Het is pas woensdag en je zakgeld voor die week is alweer op. Waar heb je je geld aan uitgegeven? Het lijkt wel of het weggevlogen is. Ligt het aan jouw koopgedrag of heeft iedereen dat probleem?
Als je dat wilt, kun je hulp krijgen over hoe je het beste met je geld kunt omgaan. Zeker als je iets duurs koopt, is het verstandig om vooraf advies in te winnen.
Bekijk de video 'Hoe ga je met je eerste geld om?'
Eindopdracht
De eindopdracht van dit thema heeft als titel 'Waar geven we geld aan uit?'.
In de opdracht onderzoek je de vraag:
'Wat zijn de verschillen in uitgaven tussen een gezin met een hoog inkomen en een gezin met een laag inkomen?'
Dat onderzoek je door de uitgaven van drie gezinnen met een verschillend inkomen met elkaar te vergelijken.
De resultaten geef je weer in drie cirkeldiagrammen.
Naast de eindopdracht vind je bij de afsluiting ook een overzicht van alle Kennisbankitems van dit thema plus een begrippenlijst, een diagnostische toets, examenvragen en een aantal vragen die je helpen bij het terugkijken op het thema.
Genoeg te doen. Aan de slag!
Wat kan ik straks?
Aan het eind van het thema kun je:
het verschil is tussen primaireproducten en secundaire producten beschrijven.
uitgaven onderverdelen in dagelijkseuitgaven, vasteuitgaven en incidenteleuitgaven.
de begrippen budget en begroting beschrijven.
werken met indexcijfers.
het verschil tussen je nominaleinkomen en je reëleinkomen illustreren.
factoren noemen die je koopgedrag bepalen.
noemen wat wordt bedoeld met consumentisme en met een vergelijkendwarenonderzoek.
Wat ga ik doen?
Het thema Rondkomen bestaat uit de volgende onderdelen:
Voor je aan de slag gaat met de afsluiting maak je drie of vier opdrachten.
In de tabel staat per activiteit hoeveel lessen je ongeveer nodig hebt.
Activiteit
Aantal lessen
Inleiding
0,5
Wat kan ik straks?
Wat ga ik doen?
Opdracht: Wat doe je met je geld?
2
Opdracht: Indexcijfers
2
Opdracht: Koopgedrag
3
Opdracht: Chiptest*
2
Afsluiting
Samenvattend
0,5
Eindopdracht
2
D-toets
0,5
Examenvragen
1
Terugkijken
0,5
Totaal:
14
*Extra opdracht
Opdrachten
Hieronder vind je de opdrachten die horen bij dit thema.
Maak je keuze.
sparen
het niet uitgeven van een deel van je inkomen.
goederen
producten die je kunt aanraken.
diensten
producten die je niet kunt aanraken.
primaire producten
de meest noodzakelijke producten.
secundaire producten
luxeproducten. Producten die niet echt noodzakelijk zijn.
basisjaar
het jaar waarmee je andere jaren vergelijkt; het jaar met indexcijfer 100.
nominaal inkomen
de hoeveelheid geld die je verdient.
reëel inkomen
de koopkracht van je inkomen.
consumentisme
het streven van consumenten om meer invloed te hebben op de producenten.
dagelijkse uitgaven
uitgaven die bijna elke dag voorkomen.
vaste uitgaven
uitgaven die regelmatig terugkeren.
incidentele uitgaven
uitgaven die onverwachts voorkomen.
budget
bedrag waarvan je een bepaalde periode moet rondkomen.
begroting
een overzicht van de verwachte inkomsten en de verwachte uitgaven.
indexcijfer
verhoudingscijfer; geeft de procentuele verandering weer ten opzichte van het basisjaar.
commerciële reclame
reclame die als doel heeft de winst te vergroten.
consumentenorganisatie
een vereniging van consumenten met het doel op te komen voor de belangen van de consumenten.
vergelijkend warenonderzoek
een test tussen aantal soortgelijke producten.
koopgedrag
de manier waarop je aankopen doet.
Eindopdracht
Waar geven we geld aan uit?
Eten, drinken en een dak boven je hoofd. Hoeveel geld geef je daaraan uit?
En hoeveel geld heb je dan nog over voor andere uitgaven?
Als je twee keer zoveel geld zou hebben, zou je uitgavenpatroon dan erg veranderen?
In deze opdracht vergelijk je de uitgaven van drie gezinnen:
een gezin met een laag inkomen,
een gezin met een gemiddeld inkomen en
een gezin met een hoog inkomen.
Eindproduct
Je maakt een A4-tje met daarop:
drie cirkeldiagrammen bij de uitgaven van de drie gezinnen
antwoord op de vraag "Wat zijn de verschillen in uitgaven tussen een gezin met een hoog inkomen en een gezin met een laag inkomen?"
Werkwijze
Deze opdracht doe je alleen. Voor de opdracht heb je ongeveer twee uur de tijd.
Vraag aan je docent wanneer het eindproduct klaar moet zijn.
Waar geven we geld aan uit?
Je gaat straks in Excel drie diagrammen maken. Heb je al eens eerder in Excel een diagram gemaakt?
Nee? Download dan het practicum: Diagrammen in Excel. Print het practicum uit en werk het door.
In de bronnen hieronder staan drie bestedingspatronen.
Bekijk de drie bronnen goed.
Bestedingen
Bedrag in euro's
% van het totaal
Voeding
2900
17,6
Wonen
6100
...
Kleding en schoeisel
1000
...
Hygiëne en geneeskundige verzorging
1300
...
Ontwikkeling, ontspanning en verkeer
4700
...
Overig
500
...
Totaal
16500
100
Bestedingen
Bedrag in euro's
% van het totaal
Voeding
4700
16,5
Wonen
9500
...
Kleding en schoeisel
1900
...
Hygiëne en geneeskundige verzorging
2100
...
Ontwikkeling, ontspanning en verkeer
9300
...
Overig
700
...
Totaal
28200
100
Bestedingen
Bedrag in euro's
% van het totaal
Voeding
7900
...
Wonen
15200
...
Kleding en schoeisel
4300
...
Hygiëne en geneeskundige verzorging
3900
...
Ontwikkeling, ontspanning en verkeer
18000
...
Overig
1400
...
Totaal
50700
100
De tabellen zijn ook beschikbaar in Google-Spreadsheets: Bestedingspatronen.
Open het bestand in Google-Spreadsheets en vul van iedere tabel de rechterkolom verder in.
Maak bij ieder bestedingspatroon een tabel. Zorg voor een duidelijke titel en een duidelijke legenda.
Bestudeer de drie cirkeldiagrammen goed. Welke conclusie kun je trekken?
Gebruik bij het trekken van je conclusies de volgende vragen:
Wat zijn de grootste uitgavenposten voor een gezin? Zijn dit basisbehoeften of luxe behoeften?
Waar gaan mensen meer geld aan uitgeven als ze meer geld te besteden hebben? Kun je dat verklaren?
Beoordeling
Het A4-tje met de cirkeldiagrammen en het antwoord worden beoordeeld door de docent. De docent let op:
de inhoud: zijn de drie cirkeldiagrammen juist?
de inhoud: geef je antwoord op de vraag: 'Wat zijn de verschillen in uitgaven tussen een gezin met een hoog inkomen en een gezin met een laag inkomen?'
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Meer oefenen?
Wil je meer oefenen met examens? Log dan in op ExamenKracht
Terugkijken
Intro
Lees de intro van dit thema nog eens door.
Vind je het een goede intro om de opdracht mee te beginnen?
Past de video goed bij het thema? Waarom wel of waarom niet?
Kan ik wat ik moet kunnen?
Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
Kun je wat je moet kunnen?
Hoe ging het?
Tijd
Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 11 uur met dit thema bezig zou zijn. Klopt dat ongeveer?
Met welke opdracht ben je het langst bezig geweest? En met welke het kortst?
Inhoud
Het thema bestaat uit drie gewone opdrachten en één extra opdracht.
Welke opdracht vond je het leukst om te doen?
En welke vond je het minst leuk? Schrijf op waarom je deze opdracht niet zo leuk vond.
Eindopdracht
Heb je de eindopdracht gemaakt? Wat vond je van de opdracht?
Past de opdracht goed bij het thema?
Wat heb je van de eindopdracht geleerd? Schrijf twee dingen op.
D-toets
Wat was je score voor de D-toets? Ben je tevreden met die score?
Heb je geleerd van de fouten die je hebt gemaakt?
Examenvragen
Heb je de examenvragen gemaakt? Ging het goed?
Wil je meer oefenen en met recentere examens?
Ga dan naar ExamenKracht.
Het arrangement Thema: Rondkomen - vmbo-kgt34 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Het thema 'Rondkomen' is ontwikkeld door auteurs en medewerkers van StudioVO.
Fair Use
In de Stercollecties van StudioVO wordt gebruik gemaakt van beeld- en filmmateriaal dat beschikbaar is op internet. Bij het gebruik zijn we uitgegaan van fair use. Meer informatie: Fair use
Mocht u vragen/opmerkingen hebben, neem dan contact op via de helpdesk VO-content.
Aanvullende informatie over dit lesmateriaal
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Dit thema valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor economie voor vmbo-kgt34. In dit thema gaat het over rondkomen. Dit thema begint met een inleiding, vervolgens komen de leerdoelen, en daarna wat je gaat doen in dit thema. Dan kom je bij de opdrachten die horen bij dit thema, dit zijn: Wat doe je met je geld?, Indexcijfers, Koopgedrag en de Chiptest. Begrippen die hier belangrijk zijn: goederen, diensten, consumeren, sparen en secundaire producten. De eindopdracht van dit thema is een diagram maken met verschillende uitgaven van twee gezinnen. Deze vergelijk je vervolgens met elkaar. Na de eindopdracht komt een D-toets, hier worden negen meerkeuzevragen gesteld over het thema: Rondkomen. Vervolgens worden er nog verschillende examenvragen weergegeven die horen bij dit thema. Dit thema eindigt met het terugkijken op dit thema, dus hoe ging het? en kan ik wat ik moet kunnen?
Dit thema valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor economie voor vmbo-kgt34. In dit thema gaat het over rondkomen. Dit thema begint met een inleiding, vervolgens komen de leerdoelen, en daarna wat je gaat doen in dit thema. Dan kom je bij de opdrachten die horen bij dit thema, dit zijn: Wat doe je met je geld?, Indexcijfers, Koopgedrag en de Chiptest. Begrippen die hier belangrijk zijn: goederen, diensten, consumeren, sparen en secundaire producten. De eindopdracht van dit thema is een diagram maken met verschillende uitgaven van twee gezinnen. Deze vergelijk je vervolgens met elkaar. Na de eindopdracht komt een D-toets, hier worden negen meerkeuzevragen gesteld over het thema: Rondkomen. Vervolgens worden er nog verschillende examenvragen weergegeven die horen bij dit thema. Dit thema eindigt met het terugkijken op dit thema, dus hoe ging het? en kan ik wat ik moet kunnen?
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Rondkomen
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.