Thema: Sparen, lenen, huren - vmbo-kgt34

Thema: Sparen, lenen, huren - vmbo-kgt34

Sparen, lenen, huren

Inleiding

Misschien overkomt het jou ook wel eens dat je over onvoldoende geld beschikt om iets te kunnen kopen wat je heel graag wilt hebben. Wat doe je dan? Kies je voor sparen of kies je voor lenen? En als je kiest voor lenen, kun je dan genoeg lenen om wat je zo graag wilt hebben te kunnen kopen. 

Bekijk (een stukje van) deze video.

Veel mensen met een eigen huis hebben een hypotheek. Een hypotheek is een lening met het huis als onderpand.
Wil je of kun je geen geld lenen om een huis te kopen, dan je kun er natuurlijk ook voor kiezen om een woning te huren.
Weet jij wat precies de verschillen zijn?

Eindopdracht
De eindopdracht van dit thema heeft als titel 'Lenen jongeren'. Je onderzoekt het leengedrag van jongeren van jouw leeftijd.
Om het leengedrag van jongeren in beeld te brengen, kies je zelf een eindproduct dat je hier het best bij vindt passen.


Naast de eindopdracht vind je bij de afsluiting ook een overzicht van alle Kennisbankitems van dit thema plus een begrippenlijst, een diagnostische toets, examenvragen en enkele vragen die je helpen bij het terugkijken op het thema.

Genoeg te doen. Aan de slag!

Wat kan ik straks?

Aan het eind van het thema kun je:

  • twee verschillende redenen noemen om geld te sparen.
  • omschrijven wat rente is en kun je duidelijk maken dat het rentebedrag dat je betaalt over een lening afhangt van de grootte van de lening, de looptijd van de lening en het rentepercentage.
  • het rentebedrag dat je betaalt over een lening uitrekenen.
  • (met behulp van een voorbeeld) duidelijk maken wat het verschil is tussen het nominale rentepercentage en het reële rentepercentage is.
  • twee gegevens noemen die een bank wil hebben voor ze iemand een lening verstrekken.
  • de begrippen consumptief krediet, persoonlijke lening, doorlopend krediet en rood staan omschrijven.
  • (met behulp van een voorbeeld) duidelijk maken wat huurkoop of koop of afbetaling is.
  • omschrijven wanneer je een hypotheek afsluit en wie de hypotheekgever en wie de hypotheeknemer is.
  • (minimaal) drie verschillende hypotheekvormen omschrijven.
  • twee voorbeelden van afspraken noemen die in een huurovereenkomst staan.
  • omschrijven wat bedoeld wordt met onderhuur.
  • twee regels noemen die gelden bij het opzeggen van een huurovereenkomst.

Wat ga ik doen?

Het thema Sparen, lenen, huren estaat uit de volgende onderdelen:

Voor je aan de slag gaat met de afsluiting maak je vier opdrachten.
In de tabel staat per activiteit hoeveel lessen je ongeveer nodig hebt.

Activiteit

Aantal lessen

Inleiding

0,5

Wat kan ik straks?

 

Wat ga ik doen?

 

Opdracht: Nu of straks?

2

Opdracht: Hoeveel kan ik lenen?

2

Opdracht: Hypotheekvormen

2

Opdracht: Of toch maar huren?

2

Afsluiting

 

Samenvattend

0,5

Eindopdracht

2

D-toets

0,5

Examenvragen

1

Terugkijken

0,5

Totaal:

13

Opdrachten

Hieronder vind je de opdrachten die horen bij dit thema.
Maak je keuze.

Opdracht 1

Nu of straks?

Opdracht 2

Hoeveel kan ik lenen?

Opdracht 3

Hypotheekvormen

Opdracht 4

Of toch maar huren?

Afsluiting

Samenvattend

Hier vind je de Kennisbankitems die horen bij dit thema.

Sparen

Lenen

Wonen

Hypotheek

sparen
het niet uitgeven van geld; koopkracht naar de toekomst verplaatsen.

lenen/krediet krijgen
geld van een ander gebruiken; koopkracht van de toekomst naar nu verplaatsen.

aflossen
het terugbetalen van een lening/krediet.

nominale rente
het rentepercentage dat de bank opgeeft.

reële rente
nominale rente - inflatie.

spaarhypotheek
hypotheek waarbij het bedrag aan het eind van de looptijd ineens wordt afgelost. Vast rentedeel en spaarpremie.

onderpand
zekerheid voor de bank.

hypotheekgever
de eigenaar van de woning die de woning in onderpand geeft.

hypotheeknemer
verstrekker van de lening die de woning in onderpand neemt.

lineaire hypotheek
hypotheek waarbij jaarlijks hetzelfde bedrag wordt afgelost. Het rentedeel wordt steeds kleiner.

zekerheid
garantie voor de bank dat iemand zijn lening kan aflossen.

consumptief krediet
lening door particulieren voor het kopen van goederen en/of diensten.

persoonlijke lening
consumptief krediet waarbij de looptijd en de aflossing zijn vastgelegd.

doorlopend krediet
consumptief krediet waarbij de lener tot een maximaal bedrag 'rood' mag staan op zijn of haar rekening.

hypotheek
lening voor de aankoop van een woning.

annuïteitenhypotheek
hypotheek waarbij de jaarlijkse lasten gelijk blijven. Het aflossingsdeel wordt steeds groter, het rentedeel steeds kleiner.

aflossingsvrije hypotheek
hypotheek waarbij alleen rente wordt betaald.

huurovereenkomst
afspraken tussen huurder en verhuurder onder andere over hoogte van de huur, het gebruik van de ruimte en de zorg voor de reparaties.

onderhuur
het doorverhuren van (een deel) van de woning door de huurder.

Huurprijzenwet
wet waarin regels staan voor de hoogte van de huur.

Eindopdracht

Jongeren en lenen

Veel geld uitgeven als je veel hebt, is gemakkelijk. Maar wat als je geen geld hebt? Eerst sparen of toch maar lenen? Geld lenen komt vaak voor, ook onder jongeren. Als je netjes op tijd terugbetaalt, kan dat best. Maar uit onderzoek blijkt dat jongeren steeds vaker een 'schuldenprobleem' hebben.
Bekijk het volgende filmpje over het lenen van geld.

De eindopdracht van het thema 'Sparen, lenen, huren' is een onderzoek naar het leengedrag van jongeren.

Eindproduct
Je werkt samen met een klasgenoot. Jullie brengen het leengedrag van jongeren in beeld.
Hoe? Dat mogen jullie zelf kiezen.

Jongeren en geld
Bestudeer de volgende drie bronnen.

De belangrijkste bronnen van inkomsten voor jongeren zijn:

Baantje

53%

Ouders

35%

Vakantiewerk

9%

Zoals je aan de gegevens hierboven kunt zien hebben veel jongeren een baan, bijbaan of werken in de vakantie. Dat leidt tot meer zelfstandigheid. Je kunt dan zelf dingen kopen die je graag wilt hebben. Populaire (bij)baantjes zijn bijvoorbeeld het hebben van een krantenwijk, werken in een winkel of de horeca en babysitten.

Uit het nationale scholieren onderzoek van NIBUD (2004) blijkt dat jongens gemiddeld meer te besteden hebben dan meisjes. Dit komt doordat jongens vaak meer uren werken en beter betaalde banen hebben.
Hier volgt een overzicht.

Leeftijd

Jongens €

Meisjes €

12 jaar

63

42

13 jaar

72

53

14 jaar

86

75

15 jaar

138

113

16 jaar

195

159

17 jaar

221

199

18 jaar

386

305

 

De belangrijkste uitgavenposten onder jongeren zijn:

Kleding schoenen

16%

Alcohol

11%

Mobiele telefoon

7%

Snacks en frisdrank

11%

Cadeaus

5%

Roken

5%

Uitgaan

5%


Gemiddeld besteed een scholier zo'n € 116,- per maand. Op jaarbasis besteden alle scholieren samen ruim 1 miljard euro.

Uit het nationale scholieren onderzoek van NIBUD (2004) blijkt dat jongens gemiddeld meer geld uitgeven dan meisjes.
Hier volgt een overzicht.

Leeftijd

Jongens €

Meisjes €

12 jaar

73

67

13 jaar

81

82

14 jaar

102

101

15 jaar

139

127

16 jaar

190

167

17 jaar

212

193

18 jaar

307

225

 

Jongeren lenen gemakkelijk. Spaarde je vroeger een tijdje voor iets wat je graag wilde hebben, tegenwoordig is deze 'calvinistische aanpak' achterhaald. Wil je iets kopen waar je eigenlijk geen geld voor hebt, dan leen je het toch gewoon? Het is dus niet zo verrassend dat de meeste jongeren schulden maken om vooral luxegoederen te kunnen kopen.

De top 4 redenen om geld te lenen voor jongeren:

  1. brommer of scooter

  2. mobiele telefoon

  3. kleding

  4. vakantie

De meeste jongeren lenen het geld bij hun ouders of bij hun vrienden, maar een lening bij de bank of rood staan komt ook geregeld voor.

Ga met elkaar na of je antwoord kunt geven op de volgende vragen.

  1. Hoe komen jongeren aan geld?
  2. Waar geven jongeren geld aan uit?
  3. Wat zijn de verschillen tussen jongens en meisjes?
  4. Waardoor ontstaan schulden bij jongeren?

Eindproduct
Jullie gaan aan de slag met het eindproduct.
Kies zelf een product uit waarmee je het leengedrag van jongeren in beeld kunt brengen. Bekijk het voorbeeld in de gereedschapskist.

Idee
Maak een collage van advertenties die te maken hebben met lenen.

Collage maken

Een collage bestaat uit knipsels die op een ander papier geplakt zijn en samen een nieuwe afbeelding vormen.

 

Idee
Maak het grote leenspel over het leengedrag van jongeren.

Spel maken

Een spel is een creatieve manier om informatie te presenteren. Een deel van de lesstof verwerk je in een spel en door deze te spelen onthoud je de kennis beter. Er zijn veel verschillende soorten spellen waarin je informatie kunt verwerken. Denk bijvoorbeeld aan ganzenbord, memory, galgje, een kaartspel, een dominospel, enzovoorts.

 

Klaar?
Laat het eindproduct beoordelen door de docent.

Diagnostische toets

Test je kennis. Maak de diagnostische toets.

Examenvragen

Examenvragen
Op deze pagina vind je een aantal examenvragen uit examens van vorige jaren.
De vragen sluiten zo goed mogelijk aan bij dit thema.

VMBO-GT34 2018-TV1

2018-TV1 Vraag 18
2018-TV1 Vraag 19

VMBO-GT34 2019-TV2

2019-TV2 Vraag 19

VMBO-GT34 2021-TV2

2021-TV2 Vraag 41

VMBO-GT34 2021-TV3

2021-TV3 Vraag 39
2021-TV3 Vraag 39

VMBO-KB34 2021-TV1

2021-TV1 Vragen 27-32

 

Wil je meer oefenen en met recentere examens?
Ga dan naar ExamenKracht.

Terugkijken

Intro

  • Bekijk de intro van de opdracht nog eens.
    Vind je de video in de intro goed bij de opdracht passen?
    Waarom wel of waarom niet?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je wat je moet kunnen?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 13 uur met dit thema bezig zou zijn. Klopt dat ongeveer?
  • Inhoud
    Het thema bestaat uit vier gewone opdrachten.
    In welke opdracht heb je, denk je, de meeste nieuwe dingen geleerd?
    Schrijf twee dingen op die je nog niet wist.
  • Eindopdracht
    Heb je de eindopdracht over het leengedrag van jongeren gemaakt?
    Welk eindproduct heb je gemaakt?
  • D-toets
    Wat was je score voor de D-toets? Ben je tevreden met die score?
    Heb je geleerd van de fouten die je hebt gemaakt?
  • Examenvragen
    Veel examenvragen bij dit thema. Heb je ze allemaal gemaakt?
    Ging het goed?
    Wil je meer oefenen en met recentere examens?
    Ga dan naar ExamenKracht.
  • Het arrangement Thema: Sparen, lenen, huren - vmbo-kgt34 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2024-03-18 11:46:35
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Het thema 'Sparen, lenen en huren' is ontwikkeld door auteurs en medewerkers van StudioVO.

    Fair Use
    In de Stercollecties van StudioVO wordt gebruik gemaakt van beeld- en filmmateriaal dat beschikbaar is op internet. Bij het gebruik zijn we uitgegaan van fair use. Meer informatie: Fair use

    Mocht u vragen/opmerkingen hebben, neem dan contact op via de helpdesk VO-content.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Dit thema valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor economie voor vmbo-kgt34. In dit thema gaat het over sparen, lenen en huren. Het begint met een inleiding, vervolgens komen de leerdoelen, en daarna wat je gaat doen in dit thema. Dan kom je bij de opdrachten die horen bij dit thema, dit zijn: Nu of straks?, Hoeveel kan ik lenen?, Hypotheekvormen en Of toch maar huren? Begrippen die hier belangrijk zijn: sparen, lenen, wonen, aflossen en nominale rente. De eindopdracht van dit thema is het leengedrag van jongeren in beeld brengen. Dit doe je samen met een klasgenoot. Na de eindopdracht komt een D-toets, hier worden negen meerkeuzevragen gesteld over het thema: Sparen, lenen, huren. Vervolgens worden er nog verschillende examenvragen weergegeven die horen bij dit thema. Dit thema eindigt met het terugkijken op dit thema, dus hoe ging het? en kan ik wat ik moet kunnen?
    Leerniveau
    VMBO gemengde leerweg, 3; VMBO theoretische leerweg, 4; VMBO theoretische leerweg, 3; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 4; VMBO gemengde leerweg, 4; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 3;
    Leerinhoud en doelen
    Consumptie en consumenten-organisaties; Arbeid, productie en bedrijfsleven; Economie; Overheid en bestuur;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    13 uur en 0 minuten
    Trefwoorden
    aflossen, arrangeerbaar, economie, hypotheek, krediet krijgen, onderpand, rente, sparen lenen huren, stercollectie, vmbokgt34

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    VO-content - Kennisbanken. (2019).

    Economie Kennisbanken vmbo-b

    https://maken.wikiwijs.nl/147157/Economie_Kennisbanken_vmbo_b