Thema: Overheid - vmbo12

Thema: Overheid - vmbo12

Thema Overheid

Inleiding

Je gaat beginnen aan het thema Overheid.
Dit thema is niet zo'n groot thema. Het thema bestaat uit drie opdrachten.
In die opdrachten leer je wat wordt bedoeld met de overheid en onderzoek je wat de overheid en economie met elkaar te maken hebben. Je ziet voorbeelden van producten die door de overheid worden gemaakt. Je leert ook hoe de overheid aan zijn geld komt en je kijkt naar de uitgaven van de overheid.

Eindproduct
Het thema is dan misschien niet zo groot, maar je komt wel een groot aantal begrippen tegen.
Het thema sluit je af met het maken van een aantal toetsvragen of een quiz.
In je eindproduct verwerk je (een aantal van) de begrippen die je bent tegen gekomen.

Heb je straks zelf een beter idee voor een eindproduct?
Vraag dan aan je docent of je dat eindproduct mag maken.

Succes.

Wat kan ik straks?

In de tabel vind je de leerdoelen van dit thema.
Per leerdoel is aangegeven welke opdracht bij het leerdoel hoort.

Leerdoel Opdrachten

Je kunt voorbeelden geven (uit je eigen woonomgeving) van goederen en diensten die door de overheid worden aangeboden.

- Overheid en economie
- Overheid als producent

Je begrijpt dat de overheid voor haar inkomsten grotendeels afhankelijk is van (directe en indirecte) belastingen.

- Overheid: inkomsten en uitgaven

 

Wat ga ik doen?

Het thema 'Overheid' bestaat uit de volgende onderdelen:

Onderdeel Tijd
Inleiding thema 0,5 lesuur
Opdracht: Overheid en economie 1 à 2 lesuren
Opdracht: Overheid als producent 2 lesuren      
Opdracht: Overheid: inkomsten en uitgaven 2 lesuren
Afsluiting thema 2 lesuren
Totaal 8 lesuren


​De tijd is een indicatie en afhankelijk van de keuze van de eindopdracht.  

Opdrachten

Overheid en economie

Overheid en economie

Intro

Diny en Koos Vermolen hebben hun baan opgezegd en hun huis verkocht.
Ze hebben een camping in Frankrijk gekocht.
Om het hun gasten zoveel mogelijk naar de zin te maken, zijn er geen regels op de camping.
Op het bord bij de ingang staat: "Vrijheid, blijheid".

Wat denk jij?
Kan dat, een camping zonder regels? Waarom wel of waarom niet?
Bespreek je antwoord met een klasgenoot.

Wat kan ik straks?

Leerdoelen
Aan het eind van deze opdracht kan ik:

  • toelichten wat er bedoeld wordt met de overheid.
  • benoemen wat de naam is voor iemand die voor de overheid werkt.
  • een voorbeeld geven van economische politiek en daarmee uitleggen wat het is.

Wat ga ik doen?

Activiteiten

Aan de slag

Stap

Leervragen

Stap 1

Wat wordt bedoeld met de overheid? Welke overheden zijn er?

Stap 2

Welke overheid doet wat?

Stap 3

Wanneer is iemand een ambtenaar?

Stap 4

Wat wordt bedoeld met economische politiek?
Waarom is het wel of niet belangrijk dat de overheid zich bemoeit met de infrastructuur.

Afronding

Onderdeel

Activiteit

Samenvatting

Samenvattende sleepoefening maken.

Terugkijken

Terugkijken op de opdracht.


Tijd
Voor deze opdracht heb je 1 à 2 uur nodig.

Aan de slag

Stap 1: Overheid en bestuur

In de Kennisbank Economie vind je een onderdeel over de overheid.
Bestudeer dat onderdeel en beantwoord daarna de vragen.

Overheid en bestuur

Stap 2: Wie doet wat?

Bekijk de video.

Maak de volgende oefening over het Rijk, de provincies en de gemeenten.

Stap 3: Wel of geen ambtenaar?

Maak de oefening.

Stap 4: Economische politiek

De overheid heeft op veel terreinen invloed, maar niet op alles.

  • De overheid bepaalt waar nieuwe snelwegen komen.
  • De overheid bepaalt de hoogte van de inkomstenbelasting.
  • De overheid bepaalt hoeveel jaar je naar school moet.
  • Maar de overheid bepaalt niet de opstelling van het Nederlands voetbalelftal.

Veel beslissingen van de overheid hebben invloed op de economie.
Je zegt: de overheid voert economische politiek.
De overheid heeft invloed op hoe ons land eruitziet.

De inrichting van een land noem je de infrastructuur van het land.
Tot de infrastructuur horen onder andere snelwegen, spoorlijnen, vliegvelden, industrieterreinen en woonwijken.

Bespreek de volgende stelling met een klasgenoot.

Afronding

Samenvatting

Wat heb je geleerd?

Terugkijken

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    - Kun je toelichten wat wordt bedoeld met de overheid?
    - Kun je benoemen hoe iemand genoemd wordt die voor de overheid werkt?
    - Kun je een voorbeeld van economische politiek noemen?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Bij de activiteiten stond dat je 1 à 2 uur met de opdracht bezig zou zijn.
    Hoeveel tijd ben je met de opdracht bezig geweest?
    Met welke stap ben je het langste bezig geweest?
  • Inhoud
    Was de inhoud van de opdracht nieuw voor je of wist je het meeste al?
    Schrijf op wat nieuw voor je was.

 

Overheid als producent

Overheid als producent

Intro

Bekijk de twee foto's hieronder.
Je ziet een foto van een winkel en een foto van een stadskantoor.


Wat denk jij?
Wat zijn de verschillen tussen beide bedrijven?
Probeer zoveel mogelijk verschillen te bedenken.
Bespreek je antwoorden met een klasgenoot.

Wat kan ik straks?

Leerdoelen
Aan het eind van deze opdracht kan ik:

  • uitleggen waarom de overheid zelf producten maakt.
  • uitleggen wat het verschil is tussen individuele en collectieve overheidsproducten door voor elk een voorbeeld te geven.
  • door middel van voorbeelden uitleggen wat het verschil is tussen particuliere bedrijven en overheidsbedrijven.
  • uitleggen wat wordt bedoeld met subsidie en accijns.
  • (met een voorbeeld) duidelijk maken waarom de overheid bij het uitgeven van geld keuzes moet maken.
  • (met een voorbeeld) duidelijk maken wat wordt bedoeld met meeliftgedrag.

Wat ga ik doen?

Activiteiten

Aan de slag

Stap

Leervragen

Stap 1

Wat wordt bedoeld met een overheidsbedrijf? En wat zijn voorbeelden van overheidsbedrijven?

Stap 2

Wat wordt bedoeld met de collectieve sector en wat met de particuliere sector?
Wat zijn voorbeeld van collectieve producten?

Stap 3

Waarom geeft de overheid sommige instellingen subsidie?

Stap 4

Waarom wordt op sommige producten een extra belasting geheven?

Stap 5

Wat wordt bedoeld met 'Regeren is keuzes maken'?

Stap 6

Wat is meeliftgedrag? Is er bij collectieve producten sprake van meeliftgedrag?

Afronding

Onderdeel

Activiteit

Samenvatting

Samenvattende sleepoefening maken.

Terugkijken

Terugkijken op de opdracht.


Benodigdheden
Geen bijzonderheden.

Tijd
Voor deze opdracht heb je 2 uur nodig.

Aan de slag

Stap 1: Overheidsbedrijf?

Bestudeer het item Collectief of particulieer in de Kennisbank economie:

Collectief of particulier?

Op de eerste pagina wordt uitgelegd wat het verschil is tussen de collectieve sector en de particuliere sector.
Je moet weten wat het verschil tussen beide sectoren is om de volgende twee opdrachten te kunnen maken.

Stap 2: Overheidsproducten

Om de overheidsbedrijven te kunnen laten functioneren heeft de overheid inkomsten nodig.
De belangrijkste bron van inkomsten voor de overheid zijn de belastingen.
Belastingen zijn verplichte betalingen van gezinnen en bedrijven aan de overheid.
De belastingen worden gebruikt om allerlei overheidsproducten voort te brengen.

Gebruik opnieuw de informatie uit de Kennisbank economie.

Collectief of particulier?


Maak de volgende twee oefeningen.

Stap 3: Subsidies en accijns

Op de laatste pagina van het item 'Collectief of particulier' gaat het over subsidies en accijns.

Collectief of particulier?

Maak de oefening.

Stap 4: Sigaretten en benzine

Maak de twee onderstaande oefeningen over accijns.

Stap 5: Regeren is keuzes maken

In het vak economie staat kiezen centraal.
Economen bestuderen hoe gezinnen, bedrijven en de overheid omgaan met inkomsten en uitgaven.

Beantwoord voor jezelf de volgende vier vragen.

  1. Geef een voorbeeld van inkomsten van de overheid.
  2. De overheid moet bij het uitgeven van geld keuzes maken. Leg uit waarom.
  3. Schrijf een uitgavenpost op waar jij meer geld aan uit zou willen geven.
    Leg ook uit waarom je daar meer geld aan uit wilt geven.
  4. Schrijf ook een uitgavenpost op waar je minder geld aan uit zou willen geven.
    Leg ook deze keuze uit.

Vergelijk jouw antwoorden op deze vier vragen met de antwoorden van je buurman/buurvrouw.
Heb jij hele andere keuzes gemaakt bij vraag 3 en 4 dan je buurman/buurvrouw?
Probeer je klasgenoot te overtuigen van jouw keuzes.

Stap 6: Meeliftgedrag

Je spreekt van meeliftgedrag als je ergens van profiteert zonder er voor te betalen.

Voorbeeld
De winkeliers in een groot winkelcentrum hebben veel last van zwerfafval en vandalisme. Steeds meer klanten blijven weg, omdat de sfeer in het winkelcentrum hierdoor als onprettig wordt ervaren. Met het wegblijven van de klanten verliezen alle winkeliers steeds meer omzet.

De winkeliersvereniging wil  beveiligers inhuren. Door op die manier de rommel en het vandalisme te beperken, verwachten de winkeliers dat de bezoekersaantallen weer omhoog gaan. Niet alle winkeliers zijn lid van de winkeliersvereniging. Meebetalen aan de beveiligers kan dus niet worden afgedwongen.
Winkeliers die niet betalen voor de beveiligers profiteren echter net zoveel van de gestegen bezoekersaantallen. Door niet te betalen kunnen winkeliers dus meeliften op kosten van de andere winkeliers.

Collectieve overheidsproducten
Collectieve overheidsproducten zijn producten waarvan iedereen kan profiteren.
Een voorbeeld van zo'n collectief overheidsproduct zijn onze dijken.
Iedereen in Nederland profiteert van de veiligheid achter de dijken.

Afronding

Samenvatting

Wat heb je geleerd?

Terugkijken

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je uitleggen waarom de overheid zelf producten maakt?
    Kun je (met behulp van voorbeelden) uitleggen wat het verschil is tussen individuele en collectieve overheidsproducten?
    Kun je (met behulp van voorbeelen) uitleggen wat het verschil is tussen particuliere bedrijven en overheidsbedrijven?
    Kun je uitleggen wat wordt bedoeld met subsidie en accijns?
    Kun je omschrijven wat wordt bedoeld met meeliftgedrag?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 2 uur met de opdracht bezig zou zijn.
    Klopt dat?
  • Inhoud
    Was de inhoud van de opdracht nieuw voor je of wist je het meeste al?
    Schrijf op wat nieuw voor je was.

 

Overheid: inkomsten en uitgaven

Inkomsten en uitgaven

Intro

Belasting betalen is niet leuk, maar wel nodig.
Met het geld dat de overheid ophaalt, doet ze veel belangrijke dingen.

Wat denk jij?
Waarom vinden mensen belasting betalen niet leuk?
Wat zou er niet meer gebeuren als de overheid geen belasting zou heffen?
Wat vind jij: moet de belasting omhoog of juist omlaag?
Bespreek je antwoorden met een klasgenoot.

Wat kan ik straks?

Leerdoelen
Aan het eind van deze opdracht kan ik:

  • (met behulp van voorbeelden) uitleggen wat het verschil is tussen directe en indirecte belastingen.
  • uitleggen wanneer ik inkomstenbelasting betaal en wanneer ik btw betaal.
  • minimaal drie voorbeelden noemen van overheidsuitgaven (die bijdragen aan de welvaart en groei).

 

Wat ga ik doen?

Activiteiten

Aan de slag

Stap

Leervragen

Stap 1

Wat is het verschil tussen een directe en een indirecte belasing?

Stap 2

Hoe reken je de prijs exclusief BTW om naar de prijs inclusief BTW en omgekeerd?

Stap 3

+

Waarom betaalt niet iedereen evenveel belasting?

Stap 4

Aan welke dingen geeft de overheid geld uit?

Afronding

Onderdeel

Activiteit

Samenvatting

Samenvattende sleepoefening maken.

Terugkijken

Terugkijken op de opdracht.


Benodigdheden
Voor deze opdracht heb je een rekenmachine nodig.

Tijd
Voor deze opdracht heb je 2 uur nodig.

Aan de slag

Stap 1: Inkomsten overheid

Ga naar de Kennisbank economie en bestudeer het volgende onderdeel:

Inkomsten overheid

Gebruik de informatie uit de Kennisbank voor het beantwoorden van de volgende vragen.

Stap 2: Inclusief of exclusief btw

De btw (Belasting Toegevoegde Waarde) is één van de belangrijkste inkomsten bronnen van de overheid. 
Bij bijna ieder product dat je koopt, zit in de verkoopprijs een bedrag aan btw. 
Dat bedrag wordt door de verkoper afgedragen aan de overheid.

Als je een product koopt, betaal je btw.
Voor de meeste producten is de btw 21%.
Met behulp van het schema hiernaast kun je prijzen zonder btw omrekenen naar prijzen met 21% btw en omgekeerd.

Beantwoord de volgende vragen.

Stap 3: Draagkrachtbeginsel

Iemand met een laag inkomen betaalt in Nederland niet veel belasting.
Heb je een hoog inkomen dan betaal je meer belasting.
Je noemt dat het draagkrachtbeginsel: "de sterkste schouders dragen de zwaarste lasten".

Stap 4: Uitgaven overheid

De Overheid ontvangt veel geld van de Nederlandse burgers.
Wat doet de overheid met dat geld?

Ga naar de Kennisbank economie en bestudeer het volgende onderdeel:

Uitgaven overheid


Doe de volgend vier oefeningen.

Afronding

Samenvatting

Wat heb je geleerd?

Eindopdracht: Overheid

De rol van de overheid

Werk samen met een klasgenoot.

Je hebt in de stappen van deze opdracht gezien hoe de overheid aan haar geld komt en waar de overheid geld aan uitgeeft.
Door belastingen te innen en geld uit te geven heeft de overheid invloed op de economie.

Kijk maar eens naar de volgende dier krantenkoppen.

Uit de krantenkoppen blijkt dat de overheid wil er toe bijdragen dat

  • er voldoende werkgelegenheid is.
  • de inkomensverdeling in Nederland niet te scheef is.
  • bedrijven goede mogelijkheden om producten te kunnen importeren en exporteren.


Eindproduct
Ga nu in de krant of op internet op zoek naar krantenkoppen waaruit de invloed van de overheid op de economie blijkt.
Zorg dat je minimaal twee krantenkoppen vindt die te maken hebben met de inkomsten van de overheid.
Zorg ook voor minimaal twee krantenkoppen die te maken hebben met de uitgaven van de overheid.

Verwerk de krantenkoppen tot een collage.

Collage maken

Een collage bestaat uit knipsels die op een ander papier geplakt zijn en samen een nieuwe afbeelding vormen.

 

Terugkijken

Intro

  • Lees de intro van deze opdracht nog eens door.
    Vind je het een goede intro om de opdracht mee te beginnen?
    Waarom wel of waarom niet?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je wat je moet kunnen?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 2 uur met de opdracht bezig zou zijn.
    Klopt dat?
  • Inhoud
    Was de inhoud van de opdracht nieuw voor je of wist je het meeste al?
    Schrijf op wat nieuw voor je was.

De overheid en de coronacrisis

Coronacrisis

Intro

De coronacrisis begon in Nederland februari 2020 en had grote economische gevolgen. De maatregelen tegen de verspreiding van het virus hadden een negatief effect op de economie van Nederland. Om de negatieve effecten zoveel mogelijk te beperken stelde de overheid een uitgebreid hulpplan op. Dat hulpplan was vooral bedoeld om bedrijven die in geldnood kwamen te ondersteunen.

Wat denk jij?

Hieronder zie je een aantal economische sectoren. Zet de sectoren op volgorde van economische schade. Zet de sector met de minste schade bovenaan en de sector met de meeste schade onderaan.

  • luchtvaart
  • bouwsector
  • detailhandel
  • supermarkten
  • recreatiesector (toerisme)
  • onderwijs
  • cultuursector
  • horeca

Vergelijk jouw volgorde met de volgorde van een klasgenoot.
Bespreek de verschillen.

Wat kan ik straks?

Aan het eind van deze opdracht kun je:

  • (met behulp van voorbeelden) duidelijk maken dat de coronacrisis economische gevolgen heeft voor Nederland.
  • (met behulp van voorbeelden) duidelijk maken dat de coronacrisis voor bepaalde sectoren grotere gevolgen heeft dan voor andere sectoren.
  • minimaal twee voorbeelden van maatregelen beschrijven die de overheid genomen heeft ter bestrijding van de coronacrisis.
  • (met behulp van een voorbeeld) duidelijk maken dat de coronacrisis effect heeft op de manier waarop het werk georganiseerd wordt.

Wat ga ik doen?

Activiteiten

Aan de slag
Stap Leervragen
Stap 1 Wat is het economische effect van de coronacrisis binnen verschillende sectoren?
Stap 2 Hoe probeert de overheid de nadelige gevolgen van de crisis te beperken?
Stap 3 Wat wordt bedoeld met het 'nieuwe normaal'? Is er sprake van veranderingen door de coronacrisis?
Afronding
Onderdeel Activiteit
Eindopdracht Discussieer met je klasgenoten over rol van de overheid.
Terugkijken Terugkijken op de opdracht.

 

Tijd
Voor deze opdracht heb je 2 uur nodig.

Aan de slag

Stap 1: Verschillende sectoren

Al een maand na het begin van de coronacrisis was het duidelijk dat de coronacrisis economische gevolgen zou hebben.
Er zou sprake zijn van een krimpende economie: door de lockdown zou de consumptie afnemen en de werkloosheid zou waarschijnlijk stijgen.
Maar het was ook toen al duidelijk dat gevolgen per sector zeer verschillend zouden zijn.

Hieronder lees je over de gevolgen van de coronacrisis voor twee sectoren.

Luchtvaart

Vanaf februari 2020 werd het aantal vluchten van en naar China beperkt. Vanaf maart gingen er ook minder vluchten, eerst van en naar Italië, maar vervolgens ook al snel naar andere Europese landen en de VS. Het aantal luchtreizigers nam snel af met grote invloed op het internationale (lucht)verkeer en toerisme. Al snel na het begin van de crisis waren er geluiden over gedwongen ontslagen in de luchtvaart en toerisme.

 

Supermarkten

Aan het begin van de coronacrisis gingen de mensen, terwijl daar geen noodzaak voor was, massaal hamsteren. Er ontstond een run op medicijnen, toiletpapier en ander houdbare producten. Maar niet alleen door het hamsteren stegen de verkopen in supermarkt. In alle maanden sinds het begin van de coronacrisis hebben de supermarkten een hogere omzet gedraaid dan in dezelfde maanden een jaar eerder. Goed nieuws voor jongeren die een baantje als bijvoorbeeld vakkenvuller zochten; werk genoeg.

 

Maak de volgende opdracht.

Stap 2: Overheidsmaatregelen

De coronacrisis leek op het eerste gezicht misschien een gezondheidscrisis. Maar de maatregelen die nodig waren om de verspreiding van het virus in te dammen, hebben ook gevolgen voor de economie.

Beleid overheid

Het beleid van de overheid was er op gericht om zoveel mogelijk banen te behouden. Daarom waren er allerlei financiële regelingen om bedrijven, zzp'ers en instellingen te ondersteunen tijdens de crisis.

Hieronder twee voorbeelden.

Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging voor Werkgelegenheid (NOW)

Ondernemers kunnen een groot deel van hun loonkosten vergoed krijgen als ze verwachten 20% of meer van hun omzet te verliezen. Werkgevers kunnen bij het UWV een aanvraag indienen voor een tegemoetkoming in de loonkosten. Met die tegemoetkoming kunnen werknemers met een vast contract en werknemers met een flexibel contract doorbetalen.
Een van de voorwaarden om in aanmerking te komen voor een NOW-toekenning is dat de werkgever geen ontslagaanvraag indient bij het UWV om bedrijfseconomische reden.

 

Financiële regelingen sportsector

De sportsector wordt hard getroffen door het coronavirus. De unieke Nederlandse sportinfrastructuur, die wordt gedragen door verenigingen en vrijwilligers, staat onder druk. Sectorspecifieke steun is daarom noodzakelijk om ervoor te zorgen dat deze sector, ook na deze periode van maatregelen, haar bijdrage weer kan leveren aan het fit houden en weerbaar maken van de Nederlandse bevolking.

Specifiek voor de sportsector is er een steunpakket voor amateursportorganisaties. Dit pakket bestaat onder andere uit:

  • Een huurkwijtscheldingsregeling voor verhuurders die een accommodatie verhuren aan een sportvereniging.
  • Een regeling tegemoetkoming in de vaste lasten voor verenigingen met accommodatie in eigendom of beheer.
  • Uitkering voor gemeenten en exploitanten van ijsbanen en zwembaden die door corona in de financiële problemen zijn gekomen.

 

Maak de volgende opdrachten.

 

Stap 3: 'Nieuwe normaal'

Het nieuwe normaal: wat is dat eigenlijk?

Is de crisis een kans om te vernieuwen, om idealen te verwezenlijken?
Of is dat naïef, en zal 'het nieuwe normaal' uiteindelijk toch gewoon 'het oude normaal' blijken te zijn?

Tijdens de coronacrisis hoorde je van alle kanten: na de ­coronacrisis zal het leven nooit meer hetzelfde worden.
Er komt een ‘nieuw normaal’, en daar zullen we ons op moeten voorbereiden.
Maar wat is dat eigenlijk dan, dat 'nieuwe normaal'?

Maak de volgende opdracht.

Afronding

Eindopdracht: Een sterke overheid?

Economen zijn het ook lang niet altijd met elkaar eens. Er wordt veel gediscussieerd over de invloed die de overheid op het economische leven moet hebben. Sommige economen zijn voorstanders van een overheid op afstand. Andere economen pleiten juist voor een actieve overheid.

Je gaat je nu voorbereiden op een debat. Het debat gaat over de volgende stelling.

Stelling:
De les van corona moet zijn dat een sterke overheid nodig is.

Bedenk nu zoveel mogelijk argumenten vóór en tegen de stelling.
Schrijf de argumenten op een kladblaadje.

Lees nu eerst de Gereedschapskist hieronder door.

In debat

Ga met drie andere leerlingen in debat. Twee spelen 'voorstander' en twee spelen 'tegenstander'.
Geef elkaar commentaar op de inhoud. Let ook op elkaars houding.
Zorg dat één iemand de voorzitter is.

Evalueer samen het debat. Maak hierbij gebruik van het Juryformulier.

Beoordeling

Tijdens het debat kijkt en luister je docent mee.
Bij de beoordeling van het debat let hij/zij op het volgende:

  • De standpunten werden duidelijk overgebracht.
  • De argumenten werden goed onderbouwd.
  • Bij de argumenten werden voorbeelden gegeven.
  • Er werd duidelijk gesproken.
  • De lichaamstaal paste bij de toon van het debat.


Succes!

Debat voeren

Bij een debat hebben twee of meer mensen een verschillende mening over een onderwerp. Deze standpunten worden helder in beeld gebracht door argumenten voor het eigen standpunt te geven, of door de argumenten van de ander met tegenargumenten te bestrijden.

 

Terugkijken

Intro

  • Bekijk de intro opnieuw. Past de intro goed bij de opdracht?
    Waarom wel/niet?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.

Hoe ging het?

  • Tijd
    Hoelang ben je met de opdracht bezig geweest?
    Welke stap heeft het meeste tijd gekost?
  • Inhoud
    Deze opdracht is gemaakt in februari 2021, tijdens de coronacrisis.
    Is de opdracht nog steeds actueel?
  • Afronding
    Hoe verliep het debat over de stelling?
    Was je goed voorbereid op het debat?
    Ben je tevreden over je eigen rol in het debat?

Afsluiting

Kennisbanken

De theorie bij het thema Overheid vind je in de volgende Kennisbankitems:

Begrippenlijst

Begrippenlijst thema Overheid

Overheid
er zijn in Nederland drie overheden: de gemeente, de provincie en het Rijk.
Ambtenaar
werknemer in dienst van de overheid.
Infrastructuur
inrichting van een land. Tot de infrastructuur horen de (snel)wegen, spoorlijnen, woonwijken en industrieterreinen.
Economische politiek
beleid van de overheid dat invloed heeft op het economische leven.
Collectieve sector
Overheidsbedrijven. Wordt ook wel de publieke sector genoemd.
Particuliere sector
Niet-overheidsbedrijven.
Collectieve overheidsproducten
overheidsproducten waarvan iedereen gebruikmaakt en die worden betaald uit de belastingopbrengst.
Subsidie
tegemoetkoming in de kosten die worden gemaakt bij het maken van een product. Doel is het gebruik van het product te stimuleren.
Accijns
extra belasting op producten om het gebruik van die producten af te remmen.
Meeliftgedrag
als je ergens wel van profiteert, maar niet voor betaalt.
Directe belastingen
belastingen op inkomen of bezit. De overheid ontvangt het geld direct van de belastingplichtige (of van zijn werkgever).
Indirecte belastingen
belastingen die je betaalt als je een product koopt. Je betaalt de belasting niet direct aan de overheid. De verkoper van het product draagt de belasting af.
Draagkrachtbeginsel belastingen
mensen met een hoog inkomen betalen meer belasting dan mensen met een laag inkomen.
Overheidsbestedingen
overheidsuitgaven waar een tegenprestatie voor wordt geleverd.
Overheidsoverdrachten
overheidsuitgaven waarvoor geen tegenprestatie wordt geleverd; denk aan kinderbijslag of huurtoeslag.

Eindopdracht: Begrippentoets

Je hebt de opdrachten gemaakt, tijd voor de afsluiting.
Hieronder in alfabetische volgorde een lijstje met begrippen die je in dit thema bent tegengekomen.

accijns - ambtenaar - belasting - BTW - burgemeester - collectieve sector - draagkrachtbeginsel - gemeente - infrastructuur - inkomensoverdrachten - loonbelasting - meeliftgedrag - minister - overheidsuitgaven - particuliere sector - provincie - Rijk - subsidie

Herken je al deze begrippen? Mis nog begrippen in het lijstje?
Kies een aantal begrippen uit en gebruik die begrippen om een toets of een quiz te maken.
De toetsvragen laat je natuurlijk beantwoorden door enkele klasgenoten.

Klaar?
Laat je eindproduct beoordelen door je docent.
Hij/zij zal letten op de inhoud, de originaliteit en de verzorging.
 

Quiz maken

Bij het maken van een quiz ontwerp je zelf de vragen in groepjes. Via een puntensysteem wordt de winnaar bepaald. Daarna worden de antwoorden besproken.

 

D-toets

Test je kennis. Maak de diagnostische toets.

Terugkijken

Hoe ging het?
Je hebt het thema overheid afgerond. Gebruik de volgende vragen om even terug te kijken.

  • Inleiding
    Lees de inleiding nog eens door. Past de inleiding goed bij de opdracht?
     
  • Planning
    Bij de planning staat dat je in het totaal ongeveer 8 uur voor het thema moest uittrekken. Klopt dat ongeveer?
     
  • Opdrachten
    Het thema bestaat uit drie opdrachten.
    Welke opdracht vond je het leukst?
    In welke opdracht heb je de meeste nieuwe dingen geleerd?
     
  • Afsluiting - Begrippenlijst
    Neem de begrippenlijst door.
    Kom je in de begrippenlijst begrippen tegen die je nog niet kent?
    Mis je begrippen in de begrippenljst?
     
  • Afsluiting - Eindopdracht
    Heb je eindopdracht gedaan? Vond je het een leuke opdracht?

 

  • Het arrangement Thema: Overheid - vmbo12 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2025-11-18 09:19:03
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Het thema 'Overheid' is ontwikkeld door auteurs en medewerkers van StudioVO.

    Fair Use
    In de Stercollecties van StudioVO wordt gebruik gemaakt van beeld- en filmmateriaal dat beschikbaar is op internet. Bij het gebruik zijn we uitgegaan van fair use. Meer informatie: Fair use

    Mocht u vragen/opmerkingen hebben, neem dan contact op via de helpdesk VO-content.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Dit thema valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Mens en Maatschappij voor vmbo-12. In dit thema leer je aan de hand van verschillende opdrachten wat de overheid is, wat ze doen en wat ze met de economie te maken hebben. Zo leer je bijvoorbeeld welke inkomsten en uitgaven de overheid heeft. Om de opdracht af te sluiten maak je een toets over de begrippen die je in dit thema bent tegengekomen.
    Leerniveau
    VMBO gemengde leerweg, 2; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 1; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 2; VMBO basisberoepsgerichte leerweg, 1; VMBO theoretische leerweg, 1; VMBO gemengde leerweg, 1; VMBO theoretische leerweg, 2; VMBO basisberoepsgerichte leerweg, 2;
    Leerinhoud en doelen
    Mens en maatschappij; Macht, gezag en bestuur;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    8 uur 0 minuten
    Trefwoorden
    arrangeerbaar, belasting, draagkrachtbeginsel, economische politiek, mens en maatschappij, overheid, overheidsbestedingen, stercollectie, subsidie, vmbo-12

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    VO-content - Gereedschapskist. (2019).

    Gereedschapskist activerende werkvormen

    https://maken.wikiwijs.nl/105906/Gereedschapskist_activerende_werkvormen

    VO-content - Toetsen. (z.d.).

    Thema Overheid

    https://maken.wikiwijs.nl/145084/Thema_Overheid

    VO-content Economie. (2018).

    Opdracht: Overheid als producent - kgt2

    https://maken.wikiwijs.nl/127476/Opdracht__Overheid_als_producent___kgt2

    VO-content Economie. (2018).

    Opdracht: Overheid en economie - kgt2

    https://maken.wikiwijs.nl/127475/Opdracht__Overheid_en_economie___kgt2

    VO-content Economie. (2018).

    Opdracht: Overheid: inkomsten en uitgaven - kgt2

    https://maken.wikiwijs.nl/127477/Opdracht__Overheid__inkomsten_en_uitgaven___kgt2

    VO-content M&M. (2021).

    Opdracht: Overheid en de coronacrisis vmbo12

    https://maken.wikiwijs.nl/173689/Opdracht__Overheid_en_de_coronacrisis__vmbo12

  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    Oefeningen en toetsen

    Overheid D-toets

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    QTI

    Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat alle informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen punten, etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.

    Versie 2.1 (NL)

    Versie 3.0 bèta

    Voor developers

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.