Bloed vmbo-b12

Bloed vmbo-b12

Bloed

Intro

In deze opdracht staat de samenstelling van het bloed centraal.

Iedereen weet wat bloed is, maar wat is eigenlijk de samenstelling van bloed?
Daarover gaat deze opdracht.

 

Wat kan ik straks?

Aan het eind van de opdracht kun je:

  • de begrippen rode en witte bloedcellen, bloedplaatjes en bloedplasma benoemen.
  • uitleggen wat de functie van deze bloedbestanddelen is.
  • beschrijven hoe de drie soorten bloedcellen eruitzien.

Wat ga ik doen?

Aan de slag

Stap Activiteit
Stap 1 Je bestudeert de Kennisbank en leert over de samenstelling van bloed. Na het kijken van een video maak je vragen over de samenstelling van bloed.
Stap 2 Je leert wat de functie is van rode bloedcellen en ontdekt wat er gebeurt als je te weinig rode bloedcellen hebt. Daarover maak je ook vragen.
Stap 3 Wat zorgt ervoor dat je beter wordt als je ziek bent? Dat lees je in deze stap. Je maakt vragen over de witte bloedcellen en je afweer.
Stap 4 Als je gewond bent zorgt je lichaam er vaak zelf voor dat je wond geneest. Maar hoe doet je lichaam dat? Dat leer je in deze stap.
Afronding
Onderdeel Activiteit
Begrippenlijst Hier vind je de Kennisbank en de begrippen die horen bij deze opdracht.
Eindopdracht A Je maakt de toets over 'bloed'.
Eindopdracht B   Je bestudeert bloed onder de microscoop en maakt twee schematische tekeningen.
Terugkijken Terugkijken op de opdracht.


Tijd
Voor deze opdracht heb je drie lesuren nodig.

Aan de slag

Stap 1: Samenstelling bloed

Bloed is samengesteld uit bloedplasma en bloedcellen.
Bloedplasma bestaat voor het grootste deel uit water.

In bloedplasma worden onder andere voedingsstoffen, afvalstoffen en hormonen vervoerd.
In het bloedplasma zweven ook verschillende bloedcellen met een eigen functie.

Bestudeer uit de kennisbank biologie het onderdeel:

Bloed en lymfe

Bekijk na het lezen van de kennisbank de video op de site van SchooltTV.
De vragen die je hierna gaat beantwoorden gaan over de kennisbank en de video.

Video: Samenstelling van het bloed

Beantwoord de volgende vragen.

Stap 2: Rode bloedcellen

De taak van de rode bloedcellen is het vervoeren van zuurstof.
Ze vervoeren het zuurstof van de longen naar de cellen.
Ook vervoeren ze koolstofdioxide van de cellen naar de longen.

Deze twee stoffen hechten zich aan het eiwit hemoglobine.
Hemoglobine zit in rode bloedcellen.

Hemoglobine bevat ijzer dat zuurstof en koolstofdioxide kan binden.
Bloedcellen met veel zuurstof zijn lichtrood. Bloedcellen zonder zuurstof zijn donkerrood.

Een rode bloedcel heeft een doorsnede van 7 à 8 micrometer (= 0,007 à 0,008 millimeter). Zo klein dat je ze niet met je blote oog kan zien.
Het bloed bestaat uit 40 tot 50% uit rode bloedcellen.
Dat betekent dat er in elke milliliter bloed tussen de 4 à 6 miljard rode bloedcellen zitten.

Rode bloedcellen hebben geen kern.
Een cel zonder kern kan zich bij beschadiging niet herstellen.
Rode bloedcellen leven gemiddeld drie maanden.

Nieuwe bloedcellen worden gemaakt in het beenmerg dat zich in het binnenste van je botten bevindt.

Bloedarmoede
Bij een tekort aan rode bloedcellen spreek je van bloedarmoede.
De meeste mensen die hier aan lijden zijn heel snel moe. Waarom?
Bekijk het filmpje om hier meer over te leren:

Probeer daarna de sleepoefening te maken.​

Stap 3: Witte bloedcellen

Je hebt vast wel eens een infectieziekte gehad. Gelukkig ben je daarna weer beter geworden.

Om beter te worden had je de witte bloedcellen nodig. De witte bloedcellen verdedigen je lichaam namelijk tegen ziektekiemen.

Witte bloedcellen worden net als rode bloedcellen in het beenmerg in je botten gemaakt.

Er zijn veel verschillende soorten witte bloedcellen.
Eén van de soorten is de macrofaag (= vreetcel).
Hij kan van vorm veranderen en door de kleine openingen van de bloedvaatjes naar buiten kruipen. Hij eet de bacteriën en virussen die hij tegenkomt.

Lees hier maar eens over in de Kennisbank.

Bloed - Witte bloedcellen

Andere soorten witte bloedcellen maakt antistoffen tegen ziektekiemen.
Door die antistoffen kleven bacteriën of virussen aan elkaar vast. Zo kunnen ze je lichaam niet meer ziek maken.

Als de bacteriën of virussen aan elkaar vastkleven eten de macrofagen ze op. Vaak gaan die macrofagen daarna dood.

Dode macrofagen en ziektekiemen samen zijn witachtig van kleur en vormen de pus bij sommige wondjes.

Maak nu de volgende oefening.

Stap 4: Bloedplaatjes en bloedstolling

Weet jij wat je moet doen bij een snijwondje?
En weet je hoe het komt dat je een korstje op een wond krijgt?

Bekijk en lees eerst de animatie. Je ziet hoe je lichaam zorgt dat een wond geneest.

Stolling - users.telenet.be - Flash

Iedereen heeft zich weleens gesneden.
Meestal groeit de wond vanzelf weer dicht.
Wat gebeurt er dan precies met je huid en hoe kan je ervoor zorgen dat wonden zo snel mogelijk herstellen?

Bekijk vervolgens dit filmpje om te zien welke maatregelen je zelf kunt nemen bij een klein bloedend wondje.

Video: Een wond(je) 

Bloedstolling
Bloedplaatjes zorgen dus voor bloedstolling. Bloedplaatjes worden net als de rode en witte bloedcellen in het beenmerg gemaakt.

De cellen waaruit ze ontstaan vallen echter vaak in duizenden kleine stukjes uit elkaar. Elk stukje is een bloedplaatje. Een bloedplaatje is dus heel klein.

Maak nu de volgende oefening.

Afronding

Begrippenlijst

Bloed en lymfe

Bloedcellen
Bloedcellen vorm samen met het bloedplasma het bloed. Er zijn drie typen bloedcellen: rode bloedcellen, witte bloedcellen en bloedplaatjes.
Bloedplasma
Bloedplasma vormt samen met bloedcellen het bloed en bestaat uit water met plasma-eiwitten en een aantal opgeloste stoffen.
Rode bloedcellen
Rode bloedlichaampjes, die hemoglobine bevatten en een functie hebben bij het vervoeren van zuurstof in het bloed.
Witte bloedcellen
Kleurloze bloedcellen met kern. Ze spelen een belangrijke rol in het afweersysteem.
Bloedplaatjes
Bloedplaatjes zijn stukjes van cellen. Ze zorgen voor het ontstaan van stolsel als ze beschadigd worden. Zo kan er uiteindelijk een korst worden gevormd.
Cellulaire afweer
Tweede afweer: witte bloedlichaampjes (witte bloedcellen) kunnen ziekteverwekkers insluiten en uitschakelen.
Lymfe
Lymfe is de vloeistof die door het lymfevatenstelsel stroomt.
Lymfevatenstelsel
Orgaanstelsel dat ervoor zorgt dat weefselvloeistof van overal in het lichaam via lymfevaten wordt teruggevoerd en uiteindelijk weer wordt opgenomen in het bloedvatenstelsel. Daarnaast speelt het lymfevatenstelsel een belangrijke rol bij de afweer tegen ziekteverwekkers.
Lymfeklieren
In de lymfeklieren wordt de lymfe gefilterd op ziekteverwekkers en andere schadelijke stoffen.Ook wel lymfeknopen genoemd.
Milt
Orgaan dat is betrokken bij het afweersysteem.
Zwezerik
Ook wel thymus genoemd; orgaan dat betrokken is bij het afweersysteem.
Hemoglobine
Kleurstof in rode bloedcellen, bindt en vervoert zuurstof en koolstofdioxide (koolzuurgas).

Eindopdracht A: Toets

Bij eindopdracht A sluit je deze opdracht af met het maken van een toets.

Succes!

Eindopdracht B: Bloedcellen tekenen

Bij eindopdracht B maak je twee schematische tekeningen van bloedcellen.

Je gaat straks met een microscoop bloedcellen bekijken en je gaat van witte en rode bloedcellen een tekening maken. Gebruik de volgende links om je goed voor te bereiden op het practicum.

Toepassing: Werken met de microscoop

Practicum Bloed bekijken

  • Download nu het werkblad Googledoc Bloed bekijken.
    Maak een kopie en sla het document op in je eigen Google-omgeving. Dan kun je het bewerken.
  • Lees het werkblad inclusief de beoordeling een keer helemaal door.
  • Zoek de benodigdheden bij elkaar.
  • Voer het practicum uit.

Beoordeling
Het beoordelingsschema vind je op het werkblad.

Klaar?
Vul zelf de beoordeling in en laat de beoordeling invullen door je docent.

Schematische tekening maken

Met een schematische tekening kun je iets duidelijk weergeven. In tegenstelling tot natuurgetrouwe tekeningen bevat een schematische tekening weinig details.

 

Terugkijken

Intro

  • Lees de intro van deze opdracht nog eens door. Hoeveel steekwoorden over bloed kon je al opnoemen? Schrijf nu nogmaals alle steekwoorden op die je kent die met bloed te maken hebben. Doe het uit je hoofd. Hoeveel woorden ken je nu? Kun je van alle woorden uitleggen wat hun betekenis of functie is?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je wat je moet kunnen?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 3 uur met de opdracht bezig zou zijn.
    Klopt dat?
  • Inhoud
    Was de inhoud van de opdracht nieuw voor je of wist je het meeste al?
    Noem drie dingen die nieuw voor je waren. Waren er  ook drie dingen die je al wist?
  • Eindopdracht
    Wat vond je van de eindopdracht?
    A: Is het gelukt om een voldoende voor de toets te halen? Zo niet, wat heb je dan gedaan om te zorgen dat je de leerdoelen nu wel goed kent?
    B: Kon je bij het practicum duidelijk de verschillen zien tussen de verschillende bloedcellen? 
    Lukte het om de tekeningen volgens de tekenregels van een schematische tekening te tekenen? 
    Welk soort tekening heeft jouw voorkeur? Een schematische of een natuurgetrouwe? Waarom?
  • Het arrangement Bloed vmbo-b12 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2019-07-29 10:57:16
    Licentie
    CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Deze les valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollectie voor biologie voor basisberoepsgerichte leerweg, leerjaar 1 en 2. Dit is thema 'Bloed'. Het onderwerp van deze les is: bloed. Hierbij leer je wat de bloedsbestanddelen zijn (bloedplaatjes, bloedplasma en rode en witte bloedcellen) en wat hun functies zijn (o.a. afweer en vervoer).
    Leerniveau
    VMBO basisberoepsgerichte leerweg, 1; VMBO basisberoepsgerichte leerweg, 2;
    Leerinhoud en doelen
    Biologie; Instandhouding en ontwikkeling; Instandhouding;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    3 uur en 0 minuten
    Trefwoorden
    afweer en vervoer, arrangeerbaar, biologie, bloed, bloedplaatjes, bloedplasma, rode bloedcellen, stercollectie, vmbo-b12, witte bloedcellen