In dit eerste thema ga je op zoek naar het antwoord op de vraag
'Economie: waar gaat het over?'
Geld speelt in de economie een belangrijke rol. Economen bestuderen hoe mensen omgaan met geld.
Hoe mensen aan geld komen en welke keuzen ze maken bij het uitgeven van geld.
Economen zijn ook geïnteresseerd in het inkomen van alle Nederlanders samen, het nationaal inkomen.
Ze bekijken de oorzaken van inkomensverschillen en hoe deze verschillen vergroot of verkleind kunnen worden.
Bekijk (een stukje van) deze video.
Eindopdracht
De eindopdracht van dit thema heeft als titel 'Inkomens in Nederland'.
Je bestudeert bronnen, beantwoord vragen en maakt samen met een klasgenoot een poster met antwoord op de vraag: 'Zijn de inkomens in Nederland eerlijk verdeeld?'
Naast de eindopdracht vind je bij de afsluiting ook een overzicht van alle Kennisbankitems van dit thema plus een begrippenlijst, een diagnostische toets, examenvragen en een aantal vragen die je helpen bij het terugkijken op het thema.
Genoeg te doen. Aan de slag!
Wat kan ik straks?
Aan het eind van het thema kun je:
de definitie van geld geven.
(met behulp van voorbeelden) uitleggen waar het vak economie over gaat.
werken met grote getallen op je rekenmachine.
de begrippen behoeften en middelen omschrijven en uitleggen waarom je moet kiezen.
omschrijven wat bedoeld wordt met welvaart en het verschil uitleggen tussen welvaart en welzijn.
voorbeelden geven van vrije en economischeproducten.
(met behulp van voorbeelden) uitleggen wanneer economen producten schaars noemen.
drie verschillende inkomstenbronnen noemen.
een percentage van een bedrag uitrekenen en uitrekenen hoeveel procent een bedrag is.
(met behulp van voorbeelden) duidelijk maken wat het verschil is tussen een primair inkomen en een secundair inkomen.
voorbeelden van inkomens in natura noemen.
omschrijven wat bedoeld wordt met het nationaal inkomen van een land.
uitleggen hoe je het nationaal inkomen per hoofd van de bevolking uitrekent en kun je uitleggen dat het nationaal inkomen per hoofd van de bevolking een maat voor de welvaart van een land is.
drie verschillende oorzaken voor inkomensverschillen noemen.
uitleggen wat bedoeld wordt met nivelleren en denivelleren.
twee (overheids)maatregelen noemen die een (de)nivellerend effect hebben.
Wat ga ik doen?
Het thema Wat is economie? bestaat uit de volgende onderdelen:
Activiteit
Aantal lessen
Inleiding
0,5
Wat kan ik straks?
Wat ga ik doen?
Opdracht: Geld en economie
2
Opdracht: Economie en welvaart
2
Opdracht: Inkomen en economie
2
Opdracht: Het nationaal inkomen
2
Afsluiting
Samenvattend
0,5
Eindopdracht
2
D-toets
0,5
Examenvragen
1
Terugkijken
0,5
Totaal:
13
Opdrachten
Hieronder vind je de opdrachten die horen bij dit thema.
Maak je keuze.
middelen
alles waarmee je in je behoeften kunt voorzien.
welvaart
de mate waarin je in je behoeften kunt voorzien.
economie
gaat over kiezen. Economen bestuderen hoe wordt omgegaan met geld.
vrije producten
producten waarvoor je niet hoeft te betalen.
economische producten
producten waar je wel voor moet betalen.
schaars
producten zijn schaars als je er voor moet betalen.
inkomstenbronnen
manieren om een inkomen te verkrijgen.
primair inkomen
het geven van voedsel, kleding en medicijnen in een noodsituatie.inkomen waarvoor je een prestatie hebt geleverd.
secundair inkomen
inkomen waar je geen prestatie voor geleverd hebt.
inkomen in natura
inkomen dat in goederen of diensten is betaald.
nationaal inkomen
som van de inkomens van alle inwoners van één land in één jaar.
inkomensverschillen
niet iedereen verdient evenveel
nivelleren
het verkleinen van inkomensverschillen.
denivelleren
het vergroten van inkomensverschillen.
Eindopdracht
Je maakt samen met een klasgenoot een poster. Op de poster komt een tabel met beroepen met inkomens.
Op de poster geef je antwoord op de vraag: 'Zijn de inkomens in Nederland eerlijk verdeeld?'
Inleiding
Een voetballer van Ajax verdient veel meer dan de minister-president.
De directeur van AH verdient wel 100 keer het salaris van een vakkenvuller.
Zijn die verschillen in inkomen te groot of juist te klein?
Bekijk onderstaand filmfragment.
Aan de slag
Bekijk de bron 'Inkomens in Nederland'.
In deze bron zie je hoeveel gezinnen een bepaald inkomen verdienen.
Aantal gezinnen
Gemiddeld inkomen
660.000
€ 15.000,-
3.550.000
€ 25.000,-
1.932.000
€ 35.000,-
548.000
€ 45.000,-
154.000
€ 60.000,-
152.000
€ 90.000,-
Beantwoord de volgende vragen over de bron 'Inkomens in Nederland'.
Hoeveel gezinnen hebben een gemiddeld inkomen van € 15.000,-?
Verdienen die gezinnen allemaal precies € 15.000,-?
Welk gemiddeld inkomen komt het meest voor?
Bekijk ook de bron 'Salarissen'.
In die bron zie je van een aantal beroepen het jaarinkomen.
beroep
jaarinkomen
beroep
jaarinkomen
Arts
€ 91.000,-
Gezinsverzorgster
€ 19.000,-
Automonteur
€ 16.500,-
Groenteman, eigen bedrijf
€ 31.000,-
Bakker, eigen bedrijf
€ 32.000,-
Hartchirurg
€ 195.000,-
Bedrijfsleider
€ 65.000,-
Journalist
€ 39.000,-
Buschauffeur
€ 19.700,-
Kapster
€ 24.500,-
conrector school VO
€ 52.000,-
Kolonel landmacht
€ 70.000,-
Dierenarts
€ 68.000,-
Leraar vmbo
€ 40.000,-
Dierenartsassistent
€ 19.000,-
Notaris
€ 142.000,-
Fysiotherapeut
€ 49.000,-
Pompbediende
€ 14.500,-
Gezagvoerder Boeing
€ 198.000,-
Verpleegkundige
€ 27.500,-
Hoeveel verdient een kapster?
Welk beroep in de lijst heeft het hoogste inkomen?
In de tabel zijn al twee beroepen ingevuld. Kijk of dat goed is gedaan.
Vul in de tabel nog enkele beroepen in. Zorg dat je in iedere rij minimaal twee beroepen hebt.
Eindproduct
Je gaat aan de slag met het eindproduct een poster over de inkomensverdeling in Nederland.
Op de poster komt in ieder geval:
Titel
Schrijf bovenaan de titel.
Tabel
Plak de tabel die je in stap 2 gemaakt hebt op de poster.
Afbeeldingen
Zoek afbeeldingen van enkele beroepen. Plak de afbeeldingen op de poster.
Conclusie
Geef op je poster jouw antwoord op de vraag:
'Zijn de inkomens in Nederland eerlijk verdeeld?'.
Klaar?
Laat je poster beoordelen door je docent.
Je docent gebruikt de beoordelingscriteria uit de gereedschapskist.
Op een informatieve poster kun je laten zien wat de belangrijkste delen van de lesstof zijn. Ook kun je weergeven hoe bepaalde delen zich tot elkaar verhouden.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Examenvragen
Op deze pagina vind je enkele examenvragen uit examens van vorige jaren.
De vragen sluiten zo goed mogelijk aan bij dit thema.
Maak bij het beantwoorden ook gebruik van wat je al eerder geleerd hebt.
Als je de vraag niet kunt beantwoorden, probeer het dan later opnieuw.
Nadat je de vragen beantwoord hebt, kun je de vraag zelf nakijken en je score aangeven.
Meer oefenen?
Wil je meer oefenen met examens? Ga dan naar ExamenKracht.
Terugkijken
Intro
Lees de intro van deze opdracht nog eens door.
Vind je het een goede intro om de opdracht mee te beginnen?
Waarom wel of waarom niet?
Kan ik wat ik moet kunnen?
Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
Ga per leerdoel na of je het leerdoel wel of niet gehaald hebt.
Hoe ging het?
Tijd
Bij de activiteiten stond dat je zo'n 13 uur met dit thema bezig zou zijn.
Klopt dat ongeveer? Als je meer tijd met het thema bezig bent geweest, probeer dan aan te geven wat extra tijd heeft gekost.
Inhoud
Het thema bestaat uit vier opdrachten. Welke opdracht vond je het leukst om te doen?
En welke vond je het minst leuk? Schrijf op waarom je deze opdracht niet zo leuk vond.
Eindopdracht
Heb je de poster gemaakt? Wat vond je van de opdracht?
Past de opdracht goed bij het thema?
D-toets
Wat was je score voor de D-toets? Ben je tevreden met die score?
Heb je geleerd van de fouten die je hebt gemaakt?
Examenvragen
Heb je de examenvragen gemaakt? Ging het goed?
Wil je meer oefenen en met recentere examens?
Ga dan naar ExamenKracht.
Het arrangement Thema: Wat is economie? - vmbo-kgt34 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Het thema 'Wat is economie?' is ontwikkeld door auteurs en medewerkers van StudioVO.
Fair Use
In de Stercollecties van StudioVO wordt gebruik gemaakt van beeld- en filmmateriaal dat beschikbaar is op internet. Bij het gebruik zijn we uitgegaan van fair use. Meer informatie: Fair use
Mocht u vragen/opmerkingen hebben, neem dan contact op via de helpdesk VO-content.
Aanvullende informatie over dit lesmateriaal
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Dit thema valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor economie voor vmbo-kgt34. In dit thema geef je antwoord op de vraag: 'Economie: waar gaat het over? Dit thema begint met een inleiding, vervolgens komen de leerdoelen, en daarna wat je gaat doen in dit thema. Dan kom je bij de opdrachten die horen bij dit thema, dit zijn: Geld en economie, Economie en welvaart, Inkomen en economie & Het nationaal inkomen. Begrippen die hier belangrijk zijn: behoeften, geld, welvaart, middelen en schaars. De eindopdracht van dit thema is een poster maken over de inkomensverdeling in Nederland. Na de eindopdracht komt een D-toets, hier worden acht meerkeuzevragen gesteld over het thema: Wat is economie? Vervolgens worden er nog verschillende examenvragen weergegeven die horen bij dit thema. Dit thema eindigt met het terugkijken op dit thema, dus hoe ging het? en kan ik wat ik moet kunnen?
Dit thema valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor economie voor vmbo-kgt34. In dit thema geef je antwoord op de vraag: 'Economie: waar gaat het over? Dit thema begint met een inleiding, vervolgens komen de leerdoelen, en daarna wat je gaat doen in dit thema. Dan kom je bij de opdrachten die horen bij dit thema, dit zijn: Geld en economie, Economie en welvaart, Inkomen en economie & Het nationaal inkomen. Begrippen die hier belangrijk zijn: behoeften, geld, welvaart, middelen en schaars. De eindopdracht van dit thema is een poster maken over de inkomensverdeling in Nederland. Na de eindopdracht komt een D-toets, hier worden acht meerkeuzevragen gesteld over het thema: Wat is economie? Vervolgens worden er nog verschillende examenvragen weergegeven die horen bij dit thema. Dit thema eindigt met het terugkijken op dit thema, dus hoe ging het? en kan ik wat ik moet kunnen?
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Wat is economie?
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.