Start de videotour 'Reis door je skelet'.
In deze videotour maak je kennis met je skelet.
Bespreek na het kijken van de tour met een klasgenoot welke functies ons skelet heeft.
Overleg met je docent of je ook zelf nog even mag rondkijken op de schoolplaat.
In deze opdracht staat het skelet centraal.
Hoe heten al die botten in ons skelet?
Wij behoren tot de zoogdieren.
Hebben andere zoogdieren dezelfde botten als de mens?
Op deze vragen ga je in deze opdracht antwoord geven.
Succes
Wat kan ik straks?
Hieronder zie je de leerdoelen staan die horen bij de opdracht geraamte.
Aan het einde van deze opdracht kun je:
uitleggen waarom je een skelet nodig hebt.
de namen van de beenderen van het skelet benoemen.
de verschillende botgroepen benoemen.
bij verschillende diersoorten de plek van tenen/vingers, voeten/handen, onderarm/bovenarm en dijbeen onderscheiden.
de kenmerken van zoolgangers, teengangers, hoefgangers (topgangers) en zool-/teengangers beschrijven.
Wat ga ik doen?
Activiteiten
Aan de slag
Stap
Activiteit
Stap 1
Je bestudeert de kennisbank en kunt daarna in een opdracht de functie uitleggen.
Stap 2
Je bestudeert de kennisbank en benoemt daarna in een opdracht de verschillende beenderen van het skelet.
Stap 3
Je benoemt de verschillende botten en botgroepen van je eigen skelet.
Stap 4
Je leest op de site van Natuurinformatie over zool-, teen- en hoefgangers. Daarna kun je in een opdracht de kenmerken onderscheiden.
Stap 5
Je leest informatie over de verschillende botgroepen en benoemt deze botgroepen daarna bij verschillende diersoorten.
Afronding
Onderdeel
Activiteit
Begrippenlijst
Hier vind je de kennisbank die gebruikt is in deze opdracht. Ook kun je hier de begrippen
die passen bij het geraamte vinden.
Eindopdracht A
Als je kiest voor deze eindopdracht maak je een toets over het geraamte.
Eindopdracht B
Als je kiest voor deze eindopdracht zet je een bouwplaat in elkaar en benoemt de verschillende botten/botgroepen.
karton en printer (of je krijgt de bouwplaat uitgedeeld)
kleurpotloden (rood, groen, grijs, geel, paars en blauw)
schaar
tang om gaatjes te maken plus acht splitpennen
touw/katoendraad en naald
Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer 2 lesuren nodig.
Aan de slag
Stap 1: Het skelet
Bestudeer uit de Kennisbank biologie het onderdeel over het skelet.
Een skelet wordt ook een geraamte genoemd. Beantwoord nu de vraag over de functies van het skelet.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Bestudeer nu uit de Kennisbank biologie het onderdeel 'Van schedel tot ledematen'.
Kijk uit welke botten en beenderen de schedel, de romp, de wervelkolom en de ledematen zijn opgebouwd.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Maak een kopie van het werkblad in je eigen omgeving (Bestand - Een kopie maken...)
of download het werkblad (Bestand - Downloaden als).
Ga in dezelfde houding staan als de afbeelding.
Vraag een klasgenoot om een foto van je te maken.
Plak deze foto in het werkdocument achter het skelet.
Benoem alle genummerde botten.
Kijk of je elk bot bij jezelf kunt voelen.
Oefen met een klasgenoot: de één wijst een lichaamsdeel aan, de ander zegt welk bot daar zit.
Stap 4: Mens en dier
In de volgende oefening zie je dat er als je kijkt naar het skelet overeenkomsten zijn tussen mens en paard.
Oefening: Mens en paard
0%
Mens en paard
Een mens is een zoolganger. Het paard is een hoefganger. Een paard loopt letterlijk op de top van zijn tenen.
Het onderste deel van een paardenbeen bevat dan ook minder botten dan het onderste deel van een mensenbeen.
Je ziet de achterbenen van een paard en de benen van een mens.
Vergelijk de bouw van de ledematen.
Je ziet de voorbenen van een paard en een arm van een mens.
Vergelijk de bouw van de ledematen.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
In de video van SchoolTV zie je hoe de poten van dieren zijn aangepast aan hun omgeving.
Je ziet dat er verschillen zijn in de manier van lopen tussen hoefgangers (of topgangers), zoolgangers en teengangers.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Cheetah
In het volgende filmpje kun je goed zien hoe snel een cheetah is en hoe een cheetah zijn prooi vangt.
Het commentaar is in het Engels; het geeft niet als je het niet helemaal verstaat.
Bekijk het filmpje en beantwoord dan de drie vragen.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Been
Been is keihard en stevig en tevens hetgeen waar botten uit bestaan.
Kraakbeen
Kraakbeen is weefsel dat stevig is en toch ook buigzaam.
Schedel
De schedel staat bovenop de wervelkolom en heeft een beschermende functie.
Romp
De romp bestaat uit de wervelkolom, de ribben, de schoudergordel en de bekkengordel. De romp heeft een beschermende functie.
Wervelkolom
De wervelkolom is veerkrachtig en heeft een beschermende en vormgevende functie.
Beenmerg
Beenmerg weefsel in de beenderen van gewervelde dieren, o.a. in ruggenwervel en borstbeen. Speelt een rol bij het vormen van botweefsel en bloed.
Tussenwervelschijf
Een kraakbeenkussentje, gevuld met vocht, gelegen tussen elke wervel en de volgende.
Wervellichaam
De buikzijde van de tussenwervelschijf.
Uitsteeksels
De rugzijde van de tussenwervelschijf.
Bekkengordel
De bekkengordel wordt gevormd door de heupbeenderen en het heiligbeen.
Ledematen
Benaming voor armen en benen.
Kalk
Kalk is een stevige stof die je in je botten vindt en voorkomt dat je botten te soepel zijn.
Lijmstof
Lijmstof is een soepele stof die je in je botten vindt en voorkomt dat je botten te broos zijn.
Zoolganger
Bij zoolgangers raakt de hele voetzool de grond. Zoolgangers kunnen goed afzetten. Ze zijn niet snel.
Hoefganger
Bij hoefgangers raken allen de teen- of vingertoppen de grond. Ze kunnen zich goed afzetten, hebben lange poten en zijn snel.
Teenganger
Bij teengangers raken alleen de kootjes de grond. Ze hebben daardoor erg lange poten waardoor ze erg hard kunnen rennen.
Gecombineerde zool-/teenganger
Bij de achterpoten raakt de hele voetzool de grond. Meestal alleen in rust. Bij de voorpoten raken alleen de vingers de grond. Ze kunnen redelijk snel rennen.
Eindopdracht A: Toets
Als je kiest voor eindopdracht A, maak je een toets over de opdracht geraamte.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Schrijf de namen van de zeven botgroepen op het skelet.
Geef elke botgroep een andere kleur.
Schrijf de nummers van de volgende beenderen op het skelet:
1. dijbeen
2. opperarmbeen
3. middenvoetsbeentjes
4. halswervels
5. borstbeen
6. heupbeen
7. scheenbeen
8. onderkaak.
Geef de botten waarbij, bij volwassenen, beenmerg wordt aangemaakt een zwarte stip.
Beoordeling
Je docent let bij de beoordeling op de volgende punten:
Ziet de pop er netjes uit en is hij volgens de stappen gemaakt?
Staan de nummers van de verschillende beenderen op de juiste plek in het skelet?
Zijn de botgroepen voorzien van kleur en de juiste naam?
Staan de botten waarin bij volwassenen beenmerg wordt gemaakt gemarkeerd?
Klaar en tevreden?
Laat je trekpop beoordelen door je docent.
Terugkijken
Intro
Lees de intro van deze opdracht nog eens door.
Vind je het een goede intro om de opdracht mee te beginnen?
Waarom wel of waarom niet?
Kan ik wat ik moet kunnen?
Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
Kun je wat je moet kunnen?
Hoe ging het?
Tijd
Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 2 uur met de opdracht bezig zou zijn.
Klopt dat?
Inhoud
Was de inhoud van de opdracht nieuw voor je of wist je het meeste al?
Waar heb je het meeste van geleerd?
Eindopdracht
Vond je het lastig om een keuze te maken tussen de beide eindopdrachten? Waarom heb je uiteindelijk voor A of B gekozen?
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Deze les valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollectie voor biologie voor havo/vwo leerjaar 1. Dit is thema ’Blessures'. Het onderwerp van deze les is: geraamte.
Je leert de namen van de verschillende beenderen en botgroepen in ons skelet benoemen en bij verschillende diersoorten de plekken van botgroepen en de houding van hun skelet bij beweging beschrijven (zoolgangers, hoefgangers, teengangers).
Leerniveau
VWO 2;
HAVO 1;
VWO 1;
HAVO 2;
Leerinhoud en doelen
Groei en ontwikkeling;
Biologie;
Instandhouding en ontwikkeling;
Deze les valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollectie voor biologie voor havo/vwo leerjaar 1. Dit is thema ’Blessures'. Het onderwerp van deze les is: geraamte.
Je leert de namen van de verschillende beenderen en botgroepen in ons skelet benoemen en bij verschillende diersoorten de plekken van botgroepen en de houding van hun skelet bij beweging beschrijven (zoolgangers, hoefgangers, teengangers).
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Geraamte
Geraamte
Mens en paard
Hoef-, zool- en teengangers
Cheetah
Zeven botgroepen
Toets Geraamte
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.