Nederlanders gebruiken veel aardappels.
Gemiddeld wel 81 kilo per persoon per jaar.
Niet alleen als aardappel op je bord, maar in veel meer producten.
Wat kan ik straks?
Na deze opdracht kun je:
het verschil tussen voedingsstoffen en voedingsmiddelen beschrijven.
vier verschillende groepen voedingsstoffen benoemen.
de functies van deze verschillende voedingsstoffen benoemen.
de aanwezigheid van zetmeel in een voedingsmiddel vaststellen.
aan de hand van voorbeelden uitleggen welke delen en voedingsstoffen van planten belangrijk zijn voor mensen.
Wat ga ik doen?
Activiteiten
Aan de slag
Stap
Activiteit
Stap 1
Na het bestuderen van de kennisbank kun je aangeven of producten voedingsmiddelen zijn of voedingsstoffen. Ook kun je verschillende voedingsstoffen noemen.
Stap 2
Je kunt van vitamines en mineralen aangeven welke functie ze hebben en wat er gebeurt als ze te weinig in je voeding voorkomen.
Stap 3
Je ontdekt welke voedingsstoffen er in de eetbare delen van planten zitten en wat wij daarvan eten.
Afronding
Onderdeel
Activiteit
Begrippenlijst
Hier vind je de kennisbank en de begrippen die horen bij deze opdracht.
Eindopdracht A
Eindopdracht A bestaat uit een toets.
Eindopdracht B
Eindopdracht B bestaat uit het practicum zetmeel aantonen en het maken van een onderzoeksverslag.
Er is een verschil tussen voedingsmiddelen en voedingsstoffen.
Maak voor de producten in onderstaande oefening een keuze tussen voedingsmiddelen en voedingsstoffen.
Stap 2: Functie van voedingsstoffen
Bestudeer in de Kennisbank biologie nogmaals de informatie over Voedingsstoffen en de functies van de voedingsstoffen.
Vitamines en mineralen zijn beschermende stoffen.
Als je niet voldoende beschermende stoffen binnen krijgt, word je ziek.
Zo'n ziekte heet een gebreksziekte. Je wordt ziek omdat je een gebrek (tekort) aan bepaalde stoffen hebt.
Bekijk de voorbeelden in de tabellen.
Stap 3: Voedingsstoffen uit planten
Wat gebruik je van een plant?
Ga naar het Kennisbankitem 'Wat gebruik je van een plant?'.
Bestudeer de informatie op de pagina 'Voedingsstoffen'.
Voedingsstoffen
Bruikbare delen in voedingsmiddelen (voedsel); voedingsstoffen worden direct opgenomen in de darmen of verteerd tot stoffen die kunnen worden opgenomen in de darmen.
Bouwstoffen
Voedingsstoffen met als functie: opbouw, herstel en groei van organismen. Bijvoorbeeld: eiwitten, vetten en water.
Brandstoffen
Voedingsstoffen met als functie: leveren van energie door verbranding. Bijvoorbeeld: koolhydraten en vetten en in mindere mate eiwitten.
Reservestoffen
Voedingsstoffen die dienen als reservestof. Bijvoorbeeld: vetten.
Beschermende stoffen
Voedingsstoffen met als functie: weerstand tegen ziektes vergroten. Bijvoorbeeld: mineralen en vitaminen.
Eiwitten
Voedingsstoffen die vooral dienen als bouwstoffen. Pas wanneer de koolhydraten en vetten opgebruikt zijn, worden ook eiwitten gebruikt als brandstof.
Koolhydraten
Voedingsstoffen die vooral dienen als brandstof, maar ook als bouwstof en reservestof gebruikt worden. Koolhydraten zijn ontstaan uit glucose. Bijvoorbeeld: suiker, zetmeel en cellulose.
Vetten
Voedingsstoffen die vooral als brandstof en reservestof dienen, maar ook als bouwstof kunnen worden gebruikt. Wanneer de koolhydraten opgebruikt zijn, worden vetten gebruikt als brandstof.
Water
Belangrijke bouwstof voor organismen die ontstaat bij verbranding van glucose en die nodig is voor de fotosynthese van planten.
Mineralen
Stoffen die in kleine hoeveelheden voorkomen in eten en drinken en die werken als beschermende stof: ze zorgen ervoor dat je gezond blijft. Ze leveren geen energie. Bijvoorbeeld: ijzer en zout.
Vitaminen
Stoffen die in kleine hoeveelheden voorkomen in eten en drinken en die werken als beschermende stof: ze zorgen ervoor dat je gezond blijft. Ze leveren geen energie. Bijvoorbeeld: vitamine C.
Indicator
Een stof waarmee je andere stoffen kunt aantonen.
Bijvoorbeeld: een joodoplossing voor het aantonen van zetmeel in producten.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Hoe weet je welke voedingsstoffen in welke voedingsmiddelen zitten?
Dat kun je uitzoeken met indicatoren.
Een indicator is een stof, waarmee je andere stoffen kunt aantonen.
Een voorbeeld van een indicator is een joodoplossing.
Hiermee kun je zetmeel (= koolhydraat) in een voedingsmiddel aantonen.
Een joodoplossing heeft een geelbruine kleur.
Als de joodoplossing in aanraking komt met zetmeel verandert de kleur naar blauwzwart.
Zit er geen zetmeel in het product dan verandert de kleur niet.
Zoek de benodigdheden bij elkaar en voer het practicum uit.
Maak het onderzoeksverslag. (Kijk voor hulp in de reisgids.)
Beoordeel eerst samen met een klasgenoot het onderzoeksverslag.
Laat het verslag vervolgens beoordelen door de docent.
Beoordeling
Het onderzoeksverslag beoordeel je eerst zelf volgens het schema in je werkblad.
Daar kun je ook zien op welke punten de docent let bij het beoordelen.
Klaar?
Lever je onderzoeksverslag in bij je docent.
Schrijf je een verslag van een onderzoek voor biologie of NaSk, dan wordt dit een natuurwetenschappelijk verslag genoemd. Het is hierbij vooral belangrijk dat het doel van je onderzoek en de manier waarop je het uitvoert zo duidelijk mogelijk wordt weergegeven. Het schrijven van zo’n verslag gebeurt in verschillende stappen.
Extra: Voedingsstoffenspel
Zin een spelletje?
Speel op didez.nl - Flash het digitale elektro spel.
Ging het goed?
Vergelijk je score met de score van je klasgenoten.
Terugkijken
Intro
Lees de intro van deze opdracht nog eens door.
Welk product dat van aardappels is gemaakt was je het meest verbaasd over?
Kan ik wat ik moet kunnen?
Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
Kun je wat je moet kunnen?
Hoe ging het?
Tijd
Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 2 uur met de opdracht bezig zou zijn.
Klopt dat?
Inhoud
Was de inhoud van de opdracht nieuw voor je of wist je het meeste al?
Schrijf op wat nieuw voor je was.
Eindopdracht Wat vond je van de eindopdracht?
Had je zelf de keuze tussen beide eindopdrachten of heeft je docent de keuze gemaakt?
Eindopdracht A:
Sloten de vragen goed aan bij de leerdoelen?
Was je tevreden over je score?
Eindopdracht B:
Waren er dingen die je moeilijk vond bij het practicum?
Lukte het om het onderzoeksverslag te maken?
Het arrangement Voedingsstoffen vmbo-b12 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Deze les valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollectie voor biologie voor basisberoepsgerichte leerweg, leerjaar 1 en 2. Dit is thema 'Voeding'. Het onderwerp van deze les is: voedingstoffen. Hierbij leer je waar een evenwichtig voedingspakket uit bestaat en wat er gebeurt als er een niet-evenwichtig voedingspakket wordt gebruikt. Daarnaast wordt er besproken wat belangrijke functies van voedingstoffen zijn (bouwstoffen, beschermingsstoffen, reservestoffen, brandstoffen) en welke soorten stoffen er zijn (eiwitten, vette, koolhydraten, water, mineralen en vitaminen). Als laatst komt er aan bod welke delen en voedingstoffen van planten belangrijk zijn voor de mens.
Deze les valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollectie voor biologie voor basisberoepsgerichte leerweg, leerjaar 1 en 2. Dit is thema 'Voeding'. Het onderwerp van deze les is: voedingstoffen. Hierbij leer je waar een evenwichtig voedingspakket uit bestaat en wat er gebeurt als er een niet-evenwichtig voedingspakket wordt gebruikt. Daarnaast wordt er besproken wat belangrijke functies van voedingstoffen zijn (bouwstoffen, beschermingsstoffen, reservestoffen, brandstoffen) en welke soorten stoffen er zijn (eiwitten, vette, koolhydraten, water, mineralen en vitaminen). Als laatst komt er aan bod welke delen en voedingstoffen van planten belangrijk zijn voor de mens.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Toets Voedingsmiddelen
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.