland of ander open vegetatietype.
Werk het werkblad uit. Overleg met je docent of deze ook ingeleverd moet worden en zo ja, wat dan de beoordelingseisen zijn.

Benodigdheden:

Stap 2: Populatiegrootte en -dichtheid

Teveel op een klein oppervlak?
De populatiedichtheid is het gemiddelde aantal individuen per oppervlak of volume.
Afhankelijk van de diersoort kies je een oppervlaktemaat.
Zo bereken je het aantal olifanten niet per vierkante meter, maar per vierkante kilometer.
Bestudeer:

Emigratie, immigratie en draagkracht

 

Stap 3: Blijft een populatie groeien?

Blijft een populatie groeien?
Uit tellingen die sinds de zestiger jaren door het Waterleidingbedrijf Amsterdam zijn uitgevoerd, bleek dat er in 1990 een kleine populatie damherten aanwezig was. De populatie leek stabiel op een laag niveau, maar de populatie bleek sneller te groeien dan voor mogelijk werd gehouden.
Zoals je in stap 1 hebt gezien bleek dat de populatie damherten lang een exponentiële groei vertoonde.

Bestudeer uit de Kennisbank:

Beperkte en onbeperkte groei van een populatie


Mindmap
Print het werkblad (On)beperkte groei van een populatie.
Knip de woorden uit en leg deze op een A3 zodat een mindmap met een voor jou duidelijk verhaal ontstaat. De lege vakjes kun je vullen met eigen woorden.
De woorden mag je meerdere keren gebruiken. Trek lijnen tussen de woorden die bij elkaar horen en waartussen een verband bestaat, zoals oorzaak-gevolg.

Maak met behulp van de ontstane mindmap in een document een logische samenvatting voor een klasgenoot waarin je de S-curve en J-curve duidelijk uitlegt.
 

Vraat voorkomen?
Zijn alle planten slachtoffer van konijnenvraat?
Of kunnen planten ze voorkomen dat ze worden opgegeten?
Lees Kennisbank:

Afweer bij planten

Stap 4: Relaties tussen organismen

Relaties tussen organismen binnen populaties

Begin deze stap met het lezen van de volgende kennisbank (alle pagina's):

Relaties binnen populaties


Bronstijd
Bekijk het filmfragment. Bespreek na het kijken met een klasgenoot wat deze edelherten aan het doen zijn en met welk doel.

Binnen een populatie beïnvloeden organismen elkaar op verschillende manieren zoals beschreven in de Kennisbank.
Natuurlijk zijn er nog meer relaties.
Zoals bij dieren die in groepen leven bestaat vaak een sociale rangorde.
De paarvorming bij vogels is een voorbeeld van een voortplantingsrelatie.

Tussen populaties van verschillende soorten
Niet alleen binnen populaties zijn er diverse relaties.
Ook tussen populaties van verschillende soorten.
Bekijk het filmfragment en bespreek na het kijken met een klasgenoot welke vorm van symbiose je kunt onderscheiden in de video. 

Ga nu samen met een klasgenoot op zoek naar een voorbeeld van predatie, een voorbeeld van parasitisme, een voorbeeld van commensalisme en een voorbeeld van mutualisme. Je kunt kiezen voor afbeeldingen of video's.
De voorbeelden worden klassikaal besproken. 
Nog een keer alle vormen van symbiose of een rij?
Kijk dan op Bioplek.
 

Concurrentie om voedsel
Het damhert eet in tegenstelling tot de ree veel verschillende planten.
Een ree is een “snoeper” of “snoeier” en eet selectief, zoals knoppen en jonge groeischeuten van de houtige planten. Het damhert heeft dus veel meer voedselbronnen dan de ree. In perioden van voedselschaarste vindt er tussen het damhert en de ree voedselconcurrentie plaats.

 

Eindexamenvragen
Maak als laatste oefening in deze stap de volgende eindexamenvragen:

Havo Biologie 2010-1 vraag 40

Havo Biologie 2010-1 vraag 41

Havo Biologie 2010-1 vraag 42

Stap 5: Exoten in Nederland

Uitzetten van soorten

Bespreek met een klasgenoot de grafiek die hieronder staat. Welke conclusie kun je trekken aan de hand van de grafiek? Formuleer samen een conclusie. Deze wordt klassikaal besproken.

Eindexamenvraag:

Maak als afsluiting van deze stap de bijbehorende eindexamenvraag.

Havo Biologie 2011-1 vraag 5

Stap 6: Faunabeheer

Faunabeheer
Over het beheer van damherten in de AWD bestaat veel discussie.
Moet de beheerder ingrijpen of juist om de grote populatie te reguleren.
Ook in de Oostvaardersplassen is veel commotie over het faunabeheer.

Dilemma rond Oostvaardersplassen
Staatsbosbeheer, de beheerder van de Oostvaardersplassen, laat de natuur zo veel mogelijk haar gang gaan.
Dieren worden in voedselarme perioden niet bijgevoerd. In een (strenge) winter ontstaat voedselschaarste.
De dieren vermageren sterk en een deel sterft van de honger.
Om onnodig lijden te voorkomen worden de verzwakte en stervende dieren door de boswachter afgeschoten en afgevoerd.
Een vorm van ‘natuurlijke selectie’, waarbij de mens de rol van (ontbrekende) predator op zich neemt.
Jaarlijks gaat het om ongeveer een kwart van de totale populatie grazers.
Tussen deskundigen en natuurliefhebbers is onenigheid over de vraag of je de grote grazers in de Oostvaardersplassen bij voedselschaarste moet bijvoeren. Voorstanders van bijvoeren zeggen dat zo’n kunstmatig gecreëerd natuurgebied niet vergelijkbaar is met natuurlijke situatie.

Het oppervlak is te klein zijn voor grote populaties grazers en migratie is niet mogelijk.
Het is immers een afgesloten terrein en grazers kunnen niet op zoek naar een gebied met meer voedsel.
Tegenstanders wijzen er juist op dat er in oorspronkelijke natuurlijke situaties óók veel hindernissen zijn die migratie vrijwel onmogelijk maken, zoals rivieren, moerassen en bergketens. Volgens die gedachte is er dus ook in een natuurlijke situatie een beperkte hoeveelheid voedsel.
Bekijk het leven in de Oostvaardersplassen in de video hieronder. Voer daarna het debat dat je onder de video ziet staan.

Afschieten of laten verhongeren?
Je voert een debat over de volgende stelling:
‘Het is onnodig en onwenselijk om de populatie grote grazers in het natuurgebied de Oostvaardersplassen te reguleren door middel van bijvoeren.’

Je bereidt het debat voor in drie- of viertallen.

  1. Beantwoord als voorbereiding op het debat samen de vragen op het Werkblad Grote grazers.
  2. Raadpleeg de bronnen (hyperlinks, artikelen en audiovisuele bronnen) om je mening te kunnen vormen over de stelling die centraal staat bij het debat (eindproduct). Formuleer jullie mening in enkele zinnen.
  3. Maak afspraken over hoe je het debat gaat voeren.
    Informatie over het voeren van een debat vind je op de site debat in de klas.

Bronnen:
Artikelen:

Video's:

Websites:

Afsluiting

Samenvattend

Eindopdracht

Eindproduct
Aan het eind van de module schrijf je een discussiestuk in de vorm van een krant- of tijdschriftartikel of persbericht. Bijvoorbeeld voor:

  • magazine Duin van Stichting Duinbehoud
  • magazine Struinen van Waternet
  • tijdschrift Het Edelhert van Vereniging Het Edelhert
  • tijdschrift Argus van de Faunabescherming
  • de gemeente Bloemendaal gericht aan de inwoners
  • tijdschrift Bloembollenvisie van CNB (Coöperatieve Nederlandse Bloembollencentrale) en KAVB

In het artikel of bericht komt jouw eigen mening over het wel of niet afschieten van damherten tot zijn recht.

In het artikel geef je antwoord op de vragen met behulp van de informatie uit deze module en de bronnen:

  • Moet de beheerder wel of niet ingrijpen: damherten afschieten of niet?
  • Of zijn er andere oplossingen om de overlast tegen te gaan?

Gebruik tussen 350 en 650 woorden en een bijpassende afbeelding.
Je kunt het artikel of bericht individueel of in tweetallen schrijven.

Beoordeling
Je docent beoordeelt het product aan de hand van de volgende criteria:

  • Inhoud gebaseerd op ecologische kennis.
  • Inhoud gebaseerd op gepubliceerd onderzoek.
  • Tekst sluit aan op de doelgroep van tijdschrift/magazine.
  • Aantal woorden 350-650.
  • Correct Nederlands.
  • Bijpassende afbeelding.
  • Gebruikte bronnen zijn duidelijk vermeld.

 

Artikel schrijven

Een artikel is een goede manier om informatie te presenteren of een gebeurtenis te beschrijven.

 

Extra

Kijk als aanvulling op dit thema de volgende video's en bestudeer de
verschillende websites. Je kunt de informatie ook gebruiken als
bronmateriaal in deze module. ​
Maak waar nodig aantekeningen. De kennis die je opdoet kun je altijd gebruiken.

 

D-toets

Toets
De opdracht sluit je af met het maken van de toets 'Het gaat (te) goed'.
De toets bestaat uit een aantal gesloten en open vragen.
De gesloten vragen worden nagekeken door de computer.
De open vragen moet je zelf scoren.

Als je alle vragen beantwoord hebt, zie je je score.
Je krijgt van de vragen die je fout hebt, het goede antwoord te zien.
Klik op de knop om de toets te starten.

Terugkijken

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze module nog eens door.
    Kun je wat je moet kunnen?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Ben je ongeveer 7 SLU met deze module bezig geweest.
    Heb je in die tijd alle stappen volledig kunnen doorlopen?
  • Inhoud
    In het dagelijks leven zal je niet vaak de populatiedichtheid van een diersoort bij jou in de buurt bepalen. Maar voor een eventuele vervolgopleiding en beroep kan het wel interessant zijn. Zijn er beroepen/opleidingen die jij boeiend vindt, waar je dit bij zou kunnen gebruiken?
  • Eindopdracht
    Is het gelukt om een artikel te schrijven dat gebaseerd is op ecologische kennis. Heb je bij het schrijven gelet op de betrouwbaarheid van je bronnen? Welke aandachtspunten heb je daarvoor?
  • D-toets
    Heb je de D-toets gedaan? Ging het goed?

Afsluiting

Samenvattend

Examenopgaven

Je hebt in de modules veel theorie bestudeerd en veel vragen beantwoord en opdrachten gemaakt.
Als het goed is, ben je nu klaar voor het beantwoorden van een aantal examenvragen over dit onderwerp. Lees eerst de tips.

Tips

 

HAVO 2019-TV1

HAVO 2019-TV1 Vraag 8
HAVO 2019-TV1 Vraag 9
HAVO 2019-TV1 Vraag 17

HAVO 2021-TV1

HAVO 2021-TV1 Vraag 31
HAVO 2021-TV1 Vraag 37

HAVO 2021-TV2

HAVO 2021-TV2 Vraag 19
HAVO 2021-TV2 Vraag 22
HAVO 2021-TV2 Vraag 31
HAVO 2021-TV2 Vraag 32

 

Meer oefenen?
Ga naar ExamenKracht en oefen ook met de nieuwste examens.
Van de examenvragen kan de voortgang worden bijgehouden op ExamenKracht.
Vraag verdere instructies aan je docent.

Extra opdracht

Het jaar van de mus
In 2001 was een belangrijk jaar voor de Nederlandse mussen.
De Koninklijke Natuurhistorische Vereniging riep dat jaar uit tot mussenjaar.
Honderden vrijwilligers hebben genoteerd waar ze huismussen en ringmussen zagen en hoe groot de aantallen waren.

Uit onderzoek blijkt dat de aantallen van de huismus en ringmus in ons land snel achteruitgaan.
Die achteruitgang zou kunnen duiden op een verslechtering van de leefomgeving voor mussen en mogelijk ook voor de mens. En niet alleen in Nederland de neemt de mussenpopulatie af.

Welke verklaringen zijn er te vinden voor de achteruitgang van de mussen in Nederland en België?
Maak een overzicht van de mogelijke oorzaken. Maak zo nodig gebruik van de bronnen die hieronder staan.
Wanneer we weer meer mussen in de tuin zouden willen hebben, welke maatregelen kunnen hieraan bijdragen?

Bronnen:
Dossier Huismus - www.mussenwerkgroep.be
Mus is bedreigde vogelsoort - www.nu.nl
www.vogelbescherming.nl
Derooy hoveniers - Helaas gaat het slecht met de huismus. 
O
mroep West - Steeds minder huismussen in Den Haag

 

Ecologie en vaktermen
Bekijk het filmfragment:

Maak een samenvatting van de theorie uit de modules.
Een samenvatting kun je maken met woorden en daarbij Word of andere tekstverwerker gebruiken of met een mindmap, bijvoorbeeld met bubbl.us

Terugkijken

Intro

  • Lees de intro van dit thema nog eens door.
    Vind je het een goede intro om het thema mee te beginnen?
    Past de video goed bij het thema? Waarom wel of waarom niet?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je wat je moet kunnen?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Bij de activiteiten stond een totale studiebelasting van 27 à 28 SLU.
    Ben je meer of minder tijd met het thema bezig geweest?
    Met welke module ben je het langst bezig geweest? En met welke het kortst? Welke verklaring kun je hiervoor geven?
  • Herhaling
    Heb je voor je aan de modules begon de toets bij 'Wat kan al?' gemaakt?
    Wist je het meeste nog?
  • Inhoud
    Het thema bestaat uit drie modules. Welke module vond je het leukst om te doen?
    En welke vond je het minst leuk? Schrijf op waarom je deze opdracht niet zo leuk vond.
  • Examenvragen
    Je hebt de examenvragen gemaakt.
    Ging het goed? Had je de theorie uit de modules nodig om de vragen te kunnen maken?
  • Het arrangement Thema: Ecologie - h45 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2025-11-28 10:45:30
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Dit thema Ecologie is ontwikkeld door medewerkers van StudioVO. Bij het ontwikkelen van het materiaal is gebruik gemaakt van of wordt verwezen naar materiaal van de volgende websites:

    www.schooltv.nl www.youtube.com www.bioplek.org www.wikipedia.org


    Fair Use
    In de Stercollecties van StudioVO wordt gebruik gemaakt van beeld- en filmmateriaal dat beschikbaar is op internet. Bij het gebruik zijn we uitgegaan van fair use. Meer informatie: Fair use

    Mocht u vragen/opmerkingen hebben, neem dan contact op via de helpdesk VO-content .

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Dit thema valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor biologie voor havo leerjaar 4/5. Dit thema heet ademhaling. Na dit thema: beschrijf en benoem je voedselrelaties in voedselketens en voedselwebben. leg je uit welke rol biotische factoren, abiotische factoren en concurrentie binnen en tussen populaties spelen bij de dynamiek (instandhouding en ontwikkeling) van een ecosysteem. leg je uit wat een ecosysteem is en noemt welke relaties er zijn tussen organismen bij de energiestromen in een ecosysteem. beschrijf je variatie van en veranderingen in ecosystemen aan de hand van verschillen in abiotische en biotische factoren. herken je dat een ecosysteem in verschillende evenwichtssituaties kan verkeren. beredeneer je wat de gevolgen zijn van verschillende interne of externe veranderingen in een levensgemeenschap of ecosysteem. beschrijf je de invloed van menselijke activiteiten, o.a. klimaat(verandering), op biodiversiteit. leg je accumulatie van schadelijke stoffen in een voedselketen uit. beargumenteer je met welke maatregelen de mens energiestromen, nutriëntenkringlopen en de zelfregulatie van ecosystemen (en daarmee het systeem Aarde) kan beïnvloeden.
    Leerniveau
    HAVO 4; HAVO 5;
    Leerinhoud en doelen
    Interactie; Ecologisch denken; Systeem; Dynamisch evenwicht; Wisselwerking met abiotische en biotische omgeving; Biologie; Zelforganisatie van ecosystemen, dynamiek en evenwicht; Ecosysteem;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    22 uur 0 minuten
    Trefwoorden
    arrangeerbaar, biodiversiteit, biologie, ecologie, energiestromen, havo4/5, nutriënten, stercollectie, voedselketen, zelfregulatie

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    VO-content Biologie. (2021).

    Module: Blauwe en groene soep - h45

    https://maken.wikiwijs.nl/63251/Module__Blauwe_en_groene_soep___h45

    VO-content Biologie. (2021).

    Module: Het gaat (te) goed! - h45

    https://maken.wikiwijs.nl/63253/Module__Het_gaat__te__goed____h45

    VO-content Biologie. (2021).

    Module: Natuurbeheer, -behoud of ontwikkeling? - h45

    https://maken.wikiwijs.nl/63252/Module__Natuurbeheer___behoud_of_ontwikkeling____h45

  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    Oefeningen en toetsen

    Ecologie

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    QTI

    Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat alle informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen punten, etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.

    Versie 2.1 (NL)

    Versie 3.0 bèta

    Voor developers

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.