Thema: Sparen, lenen, huren - vmbo-kgt34

Thema: Sparen, lenen, huren - vmbo-kgt34

Sparen, lenen, huren

Inleiding

Misschien overkomt het jou ook wel eens dat je over onvoldoende geld beschikt om iets te kunnen kopen wat je heel graag wilt hebben. Wat doe je dan? Kies je voor sparen of kies je voor lenen? En als je kiest voor lenen, kun je dan genoeg lenen om wat je zo graag wilt hebben te kunnen kopen. 

Bekijk (een stukje van) deze video.

Veel mensen met een eigen huis hebben een hypotheek. Een hypotheek is een lening met het huis als onderpand.
Wil je of kun je geen geld lenen om een huis te kopen, dan je kun er natuurlijk ook voor kiezen om een woning te huren.
Weet jij wat precies de verschillen zijn?

Eindopdracht
De eindopdracht van dit thema heeft als titel 'Lenen jongeren'. Je onderzoekt het leengedrag van jongeren van jouw leeftijd.
Om het leengedrag van jongeren in beeld te brengen, kies je zelf een eindproduct dat je hier het best bij vindt passen.


Naast de eindopdracht vind je bij de afsluiting ook een overzicht van alle Kennisbankitems van dit thema plus een begrippenlijst, een diagnostische toets, examenvragen en enkele vragen die je helpen bij het terugkijken op het thema.

Genoeg te doen. Aan de slag!

Wat kan ik straks?

Aan het eind van het thema kan ik:

  • twee verschillende redenen noemen om geld te sparen.
  • omschrijven wat rente is en kan ik duidelijk maken dat het rentebedrag dat ik betaal over een lening afhangt van de grootte van de lening, de looptijd van de lening en het rentepercentage.
  • het rentebedrag dat ik betaal over een lening uitrekenen.
  • (met behulp van een voorbeeld) duidelijk maken wat het verschil is tussen het nominale rentepercentage en het reële rentepercentage is.
  • twee gegevens noemen die een bank wil hebben voor ze iemand een lening verstrekken.
  • de begrippen consumptief krediet, persoonlijke lening, doorlopend krediet en rood staan omschrijven.
  • (met behulp van een voorbeeld) duidelijk maken wat huurkoop of koop of afbetaling is.
  • omschrijven wanneer ik een hypotheek afsluit en wie de hypotheekgever en wie de hypotheeknemer is.
  • (minimaal) drie verschillende hypotheekvormen omschrijven.
  • twee voorbeelden van afspraken noemen die in een huurovereenkomst staan.
  • omschrijven wat bedoeld wordt met onderhuur.
  • twee regels noemen die gelden bij het opzeggen van een huurovereenkomst.

Wat ga ik doen?

Het thema Sparen, lenen, huren estaat uit de volgende onderdelen:

Voor je aan de slag gaat met de afsluiting maak je vier opdrachten.
In de tabel staat per activiteit hoeveel lessen je ongeveer nodig hebt.

Activiteit

Aantal lessen

Inleiding

0,5

Wat kan ik straks?

 

Wat ga ik doen?

 

Opdracht: Nu of straks?

2

Opdracht: Hoeveel kan ik lenen?

2

Opdracht: Hypotheekvormen

2

Opdracht: Of toch maar huren?

2

Afsluiting

 

Samenvattend

0,5

Eindopdracht

2

D-toets

0,5

Examenvragen

1

Terugkijken

0,5

Totaal:

13

Opdrachten

Nu of straks?

Nu of straks?

Intro

Soraya spaart voor een scooter. Kevin is al een paar maanden de trotse eigenaar van een scooter. 
Om de scooter te kunnen kopen heeft hij geld geleend. Hij noemt dat 'sparen achteraf'.

Hij begrijpt niet waarom Soraya ook geen geld leent, zodat zij nu al de scooter kan kopen.
Maar Soraya wil niet lenen; ze zegt dat lenen geld kost en dat de scooter dan veel duurder is.

Wat zou jij doen?

Zou je het geld om een scooter te kopen lenen of zou je eerst sparen?

Bespreek je antwoord met een klasgenoot.

Wat kan ik straks?

Aan het eind van deze opdracht kan ik:

  • twee verschillende redenen noemen om geld te sparen.
  • omschrijven wat rente is en kan ik duidelijk maken dat het rentebedrag dat ik betaal over een lening afhangt van de grootte van de lening, de looptijd van de lening en het rentepercentage.
  • het rentebedrag dat ik betaal over een lening uitrekenen.
  • (met behulp van een voorbeeld) duidelijk maken wat het verschil is tussen het nominale rentepercentage en het reële rentepercentage is.

Wat ga ik doen?

Activiteiten

Aan de slag

Stap

Leervragen

Stap 1

Wat is sparen en wat is lenen?

Stap 2

Hoe bereken ik hoeveel op mijn spaarrekening staat als ik 4% rente krijg?

Stap 3

Wanneer krijg ik rente van de bank en wanneer betaal ik rente aan de bank?

Stap 4

Wat is het nominale rentepercentage en wat is het reële rentepercentage?

Afronding

Onderdeel

Activiteit

Eindopdracht

In Excel aan de slag met samengestelde rente.

Terugkijken

Terugkijken op de opdracht.

 

Tijd
Voor deze opdracht heb je 2 uur nodig.

 

 

 

 

Aan de slag

Stap 1: Sparen - Lenen

Bestudeer uit de Kennisbank economie de eerste pagina van het onderdeel sparen en de eerste pagina van het onderdeel lenen.

Sparen

Lenen


Beantwoord de vragen in de Oefening 'Sparen en lenen'.

Stap 2: Rente berekenen

Bestudeer uit het onderdeel Sparen de pagina 'Rente bereken'.

Sparen

Doe de oefeningen.

Als je een bedrag op een spaarrekening zet en de rente jaarlijks opneemt, kun je het rentebedrag dat je in het totaal krijgt, berekenen met de formule:

\(\text{r}= \frac{\text{k·p·t}}{100} \)

In de formule is \(\small{\text{k}}\) het bedrag (kapitaal) dat je inlegt, \(\small{\text{p}}\) het rentepercentage dat de bank geeft, \(\small{\text{t}}\) het aantal jaar dat je je geld op de bank laat staan en \(\small{\text{r}}\) het rentebedrag dat je in het totaal krijgt.

Voorbeeld

Janine zet € 2000,- op een spaarrekening. De bank geeft 3% rente.
Janine laat het bedrag 3 jaar op de rekening staan. Janine neemt wel ieder jaar de rente op.

Er geldt:  \(\small{\text{k} = 2000}\) , \(\small{\text{p} = 3}\)  en \(\small{\text{t} = 3}\) .

Gebruik de formule volgt \(\text{r}= \frac{2000·3·3}{100} = \small180 \)

Dus totale rentebedrag is € 180,-


Doe de oefening.

Stap 3: Op de bank

Als je geld op je spaarrekening hebt staan, krijg je rente.
Als je geld van een bank leent, betaal je rente.

Stap 4: Sparen en inflatie

Als je geld op een spaarrekening hebt staan, wordt het bedrag steeds hoger doordat je rente krijgt.
Maar als de prijzen van producten ook stijgen, is het maar de vraag of je meer kunt kopen met je gespaarde geld.

Bekijk de video.

Doe de oefeningen.

Bestudeer uit de Kennisbank economie de pagina 'Reële rentepercentage'.
Bekijk ook de video op de volgende pagina.

Sparen


Doe de oefeningen.

Afronding

Eindproduct: Rente over rente

Je hebt vast al wel eens eerder met het programma Excel gewerkt.
In dit rekenprogramma kun je ook rekenen met procenten.
Download ook het Excelbestand SamengesteldeInterest.xlsx .

Open het Excelbestand. Je komt op het tabblad rente over rente.
Je kunt het bedrag in cel B3 veranderen. Probeer maar.
Kijk wat er gebeurt met de getallen in de tabel.
Kijk ook hoe de grafiek verandert.

Je kunt ook de jaarlijkse rente in cel B4 veranderen. Doe maar.
Kijk ook nu wat er gebeurt met de getallen in de tabel.
Kijk ook nu weer hoe de grafiek verandert.

Bekijk in cel B5 hoe de groeifactor wordt berekend.
Kijk of je de formules in de cellen B8 t/m B17 begrijpt.
Zorg dat je ook de formules in de cellen C8 t/m C17 begrijpt.
Vraag eventueel hulp aan een klasgenoot of aan de docent.

Kun je nu uitleggen wat wordt bedoeld met rente over rente?
En kun je uitleggen hoe je samengestelde rente kunt berekenen?

Terugkijken

Intro

  • Bekijk de intro opnieuw. Past de intro goed bij de opdracht?
    Waarom wel/niet?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Zorg dat je alle genoemde begrippen kunt omschrijven.

Hoe ging het?

  • Tijd
    Ben je ongeveer 2 uur met de opdracht bezig geweest?
    Welke stap heeft het meeste tijd gekost? Hoe kwam dat?
  • Inhoud
    Heb je zelf een spaarrekening? Hoeveel rente krijg je op die spaarrekening?
    Is dat de nominale rente of de reële rente?
  • Afronding - Eindopdracht
    Heb je eindopdracht gedaan? Had je al eens met Excel gewerkt?
    Ben je er goed in of had je constant hulp nodig?

Hoeveel kan ik lenen?

Hoeveel kan ik lenen?

Intro

Mevrouw Borgmans wil haar woonkamer opnieuw inrichten.
Ze gaat naar de bank voor een lening.
Ze wil een lening van € 20.000,- afsluiten.

Wat denk jij?

  • Welke twee vragen zal mevrouw Borgmans in ieder geval aan de bank stellen voor zij de lening afsluit?
  • Bedenk ook twee vragen die de bank aan mevrouw Borgmans zal stellen voordat de bank de lening verstrekt.

Bespreek je antwoorden met een klasgenoot.

Wat kan ik straks?

Aan het eind van deze opdracht kan ik:

  • twee gegevens noemen die een bank wil hebben voor ze iemand een lening verstrekken.
  • de begrippen consumptief krediet, persoonlijke lening, doorlopend krediet en rood staan omschrijven.
  • (met behulp van een voorbeeld) duidelijk maken wat huurkoop of koop of afbetaling is.

Wat ga ik doen?

Activiteiten

Aan de slag

Stap

Leervragen

Stap 1

Waar zal de bank naar vragen als iemand een lening wilt afsluiten?

Stap 2

Wat is consumptief krediet?

Stap 3

Wat kan ik aflezen uit een tabel over persoonlijke leningen?

Stap 4

Wat is huurkoop of koop op afbetaling?

Afronding

Onderdeel

Activiteit

Samenvattend

Maak de samenvattingsopdracht.

Terugkijken

Terugkijken op de opdracht.

 

Tijd
Voor deze opdracht heb je 2 uur nodig.

Aan de slag

Stap 1: Lenen

Bestudeer de pagina's 'Lenen' en 'Rente berekenen' uit de Kennisbank.

Lenen


Doe de oefeningen.

Stap 2: Krediet

Bestudeer de pagina 'Krediet' uit de Kennisbank.

Lenen


Doe de oefening.

Stap 3: Persoonlijke lening

Bekijk de video.

Doe de oefeningen.

Stap 4: Huurkoop

Bestudeer de pagina 'Huurkoop of koop op afbetaling' in de Kennisbank.

Lenen

Gebruik de informatie bij het beantwoorden van de vragen in de oefening.

Afronding

Samenvattend

Wat heb je geleerd?

Terugkijken

Intro

  • Bekijk de intro opnieuw. Past de intro goed bij de opdracht?
    Waarom wel/niet?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Maak bij ieder leerdoel een vraag en zorg dat je die vraag ook kunt beantwoorden.

Hoe ging het?

  • Inhoud
    Heb je wel eens geld geleend? Waarvoor was dat?
    Heb je van te voren afspraken gemaakt over het aflossen?
    Heb je je aan die afspraken gehouden?
  • Afronding - Samenvattingsopdracht
    Was het fijn om de theorie nog even op een rijtje te kunnen zetten?

Hypotheekvormen

Hypotheekvormen

Intro

Mirjam en Wim Wageman hebben een nieuw huis op het oog.
Het aankoopbedrag van het nieuwe huis is € 220.000,-.
De helft van de aankoopsom kunnen ze betalen met eigen geld.
De rest zullen ze moeten lenen. Ze gaan naar een bank voor een lening.

Wat denk jij?

  • Welke risico loopt de bank als ze Mirjam en Wim een lening van € 110.000,- verstrekt?
  • Wat is een goede looptijd voor de lening?

Bespreek je antwoorden met een klasgenoot.

Wat kan ik straks?

Aan het eind van deze opdracht kan ik:

  • omschrijven wanneer ik een hypotheek afsluit en wie de hypotheekgever en wie de hypotheeknemer is.
  • (minimaal) twee verschillende hypotheekvormen omschrijven: lineair en annuïtair.

Wat ga ik doen?

Activiteiten

Aan de slag

Stap

Leervragen

Stap 1

Wie is de hypotheekgever en wie is de hypotheeknemer?

Stap 2

Welke verschillende hypotheekvormen zijn er en wat zijn de verschillen?

Stap 3

Hoe werkt de lineaire hypotheek en een annuïteitenhypotheek?

Afronding

Onderdeel

Activiteit

Eindopdracht

Doe (een klein) onderzoek naar hypotheken.

Terugkijken

Terugkijken op de opdracht.

 

Tijd
Voor deze opdracht heb je 1 à 2 uur nodig.

Aan de slag

Stap 1: Hypotheek

Bestudeer uit de Kennisbank de eerste bladzijde van het volgende onderdeel.

Hypotheken

Doe de oefeningen.

Stap 2: Hypotheekvormen

Bestudeer uit de Kennisbank de tweede en derde bladzijde van het volgende onderdeel.

Hypotheken

 

Stap 3: Lineair en annuïteiten

In de video wordt nogmaals het verschil tussen een lineaire hypotheek en een annuïteitenhypotheek uitgelegd.

Doe de onderstaande oefeningen.

Afronding

Eindopdracht: Onderzoek hypotheken

Houd samen met iemand uit je klas een klein onderzoekje naar hypotheken.
Ga naar tenminste drie (websites van) banken en vraag informatie over hypotheken.
Probeer in ieder geval antwoord te krijgen op de volgende vragen.

  • Hoeveel mensen in Nederland hebben een hypotheek?
  • Hoe hoog is het huidige rentepercentage op een hypotheek?
  • Uit welke hypotheekvormen kun je kiezen?
  • Hoeveel moet je verdienen om een hypotheek af te kunnen sluiten?
  • Komt het vaak voor dat mensen hun maandelijkse lasten niet kunnen betalen? Wat gebeurt er dan?
  • Wat wordt bedoeld met hypotheekrenteaftrek?

Terugkijken

Intro

  • Bekijk de intro opnieuw. Past de intro goed bij de opdracht?
    Waarom wel/niet?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Zorg dat je alle genoemde begrippen kunt omschrijven.

Hoe ging het?

  • Tijd
    Hoelang ben je met de opdracht bezig geweest?
    Welke stap heeft het meeste tijd gekost?
  • Inhoud
    Wonen jullie in een koophuis? Vraag je ouders of er een hypotheek of het huis zit.
    Zoek ook uit wat voor soort hypotheek er op het huis zit.
  • Afronding - Eindopdracht
    Heb je het onderzoekje gedaan?
    Was het makkelijk om antwoord te vinden op de vragen?

Of toch maar huren?

Of toch maar huren?

Intro

Hiernaast zie je een drietal advertenties uit de krant. 

Geef samen met een klasgenoot antwoord op de volgende vragen.

  • Waarom zullen de studenten op zoek zijn naar een huurwoning en niet naar een koopwoning?
  • Er wordt een kamer te huur aangeboden voor € 300,- per maand. Vind je dat duur of goedkoop?
  • De twee studenten willen de bedrijfsruimte huren en gebruiken als woonruimte. Mag dat?

 

Wat kan ik straks?

Aan het eind van deze opdracht kan ik:

  • twee voorbeelden van afspraken noemen die in een huurovereenkomst staan.
  • omschrijven wat bedoeld wordt met onderhuur.
  • een voorbeeld noemen van wat in de huurprijzenwet is vastgelegd.
  • twee regels noemen die gelden bij het opzeggen van een huurovereenkomst.

Wat ga ik doen?

Activiteiten

Aan de slag
Stap Leervragen
Stap 1 Welke afspraken staan er in een huurovereenkomst?
Stap 2 Waarom heeft de overheid regels voor het opzeggen van de huur opgenomen in een wet?
Stap 3 Wat is geregeld in de Huurprijzenwet?
Stap 4 Wat zijn de voor- en nadelen van een koopwoning?
Afronding
Onderdeel Activiteit
Terugkijken Terugkijken op de opdracht.

 

Tijd
Voor deze opdracht heb je 1 à 2 uur nodig.

Aan de slag

Stap 1: Huurovereenkomst

Als je een woonruimte of werkruimte huurt, sluit je met de verhuurder van de woning een huurovereenkomst.
In deze overeenkomst staan afspraken over:

  • hoeveel huur er betaald moet worden;
  • waarvoor de ruimte gebruikt mag worden;
  • wie voor de reparaties zorgt.

Als je een deel van een woning huurt van iemand die zelf ook huurt, spreek je van onderhuur.
Onderhuur is toegestaan als de eigenaar dat goed vindt.

Bekijk de huurovereenkomst en beantwoord de vragen.

Stap 2: Huur opzeggen

Doe nu de volgende opdracht en lees daarna de tekst onder de opdracht.

In de wet heeft de overheid enkele regels met betrekking tot opzegging van de huur opgenomen.
De belangrijkste regels in onderstaande bron.

De belangrijkste regels met betrekking tot het opzeggen van de huur zijn:
  • Koop breekt geen huur.
    Bij verkoop van de woning, kan de huurder niet gedwongen worden de woning te verlaten.
  • Dood breekt geen huur.
    Als de verhuurder overlijdt, mag de huurder in de woning blijven wonen.
  • De wet noemt een aantal redenen waarom de verhuurder de huur mag opzeggen:
    • het huurcontract was voor bepaalde tijd aangegaan.
    • de huurder heeft zich niet goed gedragen.
    • de verhuurder heeft de woonruimte zelf nodig. De verhuurder moet dan wel zorgen voor passende vervangende woonruimte.
  • De opzegtermijn voor een verhuurder is minimaal 3 maanden.
    Voor een huurder geldt een opzegtermijn van één maand.

 

 

Stap 3: Huurprijzenwet

In de Huurprijzenwet staan regels voor de huurprijs van een woonruimte en voor de wijziging van de huurprijs.

De hoogte van de huur is afhankelijk van de kwaliteit van de woning. Er wordt gekeken naar het soort woning, de oppervlakte van de woning, het aantal ruimten in de woning en de ouderdom van de woning.

De huurprijs mag één keer per jaar worden verhoogd. De overheid stelt vast met welk percentage de huur maximaal mag stijgen.

Als een huurder en verhuurder het niet eens worden over een huurverhoging kunnen zij advies vragen bij een huurcommissie. De uitspraak van zo'n commissie is bindend, dat wil zeggen dat beide partijen zich aan de uitspraak moeten houden.

Stap 4: Kopen of huren?

Doe de volgende opdrachten. 

Bekijk de volgende video.
Als je niet alles begrijpt, is dat niet erg.

Afronding

Terugkijken

Intro

  • Bekijk de intro opnieuw. Past de intro goed bij de opdracht?
    Waarom wel/niet?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Zorg dat je alle genoemde begrippen kunt omschrijven.

Hoe ging het?

  • Tijd
    Ben je tussen de 1 en 2 uur met de opdracht bezig geweest?
    Welke stap kostte het meeste tijd?
  • Inhoud
    Wonen jullie in een huurwoning? Hebben jullie een huurovereenkomst?
    Is er iets geregeld over de jaarlijkse huurverhoging? En over het opzeggen van de huur?

Afsluiting

Samenvattend

Hier vind je de Kennisbankitems die horen bij dit thema.

sparen
het niet uitgeven van geld; koopkracht naar de toekomst verplaatsen.

lenen/krediet krijgen
geld van een ander gebruiken; koopkracht van de toekomst naar nu verplaatsen.

aflossen
het terugbetalen van een lening/krediet.

nominale rente
het rentepercentage dat de bank opgeeft.

reële rente
nominale rente - inflatie.

spaarhypotheek
hypotheek waarbij het bedrag aan het eind van de looptijd ineens wordt afgelost. Vast rentedeel en spaarpremie.

onderpand
zekerheid voor de bank.

hypotheekgever
de eigenaar van de woning die de woning in onderpand geeft.

hypotheeknemer
verstrekker van de lening die de woning in onderpand neemt.

lineaire hypotheek
hypotheek waarbij jaarlijks hetzelfde bedrag wordt afgelost. Het rentedeel wordt steeds kleiner.

zekerheid
garantie voor de bank dat iemand zijn lening kan aflossen.

consumptief krediet
lening door particulieren voor het kopen van goederen en/of diensten.

persoonlijke lening
consumptief krediet waarbij de looptijd en de aflossing zijn vastgelegd.

doorlopend krediet
consumptief krediet waarbij de lener tot een maximaal bedrag 'rood' mag staan op zijn of haar rekening.

hypotheek
lening voor de aankoop van een woning.

annuïteitenhypotheek
hypotheek waarbij de jaarlijkse lasten gelijk blijven. Het aflossingsdeel wordt steeds groter, het rentedeel steeds kleiner.

aflossingsvrije hypotheek
hypotheek waarbij alleen rente wordt betaald.

huurovereenkomst
afspraken tussen huurder en verhuurder onder andere over hoogte van de huur, het gebruik van de ruimte en de zorg voor de reparaties.

onderhuur
het doorverhuren van (een deel) van de woning door de huurder.

Huurprijzenwet
wet waarin regels staan voor de hoogte van de huur.

Eindopdracht

Jongeren en lenen

Veel geld uitgeven als je veel hebt, is gemakkelijk. Maar wat als je geen geld hebt? Eerst sparen of toch maar lenen? Geld lenen komt vaak voor, ook onder jongeren. Als je netjes op tijd terugbetaalt, kan dat best. Maar uit onderzoek blijkt dat jongeren steeds vaker een 'schuldenprobleem' hebben.
Bekijk het volgende filmpje over het lenen van geld.

De eindopdracht van het thema 'Sparen, lenen, huren' is een onderzoek naar het leengedrag van jongeren.

Eindproduct
Je werkt samen met een klasgenoot. Jullie brengen het leengedrag van jongeren in beeld.
Hoe? Dat mogen jullie zelf kiezen.

Jongeren en geld
Bestudeer de volgende drie bronnen.

De belangrijkste bronnen van inkomsten voor jongeren zijn:

Baantje

53%

Ouders

35%

Vakantiewerk

9%

Zoals je aan de gegevens hierboven kunt zien hebben veel jongeren een baan, bijbaan of werken in de vakantie. Dat leidt tot meer zelfstandigheid. Je kunt dan zelf dingen kopen die je graag wilt hebben. Populaire (bij)baantjes zijn bijvoorbeeld het hebben van een krantenwijk, werken in een winkel of de horeca en babysitten.

Uit het nationale scholieren onderzoek van NIBUD (2004) blijkt dat jongens gemiddeld meer te besteden hebben dan meisjes. Dit komt doordat jongens vaak meer uren werken en beter betaalde banen hebben.
Hier volgt een overzicht.

Leeftijd

Jongens €

Meisjes €

12 jaar

63

42

13 jaar

72

53

14 jaar

86

75

15 jaar

138

113

16 jaar

195

159

17 jaar

221

199

18 jaar

386

305

 

De belangrijkste uitgavenposten onder jongeren zijn:

Kleding schoenen

16%

Alcohol

11%

Mobiele telefoon

7%

Snacks en frisdrank

11%

Cadeaus

5%

Roken

5%

Uitgaan

5%


Gemiddeld besteed een scholier zo'n € 116,- per maand. Op jaarbasis besteden alle scholieren samen ruim 1 miljard euro.

Uit het nationale scholieren onderzoek van NIBUD (2004) blijkt dat jongens gemiddeld meer geld uitgeven dan meisjes.
Hier volgt een overzicht.

Leeftijd

Jongens €

Meisjes €

12 jaar

73

67

13 jaar

81

82

14 jaar

102

101

15 jaar

139

127

16 jaar

190

167

17 jaar

212

193

18 jaar

307

225

 

Jongeren lenen gemakkelijk. Spaarde je vroeger een tijdje voor iets wat je graag wilde hebben, tegenwoordig is deze 'calvinistische aanpak' achterhaald. Wil je iets kopen waar je eigenlijk geen geld voor hebt, dan leen je het toch gewoon? Het is dus niet zo verrassend dat de meeste jongeren schulden maken om vooral luxegoederen te kunnen kopen.

De top 4 redenen om geld te lenen voor jongeren:

  1. brommer of scooter

  2. mobiele telefoon

  3. kleding

  4. vakantie

De meeste jongeren lenen het geld bij hun ouders of bij hun vrienden, maar een lening bij de bank of rood staan komt ook geregeld voor.

Ga met elkaar na of je antwoord kunt geven op de volgende vragen.

  1. Hoe komen jongeren aan geld?
  2. Waar geven jongeren geld aan uit?
  3. Wat zijn de verschillen tussen jongens en meisjes?
  4. Waardoor ontstaan schulden bij jongeren?

Eindproduct
Jullie gaan aan de slag met het eindproduct.
Kies zelf een product uit waarmee je het leengedrag van jongeren in beeld kunt brengen. Bekijk het voorbeeld in de gereedschapskist.

Idee
Maak een collage van advertenties die te maken hebben met lenen.

Collage maken

Een collage bestaat uit knipsels die op een ander papier geplakt zijn en samen een nieuwe afbeelding vormen.

 

Idee
Maak het grote leenspel over het leengedrag van jongeren.

Spel maken

Een spel is een creatieve manier om informatie te presenteren. Een deel van de lesstof verwerk je in een spel en door deze te spelen onthoud je de kennis beter. Er zijn veel verschillende soorten spellen waarin je informatie kunt verwerken. Denk bijvoorbeeld aan ganzenbord, memory, galgje, een kaartspel, een dominospel, enzovoorts.

 

Klaar?
Laat het eindproduct beoordelen door de docent.

Diagnostische toets

Test je kennis. Maak de diagnostische toets.

Examenvragen

Examenvragen
Op deze pagina vind je een aantal examenvragen uit examens van vorige jaren.
De vragen sluiten zo goed mogelijk aan bij dit thema.

VMBO-GT34 2018-TV1

2018-TV1 Vraag 18
2018-TV1 Vraag 19

VMBO-GT34 2019-TV2

2019-TV2 Vraag 19

VMBO-GT34 2021-TV2

2021-TV2 Vraag 41

VMBO-GT34 2021-TV3

2021-TV3 Vraag 39
2021-TV3 Vraag 39

VMBO-KB34 2021-TV1

2021-TV1 Vragen 27-32

 

Wil je meer oefenen en met recentere examens?
Ga dan naar ExamenKracht.

Terugkijken

Intro

  • Bekijk de intro van de opdracht nog eens.
    Vind je de video in de intro goed bij de opdracht passen?
    Waarom wel of waarom niet?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je wat je moet kunnen?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 13 uur met dit thema bezig zou zijn. Klopt dat ongeveer?
  • Inhoud
    Het thema bestaat uit vier gewone opdrachten.
    In welke opdracht heb je, denk je, de meeste nieuwe dingen geleerd?
    Schrijf twee dingen op die je nog niet wist.
  • Eindopdracht
    Heb je de eindopdracht over het leengedrag van jongeren gemaakt?
    Welk eindproduct heb je gemaakt?
  • D-toets
    Wat was je score voor de D-toets? Ben je tevreden met die score?
    Heb je geleerd van de fouten die je hebt gemaakt?
  • Examenvragen
    Veel examenvragen bij dit thema. Heb je ze allemaal gemaakt?
    Ging het goed?
    Wil je meer oefenen en met recentere examens?
    Ga dan naar ExamenKracht.
  • Het arrangement Thema: Sparen, lenen, huren - vmbo-kgt34 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    18-11-2025 08:43:14
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Het thema 'Sparen, lenen en huren' is ontwikkeld door auteurs en medewerkers van StudioVO.

    Fair Use
    In de Stercollecties van StudioVO wordt gebruik gemaakt van beeld- en filmmateriaal dat beschikbaar is op internet. Bij het gebruik zijn we uitgegaan van fair use. Meer informatie: Fair use

    Mocht u vragen/opmerkingen hebben, neem dan contact op via de helpdesk VO-content.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Dit thema valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor economie voor vmbo-kgt34. In dit thema gaat het over sparen, lenen en huren. Het begint met een inleiding, vervolgens komen de leerdoelen, en daarna wat je gaat doen in dit thema. Dan kom je bij de opdrachten die horen bij dit thema, dit zijn: Nu of straks?, Hoeveel kan ik lenen?, Hypotheekvormen en Of toch maar huren? Begrippen die hier belangrijk zijn: sparen, lenen, wonen, aflossen en nominale rente. De eindopdracht van dit thema is het leengedrag van jongeren in beeld brengen. Dit doe je samen met een klasgenoot. Na de eindopdracht komt een D-toets, hier worden negen meerkeuzevragen gesteld over het thema: Sparen, lenen, huren. Vervolgens worden er nog verschillende examenvragen weergegeven die horen bij dit thema. Dit thema eindigt met het terugkijken op dit thema, dus hoe ging het? en kan ik wat ik moet kunnen?
    Leerniveau
    VMBO gemengde leerweg, 3; VMBO theoretische leerweg, 4; VMBO theoretische leerweg, 3; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 4; VMBO gemengde leerweg, 4; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 3;
    Leerinhoud en doelen
    Consumptie en consumenten-organisaties; Arbeid, productie en bedrijfsleven; Economie; Overheid en bestuur;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    13 uur 0 minuten
    Trefwoorden
    aflossen, arrangeerbaar, economie, hypotheek, krediet krijgen, onderpand, rente, sparen lenen huren, stercollectie, vmbokgt34

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    VO-content Economie. (2020).

    Opdracht: Hoeveel kan ik lenen? - vmbo-kgt34

    https://maken.wikiwijs.nl/62297/Opdracht__Hoeveel_kan_ik_lenen____vmbo_kgt34

    VO-content Economie. (2020).

    Opdracht: Hypotheekvormen - vmbo-kgt34

    https://maken.wikiwijs.nl/62298/Opdracht__Hypotheekvormen___vmbo_kgt34

    VO-content Economie. (2020).

    Opdracht: Nu of straks? - vmbo-kgt34

    https://maken.wikiwijs.nl/62296/Opdracht__Nu_of_straks____vmbo_kgt34

    VO-content Economie. (2020).

    Opdracht: Of toch maar huren? - vmbo-kgt34

    https://maken.wikiwijs.nl/62299/Opdracht__Of_toch_maar_huren____vmbo_kgt34

  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    Oefeningen en toetsen

    Sparen, lenen, huren

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    QTI

    Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat alle informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen punten, etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.

    Versie 2.1 (NL)

    Versie 3.0 bèta

    Voor developers

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.