beschrijf en benoem je voedselrelaties in voedselketens en voedselwebben.
leg je uit welke rol biotische factoren, abiotische factoren en concurrentie binnen en tussen populaties spelen bij de dynamiek (instandhouding en ontwikkeling) van een ecosysteem.
leg je uit wat een ecosysteem is en noemt welke relaties er zijn tussen organismen bij de energiestromen in een ecosysteem.
beschrijf je variatie van en veranderingen in ecosystemen aan de hand van verschillen in abiotische en biotische factoren.
herken je dat een ecosysteem in verschillende evenwichtssituaties kan verkeren.
beredeneer je wat de gevolgen zijn van verschillende interne of externe veranderingen in een levensgemeenschap of ecosysteem.
beschrijf je de invloed van menselijke activiteiten, o.a. klimaat(verandering), op biodiversiteit.
leg je accumulatie van schadelijke stoffen in een voedselketen uit.
beargumenteer je met welke maatregelen de mens energiestromen, nutriëntenkringlopen en de zelfregulatie van ecosystemen (en daarmee het systeem Aarde) kan beïnvloeden.