Geraamte hv12

Geraamte hv12

Geraamte

Intro

Open de interactieve schoolplaat van SchoolTV.
Deze schoolplaat gaat over je geraamte.
Een ander woord voor geraamte is skelet.

Start de videotour 'Reis door je skelet'.
In deze videotour maak je kennis met je skelet.
Bespreek na het kijken van de tour met een klasgenoot welke functies ons skelet heeft.

Overleg met je docent of je ook zelf nog even mag rondkijken op de schoolplaat.

In deze opdracht staat het skelet centraal.
Hoe heten al die botten in ons skelet?
Wij behoren tot de zoogdieren.
Hebben andere zoogdieren dezelfde botten als de mens?

Op deze vragen ga je in deze opdracht antwoord geven.

Succes

Wat kan ik straks?

Hieronder zie je de leerdoelen staan die horen bij de opdracht geraamte.

Aan het einde van deze opdracht kun je:

  • uitleggen waarom je een skelet nodig hebt.
  • de namen van de beenderen van het skelet benoemen.
  • de verschillende botgroepen benoemen.
  • bij verschillende diersoorten de plek van tenen/vingers, voeten/handen, onderarm/bovenarm en dijbeen onderscheiden.
  • de kenmerken van zoolgangers, teengangers, hoefgangers (topgangers) en zool-/teengangers beschrijven.

Wat ga ik doen?

Activiteiten

Aan de slag
Stap Activiteit
Stap 1 Je bestudeert de kennisbank en kunt daarna in een opdracht de functie uitleggen.
Stap 2 Je bestudeert de kennisbank en benoemt daarna in een opdracht de verschillende beenderen van het skelet.
Stap 3 Je benoemt de verschillende botten en botgroepen van je eigen skelet.
Stap 4 Je leest op de site van Natuurinformatie over zool-, teen- en hoefgangers. Daarna kun je in een opdracht de kenmerken onderscheiden.
Stap 5 Je leest informatie over de verschillende botgroepen en benoemt deze botgroepen daarna bij verschillende diersoorten.
Afronding
Onderdeel Activiteit
Begrippenlijst        Hier vind je de kennisbank die gebruikt is in deze opdracht. Ook kun je hier de begrippen
die passen bij het geraamte vinden.
Eindopdracht  A Als je kiest voor deze eindopdracht maak je een toets over het geraamte.
Eindopdracht B Als je kiest voor deze eindopdracht zet je een bouwplaat in elkaar en benoemt de verschillende botten/botgroepen.
Terugkijken    Terugkijken op de opdracht.


Benodigdheden

  • fototoestel (stap 3)
  • Googledoc - bouwplaat Skelet
  • karton en printer (of je krijgt de bouwplaat uitgedeeld)
  • kleurpotloden (rood, groen, grijs, geel, paars en blauw)
  • schaar
  • tang om gaatjes te maken plus acht splitpennen
  • touw/katoendraad en naald

Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer 2 lesuren nodig.

Aan de slag

Stap 1: Het skelet

Bestudeer uit de Kennisbank biologie het onderdeel over het skelet.
Een skelet wordt ook een geraamte genoemd. Beantwoord nu de vraag over de functies van het skelet.

Skelet of geraamte

Welke functies heeft ons geraamte allemaal?
Maak onderstaande oefening.

Stap 2: Verschillende botten

Bestudeer nu uit de Kennisbank biologie het onderdeel 'Van schedel tot ledematen'.
Kijk uit welke botten en beenderen de schedel, de romp, de wervelkolom en de ledematen zijn opgebouwd.

Van schedel tot ledematen

Maak nu de volgende oefening.

Stap 3: Je eigen botten

Ken je nu alle botten en kun je de botten bij jezelf aanwijzen?

  • Open het werkblad Het Skelet.
  • Maak een kopie van het werkblad in je eigen omgeving (Bestand - Een kopie maken...)
    of download het werkblad (Bestand - Downloaden als).
  • Ga in dezelfde houding staan als de afbeelding.
  • Vraag een klasgenoot om een foto van je te maken.
  • Plak deze foto in het werkdocument achter het skelet.
  • Benoem alle genummerde botten.
  • Kijk of je elk bot bij jezelf kunt voelen.

Oefen met een klasgenoot: de één wijst een lichaamsdeel aan, de ander zegt welk bot daar zit.

 

Stap 4: Mens en dier

In de volgende oefening zie je dat er als je kijkt naar het skelet overeenkomsten zijn tussen mens en paard.

In de video van SchoolTV zie je hoe de poten van dieren zijn aangepast aan hun omgeving.
Je ziet dat er verschillen zijn in de manier van lopen tussen hoefgangers (of topgangers), zoolgangers en teengangers.


Beantwoord nu de acht vragen hieronder.

Cheetah
In het volgende filmpje kun je goed zien hoe snel een cheetah is en hoe een cheetah zijn prooi vangt.
Het commentaar is in het Engels; het geeft niet als je het niet helemaal verstaat.
Bekijk het filmpje en beantwoord dan de drie vragen.

Stap 5: Zeven botgroepen

Alle skeletten bestaan uit zeven botgroepen.
Lees op de website van Naturalis welke zeven groepen dat zijn:

> natuurwijzer.naturalis.nl

Maak daarna de oefeningen.

Afronding

Begrippenlijst

Geraamte

Been
Been is keihard en stevig en tevens hetgeen waar botten uit bestaan.
Kraakbeen
Kraakbeen is weefsel dat stevig is en toch ook buigzaam.
Schedel
De schedel staat bovenop de wervelkolom en heeft een beschermende functie.
Romp
De romp bestaat uit de wervelkolom, de ribben, de schoudergordel en de bekkengordel. De romp heeft een beschermende functie.
Wervelkolom
De wervelkolom is veerkrachtig en heeft een beschermende en vormgevende functie.
Beenmerg
Beenmerg weefsel in de beenderen van gewervelde dieren, o.a. in ruggenwervel en borstbeen. Speelt een rol bij het vormen van botweefsel en bloed.
Tussenwervelschijf
Een kraakbeenkussentje, gevuld met vocht, gelegen tussen elke wervel en de volgende.
Wervellichaam
De buikzijde van de tussenwervelschijf.
Uitsteeksels
De rugzijde van de tussenwervelschijf.
Bekkengordel
De bekkengordel wordt gevormd door de heupbeenderen en het heiligbeen.
Ledematen
Benaming voor armen en benen.
Kalk
Kalk is een stevige stof die je in je botten vindt en voorkomt dat je botten te soepel zijn.
Lijmstof
Lijmstof is een soepele stof die je in je botten vindt en voorkomt dat je botten te broos zijn.

Zoolganger
Bij zoolgangers raakt de hele voetzool de grond. Zoolgangers kunnen goed afzetten. Ze zijn niet snel.

Hoefganger
Bij hoefgangers raken allen de teen- of vingertoppen de grond. Ze kunnen zich goed afzetten, hebben lange poten en zijn snel.
Teenganger
Bij teengangers raken alleen de kootjes de grond. Ze hebben daardoor erg lange poten waardoor ze erg hard kunnen rennen.
Gecombineerde zool-/teenganger
Bij de achterpoten raakt de hele voetzool de grond. Meestal alleen in rust. Bij de voorpoten raken alleen de vingers de grond. Ze kunnen redelijk snel rennen.

Eindopdracht A: Toets

Als je kiest voor eindopdracht A, maak je een toets over de opdracht geraamte.

Eindopdracht B: Bouwplaat skelet

Je gaat nu een skelet in elkaar zetten.

  • Open de Bouwplaat Skelet.
  • Open ook de Uitleg maak een trekpop.
  • Maak de trekpop op de aangegeven manier.
  • Schrijf de namen van de zeven botgroepen op het skelet.
  • Geef elke botgroep een andere kleur.
  • Schrijf de nummers van de volgende beenderen op het skelet:
    1. dijbeen
    2. opperarmbeen
    3. middenvoetsbeentjes
    4. halswervels
    5. borstbeen
    6. heupbeen
    7. scheenbeen
    8. onderkaak.
  • Geef de botten waarbij, bij volwassenen, beenmerg wordt aangemaakt een zwarte stip.

Beoordeling
Je docent let bij de beoordeling op de volgende punten:

  • Ziet de pop er netjes uit en is hij volgens de stappen gemaakt?
  • Staan de nummers van de verschillende beenderen op de juiste plek in het skelet?
  • Zijn de botgroepen voorzien van kleur en de juiste naam?
  • Staan de botten waarin bij volwassenen beenmerg wordt gemaakt gemarkeerd?

Klaar en tevreden?
Laat je trekpop beoordelen door je docent.

 

Terugkijken

Intro

  • Lees de intro van deze opdracht nog eens door.
    Vind je het een goede intro om de opdracht mee te beginnen?
    Waarom wel of waarom niet?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je wat je moet kunnen?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 2 uur met de opdracht bezig zou zijn.
    Klopt dat?
  • Inhoud
    Was de inhoud van de opdracht nieuw voor je of wist je het meeste al?
    Waar heb je het meeste van geleerd?
  • Eindopdracht
    Vond je het lastig om een keuze te maken tussen de beide eindopdrachten? Waarom heb je uiteindelijk voor A of B gekozen?
  • Het arrangement Geraamte hv12 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2023-06-01 15:47:00
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Deze les valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollectie voor biologie voor havo/vwo leerjaar 1. Dit is thema ’Blessures'. Het onderwerp van deze les is: geraamte. Je leert de namen van de verschillende beenderen en botgroepen in ons skelet benoemen en bij verschillende diersoorten de plekken van botgroepen en de houding van hun skelet bij beweging beschrijven (zoolgangers, hoefgangers, teengangers).
    Leerniveau
    VWO 2; HAVO 1; VWO 1; HAVO 2;
    Leerinhoud en doelen
    Groei en ontwikkeling; Biologie; Instandhouding en ontwikkeling;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    2 uur en 0 minuten
    Trefwoorden
    arrangeerbaar, beenderen, biologie, botgroepen, geraamte, havo/vwo 1, houding, skelet, stercollectie