Thema: Wij en zij - vmbo12

Thema: Wij en zij - vmbo12

Thema Wij en Zij

Inleiding

Je gaat beginnen aan het thema Wij en Zij.
In dit thema kom je meer te weten over:

  • Klompen en molens
    Nederland bestaat natuurlijk uit meer dan alleen typisch Nederlandse producten en gebeurtenissen. In Nederland bestaan meerdere culturen en leefstijlen naast elkaar. Hoe de wereld is ingedeeld in cultuurgebieden lees je hier.
  • Nederlanders van overal
    Nederland heeft een multiculturele samenleving. Er wonen meer dan 190 nationaliteiten. De mensen zijn hier als gastarbeider of vluchteling gekomen, maar ook als immigranten uit voormalig Indonesië en Suriname.
  • Overal Nederlanders
    Vooral in de vijftiger jaren emigreerden veel Nederlanders op zoek naar een beter bestaan. Ook tegenwoordig emigreren mensen om economische, sociale, politieke of persoonlijke redenen. Naast verre landen als Australië en Nieuw-Zeeland zijn ook België en Duitsland in trek bij emigranten.
  • Jeugdculturen
    Naast verschil in culturen bij volwassenen zijn er ook jeugdculturen die onderling verschillen.
    Zelfs in je eigen klas heb je verschil in culturen.
    Tien omschrijvingen van jeugdculturen geven een indruk hoe deze culturen leefden (en nog leven) aan het eind van vorige eeuw.

Introductie - opdracht

Thema 'Wij en zij' gaat onder meer over emigratie en immigratie.

Mensen die naar Nederland emigreren krijgen te maken met typisch Nederlandse zaken en tradities.

Hier zie je een aantal voorbeelden van typisch Nederlandse tradities.
Kun jij de lijst aanvullen?

Wat kan ik straks?

In de tabel vind je de leerdoelen van dit thema.
Per leerdoel is aangegeven welke opdracht erbij hoort.

Leerdoel Opdrachten
Je kunt de begrippen cultuur en cultuurgebied omschrijven. Klompen en molens
Je kunt minimaal drie voorbeelden noemen van typisch Nederlandse tradities of gewoontes. Klompen en molens
Je kunt omschrijven wat wordt bedoeld met: 'Nederland is een multiculturele samenleving'. Nederlanders van overal
Je kunt drie verschillende groepen immigranten omschrijven die in Nederland zijn komen wonen. Geef per groep ook een reden waarom ze naar Nederland gekomen zijn. Nederlanders van overal
Je kunt benoemen om welke redenen mensen willen emigreren. Noem minstens twee voorbeelden. Overal Nederlanders

Je kunt uitleggen wat wordt bedoeld met push factoren en pull factoren.

Overal Nederlanders
Je kunt omschrijven wat wordt bedoeld met een jeugdcultuur. Jeugdculturen
Je kunt herkennen dat jeugdculturen onderling ook verschillen. Je kunt minimaal twee voorbeelden geven. Jeugdculturen

 

Wat ga ik doen?

Het thema 'Wij en zij' bestaat uit de volgende onderdelen:

Onderdeel Tijd in lesuren Eindproduct
Inleiding 0,5 -
Opdracht: Klompen en molens 2-3      Spel
Opdracht: Nederlanders van overal       2 Collage
Opdracht: Overal Nederlanders 2 Wereldkaart
Opdracht: Jeugdculturen 2 Kwartetspel
Afsluiting 4 Interview
Totaal 13 à 14  


De tijd is een indicatie en afhankelijk van de keuze van de eindopdracht.  

Opdrachten

Klompen en molens

Klompen en molens

Intro

In het buitenland wordt Nederland omschreven als het land van de klompen, molens en tulpen.

Natuurlijk zijn er veel meer typisch Nederlandse zaken en tradities.

Bekijk de video van Schooltv over het ontstaan van Koningsdag.

Wat is typisch Nederlands tijdens de viering van Koningsdag?
Noem twee voorbeelden.

Wat kan ik straks?

Leerdoelen
Aan het eind van deze opdracht kun je:

  • het begrip cultuur omschrijven.
  • minimaal drie verschillende cultuurgebieden noemen.
  • minimaal drie zaken of gebeurtenissen noemen die typisch Nederlands zijn.

Wat ga ik doen?

Activiteiten
De activiteiten in deze opdracht dragen bij tot het volgende leerdoel:
Je kunt beschrijven wat wordt bedoeld met cultuur en cultuurgebieden.

Aan de slag
Stap Activiteit
Stap 1 Je leert het begrip cultuur en wat cultuurgebieden zijn. Je bekijkt een video en maakt een oefening over cultuurgebieden.
Stap 2

en

Je leert wat wordt verstaan onder typisch Nederlands. Je maakt een lijstje van typisch Nederlandse zaken aan de hand van een aantal vragen. Je zoekt er afbeeldingen bij. Je vergelijkt je lijstje met dat van een klasgenoot.
Afronding
Onderdeel Activiteit
Begrippen De begrippen hebben te maken met cultuur.
Eindopdracht Je maakt samen met een klasgenoot een spel wat met 'typisch Nederland' te maken heeft. Jullie maken een spel naar keuze.
Terugkijken Terugkijken op de opdracht.


Benodigdheden
Afhankelijk van het eindproduct dat je kiest.

Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer 2 uur nodig.

Aan de slag

Stap 1: Wat is cultuur?

Aziatische dans

Een cultuur is het geheel van gedragsregels, tradities, taal, religie, mode, muziek, eten, dans, media etc.
Het betekent trouwens niet dat iedereen die tot dezelfde cultuur hoort hetzelfde eet, zich hetzelfde kleedt of dezelfde ideeën heeft.

Bekijk de video over de veelzijdigheid van cultuur.
Kun je na het bekijken een paar vormen van cultuur opnoemen?

Bestudeer de pagina 'Cultuurgebieden' uit de Kennisbank.

Cultuurgebieden


Een cultuurgebied is een gebied waarin de bewoners dezelfde cultuur met elkaar delen.
Op het kaartje zie je een indeling van de wereld in acht verschillende cultuurgebieden.



In de opdracht over de acht cultuurgebieden staan een aantal landen.
Verdeel ze over de juiste cultuurgebieden.

Stap 2: Typisch Nederlands

Klompen, molens en tulpen zijn typisch Nederlands.
Er zijn wel meer zaken, gewoontes en dingen die je 'typisch Nederlands' kunt noemen.
Ze komen ook elders voor, maar zijn wel typerend voor de Nederlandse cultuur en de Nederlanders zelf.

Wat is volgens jou typisch Nederlands?
Maak deze opdracht.

 

Afronding

Begrippen

Cultuurgebieden

 

Cultuur
Het geheel van gedragsregels, tradities, taal, religie, mode, muziek, eten, dans, media etc. die mensen met elkaar delen.
Cultuurgebied
Een gebied waar mensen kenmerken met elkaar gemeen hebben op het gebied van geloof, muziek, kleding, taal en andere zaken.

Eindopdracht: Spel maken

In de eindopdracht gaan jullie een spel maken, wat te maken heeft met 'typisch Nederland'.
Maak dit spel samen met een klasgenoot.

Neem je lijstje en afbeeldingen uit Stap 2 erbij.
Wat voor soort spel het wordt, mogen jullie zelf kiezen.
Jullie kunnen een quiz maken, maar het kan ook een 'Mens erger je niet-' of 'Ganzenbord'-spel worden.

Zorg dat in het spel allerlei weetjes over de Nederlandse cultuur aan bod komen.
Zorg dat jullie ook duidelijke spelregels bij het spel maken.
Hoe je een spel kan maken, wordt ook uitgelegd in de Gereedschapskist.

Klaar?
Probeer het spel uit door het met een aantal klasgenoten te spelen.
Natuurlijk spelen jullie ook het spel dat zij gemaakt hebben.
Pas het spel eventueel nog iets aan.

Beoordeling
Laat het spel beoordelen door jullie docent.
Jullie docent zal kijken naar de inhoud, de spelregels én de vormgeving.

Spel maken

Een spel is een creatieve manier om informatie te presenteren. Een deel van de lesstof verwerk je in een spel en door deze te spelen onthoud je de kennis beter. Er zijn veel verschillende soorten spellen waarin je informatie kunt verwerken. Denk bijvoorbeeld aan ganzenbord, memory, galgje, een kaartspel, een dominospel, enzovoorts.

 

Terugkijken

Intro

  • Lees de intro van deze opdracht nog eens door.
    Kun je een voorbeeld geven van iets wat typisch met Koningsdag te maken heeft?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je het begrip cultuur beschrijven?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 2 uur met de opdracht bezig zou zijn. Klopt dat?
    Had je voldoende tijd om een spel te maken en ook uit te proberen?
  • Inhoud
    Wist je al veel over cultuur en cultuurgebieden? Schrijf op wat nieuw voor je was.

Nederlanders van overal

Nederlanders van overal

Intro

Nederland is een multiculturele samenleving.
Dit betekent dat er in Nederland meerdere culturen naast elkaar bestaan.

In Nederland wonen immigranten uit zo’n 190 verschillende landen. Elke groep mensen heeft zijn eigen cultuur en leefstijl.

Multicultureel in Nederland is ook muziek en dans.
Naast verschillende nationaliteiten zie je in de video van Schooltv ook verschillende muziekinstrumenten.
Herken je er minimaal twee?

Wat kan ik straks?

Leerdoelen
Na deze opdracht kun je:

  • omschrijven wat een multiculturele samenleving is.
  • aangeven uit welke landen veel immigranten naar Nederland zijn gekomen.
  • van drie verschillende groepen immigranten aangeven waarom ze naar Nederland zijn gekomen.

Wat ga ik doen?

Activiteiten
De activiteiten in deze opdracht dragen bij tot het volgende leerdoel:
Je kunt benoemen wat een multiculturele samenleving is en waarom immigranten zich in Nederland hebben gevestigd.

Aan de slag
Stap Activiteit
Stap 1 en Je leert dat er een multiculturele samenleving is. In de opdracht maak je een virtuele wandeling. Je maakt een lijstje van alle nationaliteiten die je tijdens je wandeling tegenkomt. Je vergelijkt je lijstje met dat van een klasgenoot.
Stap 2 Je leert waarom immigranten naar Nederland zijn gekomen. Je bekijkt een video over het ontstaan van de multiculturele samenleving en beantwoordt er vragen over.
Stap 3 Je leest waarom vluchtelingen naar Nederland komen. Je kijkt er twee video's over en zet in een opdracht zinnen in de juiste volgorde.
Stap 4 Je leest waarom immigranten uit Indonesië en Suriname naar Nederland kwamen. Je vult een sleeptekst aan over dit onderwerp.
Afronding
Onderdeel Activiteit
Begrippen De begrippen gaan over multicultureel en immigratie.
Eindopdracht Je maakt een collage over de multiculturele samenleving in Nederland.
Terugkijken Terugkijken op de opdracht.


Benodigdheden
Materiaal voor het maken van een collage.

Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer 2 uur nodig.

Aan de slag

Stap 1: Multiculturele samenleving

In Nederland wonen mensen uit verschillende culturen naast elkaar.
Nederland heeft een multiculturele samenleving.
Mensen die vanuit een ander land naar Nederland komen, brengen hun eigen gewoontes en tradities mee.

Eet je wel eens gerechten zoals nasi, roti, shoarma of döner kebab?
Het zijn gerechten die immigranten hebben meegenomen naar Nederland.

Maak de volgende opdracht.
Het lijstje wat je gaat maken kun je gebruiken in de eindopdracht.

Stap 2: Verschillende culturen

Er zijn in de Nederlandse samenleving veel verschillende culturen aanwezig.
Deze ‘mengeling’ is in de loop van de geschiedenis ontstaan.

Bestudeer in de Kennisbank Grenzen en Cultuur deze pagina.

Migratiemotieven


Bekijk de video over hoe de multiculturele samenleving is ontstaan.
Beantwoord daarna de vragen.

 

 

Stap 3: Vluchtelingen

Er zijn niet alleen mensen uit de oude koloniën en gastarbeiders in Nederland komen wonen.
Ook vluchtelingen zoeken hier een nieuwe woonplaats.

Bestudeer in de Kennisbank de pagina over Vluchtelingen.

Vluchtelingen

 

Bekijk de volgende video's over vluchtelingen.
Waar worden vluchtelingen in eerste instantie ondergebracht als ze Nederland binnenkomen?

Video: Opvang van vluchtelingen


Video: Vluchtelingen in Nederland


Maak de volgende opdracht over vluchtelingen.

Stap 4: Afkomstig van koloniën

Tussen 1945 en nu zijn er verschillende groepen immigranten naar Nederland gekomen.
Sommige kwamen uit de Nederlandse koloniën (Indonesië, Suriname).
Toen deze overzeese gebieden zelfstandig werden, kwamen ze naar Nederland.
Anderen kwamen hier om te werken.

Bekijk de video, waarin alles nog een keer wordt samengevat.
Maak daarna de opdracht.

Video: Immigratie van vroeger en nu

Afronding

Begrippen

Migratiemotieven

Vluchtelingen

Multicultureel
Multicultureel is het idee dat verschillende culturen (uit verschillende landen) vreedzaam naast elkaar bestaan en leven. We hebben het dan over mensen met verschillende culturele achtergronden.
Migratiemotief
Reden waarom een persoon verhuist.
Vluchteling

Mensen die vanwege economische, politieke, etnische of religieuze redenen uit hun eigen land moeten vertrekken.

Gastarbeiders
Met gastarbeiders worden in Nederland werkende mensen bedoeld die tijdelijk naar een ander land komen om daar arbeid te verrichten. De beweegredenen zijn vrijwel altijd economisch: er is te weinig werk in het thuisland en er is een tekort aan arbeiders in het gastland.
Immigrant
Een immigrant is iemand die uit een land komt en zich voor langere tijd in een ander land vestigt.
Dat kan zijn vanwege economische, sociale of politieke reden.

 

 

Eindopdracht: Collage maken

Als afsluiting van deze opdracht maak je samen met een klasgenoot een collage.
Je maakt de collage op een vel A3 papier.
De collage laat zien dat er in Nederland een multiculturele samenleving is.

Zoek afbeeldingen, knipsels of foto's over tradities, leefstijl, eten, muziek, dans, etc. van diverse cultuurgroepen binnen Nederland.
Print of knip deze uit en plak ze op je collage. Je kunt er ook iets bijschrijven.

Kijk voor tips hoe je een collage maakt in de gereedschapskist.

Klaar?
Bekijk in de gereedschapskist de beoordelingscriteria voor het maken van een collage.
Lever de collage daarna in bij je docent. Hij/zij zal bij de beoordeling letten op:

  • Is voldoende zichtbaar dat het om een multiculturele samenleving gaat.
  • Is er voldoende variëteit in afbeeldingen en tekst.
  • Is de collage met zorg gemaakt en op tijd ingeleverd.

Collage maken

Een collage bestaat uit knipsels die op een ander papier geplakt zijn en samen een nieuwe afbeelding vormen.

 

Terugkijken

Intro

  • Lees de intro van deze opdracht nog eens door.
    Kun je een paar nationaliteiten noemen, die zich in Nederland gevestigd hebben?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je een reden noemen waarom Indonesiërs en Surinamers zich hier hebben gevestigd?

Hoe ging het?

Inhoud

  • Wist je al veel over multiculturele samenleving en immigratie?
    Schrijf op welke informatie nieuw voor je was.
  • Eindopdracht
    Wat vond je van de eindopdracht?
    Is het gelukt een collage te maken waarop de multiculturele samenleving in Nederland voldoende zichtbaar is?

Overal Nederlanders

Overal Nederlanders

Intro

Emigreren is wel wat anders dan verhuizen.
Je verkoopt je huis, zegt je baan op, laat familie en vrienden achter om een bestaan op te bouwen in een ander land.

Op de site Emigreren.nu vind je een aantal verhalen over mensen die zijn geëmigreerd.

Lees een paar verhalen.
Naar welk land zou je wel willen verhuizen en waarom?

In Stap 1 ga je met een klasgenoot bespreken waarom je juist voor dat land kiest.

Wat kan ik straks?

Leerdoelen
Aan het eind van deze opdracht kun je:

  • herkennen om welke redenen mensen willen/gaan emigreren.
  • een paar landen noemen waar naartoe mensen bij voorkeur emigreren.
  • uitleggen wat wordt bedoeld met push factoren en pull factoren.
  • twee voorbeelden noemen van push en pull factoren.

Wat ga ik doen?

Activiteiten
De activiteiten in deze opdracht dragen bij tot het volgende leerdoel:
Je kunt uitleggen wat wordt bedoeld met push en pull factoren en er voorbeelden van geven.

Aan de slag
Stap Activiteit
Stap 1 en Je bekijkt een video over Erik die met zijn familie naar Noorwegen is geëmigreerd. Je bespreekt met een klasgenoot waarom je naar een bepaald land wilt emigreren en wat de voor- en nadelen zijn.
Stap 2 Je bekijkt een grafiek over emigratie en immigratie en beantwoordt er vragen over.
Stap 3 Je bekijkt een video over de grootscheepse emigratie in de jaren 50 en beantwoordt er vragen over.
Stap 4 Je maakt een opdracht. Aan de hand van een tabel met favoriete emigratielanden kleur je een wereldkaart in. Je gebruikt deze wereldkaart voor je eindopdracht.
Stap 5 en Je leert over push en pull factoren. Je bestudeert de Kennisbank. Je kunt aan de hand van situaties beoordelen of het een pull of push factor is. Je bespreekt je resultaten met een klasgenoot.
Afronding
Onderdeel Activiteit
Begrippen De begrippen gaan over emigratie.
Eindopdracht Je gaat de wereldkaart die je bij stap 4 hebt gemaakt verder afmaken. Je zoekt er afbeeldingen bij en schrijft er een emigratiemotief bij.
Terugkijken Terugkijken op de opdracht.


Benodigdheden
Geen bijzonderheden.

Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer 2 uur nodig.

Aan de slag

Stap 1: Emigreren

Emigreren betekent dat je naar het buitenland verhuist.
Regelmatig verhuizen er Nederlanders naar andere landen, om verschillende redenen.

Bekijk de video over Erik die met zijn familie naar Noorwegen is geëmigreerd.
Waar heeft Erik het meeste moeite mee nadat hij in Noorwegen is komen wonen?

Video: Emigreren


Naar welk land zou jij willen emigreren?
Wat zouden voor jou de voordelen zijn om daar te gaan wonen?
Zijn er ook nadelen?

Vergelijk jouw antwoorden met die van een klasgenoot.
Zijn er verschillen? Bespreek ze samen.

Stap 2: Emigratiecijfers

Gegevens over de bevolking worden bijgehouden door het Centraal Bureau Statistiek.
Zij houden ook bij hoeveel Nederlanders er ieder jaar immigreren en emigreren.


Bekijk de grafiek in de opdracht  en beantwoord de vragen.

 

Stap 3: Emigratie vroeger en nu

Vijftig jaar geleden vond er een grote uittocht uit Nederland plaats.
Veel Nederlanders emigreerden naar bijvoorbeeld Amerika, Nieuw-Zeeland of Australië om daar een nieuw bestaan op te bouwen.

Bekijk de video over de redenen van deze grootscheepse verhuizing.
Beantwoord daarna de vragen.
 

Stap 4: Overal Nederlanders

Huis in Nieuw-Zeeland

Er zijn veel verschillende landen waar Nederlanders naartoe emigreren.

Maak de volgende opdracht.
De wereldkaart die je gaat inkleuren, bewaar je voor je eindopdracht.

Stap 5: Verschillende motieven

Er zijn veel verschillende redenen waarom mensen emigreren.
Soms is de situatie in het land waar zij wonen de reden dat zij willen vertrekken.
Dit noem je een push factor ('duw factor').

In andere gevallen kunnen de mogelijkheden van het land waar ze naartoe willen de doorslag geven.
Dit zijn pull factoren ('trek-factor').

Bestudeer in de Kennisbank de pagina's

  • Migratie
  • Push en pull factoren

 

Migratie


Maak de volgende opdracht.

Afronding

Begrippen

Migratie

Emigratie
Iemand vertrekt uit een land of gebied om zich ergens anders te vestigen.
Immigratie
Iemand komt in een land of gebied om zich daar te vestigen.
Vestigingsfactor
Positieve reden om naar een gebied te verhuizen (ook wel pull factor genoemd).
Vertrekfactor
Negatieve reden om uit een gebied te vertrekken (ook wel push factor genoemd).
Migratie(saldo)
Het verschil tussen immigratie en emigratie. Bij een positief migratiesaldo is er sprake van een vestigingsoverschot.

 

 

Eindopdracht: Kaart

Als eindproduct van deze opdracht ga je de wereldkaart die je in Stap 4 gemaakt hebt, verder afmaken.

Op de kaart heb je al een aantal landen een kleurtje gegeven. Je kunt de kaart afmaken door:

  • bij een aantal (de belangrijkste) landen een afbeelding of foto zoeken, die iets met emigratie te maken heeft (denk aan de push en pull factoren).
  • op een apart vel of onder de kaart een korte tekst te schrijven.
    Daarin leg je uit, wat in het algemeen het motief is van mensen om naar dit land te emigreren.
    Je kunt eventueel wat informatie googlen (zoek op: emigratie of de naam van het land).


Overleg met je docent:
Heb je nog tijd over? Schrijf ook bij een aantal andere landen een korte uitleg,
waarin je uitlegt waarom mensen naar dit land emigreren.

Klaar?
Bekijk nog even de beoordelingscriteria in de gereedschapskist.
Lever je wereldkaart in bij je docent.

Beoordeling
De docent beoordeelt je kaart en let op de volgende punten:

  • Zijn alle landen uit de tabel van Stap 4 op de kaart aangegeven?
  • Zijn de landen voorzien van een kleurtje?
  • Hebben de afbeeldingen/foto's met emigratie te maken?
  • Bevatten de verhaaltjes de juiste emigratiemotieven?
  • Is de kaart met zorg gemaakt?

Kaart tekenen

Op een kaart kun je aangeven waar een gebeurtenis heeft plaatsgevonden of gaat plaatsvinden.  

 

Terugkijken

Intro

  • Lees de intro van deze opdracht nog eens door.
    Naar welk land zou je willen emigreren? Kun je uitleggen waarom?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je een voorbeeld geven van een push factor en een pull factor?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 2 uur met de opdracht bezig zou zijn. Had je voldoende tijd om alle opdrachten en de wereldkaart te maken?
     
  • Eindopdracht
    Wat vond je van de eindopdracht?
    Heb je bij een aantal landen een goed emigratiemotief kunnen vinden?

Jeugdculturen

Jeugdculturen

Intro

Cultuur is de manier waarop mensen leven.
In Nederland hebben veel jongeren ook een eigen cultuur, een jeugdcultuur.
Ze onderscheiden zich vaak door hun muziekkeuze, manier van kleden, opvattingen of interesses.

Kun je 3 voorbeelden noemen van een trend bij jongeren? 
(Dat kan iets zijn op het gebied van muziek, social media, mode)

Vergelijk jouw voorbeelden met die van je klasgenoot.
Hebben jullie verschillende trends genoemd?
Bespreek samen welke trend echt typerend is voor deze tijd.

 

Wat kan ik straks?

Leerdoelen
Na deze opdracht kun je:

  • omschrijven wat wordt bedoeld met een jeugdcultuur.
  • herkennen dat er ook binnen jeugdculturen verschillen bestaan.
  • kenmerken omschrijven van minimaal twee jeugdcultuurgroepen.

Wat ga ik doen?

Activiteiten
De activiteiten in deze opdracht dragen bij tot het volgende leerdoel:
Je kunt herkennen dat er verschillen bestaan binnen jeugdculturen.

Aan de slag
Stap Activiteit
Stap 1 Je bekijkt samen met een klasgenoot een video over jeugdculturen. Jullie bespreken samen de verschillende culturen binnen jullie klas.
Stap 2 Je leert hoe jongerengroepen zich van elkaar onderscheiden. Je krijgt 10 beschrijvingen van jeugdculturen. Je kiest er een paar uit en leest de informatie. Deze heb je wellicht nodig voor de eindopdracht.
Afronding
Onderdeel Activiteit
Begrippen De begrippen hebben te maken met jeugdcultuur.
Eindopdracht Je maakt samen met een of meerdere klasgenoten een kwartetspel over jeugdculturen. Jullie proberen het spel uit en laat het beoordelen door de docent.
Terugkijken Terugkijken op de opdracht.


Benodigdheden
Materiaal voor het maken van een kwartetspel.

Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer 2 uur nodig.

Aan de slag

Stap 1: Jeugdculturen

De manier waarop mensen leven in Nederland kan erg verschillen.
Er zijn veel soorten culturen in Nederland.
Niet alleen tussen groepen volwassenen zijn er verschillen, ook tussen jongeren.

Kijk samen met een klasgenoot naar de video over cultuurgroepen in Nederland.
Bespreek daarna met je klasgenoot de volgende vragen:

  • Hebben jij en je klasgenoot dezelfde cultuur?
  • Welke culturen komen er in jullie klas voor?
  • Wat zijn belangrijke verschillen tussen de verschillende culturen?


Video: Cultuurgroepen in Nederland

 

 

Stap 2: Van gabbers tot hiphoppers

Een jeugdcultuur is niet zomaar een jongerengroep.
Het is een jongerengroep die zich vaak onderscheidt door kenmerken als taalgebruik, kleding, lichaamsversiering (kapsels, tattoo's, piercings) en muziek.
Jeugdculturen kunnen voor jongeren een middel zijn om een (sociale) identiteit te ontwikkelen.

Er zijn verschillende soorten jeugdculturen.
Hieronder zie je tien beschrijvingen van jeugdculturen.
Deze jeugdculturen bestaan sinds de eindjaren van de vorige eeuw.

Kies twee of drie beschrijvingen uit en scan voor jezelf de informatie.

Gabbers: Jeugdcultuur van kaalhoofdige hardcoredansers in trainingspakken.

De gabbercultuur ontstond in de jaren 90 in Nederland.
Gabber was toen erg populair, dankzij bijvoorbeeld DJ Paul Elstak en Charlie Lownoise en Mental Theo.
Over gabbers bestaan veel misverstanden en vooroordelen: ze zouden racistisch zijn en veel drugs gebruiken.
Dat kan natuurlijk niet zonder meer van alle gabbers gezegd worden.
Wat alle gabbers met elkaar gemeen hebben is hun liefde voor hardcoremuziek.
Dit is een soort housemuziek maar met een veel hoger tempo.
Daardoor moet je op deze muziek heel snel dansen.
De meeste gabbers dansen op deze muziek door hun benen naar voren te schoppen (hakkuh).
Daarbij gebruiken ze de armen vaak om te zwaaien of te wijzen.

Uiterlijk
Omdat het lekker zit bij het dansen dragen veel gabbers daarbij een trainingspak en sportschoenen.
Ook scheren sommige gabbers hun hoofd kaal, zodat het tijdens het dansen niet in de ogen kan komen.
Vrouwelijke gabbers hebben hun haar vaak in een strakke staart.
Het uiterlijk van een gabber is dus op het dansen aangepast.

Drugs
Het is erg vermoeiend om lang op hardcoremuziek te dansen.
Daarom gebruiken sommige gabbers Speed of XTC.
Daardoor kunnen ze langer doorgaan zonder moe te worden.
Dit wordt echter lang niet door alle gabbers gedaan.

Aandacht
De gabbercultuur is nu niet zo populair meer.
De afgelopen tijd is de gabbercultuur vooral op een negatieve manier in de media gekomen.
Gabbers worden vanwege hun uiterlijk vaak voor neonazi’s aangezien.
Doordat sommige gabbers kaal zijn, Lonsdale-kleding dragen met soms een Nederlandse vlag erop,
denken mensen dat ze tegen buitenlanders zijn.

Niet alle gabbers gaan evenveel mee in de kenmerken die hierboven staan.
Sommige houden alleen van de muziek en doen er verder niets mee.
De meeste gabbers worden dan ook niet graag geassocieerd met skinheads.

 

Gothic: Zwarte kleding, make-up, hoog opgetoupeerde kapsels en een niet-actieve houding.

Gothic, niet te verwarren met gotiek (een bouwstijl van de twaalfde tot de vijftiende eeuw), verwijst naar de 'gothic novel': een romantisch genre in de Engelse literatuur.
Dit genre valt op door zijn nadruk op duisternis, mysterie en griezelverhalen.
Romantiek en pijn in combinatie met een interesse voor het mystieke en occulte zijn de kenmerken van gothic.
Het imago speelt een grote rol bij gothic: veelal zwarte kleding, make-up, hoog getoupeerde kapsels en een niet-actieve houding.

Muziek
De kenmerken van de gothic-muziek zijn duidelijk:
duistere, occulte teksten, breed uitwaaierende gitaren, trage, galmende ritmes en een sinistere grafstem of een hoge operastem.
Bekende Gothic-bands zijn: Nightwish, Sisters of Mercy, Bauhaus, Cyborg Attack, Suicide Commando,
Diary of dreams, Diorama, Death in June, Current 93, Ostara, Converter, Morgenstern.
De Nederlandse koploper binnen dit genre is Within Temptation.
Met de single Ice Queen stond deze band hoog in de hitparades.

Ontstaan
In Nederland ontstond de Gothic-scene in de jaren tachtig van de twintigste eeuw.
De beweging waaide over uit Engeland.
Sombere teksten, trage, galmende ritmes en bombast waren de belangrijkste kenmerken van bands als Sisters of Mercy, Killing Joke, Joy Division, Depeche Mode of Bauhaus.
De bloeiperiode was intens maar kort. Halverwege de jaren tachtig verloor de stroming aan populariteit.
De scene trok zich terug in het clubcircuit, waar de liefhebbers elkaar sindsdien af en toe ontmoetten op feesten.
In Duitsland trekken duizenden volgelingen elk jaar naar het Wave Gothic Treffen in Leipzig, het grootste festival in dit genre.

Levensstijl
Gothic is meer dan een muziekstroming. Het is een levensstijl, waarin de muziek en het imago worden gekoppeld aan een voorliefde voor romantische horror, fetisjisme of zelfs kinky seks.
Sinds het begin van de jaren negentig van de twintigste eeuw leeft het genre weer enigszins op.
Uit Hollywood komen gotische films als Interview with a Vampire.
Bekende artiesten als Madonna en Nine Inch Nails maken gothic videoclips waarin geflirt wordt met absinth
(een drank die dodelijk kan zijn), kraaien en zwarte magie.
Nederlandse zalen organiseren regelmatig zeer succesvolle Industrial wave parties en Gothic dance nights.
De meeste gothic-liefhebbers dragen donkergekleurde of zwarte kleding.
Nekbanden, piercings, een witgepoederd gezicht, zwarte oogschaduw, het hoort allemaal bij het image van een gothic-liefhebber.

 

Hardrockers: Een nog altijd populaire jeugdcultuur uit de jaren 80.

De hardrockscene is een overblijfsel uit de jaren 80 maar nog steeds zeer populair.
De kledingstijl is niet veranderd: een te vaak gewassen zwart T-shirt met een spijkerbroek of een legerbroek.
Daaronder worden meestal 'legerkisten' gedragen.
Hardrockers hebben vaak lang haar. Ze lijken veel op alto's en worden daar vaak mee verward.
Ze zien er soms ongewassen uit met vies lang haar.

Muziek
Er bestaan veel hardrockcafés, bijv. het commerciële Hard Rock Café.
De muziek bestaat meestal uit gitaar, drum, zang en bas.
De hardrockconcerten en –festivals zoals Woodstock,
Rock Werchter en Lowlands worden door veel mensen bezocht.
Mensen dansen en springen wild, springen van het podium in de menigte (stagediven) of laten zich door het overige publiek op handen dragen (crowdsurfen).
De favoriete muziek is Sepultura, Cradle of Filth, Black Sabbath, the Gathering, Tiamat, Type O Negative, My Dying Bride.

Tijdloos
De verwachting is dat deze jeugdcultuur nog wel enige tijd zal blijven bestaan.
De muziek lijkt relatief tijdloos, omdat er steeds weer nieuwe aanhangers komen van de hardrock.
De muziek is trouwens veel moeilijker te spelen dan muziek uit de latere jeugdculturen.
Daardoor trekt het meer trouwe fans aan.

 

Hippies: De populaire naam voor alternatievelingen; de moderne hippies.

Deze groep bestaat al lang. Het zijn eigenlijk moderne hippies zonder de hippienormen en -waarden.
De alto's houden van dezelfde soort muziek en hebben evenals de hippies een alternatieve kledingstijl.
Hier houdt de vergelijking meteen op. Hippies hadden veel idealen; de alto heeft er bijna geen.
Alto is een afkorting van alternatief. Jongeren die zich alto noemen, willen dus anders zijn dan de rest.
Ze uiten dat vooral in hun uiterlijk. Niet alle alto’s gaan even ver in hun alternatieve stijl, maar een aantal kenmerken kunnen we wel noemen.

Uiterlijk
De kleding is over het algemeen wijd en vaak donker of apart van kleur. Broeken hebben vaak wijde pijpen.
Daaronder worden vaak 'kisten' of 'Dr. Martens' gedragen.
Voor de alto geldt dat het niet uitmaakt, als het maar onconventioneel is.
Datzelfde geldt voor haar en make-up. Hoewel alto’s niet zo radicaal zijn als de punkers, zijn ze wel herkenbaar.
Hun haar is vaak lang (ook bij jongens) en soms gekleurd.
Meisjes en jongens maken soms gebruik van make-up: ze kleuren dan bijvoorbeeld hun ogen en hun nagels zwart. Ze gaan hierin echter niet zover als de gothics.

Details
Alto’s vallen vaak op door details. Ze dragen vaak aparte en opvallende sieraden en piercings.
Of ze vallen op door aparte kledingaccenten; twee verschillende kleuren panty’s, felle schoenveters en broekkettingen in signaalkleuren bijvoorbeeld.

Muziek
Ook in hun muziekvoorkeur willen alto’s anders zijn dan de massa.
Ze trekken zich weinig aan van trends op TMF en luisteren vaak naar rock of grunge.
In discotheken kom je dan ook weinig alto’s tegen. Alto’s zijn wel vaak te vinden op rockconcerten en –festivals, cafés en coffeeshops.
Er wordt door veel alto’s geblowd. Dit doen ze niet zoals de gabbers om extra lang te kunnen dansen,
maar om te ontspannen.

Geen wereldverbeteraars
Alto’s zijn vaak erg bezig met de wereld en de maatschappij.
Ook de dood wordt vaak besproken.
Hier hangt vaak een enigszins pessimistische stemming; de meeste alto’s zijn geen wereldverbeteraars.
Dit pessismisme komt ook vaak terug in de muziek die ze luisteren en maken.
Alto’s hebben vaak een creatieve aanleg en ze zitten dan ook vaak in bandjes of maken tekeningen of schilderijen.

Uitzonderingen
Sommige alto’s zijn alleen alternatief in hun kledingstijl en gaan verder niet mee in de overige kenmerken.
Bovenstaande tekst is dus niet op alle alto’s van toepassing.
Maar het geeft wel een beeld van kenmerken die een alto kan bezitten.

 

Kakkers: Mensen die hun status van zeer welgesteld graag uitdragen.

Sommige welgestelde mensen laten graag merken dat ze het goed hebben.
Dat doen ze dan bijvoorbeeld door hun kleding, eigendommen en sport af te stemmen op hun inkomen.
Zulke mensen worden ook wel kakkers genoemd.

Kakkers kun je vaak herkennen aan hun kleding: een duur merk, bijvoorbeeld Lacoste of McGregor.

Ze hebben rijke ouders en praten bekakt.
Sommige kakkers spreken gewoon Algemeen Beschaafd Nederlands, maar gebruiken in plaats van de gewone 'r' een 'Gooise r'.
Deze klinkt langer en Amerikaanser dan een normale 'r'.
Ze spelen sporten die relatief duur zijn, zoals paardrijden, tennis of hockey.
Over het algemeen maken ze vrienden binnen dezelfde kringen, omdat leden van andere groepen zich niet zo bij hen thuis voelen.

Niet altijd een kakker
Natuurlijk zijn lang niet alle kinderen van rijke ouders kakkers.
Sommige voelen zich helemaal niet thuis tussen merkkleding of dure auto’s en zouden net zo goed bij een andere jeugdcultuur kunnen horen.
En niet alle welgestelden vinden het belangrijk om anderen te laten merken dat ze rijk zijn.
Een kind van rijke ouders is dus niet per se een kakker.

 

Hiphoppers: Jeugdcultuur met geëngageerde rap als muziekuiting.

Bij hiphop denk je waarschijnlijk meteen aan de populaire muziekstijl.
Hiphop is echter meer dan muziek. Hiphop heeft getto’s geholpen zich te emanciperen.
De cultuur heeft ervoor gezorgd dat de onderklasse en mensen uit achterbuurten een stem kregen.
Tegenwoordig is hiphop meer een levensstijl. Hiphop ontstond in de Afro-Amerikaanse wijken van New York in de jaren 70.
De Jamaicaan Kool Herc begon op straatfeestjes met het rijmen van tekst op reggaemuziek.
Ook gebruikte hij hierbij draaitafels. Hij werd de eerste MC: Master of Ceremony.
Hiphopmuziek vindt zijn oorsprong eigenlijk in de bluesmuziek.
Beide hebben een boodschap, alleen wordt deze bij hiphop via rap overgebracht.

Rap
Rappen is het uitspreken van rijmende tekst op de maat van de muziek. Hierbij vindt veel improvisatie plaats.
Rappers kunnen de tekst vaak ter plekke verzinnen. Daarom worden rappers ook wel als woordkunstenaars gezien.
Sommige rappers kunnen zelf voor ritmische begeleiding zorgen door te beatboxen: met hun mond maken ze allerlei geluiden die samen een beat vormen.
Rappers worden ook wel MC’s genoemd.
Er bestaan zelfs wedstrijden waarbij twee MC’s elkaar onder de tafel proberen te rappen.

Breakdancer
De manier van dansen die bij hiphop hoort is breakdance. Het is een manier van dansen waarvoor je heel lenig moet zijn.
Breakdancers draaien op hun hoofd, rug en liggend om hun eigen as.
Breakdancers worden ook wel B-boys en B-girls genoemd.
In het begin werd breakdance gebruikt om geschillen tussen gangs op te lossen.
Het werd vooral op straat gedaan. Tegenwoordig is breakdance een erkende dansstijl.
Er bestaan zelfs dansscholen die breakdanceles geven.

Turntablism
Een ander kenmerk van de hiphopmuziek is het gebruik van draaitafels.
Bij hiphop is er een dj die gebruik maakt van twee draaitafels (turntables).
Hij bepaalt het ritme, de geluiden en de beats. Dingen die de turntable kan doen zijn bijvoorbeeld:
- beat juggling: de beats van twee platen worden afgewisseld.
- scratching: het handmatig op en neer draaien van de plaat.
Hierdoor ontstaat een krassend (scratchend) geluid wat leuke effecten aan de muziek kan geven.

Graffiti
Het bespuiten van muren en treinen begon eind jaren 60, begin jaren 70 in Afro-Amerikaanse buurten.
Jongeren lieten hun tag (handtekening) achter en de tekeningen werden steeds groter en uitgebreider.
De introductie van de spuitbus maakte het allemaal wat makkelijker.
In de jaren 80 werd graffiti steeds meer geaccepteerd als kunstvorm.
Toch blijft graffiti een vorm van straatkunst die vooral hoort bij de hiphopcultuur.

Muziek
Vanwege de achtergrond van de hiphopcultuur zijn veel aanhangers van Afrikaanse afkomst.
Maar ook bij blanke westerlingen is hiphop populair.
Dat komt omdat in hiphop veel stijlen met elkaar worden vermengd.
Hiphop kent namelijk ook invloeden vanuit de rock- en popmuziek.
Dat zie je terug bij bands als The Black Eyed Peas.
De bijpassende kleding is vaak baggy en oversized.
Elke hiphopper gaat anders met deze kenmerken om.
Deze tekst is dus geen toetssteen voor alle hiphoppers.

 

Punkers: Jeugdcultuur met wild gekleurde hanekammen en veel protestgeluiden.

Punkers willen zich losmaken van de gevestigde cultuur.
Ze hebben een hekel hebben aan autoriteiten en willen graag anders zijn dan iedereen.
In de jaren 80 begint deze jeugdcultuur in Nederland populair te worden. Nu is het eigenlijk alleen nog een stijl.

Punk was eigenlijk een boze reactie op muzikale en maatschappelijke achteruitgang.
Een van de manieren waarop sommige punkers tegen de regels in gingen was kraken.
Kraken is het illegaal bewonen van leegstaande ruimte.
Ze woonden daar dan in hun eigen stijl, totdat de politie hen eruit gooide.
Vaak ging dat gepaard met geweld.

Muziek
De punkcultuur heeft een typisch eigen muzikaal geluid. De muziek is vooral bedoeld om te shockeren.
Over het algemeen klonk het rauw en snel met veel gitaren.
Het hoefde niet mooi te zijn, maar vooral rebels. De bekendste band uit deze punktijd is de Sex Pistols.
In Nederland is Doe Maar een bekende punkband geworden.
Punkbands gingen over het algemeen niet in zee met grote platenmaatschappijen:
punkers waren namelijk tegen het kapitalisme en commercie.
Punkmuziek werd daarom vaak bij kleine ondernemingen uitgebracht.

Kleding
Ook met hun kleding onderscheidden punkers zich van anderen.
Punkers kochten hun kleding meestal niet in gewone winkels, maar bijvoorbeeld tweedehands.
Of ze maakten de kleding zelf. Vaak versierden ze hun kleren met allerlei accessoires.
Buttons, veiligheidsspelden, kettinkjes en kurken waren populair.
Wat bijna iedere punker in zijn kast had hangen was een leren jas.
Elke combinatie was mogelijk; als het maar onconventioneel was.

Make-up
Voor make-up gold hetzelfde. Vooral punkmeisjes maakten zich heel opvallend op:
zwart en paars waren hierbij populaire kleuren. De ogen en de lippen werden vaak heel heftig opgemaakt.
Soms werden er zelfs tekeningen in het gezicht gemaakt.
Ook jongens deden wel eens make-up op in die stijl, vooral bij concerten.

Haar
Het haar van een punker was één van zijn belangrijkste kenmerken. Niets was te gek.
Sommige punkers zetten hun haar recht overeind in een hanenkam of in verschillende pieken.
Vaak in de gekste kleuren, zoals groen of roze. Ook toupeerden veel punkers het haar op een heftige manier.
Knippen en kleuren deden punkers niet bij de kapper; ze knipten hun eigen haar of deden het bij elkaar.

Drugs en drank
De mate waarin punkers drank en drugs gebruikten, verschilde:
sommige gebruikten helemaal niets, anderen juist weer elke dag.
Maar over het algemeen was bier een echt punkersdrankje.
Ze dronken het niet alleen, ze gooiden het ook over elkaar heen bij concerten.
Het drugsgbruik onder punkers verschilde per persoon en per regio.
Blowen, speed en heroïne waren in sommige gebieden erg populair onder punkers.
Sommige punkers gingen daar heel erg ver in: sommige zijn er zelfs aan doodgegaan.

Punk vandaag
Tegenwoordig is punk meer een stijl dan een cultuur.
Veel jongeren die nu punker zijn, nemen slechts sommige dingen uit de oude punkcultuur over,
zoals de haardracht, maar gebruiken geen drugs of drank.
Iedere punker is verschillend en gaat op een andere manier met bovenstaande kenmerken om.

 

Nerds: Strebers die meestal niet aan uiterlijk vertoon doen.

Nerds geven niet om hun kleding of haardracht.
Wat ze dragen mag rustig tien jaar oud zijn, als het maar lekker zit.
Hun haar kan geknipt zijn door iemand die geen kapper is.
Het is vaak één kant op gekamd of met een duidelijke scheiding in het midden.
Typische nerds dragen een das op een gestreept overhemd, dat tot bovenaan is dichtgeknoopt.
Veel nerds houden niet van sport en lopen slungelig. Hun schoenen zijn van een vaag sportmerk of van leer.
Ze besteden weinig aandacht aan hun uiterlijk, maar wel aan hun huiswerk.
De meeste nerds vinden hun schoolcijfers belangrijk.
Ze besteden uren aan hun huiswerk om de hoogste cijfers van de klas te halen.
Onderling praten ze ook veel over hun vakken. Op die manier kunnen ze nog meer leren, want de meeste nerds willen graag naar de universiteit.

Games
Als nerds niet leren, spelen ze graag computerspelletjes.
In deze games kunnen ze hun fantasie de vrije loop laten.
Het is een misverstand te denken dat nerds van klassieke muziek, van folkmuziek of van top 40 houden.
Nerds luisteren meestal niet naar muziek.
Ook houden de meeste nerds zich tot ze volwassen zijn verre van drank en drugs.

Rolmodel
Beroemde nerds, als Bill Gates, zijn de toonaangevende figuren.
Bill draagt nog steeds geen dure kleding, hij schijnt zelfs toeristenklasse te vliegen.

 

Sjonnies en Anita's: Van criminaliteit betichte groep en voorlopers van gabbers, denk aan New Kids.

Sjonnie en Anita’s worden gezien als de voorgangers van de gabbers.
Ze dragen dezelfde kleding, voornamelijk trainingspakken. Maar het kledingmerk is minder belangrijk.
Ze hangen ook rond in parken, bij zwembaden en op de kermis (overdag).
Ze worden soms ook wel kampers genoemd, omdat woonwagenbewoners ook vaak in de Sjonnie en Anita-groep vallen.
De naam Sjonnie en Anita is bedacht door mensen die deze types voor gek wilden zetten.
Men gaf hen de schuld van de criminele activiteiten in hun buurt. De namen zijn gekozen omdat ze heel gewoon zijn.

Criminelen
In sommige buurten zijn wel blaadjes uitgedeeld waarin verklaard werd,
dat het allemaal criminelen zijn. Ze zouden met hun fietsen de parken vernielen.
Natuurlijk is het wat al te kort door de bocht om Sjonnie's en Anita's op die manier te veroordelen.

Positief
Gelukkig hebben de media de positieve kanten van Sjonnie en Anita opgepikt door hun muziek,
de oude versie van hardcore (house). De groep won zo aan populariteit en ontgroeide z'n criminele verleden.

Muziek
Sjonnie en Anita houden ook van typisch Nederlandse muziek, zoals nummers van
Anita Meyer, Marianne Weber en Frans Bauer. Die muziek heeft wel wat weg van schlagermuziek.
Ze drinken graag bier en gebruiken nauwelijks pillen. Hun kapsel verschilt van dat van de gabbers.
Ze dragen een 'matje', lang haar in de nek en kort geknipt van voren.

 

Skaters: Met wijde kleren op het skateboard.

Skaters rijden op inline skates, skateboards of allebei.
Ze zijn vaak te vinden op de skatebaan in wijde en comfortabele kleding.
Deze jeugdcultuur heeft zijn roots in de Verenigde Staten.
De skatecultuur is erg individualistisch. Dit komt doordat iedere skater anders is.
Hierdoor zijn skaters ook heel tolerant tegenover andere stijlen en culturen.
Kleding Skaters dragen hun eigen type kleding die ze kopen in speciale skateshops.
De kleding is erg wijd, zodat je er makkelijk in kunt skaten.

Het uiterlijk is belangrijk voor een skater: hoe wijder hoe beter.
Een paar populaire merken zijn Stussy, Split en Third Rail.
Schoenen zijn van het merk Airwalks, speciale Vans of Fila.
De schoenen moeten makkelijk zitten en goed aanvoelen op het skateboard.

Muziek
Skaters luisteren graag naar hardrock.
De muziek die op de skatebaan veel wordt gedraaid ligt daarom in het genre van Limp Bizkit en Sum 41.
Toch zijn er ook andere hardrockliefhebbers. Zij skaten zelf niet, maar hebben wel vaak vrienden die skaten.
Tijdens concerten is crowdsurfing een gebruikelijke activiteit.

Underground
Net als hiphoppers vormen skaters een underground cultuur.
De media besteden er niet veel aandacht aan, omdat de kledingindustrie dat al doet.
Skaters zijn bij het beluisteren van hardrock geïnteresseerd in de teksten.
De teksten vormen het belangrijkste deel van deze muzieksoort.
Waarom? Hardrock en punk hebben allebei altijd een rebels opzicht hebben gehad ten opzichte van het burgerlijke.
Het zijn altijd muziekstromingen geweest waar gedachtegangen vrij werden uitgesproken,
meningen en visies op een betere toekomst werden en worden nog steeds gedeeld in deze muziekstroming.

 

Afronding

Begrippen

Cultuurgroep
De waarden, normen en gewoonte die mensen binnen een groep of samenleving met elkaar delen, noemen we de cultuur van die groep of samenleving.

Jeugdcultuur
Jeugdcultuur is het geheel van culturele uitingen en belevingen dat specifiek leeft in jongerengroepen.

 

 

 

Eindopdracht: Kwartetspel

Aan het eind van deze opdracht maak je een kwartetspel over jeugdculturen.
Je maakt deze opdracht samen met twee of drie klasgenoten.

Hoe je een kwartetspel kunt maken, lees je in de gereedschapskist.

Hoe gaan jullie te werk?

  • Verdeel de tien jeugdculturen (zie Stap 2) over de leden van je groepje.
  • Elk groepje bepaalt van een jeugdcultuur vier omschrijvingen die op de kaarten komen te staan.
  • Elk groepje maakt vier kwartetkaarten, voorzien van afbeeldingen.


Zijn jullie klaar, dan ga je het spel spelen. Zo kunnen jullie zelf bepalen of het spel geslaagd is.
Zo niet, scherp de spelregels nog wat aan.

Klaar?
Bekijk of jullie kwartetspel voldoet aan de beoordelingscriteria in de gereedschapskist.
Lever het kwartetspel in bij jullie docent.

De docent zal het kwartet beoordelen op:

  • inhoud: geven de kwartetkaarten de kenmerken van de jeugdculturen goed weer?
  • inhoud: bevatten de kwartetkaarten geen taalfouten?
  • uitvoering: passen de afbeeldingen op de kwartetkaarten goed bij de omschrijvingen?
  • uitvoering: zien de kaarten en verzorgd uit?

Kwartet maken

Een kwartetspel is een creatieve manier om informatie te presenteren.

 

Terugkijken

Intro

  • Lees de intro van deze opdracht nog eens door.
    Zijn in jouw klas ook verschillende jeugdculturen?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je wat verschillen noemen tussen verschillende jeugdculturen?

Hoe ging het?

  • Inhoud
    Wist je al veel over het bestaan van in Stap 2 genoemde jeugdculturen?
    Welke waren nieuw voor je?
  • Eindopdracht
    Wat vond je van de eindopdracht?
    Is jullie kwartetspel over jeugdculturen goed gelukt? Waren de taken goed verdeeld in jullie groepjes bij het maken van het spel?
     

Afsluiting

Kennisbanken

In het thema 'Wij en Zij' zijn de volgende Kennisbankitems gebruikt:

Grenzen en cultuur

Migratie

Eindopdracht

Als afsluiting van het thema 'Wij en zij' ga je samen met een klasgenoot iemand interviewen.

Doel van het interview is om er achter te komen hoe er vroeger gekeken werd naar onderwerpen als gastarbeiders, jeugdcultuur, immigratie en emigratie.
Je zoekt dan ook een ouder persoon voor het interview die jullie veel over vroeger kan vertellen.

  • Hoe ging men er mee om als een buitenlands gezin zich vestigde in hun woonwijk?
  • Kent hij/zij iemand of een familie die is geëmigreerd in de jaren 50? Wat was de reden van vertrek?
  • Heeft de geïnterviewde zelf ook wel eens overwogen te emigreren? Of is hij/zij tevreden met zijn bestaan hier?
  • Hoe werd vroeger tegen de jeugd aangekeken? Is de jeugd erg veranderd in de loop der jaren? Hoe kijkt de geïnterviewde nu aan tegen jeugd en jeugdcultuur?

Voorbereiding
Stel samen een lijst met voldoende vragen samen, die jullie de persoon willen stellen.
Neem daarin de genoemde punten mee. Spreek van tevoren af wie welke vragen stelt.

  • gastarbeiders
  • jeugdculturen
  • emigratie

Hoe je een interview voorbereidt en houdt, lees je in de gereedschapskist.
Voor de voorbereiding, het interview en de uitwerking hebben jullie ongeveer vier uur de tijd.
Neem voor de voorbereiding anderhalf uur en reserveer voor het houden en uitwerken van het interview tweeënhalf uur.
Nodig de persoon uit en spreek een datum en tijd af.

Het interview
Op het afgesproken tijdstip nemen jullie je vragenlijst mee voor het interview.
Handig is als jullie voor de uitwerking het gesprek kunnen opnemen.
Neem daarom je mobiele telefoon met audiorecorder mee.

Uitwerking interview
Na het houden van het interview moeten jullie de antwoorden uitwerken.
Laat jullie uitwerking ook lezen/zien aan degene die jullie geïnterviewd hebben.

Klaar?
Bekijk de beoordelingscriteria in de gereedschapskist.
Hebben jullie alle antwoorden verwerkt?
Is de geïnterviewde ook tevreden of moeten jullie nog wat aanpassen?


Beoordeling
Laat het uitgewerkte interview beoordelen door jullie docent.
Hij/zij gebruikt bij de beoordeling de volgende vragen:

  • Is het interview goed voorbereid?
  • Zijn de juiste vragen gesteld tijdens het interview?
  • Is een duidelijk beeld ontstaan over hoe de persoon denkt over jeugdcultuur, emigratie, gastarbeiders, vroeger en nu?
  • Is het geheel aantrekkelijk geworden om te lezen of naar te luisteren/kijken?
  • Bevat het uitgewerkte interview niet teveel taalfouten?

Interview afnemen

Je bevraagt een ander over een bepaald onderwerp.

 

D-toets

Test je kennis. Maak de diagnostische toets.

Terugkijken

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van dit thema nog eens door.
    Kun je omschrijven waarin een jeugdcultuur verschilt van andere culturen in Nederland?

Hoe ging het?

  • Inhoud
    In dit thema zijn emigratie en immigratie uitgebreid besproken.
    Kun je aangeven om welke redenen mensen in grote getalen gingen emigreren in de jaren na de Tweede Wereldoorlog?
  • Eindopdracht
    Wat vond je van de eindopdracht?
    Verliep jullie interview over emigratie, immigratie en de jeugd van toen en nu goed?
    Hadden jullie na het interview voldoende informatie om het uit te werken?
  • Het arrangement Thema: Wij en zij - vmbo12 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2025-11-18 09:30:38
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Het thema 'Wij en zij' is ontwikkeld door auteurs en medewerkers van StudioVO.

    Fair Use
    In de Stercollecties van StudioVO wordt gebruik gemaakt van beeld- en filmmateriaal dat beschikbaar is op internet. Bij het gebruik zijn we uitgegaan van fair use. Meer informatie: Fair use

    Mocht u vragen/opmerkingen hebben, neem dan contact op via de helpdesk VO-content.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Dit thema valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Mens en Maatschappij voor vmbo-12. In dit thema leer je aan de hand van verschillende opdrachten meer over de Nederlandse cultuur. Je leert over hoe de wereld is opgedeeld in cultuurgebieden, de multiculturele samenleving in Nederland, emigratie van Nederlanders en jeugdculturen. Als afsluiting van dit thema ga je samen met een klasgenoot iemand interviewen. Het doel van dit interview is om erachter te komen hoe er vroeger gekeken werd naar onderwerpen als gastarbeiders, jeugdcultuur, immigratie en emigratie. Ook is er een diagnostische toets beschikbaar.
    Leerniveau
    VMBO gemengde leerweg, 2; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 1; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 2; VMBO basisberoepsgerichte leerweg, 1; VMBO theoretische leerweg, 1; VMBO gemengde leerweg, 1; VMBO theoretische leerweg, 2; VMBO basisberoepsgerichte leerweg, 2;
    Leerinhoud en doelen
    Mens en maatschappij; Cultuur, levensbeschouwing en identiteit;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    13 uur 30 minuten
    Trefwoorden
    arrangeerbaar, emigratie, gastarbeiders, immigratie, jeugdcultuur, mens en maatschappij, nederlandse cultuur, stercollectie, vmbo-12, wij en zij

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    VO-content - Toetsen. (z.d.).

    Thema Wij en zij

    https://maken.wikiwijs.nl/148846/Thema_Wij_en_zij

    VO-content M&M. (2019).

    Opdracht: Jeugdculturen vmbo12

    https://maken.wikiwijs.nl/62204/Opdracht__Jeugdculturen__vmbo12

    VO-content M&M. (2019).

    Opdracht: Klompen en molens vmbo12

    https://maken.wikiwijs.nl/62201/Opdracht__Klompen_en_molens___vmbo12

    VO-content M&M. (2019).

    Opdracht: Nederlanders van overal vmbo12

    https://maken.wikiwijs.nl/62202/Opdracht__Nederlanders_van_overal__vmbo12

    VO-content M&M. (2019).

    Opdracht: Overal Nederlanders vmbo12

    https://maken.wikiwijs.nl/62203/Opdracht__Overal_Nederlanders__vmbo12

  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    Oefeningen en toetsen

    Wij en zij D-toets

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    QTI

    Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat alle informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen punten, etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.

    Versie 2.1 (NL)

    Versie 3.0 bèta

    Voor developers

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.