Biologie hv123

Biologie hv123

Biologie hv123

De Stercollectie biologie van Stichting VO-content geeft je als docent alle ruimte om de lessen naar wens vorm te geven. Het digitaal leermateriaal is naar eigen inzicht in te zetten, te combineren en aan te vullen. De Stercollecties zijn daardoor goed te gebruiken als aanvulling op bestaand leermateriaal. Of vormen een goede basis om een methode te vervangen.

Aan welke kenmerken voldoet de Stercollectie?

  • Actuele digitale leerlijnen voor een vak, niveau en jaar voor iedereen beschikbaar.
  • Kerndoel- en eindtermdekkend, voor aanvullend of (deels) vervangend gebruik.
  • Leerdoeldenken en formatief evalueren zijn geïntegreerd in alle leerlijnen.
  • Flexibel inzetbare en leerlinggerichte opdrachten, bruikbaar voor blended learning.
  • Sluit aan op de door de SLO ontwikkelde leerdoelenkaarten voor het vak biologie.
  • Stelselmatig onderhoud en actualisatie op basis van reflecties van gebruikers en experts.
  • Te gebruiken op elke computer, laptop of tablet.

Voor biologie zijn de volgende Stercollecties ontwikkeld:

  • Biologie vmbo-b leerjaar 1 t/m 4
  • Biologie vmbo-kgt leerjaar 1 t/m 4
  • Biologie hv leerjaar 1 t/m 3
  • Biologie h leerjaar 4 en 5
  • Biologie v leerjaar 4, 5 en 6

Docentenmateriaal
Als jouw school deelneemt aan Stichting VO-content krijg je ook exclusief toegang tot het docentenmateriaal dat bij de Stercollecties hoort.
Check hier of jouw school al deelneemt aan VO-content. Als dit het geval is, kun je direct binnen ‘Mijn VO-content’ het docentenmateriaal eenvoudig filteren op vak, niveau en leerjaar waarna je precies ziet welke materialen er beschikbaar zijn. Denk aan:

  • Toetsen en antwoordmodellen
  • Werkbladen
  • Werkplannen
  • Samenvattingen
  • Woordenlijsten
  • Stercollectie handleidingen
  • Extra oefenmaterialen

Contact
Heb je een inhoudelijke of technische vraag over de Stercollecties? Neem gerust contact op met onze helpdesk of telefoonnummer: 085-0443100 (tot 12 uur).

Deelnemer worden aan Stichting VO-content?
Wanneer jouw school (vanaf dit schooljaar) deelneemt aan VO-content* krijgen jij en collega’s exclusief toegang tot een basispakket met het docentenmateriaal én allerlei programma’s die onderwijs op maat mogelijk maken. Daarnaast kun je er ook voor kiezen om het basispakket aan te vullen met drie extra keuzeprogramma’s. Door deel te nemen draagt je school bovendien bij aan de doorontwikkeling van open leermateriaal (Stercollecties). Een mooie maatschappelijke doelstelling!

Basispakket:

Docentenmateriaal
Extra materialen zoals handleidingen, toetsen, extra oefenmateriaal behorende bij de Stercollecties.

SterMonitor
Digitale leeromgeving waarin de Stercollecties getoond worden met daarin ook de voortgang van de leerlingen.

Oefenprogramma Engels
Een adaptief oefenprogramma voor Engelse lees-, kijk-, en luistervaardigheid.

Extra Programma Nederlands
Naslagwerk Nederlands met theorie en oefeningen.

Rekensite
Een adaptief oefenprogramma voor rekenvaardigheid van niveau 1F t/m 3F.

 

Keuzeprogramma's:

ExamenKracht
Oefenprogramma waarin leerlingen online examens oefenen en feedback krijgen.

Kracht in Controle (KIC)
Lesprogramma sociaal-emotionele ontwikkeling waarmee je inzicht krijgt in de groepsdynamiek en de sociaal-emotionele ontwikkeling van leerlingen bevorderd.

Portfolio-site
Een digitale tool waarin leerlingen de ontwikkeling van hun competenties bijhouden.


Wil je meer weten over deelname aan VO-content? Op onze site staat meer informatie maar we vertellen er graag meer over. Neem contact met ons op via 030-232 48 22 of mail ons!

* Is jouw school al langer deelnemer aan VO-content en nog niet overgestapt naar het actuele deelnamemodel? Dan kan het zijn dat jullie school geen toegang heeft tot onze nieuwe programma’s SterMonitor en Extra Programma Nederlands. Wil je dit aanpassen? Neem dan contact met ons op.

Thema's Leerjaar 1

Thema 1: Omgeving

In dit thema staat de omgeving centraal. In dit thema leren leerlingen wat
wordt bedoeld met leven, levenloos en dood en wat een ecosysteem is.

Aan het eind van het thema doen de leerlingen het practicum Afvalvertering.

Thema: Omgeving

Thema 2: Planten

Of je nu in het bos, in de tuin, in huis of in de school kijkt, overal kom je planten tegen. Je ziet verschillende plantensoorten.

Veel van deze planten zijn zaadplanten. Sommigen kun je eten,
anderen kun je beter laten staan. Ondanks de vele verschillen
hebben zaadplanten ook veel overeenkomsten.

In dit thema staan zaadplanten centraal. Aan het eind van het thema maak je een tekening van een zaadplant met de verschillende onderdelen.
En een beschrijving van de functie van de verschillende onderdelen.

Thema Planten

Thema 3: Blessures

In dit thema staan (sport)blessures centraal.

Aan het eind van het thema maken leerlingen twee beschrijvingen
van blessures voor in een folder.

In die folder leggen ze uit:

  • wat de blessures inhouden,
  • hoe de blessures kunnen ontstaan en
  • wat er gedaan kan worden om de blessures te voorkomen.

Thema: Blessures

Thema 4: Zintuigen

Dit thema gaat over waarnemen met je zintuigen.

Aan het eind van het thema maken de leerlingen een kwartetspel
over de verschillende zintuigen.

Thema: Zintuigen

Thema 5: Voeding

Gezond eten is 'in'. Een voorbeeld van gezond eten is een broodje gezond. Maar is echt  ieder ‘broodje gezond’  wel zo goed voor je gezondheid?

In deze opdracht zoek je uit hoe je een broodje gezond maakt en leg je uit waarom een broodje gezond ook echt gezond is.
In dit thema staat voeding centraal.

Aan het eind van het thema maak je samen met een klasgenoot een broodje gezond met een duidelijk kaartje voor in de broodjeswinkel. Je maakt het broodje gezond klaar op een hygiënische manier en eet smakelijk!

Thema Voeding

Thema's Leerjaar 2

Thema 6: Dieren

Dieren zijn leuk om naar te kijken. Ze zijn vaak ons gezelschap als huisdieren. Sommige dieren houden we als vee om ons vlees en melk te geven.

Veel dieren wonen in de buurt zonder dat ze van ons zijn: vogels, muizen, vissen, kikkers, insecten, slakken en ga zo maar door. Verschillende dieren zien er allemaal verschillend uit en leven allemaal anders.

Over een aantal groepen van deze dieren gaat dit thema.

Thema: Dieren

Thema 7: Spijsvertering en ademhaling

Je lichaam neemt voedingsstoffen op uit alles wat je eet. Je lichaam verteert het eten en dat begint al met het kauwen van je eten. Het voedsel gaat door de organen van je spijsverteringsstelsel. In je darmen komt het verteerde voedsel in het bloed. Het bloed vervoert het naar al je cellen, waar het voor groei of energie zorgt.

Om energie te krijgen om dingen te gaan doen, verbrandt het voedsel in je cellen. Je hebt daarvoor zuurstof nodig. Je krijgt zuurstof door lucht in te ademen. Je bloed vervoert het dan naar je cellen.

In dit thema opdracht leer je van alles over (on)gezond eten, de spijsvertering en ademhaling en verbranding.


Thema: Spijsvertering en ademhaling

Thema 8: Bloed en bloedsomloop

Waarschijnlijk weet je al wel dat je hart een van je belangrijkste organen is. Maar weet je ook hoe je hart precies in elkaar zit? Je weet wel dat het hart een belangrijke rol speelt bij het rondpompen van het bloed door je lichaam. Maar waarom is het zo belangrijk dat het bloed door heel je lichaam wordt gepompt? Waarschijnlijk weet je ook al wel dat er verschillende hartziekten zijn. Maar weet je ook wat een hartinfarct is?

In het thema bloed en bloedsomloop kijk je naar de bouw en de werking van het hart, hoe je bloed door het lichaam stroomt, naar de verschillende functies van het bloed en naar verschillende hart- en vaatziekten.

Aan het eind van dit thema maak samen met een klasgenoot een spel waarmee mensen leert hoe belangrijk je bloed en/of bloedsomloop zijn en/of hoe het allemaal werkt.
Dan moet je natuurlijk eerst zelf alles hierover weten…

Thema: Bloed en bloedsomloop

Thema 9: Seksualiteit en voortplanting

In de puberteit verandert je lichaam. Soms voel je je onzeker en niet altijd prettig. Je verandert lichamelijk en je gaat anders over zaken denken. Je bent immers bijna volwassen, je wilt niet meer als kind behandeld worden.

Dit thema gaat over de levensfasen van een mens, over seksualiteit en seks en zaken die handig zijn om te weten vóór je met een jongen of meisje gaat vrijen.

Thema: Seksualiteit

Thema 10: Mens & milieu

Duurzame school, duurzaam ondernemen, duurzaam reizen, enzovoort. Wat betekent duurzaamheid eigenlijk? Duurzaam betekent letterlijk dat iets lang kan blijven bestaan. En tegenwoordig wordt er vooral mee bedoeld dat de aarde lang kan blijven bestaan. Iets is duurzaam als het nu en in de toekomst geen schade toebrengt aan de aarde, het milieu of aan andere mensen.

In dit thema zie je meer over hoe de mens omgaat met zijn leefomgeving. Leefomgeving noem je ook wel ‘milieu’. Mensen beïnvloeden het milieu op verschillende manieren en soms zo sterk dat het niet meer duurzaam is.

Aan het eind van het thema maak je met de klas een plan voor een duurzamere school.

Thema: Mens en milieu

Thema 11: Erfelijkheid en evolutie

Je behoort tot de jongste generatie van je familie. Er waren al veel andere generaties voor jou:
Je hebt ouders, die ook weer ouders hebben. Dat zijn jouw grootouders (opa en oma). De ouders van hen zijn jouw overgrootouders. Weet jij hoe de ouders van je overgrootouders heten?

Van al die mensen, die voor jou leefden heb je erfelijke eigenschappen in je en jij niet alleen: ook je eventuele broertjes of zusjes, neefjes en nichtjes.
Daarom lijken jullie als familieleden vaak op elkaar.

Duizenden generaties terug waren er nog niet zo heel veel mensen. Zij zijn wel onze voorouders, maar zagen er toch iets anders uit dan wij nu.
Hoe dat kan? Dat legt de evolutietheorie uit.

In dit thema staan daarom erfelijke eigenschappen en hoe die veranderen door evolutie centraal.

Thema: Erfelijkheid en evolutie

Thema's Leerjaar 3

Thema 1: Paarden

Paarden zijn net als mensen zoogdieren. Dat betekent dat het veulen levend ter wereld komt. Bij de geboorte komen eerst de voorbenen en het hoofd naar buiten, dan de rest van zijn lichaam. Als het veulen omgekeerd in de baarmoeder ligt, zodat bij de geboorte eerst de achterbenen naar buiten komen, spreek je van een stuitligging.

Een vrouwelijk paard, een merrie, kan alleen bevrucht worden nadat ze haar ovulatie (eisprong) heeft gehad. De menstruatiecyclus van een paard is korter dan die bij mensen. Ovulaties treden bij een merrie gemiddeld om de 21 dagen op, bij mensen is dat 28 dagen. In de winter heeft een merrie vaak geen ovulaties. Dit komt doordat het in Nederland in de winter langer donker dan licht is.

Een paard heeft meer chromosomen (64 stuks, dus 32 paren) dan een mens
(46 stuks, 23 paren). Wat overeenkomt tussen paarden en mensen is dat tijdens de bevruchting van een eicel, het geslacht van het veulen op dezelfde manier wordt bepaald.

In dit thema zie je hoe geslachtscellen worden gevormd en hoe je kunt berekenen hoe groot de kans is dat bepaalde eigenschappen van de vader en moeder terecht komen bij het nageslacht.

Thema: Paarden

Thema 2: Lepelaars

Lepelaars zijn vogels met een bijzondere snavel. In Nederland zie je ze alleen in de zomer. Lepelaars overwinteren langs de West-Afrikaanse kust. In Nederland broeden ze in Zeeland, langs het IJsselmeer en in het Waddengebied. Ze zoeken moerassige gebieden met ondiep water en rietkragen. Hier zijn ze veilig voor vossen, die de eieren kunnen roven. Hun voedsel bestaat uit kleine waterdieren, vooral stekelbaarsjes. Lopend door het ondiepe water zeven ze met hun lepelvormige zeefsnavel deze diertjes uit het water.

In dit thema leer je hoe verschillende dieren afhankelijk van elkaar zijn in een voedselweb. Je doet onderzoek naar de afbraak van stoffen. Je leert enkele dingen over het gedrag van dieren.
Ook leer je over overerving van eigenschappen en evolutie.

Thema: Lepelaars

Thema 3: Biotechnologie

In de biotechnologie houden mensen zich bezig met technieken waarbij organismen worden gebruiken voor praktische doeleinden. Het gaat dus om producten waar je wat aan hebt. Bijvoorbeeld kaas, brood of medicijnen.

Mensen maken al eeuwen gebruik van organismen voor het maken van voedingsmiddelen. Ook het fokken van dieren en het selecteren, kruisen en veredelen van planten behoort tot de biotechnologie.
Dit zijn vormen van klassieke biotechnologie.

Genetische modificatie is een techniek die veel gebruikt wordt in de moderne biotechnologie. Genetische modificatie wordt bijvoorbeeld ingezet bij het maken van voedingsmiddelen en medicijnen.

Bij deze techniek wordt een gen uit de een cel overgeplaatst in de cel van een ander organisme. Zo kan een bepaalde nuttige eigenschap worden overgezet van het ene organisme in het andere organisme. Door genetische modificatie krijgt een organisme dus een eigenschap die hij eerst niet had.

Dit thema gaat over klassieke en moderne biotechnologie. Je sluit het thema af met een examenvraag over biotechnologie.

Thema: Biotechnologie

Thema's MenN

Voor biologie en NaSk worden naast de bestaande Stercollecties nieuwe Stercollecties ontwikkeld. De ontwikkeling van de nieuwe Stercollecties past in het streven van VO-content om (voor een aantal vakken) meer leermateriaal te ontwikkelen om scholen eenvoudiger de mogelijkheid te bieden te differentiëren.

De nieuwe Stercollecties biologie sluiten aan bij het werken met kernconcepten. Het werken met kernconcepten sluit meer aan bij de beleving van leerlingen en hun natuurlijke drang tot ontdekken. Een kernconcept biedt leerlingen een kader voor allerlei inzichten en begrippen die ze nodig hebben om (een deel van) de wereld om hen heen te kunnen begrijpen. Kernconcepten bieden ook de mogelijkheid vakoverstijgend te werken.

Er is lesmateriaal ontwikkeld voor de volgende kernconcepten:

 

 

Kijken naar kenmerken

Hoe goed kijk jij om je heen? Kan je de voorwerpen  die je dagelijks ziet of gebruikt nauwkeurig beschrijven? Kun je uit je hoofd je fiets tekenen?
Er is zoveel te zien, maar we kijken meestal niet zo erg nauwkeurig. Gebeurtenissen vallen meer op dan voorwerpen, planten of dieren. Die zijn er gewoon.
In dit thema bekijk je de wereld om je heen (nog) beter dan je meestal doet. Je gaat op zoek naar kenmerken. Waaraan herken je een mos, een vleermuis of een olifant?
Ook stoffen hebben kenmerken. Olie is vloeibaar, ijs is vast en zuurstof is een gas. Er zijn voorwerpen die zinken, andere zweven en weer andere drijven.

In dit thema kun je aan de slag met twee blokken:

 

Alles is energie

Energie

Heb jij energie? Drink je weleens een energiedrankje?
En is het huis waarin je woont energiezuinig gebouwd?

Het woord energie gebruik je in veel verschillende betekenissen.
Een elektricien zal iets anders verstaan onder energie dan een huisarts.
Ook een voedingsdeskundige en een gedragsdeskundige praten op verschillende manieren over energie.

Wat is energie? Energie is het vermogen om iets te doen, om iets te bewegen of te veranderen.
In de natuurkunde zeg je: ”Energie is het vermogen om arbeid te verrichten".

De hoeveelheid energie op aarde is niet te veranderen. De hoeveelheid energie blijft constant.
Maar je kunt wel de ene vorm van energie omzetten in een andere vorm. Hoe? Kijk naar de afbeelding.


Planten kunnen energie van de zon omzetten in chemische energie.
Die chemische energie neem je op via je voedsel en wordt in je lichaam verbrand.
De vrijgekomen energie kun je bijvoorbeeld omzetten in bewegingsenergie.

In dit thema kun je aan de slag met drie blokken:

Groei en leven

Groei en leven hebben alles met elkaar te maken.
Groei is immers één van de levenskenmerken.

Bij  groei en leven kunnen kun je veel vragen stellen:

  • Groeit alles wat leeft?
  • Hoe komt het dat levende wezens kunnen groeien?
  • Is ontwikkelen hetzelfde als groeien?
  • Wat heeft een organisme nodig om te kunnen groeien?
  • Groeien planten en dieren steeds maar door?
  • Kunnen levenloze voorwerpen ook groeien?
  • Kun je al antwoorden geven op deze vragen?

Na dit thema kun je deze vragen in ieder geval beantwoorden!
Het thema bestaat uit twee blokken:

Macht en regels

In het dierenrijk heb je te maken met macht en regels.
Denk maar eens aan dieren die in groepen leven, zoals paarden, apen en wolven.
In zo'n groep is vaak een leider.

Je kunt wel verschillen opmerken tussen groepen van verschillende soorten dieren.
Er zijn bijvoorbeeld verschillen in de grootte van de groepen en de manier van leiden.
Zo leven apen in familiegroepen en paarden in grote kuddes.

De leider gebruikt zijn macht om de groep betere overlevingskansen te geven.
Eén van de manieren om macht te gebruiken, ten gunste van de hele groep, is het delen van kennis.
De leider weet iets en deelt zijn kennis, om te zorgen dat de groepsleden daar hun voordeel mee doen.

Voor het goed functioneren van de groep is het ook belangrijk dat de leden van de groep bepaalde dingen leren.
Soms leren dieren door de leider na te doen, maar er zijn nog veel meer manier van leren.

En hoe zit dat bij mensen?
Organiseren mensen macht en leiderschap net zoals dieren?
En leren zij op dezelfde manier?

Mensen maken soms regels over hoe de groepsleden zich moeten gedragen.
Denk maar aan de schoolregels of de verkeersregels.
Kun je bij dieren ook van regels spreken?

In dit thema kijk je naar groepsvorming bij dieren en naar de manieren waarop dieren (en mensen) elkaars gedrag bewust of onbewust kunnen beïnvloeden.

Het thema bestaat uit drie blokken:

Materie, tijd en ruimte

Er was eens……

Misschien was je als kind dol op sprookjes (of misschien nog wel).
Het heeft altijd iets fascinerends om te horen over iets van lang geleden.
Sprookjes zijn dan geen werkelijkheid, maar ze bevatten toch altijd een boodschap, een verhaal.

Mensen hebben altijd verhalen verteld en zijn ook altijd bezig geweest met de vraag waar ze vandaan komen. Zo zijn er in elke cultuur scheppingsverhalen ontstaan.

Het thema bestaat uit drie blokken:

Kracht en bewegen

Krachten zijn overal. In dit blok leer je welke krachten er zijn en welke effecten ze hebben. je leert ook hoe je gebruik kunt maken van krachten en hoe je met krachten kunt rekenen.

Je leert hoe dieren gebruik maken van krachten en hoe hun lichaam is aangepast zich zo goed mogelijk te kunnen voortbewegen in de omgeving waarin ze leven.

Het thema bestaat uit de volgende twee blokken:

Waarnemen en reageren

In het woord communicatie zie het Latijnse woord ‘communis’. Dat betekent gemeenschappelijk. Iets krijgt een gemeenschappelijke betekenis. Je zou dus kunnen zeggen dat je door communicatie iets deelt. Dat doe je door informatie uit te wisselen, bewust of onbewust.

Bij communicatie zijn altijd tenminste twee organismen betrokken, een zender en een ontvanger. Je spreekt pas echt van communicatie als de ontvanger ook weer informatie teruggeeft, hij reageert. Dat noem je ook wel feedback.

Elk organisme zendt signalen uit. Alleen al door er te zijn of door een bepaalde geur te hebben zendt een organisme signalen naar de omgeving. Heel vaak zendt een dier ook signalen uit via ‘speciale’ kanalen.

Evenwicht en kringlopen

Alles in de natuur hangt met elkaar samen, zowel levende en dode organismen als levenloze dingen (bijvoorbeeld water). De natuur om ons heen is erg belangrijk, we halen ons voedsel eruit, grondstoffen voor bijvoorbeeld het opwekken van energie en kleding en natuurlijk kunnen we ook genieten van de natuur, door bijvoorbeeld fietsen, zwemmen of klimmen.

Maar mensen gaan vaak niet zorgvuldig om met de omgeving, bijvoorbeeld door afval in de natuur achter te laten en veel energie te gebruiken. En dat leidt tot allerlei milieuproblemen, zoals zwerfafval, plastic soep in de oceanen en een versterkt broeikaseffect.

Wanneer we goed met de aarde om zouden gaan is alles met elkaar in evenwicht.
We leven gaan duurzaam met onze leefomgeving (het milieu) om als we er niet meer uithalen dan het milieu kan aanvullen.
En daarnaast ook dat we niet meer stoffen afgeven aan het milieu dan het het milieu kan verwerken.
Wat dit betekent, leer je in blok 1:

Maar ook in je lichaam is in evenwicht.
Je lichaam is voortdurend bezig om alles in evenwicht te houden, of het nu gaat om je lichaamshouding, je zuurstofgehalte of je lichaamstemperatuur.
Hierover gaat blok 2:

Kennisbank

In de thema´s/opdrachten van de Stercollecties biologie wordt regelmatig verwezen naar de Kennisbank biologie. In de Kennisbank vind je de theorie die je nodig hebt voor het beantwoorden van de vragen en het maken van de opdrachten.

De Kennisbank is te vinden via de volgende link:

Kennisbank biologie onderbouw

Vaardigheden

Bij biologie ga je aan de slag met de volgende algemene en vakspecifieke vaardigheden:

  • het kunnen werken met een microscoop.
  • het kunnen maken van een schematische en een natuurgetrouwe tekening.
  • het kunnen uitvoeren van een onderzoek.
  • het kunnen determineren.

Opdrachten

  • Het arrangement Biologie hv123 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2024-04-22 12:34:53
    Licentie
    CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    De Stercollecties biologie zijn open, digitale leerlijnen die worden aangeboden door VO-content. De leerlijnen voldoen aan de kerndoelen of eindtermen en door de SLO ontwikkelde leerdoelspecificaties. Deze arrangeerbare leerlijn voor biologie voor hv123 bevat in totaal 14 thema’s.
    Leerniveau
    VWO 2; HAVO 1; VWO 1; HAVO 3; VWO 3; HAVO 2;
    Leerinhoud en doelen
    Biologie;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Trefwoorden
    arrangeerbaar, biologie, hoofdarrangement, hv123, leerlijn, rearrangeerbaar, stercollectie, vocontent001

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    VO-content - Leerlijnen. (2019).

    Biologie vmbo-b12

    https://maken.wikiwijs.nl/62344/Biologie_vmbo_b12

    VO-content - Leerlijnen. (2015).

    Biologie vmbo-kgt34

    https://maken.wikiwijs.nl/63119/Biologie_vmbo_kgt34

    VO-content - Leerlijnen. (2019).

    NaSk vmbo-kgt234

    https://maken.wikiwijs.nl/121462/NaSk_vmbo_kgt234