Thema: Christendom - vmbo12

Thema: Christendom - vmbo12

Thema Christendom

Inleiding

In dit thema staat het christendom centraal. De onderwerpen zijn:

  • Verspreiding christendom
    De invloed van het christendom op de geschiedenis is heel groot. Het christendom is ontstaan uit het jodendom en verspreidde zich in de tijd van de Romeinse overheersing.
  • Christendom in Europa
    De Romeinse goden werden door het christendom verdrongen. Met de verspreiding van de Romeinse cultuur over grote delen van Europa, verspreidde zich ook het christelijk geloof.
  • Kerk en staat (+ kruistochten)
    De paus kwam, als hoofd van de christelijke kerk, regelmatig in conflict met de vorsten van Europese staten. In de late middeleeuwen werden kruistochten gehouden door vorsten en ridders, niet alleen om te strijden tegen de islam, maar ook als zoektocht naar macht en avontuur.
  • Reformatie en splitsing
    In de 15e eeuw ontstond protest tegen de rijkdom en machtspositie van de katholieke kerk. Maarten Luther en Calvijn zetten zich in voor hervorming van het geloof. Mede door de boekdrukkunst kon het nieuwe protestantse geloof zich snel uitbreiden in Europa.
  • Politieke stromingen
    In 1848 werd de grondwet ingevoerd en ontstond het parlementair stelsel. Er ontstonden politieke stromingen tussen protestanten, katholieken, liberalen en socialisten met elk een eigen opvatting over beleid en geloof.
  • Verzuiling
    Rond de jaren 50 van de vorige eeuw had verzuiling grote invloed op ons dagelijks leven. Was je katholiek, dan ging je naar een katholieke school, luisterde naar een katholieke omroep en las je een katholieke krant. De verzuiling is verminderd, maar nog altijd terug te vinden in de herkomst van kranten, scholen, politieke partijen en omroepen.

 

Introductie - opdracht

In de late middeleeuwen werden er kruistochten gehouden. Het geloof speelde daarbij een belangrijke rol.
Hebzucht en de zoektocht naar avontuur waren ook redenen om op kruistocht te gaan.

Wat kan ik straks?

In de tabel vind je de leerdoelen van dit thema.
Per leerdoel is aangegeven welke opdracht bij het leerdoel hoort.

Leerdoel Opdrachten
Je beschrijft hoe het christendom is ontstaan uit het jodendom. Verspreiding christendom
Je geeft voorbeelden van de manier waarop het christendom zich in Europa verspreidde. Christendom in Europa
Je herkent het karakter van de strijd tussen kerk en staat. Kerk en staat (+ kruistochten)
Je kunt uitleggen waarom er kruistochten waren en wanneer ze plaatsvonden. Kerk en staat (+ kruistochten)
Je herkent denkbeelden van de reformatie in een voorbeeld. Reformatie en splitsing
Je herkent gevolgen van de splitsing van de christelijke kerk. Reformatie en splitsing
Je beschrijft hoe mensen steeds meer politieke invloed kregen en welke stromingen er ontstonden. Politieke stromingen
Je herkent wat er in de Grondwet wordt geregeld. Politieke stromingen
Je herkent met een voorbeeld de verzuiling van eind jaren 50. Verzuiling

 

Wat ga ik doen?

Het thema 'Christendom' bestaat uit de volgende onderdelen:

Onderdeel Tijd in lesuren Eindproduct
Inleiding 0,5        -
Opdracht: Verspreiding christendom 1,5 Toets
Opdracht: Christendom in Europa 2 Toets of verhaal
Opdracht: Kerk en staat (+ Kruistochten) 2 Toets of mindmap

Opdracht: Reformatie en splitsing

2 Toets of fotoreportage
Opdracht: Politieke stromingen 2 Schema
Opdracht: Verzuiling 2 Artikel
Afsluiting 3 Online krant
Totaal 15  


De tijd is een indicatie en afhankelijk van de keuze van de eindopdracht.  

Opdrachten

Verspreiding Christendom

Christendom

Intro

De invloed van het christendom op de geschiedenis is heel groot.
Het christendom ontstond in de tijd dat de Romeinen over een groot deel van Europa en het Midden-Oosten heersten.

 

Wat kan ik straks?

Aan het eind van deze opdracht kan ik:

  • beschrijven hoe het christendom uit het jodendom is ontstaan.
  • uitleggen dat Jezus in het Romeinse Rijk leefde.
  • beschrijven dat de leerlingen van Jezus zijn geloof in het Romeinse Rijk hebben verspreid.
  • uitleggen waarom het christendom vooral arme mensen en slaven aantrok.
  • uitleggen waarom christenen soms werden vervolgd door Romeinse keizers.

Wat ga ik doen?

Activiteiten

Aan de slag

Stap

Activiteit

Stap 1

Je leest de kennisbank en geeft vervolgens in een oefening aan hoe het christendom zich verspreidde.

Stap 2

Je leest over Jezus van Nazareth en kunt gebeurtenissen uit zijn leven in chronologische volgorde plaatsen.

Stap 3

Je kunt in een sleepopdracht aangeven wanneer en door wie het christendom een staatsgodsdienst werd.

Afronding

Onderdeel

Activiteit

Begrippenlijst

Hier vind je de kennisbank en de begrippen die passen bij deze opdracht.

Eindopdracht

Je maakt een toets over deze opdracht.

Terugkijken

Terugkijken op de opdracht.


Tijd
Voor deze opdracht heb je 2 lesuren nodig.

 

 

Aan de slag

Stap 1: Verspreiding christendom

De Romeinen geloofden in veel goden en geesten.
De Joodse godsdienst gelooft in maar één god. En in een leven na de dood.
Veel Joden volgden Jezus in de tijd van de Romeinen.

Jezus vertelde dat Hij de Zoon van God was. En dat God de Schepper is van hemel en aarde.

De Romeinen en joodse geleerden waren bang voor de invloed van Jezus. Ze lieten hem daarom kruisigen. Na zijn dood stopte het christendom niet. Het nam alleen maar toe.

De groep van Jezus werd een van de grootste en belangrijkste godsdiensten van de wereld: het christendom. De aanhangers heten christenen.

Lees in de Kennisbank Christendom meer over Jezus van Nazareth en het christendom.

Christendom

Stap 2: Jezus van Nazareth

Vergelijk jouw antwoord met die van een klasgenoot.
Hebben jullie hetzelfde verhaal? Bespreek eventuele verschillen.

Stap 3: Christendom staatsgodsdienst

Afronding

Begrippenlijst

Verspreiding van het christendom

Jezus - kruisiging
Het christendom is ontstaan door de verhalen van Jezus. Hij werd omstreeks 33 na Christus door de Romeinen veroordeeld tot kruisiging.

Palestina
Palestina is een landstreek in het Midden-Oosten waar het christendom ontstaan is.

Bijbel
De bijbel is het heilige boek van de christenen. De bijbel bestaat uit het Oude en het Nieuwe Testament.

Vervolgingen
De apostelen verspreidden het christendom in het Romeinse Rijk. Christenen zijn door de Romeinen streng vervolgd, omdat ze weigerden de goden van de Romeinen te aanbidden. Zo werden ze voor de leeuwen gegooid of gekruisigd.

Christendom
Het christendom is een geloof dat in het Romeinse Rijk ontstond uit het jodendom. Het christendom volgt de leer van Jezus.

 

Eindopdracht: Toets

Ter afsluiting van deze opdracht maak je een toets.

Terugkijken

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • beschrijven hoe het christendom uit het jodendom is ontstaan.
  • uitleggen dat Jezus in het Romeinse Rijk leefde.
  • beschrijven dat de leerlingen van Jezus zijn geloof in het Romeinse Rijk hebben verspreid.
  • uitleggen waarom het christendom vooral arme mensen en slaven aantrok.
  • uitleggen waarom christenen soms werden vervolgd door Romeinse keizers.

Hoe ging het?

  • Tijd
    Had je voldoende tijd voor deze opdrachten?
  • Inhoud
    Schrijf op wat nieuw voor je was.
  • Eindopdracht
    Wat vond je van de toets? Kun je door het maken van de toets goed controleren of je de leerdoelen kent?

Christendom in Europa

Christendom in Europa

Intro

In het jaar 394 riep keizer Theodosius het christendom uit tot staatsgodsdienst van het Romeinse Rijk. Dat betekent dat dit de enige godsdienst was waar mensen in mochten geloven. Vanaf dat moment verspreidde het christendom zich snel door Europa.

In deze opdracht leer je meer over hoe het christendom zich verspreidde.

Kijk naar het filmpje hieronder.
Was de rol van de christelijke kerk in de Middeleeuwen groot of klein?

Wat kan ik straks?

Aan het eind van deze opdracht kan ik:

  • beschrijven hoe het christendom zich onder Karel de Grote verder verspreidde over Europa.
  • beschrijven wat de rol van kloosters was bij de verspreiding van het christendom in Europa.
  • beschrijven hoe het leven in een klooster eruitzag.
  • vertellen welke onderdeel van het christendom belangrijk is.

Wat ga ik doen?

Activiteiten

Aan de slag

Stap

Activiteit

Stap 1

Lees de Kennisbank Christendom onder de Romeinen.

Beantwoord vragen over de verspreiding van het Christendom door Europa.

Stap 2

Schrijf vijf belangrijke begrippen op die te maken hebben met het onderwerp: Verspreiding christendom door kloosters.

Leg deze begrippen uit aan een klasgenoot. 

Stap 3

Je kunt uitleggen waarom Alcuïnus hetzelfde geloof heeft als Willibrord.

Afronding

Onderdeel

Activiteit

Begrippen

Hier vind je de kennisbank en begrippenlijst die horen bij deze opdracht.

Eindopdracht A

Als je kiest voor eindopdracht A maak je een toets.

Eindopdracht B

Als je kiest voor eindopdracht B schrijf je een verhaal over kloosters in de Middeleeuwen.

Terugkijken

Terugkijken op de opdracht.


Benodigdheden
Geen bijzonderheden.

Tijd
Voor deze opdracht heb je 2 lesuren nodig.

 

 

Aan de slag

Stap 1: Christendom

De Romeinen veroverden een groot deel van Europa. Daardoor kwam ook het christelijke geloof in veel gebieden. De mensen geloofden eerst in meerdere goden, maar door het christendom gingen ze in één God geloven.

Volken zoals de Kelten en Germanen, die door de Romeinen waren verslagen, leerden zo het christelijk geloof kennen. Ook nadat het West-Romeinse Rijk verdween, bleef het christendom zich verspreiden.

Koning Clovis was de eerste koning van de Franken die christen werd. Hij zorgde ervoor dat het christelijk geloof zich verder verspreidde.


Lees in de Kennisbank over de Verspreiding van het christendom .

Stap 2: Verspreiding door kloosters

 

Monniken woonden samen in kloosters. In een klooster volgden ze vaste regels. Kloosters met dezelfde regels noem je een kloosterorde. De paus was de baas van zo’n orde.

Monniken wilden leven zoals Jezus. Ze deden een belofte: ze zouden geen eigen spullen meer hebben.

Monniken deden meer dan alleen bidden. Ze werkten op het land, maakten dingen met hun handen, en bouwden wegen en sloten. Ze schreven ook belangrijke boeken over, zoals de Bijbel. En ze lazen boeken over geloof en wetenschap.

 

Lees nu de informatie uit de Kennisbank nog een keer. Maak daarna de opdracht.

Verspreiding Christendom door kloosters

 

Stap 3: Willibrord

Willibrord (650-739) was een bekende missionaris. Een missionaris is iemand die anderen probeert te bekeren tot het christelijk geloof.
Willibrordus wilde dat mensen in God gingen geloven. Hij sprak vooral met mensen die nog heiden waren – dat betekent: mensen die niet christelijk waren.
In het christendom is liefde voor anderen belangrijk. Ook vergeving speelt een grote rol.

Rond het jaar 790 schreef de Engelse monnik Alcuïnus over Willibrordus.

Lees meer over Willibrord in de Kennisbank op de pagina Bonifatius en Willibrord. Bonifatius was ook een bekende missionaris. Bonifatius werd in Dokkum vermoord.

Verspreiding Christendom door kloosters

Afronding

Begrippen

Franken
De Franken namen na het instorten van het West-Romeinse Rijk in 476 n. Chr. de leiding over in Noord-West Europa. Zij onderwierpen andere volken. Ze speelden een belangrijke rol bij de uitbreiding van het christendom.

Clovis
Frankische koning die zich bekeerde tot het Christendom.

Missionarissen
Vanuit het huidige Ierland en Engeland kwamen geestelijken naar de Lage Landen om de volken die daar woonden te bekeren tot het christendom. Ze stichtten kerken en kloosters.

Wilbord en Bonifatius
De missionaris Willibrord (omstreeks 690) was actief vanuit Utrecht. De missionaris Bonifatius was actief onder de Friezen (omstreeks 750).
Kloosters
Kloosters zijn gebouwen waar mannen of vrouwen zich terugtrokken om hun leven aan God te wijden.
Schrijven
In de kloosters werden in schrijfkamers fraai versierde handschriften gemaakt. Die handschriften werden gebruikt om (Christelijke) teksten te kopiëren.
Karel de Grote
Karel de Grote wist een groot rijk op te bouwen door veel oorlogen te voeren. Hij had geen vaste verblijfplaats.
Hij verplaatste zich met zijn hof door zijn hele rijk.
Constantijn
Constantijn de Grote is de eerste Romeinse keizer die koos voor het christendom (in 313). Hij maakte een einde aan de vervolging van christenen.

Eindopdracht A: Toets

Als je kiest voor eindopdracht A maak je de toets: Christendom in Europa.

Als je alle vragen beantwoord hebt, zie je je score.
Je krijgt van de vragen die je fout hebt, het goede antwoord te zien.

Eindopdracht B: Verhaal schrijven

Kies je voor Eindopdracht B? Dan schrijf je een kort verhaal met de titel Kloosters in de middeleeuwen.

In je verhaal vertel je in ieder geval:

  • wat een klooster is

  • welke rol kloosters hadden bij het verspreiden van het christendom in Europa

  • en hoe het leven in een klooster was.

Je haalt de informatie uit de Kennisbank Geschiedenis en de filmpjes die je hebt gezien. Je mag ook op internet zoeken naar extra informatie.

De twee volgende filmpjes helpen je ook bij het schrijven. Maak tijdens het kijken aantekeningen.

Video: Kloosterleven



Video: Zendingswerk en kerstening

Beoordeling
Je krijgt een goede beoordeling voor je verhaal als in je verhaal duidelijk wordt:

  • wat een klooster is.
  • welke rol de kloosters speelden bij de verspreiding van het christendom in Europa.
  • hoe het leven in een klooster er uitzag.
  • je verhaal net is vormgegeven
  • je verhaal weinig tot geen fouten bevat
  • je verhaal precies 800 woorden lang is.

Klaar?

Laat je verhaal lezen door een klasgenoot. Vraag om commentaar.
Lees ook het verhaal van je klasgenoot.
Geef op een goede en positieve manier feedback.
Verwerk het commentaar van je klasgenoot in het verhaal.

Laat het verhaal vervolgens beoordelen door je docent.

Terugkijken

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • beschrijven hoe het christendom zich onder Karel de Grote verder verspreidde over Europa.
  • beschrijven wat de rol van kloosters was bij de verspreiding van het christendom in Europa.
  • beschrijven hoe het leven in een klooster eruitzag.
  • vertellen welke onderdeel van het christendom belangrijk is.

Hoe ging het?

  • Tijd
    Had je voldoende tijd om de opdrachten te maken?
  • Inhoud
    Was de inhoud van de opdracht nieuw voor je of wist je het meeste al?
    Schrijf op wat nieuw voor je was.
  • Eindopdracht A Toets

Hoe ging het beantwoorden van de vragen? Welke vraag wist je meteen?

  • Eindopdracht B: verhaal schrijven over het klooster

Welke nieuwe dingen heb je geleerd over het leven in een klooster? Ben je zelf wel eens in een klooster geweest?

Kerk en staat (+ Kruistochten)

Kerk en staat

Intro

In de tweede helft van de middeleeuwen ontstonden er grote landen met één sterke leider aan de top.

De kerk was in deze tijd nog steeds heel belangrijk. De paus, het hoofd van de kerk, had veel macht.
Soms kreeg hij ruzie met koningen of keizers. Dat noemen we een conflict – een ruzie of strijd.

In deze opdracht ga je kijken naar zo’n conflict tussen de paus en een vorst (een koning of keizer).

Ook leer je iets over de kruistochten: dat waren oorlogen tussen christenen en moslims om belangrijke gebieden, zoals Jeruzalem.

Bekijk het filmpje hieronder.
In het filmpje hoor je meer over de strijd tussen de paus en de vorsten.
Waarom kregen zij eigenlijk ruzie?

Wat kan ik straks?

Aan het eind van deze opdracht kan ik:

  • beschrijven wat de investituurstrijd inhield.
  • uitleggen wanneer de investituurstrijd plaatsvond.
  • uitleggen waarom er kruistochten waren.
  • uitleggen waarom de paus opriep om op kruistocht te gaan.
  • beschrijven wanneer de kruistochten plaatsvonden.

 

Wat ga ik doen?

Activiteiten

Aan de slag

Stap

Activiteit

Stap 1

Na het lezen van de Kennisbank: Investituurstrijd beantwoord je vragen, over de strijd tussen de vorsten en de kerk.

Stap 2

Lees de Kennisbank: Kruistochten. Beantwoord hier vragen over.

Stap 3

Bespreek een woordenwolk over de investituurstrijd met een klasgenoot.

Afronding

Onderdeel

Activiteit

Begrippen

Hier vind je de kennisbank en de begrippenlijst die horen bij deze opdracht.

Eindopdracht A

Als je kiest voor eindopdracht A maak je de toets.

Eindopdracht B

Als je kiest voor eindopdracht B maak je een mindmap over kruistochten.

Terugkijken

Terugkijken op de opdracht.


Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer 2 lesuren nodig.

 

 

Aan de slag

Stap 1: Investituurstrijd

In Europa was tijdens de middeleeuwen het christendom het belangrijkste geloof.

De paus is de baas van de christelijke kerk. Daar onder had je bisschoppen. Dat waren belangrijke kerkelijke leiders. Zij waren de baas over een groot gebied en gaven leiding aan priesters.

Het geloof speelde een belangrijke rol in het dagelijks leven. De paus had veel macht.
Maar ook koningen hadden veel macht. Koningen en de paus kregen vaak conflicten (ruzie) met elkaar.

De investituurstrijd was een ruzie tussen de Duitse koning Hendrik IV en paus Gregorius VII.

Die ruzie gebeurde tussen 1075 en 1077 en ging over één belangrijk onderwerp: wie mocht de bisschoppen kiezen.

De koning wilde zelf bisschoppen kiezen. Dat deed hij omdat bisschoppen niet mochten trouwen en geen kinderen kregen. Als een bisschop doodging, kreeg de koning zijn stuk land weer terug. Zo bleef de koning de baas over zijn gebieden.

Maar de paus vond dat niet goed. Hij zei dat alleen de paus, als hoofd van de kerk, bisschoppen mocht kiezen.

De koning werd boos en kwam in opstand, maar de paus was sterker.
In 1077 werd besloten dat alleen de paus nog bisschoppen mocht benoemen.


Lees in de Kennisbank meer over de investituurstrijd :

Stap 2: Kruistochten

In de late Middeleeuwen gingen christelijke ridders en vorsten op kruistocht. Dat waren oorlogen tegen de islam, vooral om heilige plekken zoals Jeruzalem te veroveren. Geloof was een belangrijke reden, maar ook eer, avontuur en geld speelden mee. Voor veel ridders werd het een manier om te laten zien dat je een echte man was.

Na de ruzie tussen paus Gregorius VII en koning Hendrik IV bleef de strijd doorgaan. Hendrik IV koos zelf een nieuwe paus, een zogenaamde tegenpaus. Deze tegenpaus mocht in het rijk van Hendrik zelf bisschoppen kiezen. Er waren nu dus twee pausen tegelijk. Daardoor gingen mensen twijfelen aan de paus, en verloor hij een deel van zijn macht en respect.

 

Lees in de Kennisbank meer over kruistochten.

Kruistochten

Ga in de Kennisbank op zoek naar antwoord op de volgende vragen:

Stap 3: Woordenwolk

Afronding

Begrippen

Paus Gregorius VII

Een belangrijke kerkleider die wilde dat het geloof het allerbelangrijkste was in de samenleving.

Hendrik IV
De koning van Duitsland. Hij had ruzie met paus Gregorius VII, omdat hij zelf bisschoppen wilde kiezen. In 1077 verloor hij die ruzie.

Paus
De hoogste baas van de Rooms-Katholieke Kerk.

Bisschop
De leider van een kerkelijk gebied. Hij mocht niet trouwen en had geen kinderen.
Investituurstrijd
Een ruzie tussen de Duitse vorst en de paus. Deze strijd ging over wie de bisschoppen mocht benoemen.
Kruistochten
Oorlogen waarbij christelijke legers uit Europa naar het Midden-Oosten trokken om heilige plekken terug te veroveren op de moslims.
Tegenpaus
Een tweede paus die werd gekozen omdat mensen het niet eens waren met de echte paus.
Traditie
Een gebruik of gewoonte die van de ene generatie op de andere wordt doorgegeven. 

Iets wat mensen al heel lang doen en doorgeven aan hun kinderen en kleinkinderen.

Eindopdracht A: Toets

Als je kiest voor eindopdracht A maak je de toets: Kerk en staat.

Als je alle vragen beantwoord hebt, zie je je score.
Je krijgt van de vragen die je fout hebt, het goede antwoord te zien.

Eindopdracht B: Mindmap

Maak een mindmap over kruistochten.

Gebruik de volgende woorden:

Paus Urbanus II - kruistocht - avontuur - Heilige Land - bezetting - bevrijden - islam - moslims - "God wil het" - Jeruzalem - handel - Constantinopel - plunderen - christenen - christendom - Byzantijnse Rijk

In welk jaar riep paus Urbanus op tot de eerste kruistocht? Zet dat jaartal in je mindmap.
Gebruik gekleurde pennen of stiften.

Beoordeling
Laat de mindmap beoordelen door je docent.
Je docent beoordeelt de mindmap op inhoud en vormgeving.
De mindmap moet er goed verzorgd uitzien.

Klaar? Lever je mindmap in bij je docent.

Mindmap maken

Woorden bij een onderwerp bedenken en met elkaar verbinden.

 

Terugkijken

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • beschrijven wat de investituurstrijd inhield.
  • uitleggen wanneer de investituurstrijd plaatsvond.
  • uitleggen waarom er kruistochten waren.
  • uitleggen waarom de paus opriep om op kruistocht te gaan.
  • beschrijven wanneer de kruistochten plaatsvonden.

Hoe ging het?

  • Tijd
    Had je voldoende tijd om de opdrachten te maken?
  • Inhoud
    Was de inhoud van de opdracht nieuw voor je of wist je het meeste al?
    Schrijf op wat nieuw voor je was.
  • Eindopdracht A
    Hoe ging het maken van de toets? Ben je tevreden over je score?
  • Eindopdracht B
    Wat vond je van de eindopdracht?
    Vond je het fijn om alleen te werken? Ben je tevreden over je mindmap?

Splitsing kerk

Reformatie en splitsing

Intro

In de middeleeuwen was er in Europa maar één kerk: de Katholieke kerk.
Luther en Calvijn vonden dat er veel dingen niet goed gingen in de Katholieke kerk.
Ze wilden de kerk hervormen (veranderen).
Die hervorming, de Reformatie, leidde tot een splitsing van de kerk.

Kijk naar het filmpje hieronder. Waarom waren Luther en Calvijn het niet eens met de Katholieke kerk?

 

Wat kan ik straks?

Aan het eind van deze opdracht kan ik:

  • uitleggen wat de oorzaken waren van de splitsing in de christelijke kerk van Europa.
  • beschrijven welke rol Luther en Calvijn speelden in de Reformatie.
  • beschrijven welke verschillen er waren in de manier van geloven tussen katholieken en protestanten.
  • uitleggen waarom de Reformatie grote gevolgen had voor de hele maatschappij.
  • kenmerken van de Reformatie herkennen in de kerken van nu.

Wat ga ik doen?

Activiteiten

Aan de slag

Stap

Activiteit

Stap 1

Je kunt na het bestuderen van de Kennisbank 'Misstanden in de katholieke kerk' vragen beantwoorden over de rol van de katholieke kerk.

Stap 2

Je kunt na het bestuderen van de Kennisbank 'Reformatie' vragen beantwoorden over de splitsing van de christelijke kerk.

Stap 3

Je kunt verschillende kenmerken van beide kerken koppelen aan de juiste kerk.

Afronding

Onderdeel

Activiteit

Begrippenlijst

Hier vind je de kennisbank en de begrippenlijst van deze opdracht.

Eindopdracht A

Als je kiest voor eindopdracht A maak je de toets.

Eindopdracht B

Als je kiest voor eindopdracht B maak je een fotopresentatie over kerk en geloof.

Terugkijken

Terugkijken op de opdracht.


Benodigdheden
Geen bijzonderheden.

Tijd
Voor deze opdracht heb je 2 lesuren nodig.

 

 

Aan de slag

Stap 1: Kennisbank

Boven: Luther
Onder: Calvijn

De katholieke kerk was in de middeleeuwen heel erg belangrijk in de maatschappij.
Toch waren er in West-Europa ook mensen die kritiek op de katholieke kerk hadden.
De katholieke kerk noemde hen 'ketters'.

Luther en Calvijn werden de leiders van de mensen die kritiek hadden.
Ze wilden de katholieke kerk hervormen.

Wat was er volgens Luther en Calvijn niet goed aan de katholieke kerk?

Bestudeer het onderdeel over misstanden in de katholieke kerk.

Stap 2: De Reformatie

Lees nu in de Kennisbank de informatie over de reformatie.

Reformatie

Stap 3: Katholiek of protestant?

Afronding

Begrippenlijst

Vorst
Een vorst wordt ook wel een monarch genoemd. Een vorst is een heerser.

Aflaat
In de katholieke kerk konden mensen een aflaat kopen. Daardoor werden zonden (fouten) vergeven en kon men na de dood toch in de hemel komen.

Inquisitie
Dit was een rechtbank van de katholieke kerk.

Predestinatie
De uitverkiezing door God.

Concilie van Trente
Kerkvergaderingen in de katholieke kerk (1545-1563). De kerk maakte afspraken om de ergste misstanden te beëindigen.

Ketters
Ketters waren mensen die kritiek hadden op de katholieke kerk. Ze werden vervolgd en gestraft door de Inquisitie, de kerkelijke rechtbank.

Reformatie
Misstanden in de rooms-katholieke kerk leidden tot kritiek op de kerk. Er kwam een beweging op gang die de kerk wilde veranderen: de reformatie. Gevolg was de opkomst van de Protestantse kerk. De katholieke kerk was niet langer de enige kerk.

Luther
Maarten Luther is een Duitse monnik, die op 31 oktober 1517 met 95 stellingen kwam. De paus zette hem uit de kerk.

Calvijn
Johannes Calvijn begon in Genève een hervormingsbeweging. Hij vond gehoorzaamheid aan God belangrijker dan gehoorzaamheid aan de vorst.

Afsplitsing protestantisme van katholicisme
De protestanten gingen zich organiseren en zo ontstond de protestantse kerk.

Contrareformatie
Na de reformatie begon in de katholieke kerk de contrareformatie: de leiders van de katholieke kerk reageerden op de kritiek. Ze hielden kerkvergaderingen genaamd het Concilie van Trente (1545-1563). Er werden belangrijke zaken veranderd.

Eindopdracht A: Toets

Als je kiest voor eindopdracht A maak je de toets 'Christelijke kerk'.

Als je alle vragen beantwoord hebt, zie je je score.
Je krijgt van de vragen die je fout hebt, het goede antwoord te zien.

Eindopdracht B: Fotoreportage

Als je kiest voor eindopdracht B ga je samen met een klasgenoot een fotopresentatie maken.
Hierin laat je voorbeelden zien van het geloof van katholieken en protestanten.

Je mag zoeken naar allerlei dingen die met kerk en geloof te maken hebben: gebouwen, geestelijken, schilderijen, voorwerpen, teksten.

  • Zorg ervoor dat de afbeeldingen een duidelijk kenmerk hebben dat echt past bij dat geloof.
  • Zet bij elke foto een kort bijschrift: wat zie je?
  • Je kunt de afbeeldingen in een document zetten, op een poster plakken, in een digitaal presentatieprogramma zoals Prezi of Powerpoint, of in een online fotoviewer. Kies zelf een geschikte manier.

Beoordeling
Zorg dat anderen je presentatie kunnen bekijken.
Jullie krijgen een goede beoordeling voor de opdracht als:

  • De fotopresentatie minstens 8 foto's bevat, over elke kerk 4 foto's.
  • De foto's goed passen bij het afgebeelde geloof.
  • Je juiste en passende bijschriften hebt gemaakt.
  • De fotopresentatie op tijd klaar is.
  • De fotopresentatie goed is afgewerkt.

Klaar?
Lever de presentatie ter beoordeling in bij je docent.

Fotoreportage maken

Met een fotoreportage kun je een verhaal vertellen met behulp van foto’s.

 

Terugkijken

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • uitleggen wat de oorzaken waren van de splitsing in de christelijke kerk van Europa.
  • beschrijven welke rol Luther en Calvijn speelden in de Reformatie.
  • beschrijven welke verschillen er waren in de manier van geloven tussen katholieken en protestanten.
  • uitleggen waarom de Reformatie grote gevolgen had voor de hele maatschappij.
  • kenmerken van de Reformatie herkennen in de kerken van nu.

Hoe ging het?

  • Inhoud
    Was de inhoud van de opdracht nieuw voor je of wist je het meeste al?
    Schrijf op wat nieuw voor je was.
  • Eindopdracht
    Als je hebt gekozen voor de toets: Waren de vragen moeilijk? Waren er vragen bij die niet in de les behandeld waren?
    Als je hebt gekozen voor de fotoreportage, was het eenvoudig om voldoende foto's te vinden?

Politieke stromingen

Politieke stromingen

Intro

In de 19e eeuw ontstond het politieke systeem zoals we dat nu kennen.
Na 1850 werden de eerste politieke groeperingen opgericht.
Uit die groeperingen ontstonden de politieke partijen.
In deze opdracht kijk je hoe ons parlementair stelsel is ontstaan.
Je kijkt nogmaals naar de grondwet van 1848.
En je bestudeert vier politieke stromingen.

Wat kan ik straks?

Aan het eind van de opdracht kan ik:

  • uitleggen waarom 1848 wel bekend staat als revolutiejaar.
  • een aantal rechten uit de Nederlandse grondwet van 1848 beschrijven.
  • de politieke stroming 'het liberalisme' beschrijven.
  • de andere politieke stromingen die opkwamen, beschrijven.

Wat ga ik doen?

Aan de slag

Stap

Activiteit

Stap 1

Na het bestuderen van de Kennisbank 'Grondwet 1848' kun je antwoord geven op vragen over het kiesrecht in Nederland.

Stap 2

Na het bestuderen van de Kennisbank 'Liberalisme' kun je de uitgangspunten van het liberalisme beschrijven.

Stap 3

Na het bestuderen van de Kennisbank 'Protestanten, katholieken, liberalen en socialisten' kun je de uitgangspunten van de verschillende partijen beschrijven.

Afronding

Onderdeel

Activiteit

Begrippenlijst

Hier vind je de kennisbank en de begrippenlijst die hoort bij deze opdracht.

Eindopdracht A

Als je kiest voor eindopdracht A maak je de toets.

Eindopdracht B

Als je kiest voor eindopdracht B ga je de vier politieke stromingen in een schema zetten en beschrijven.

Terugkijken

Terugkijken op de opdracht.


Benodigdheden:
Geen bijzonderheden.

Tijd:
Voor deze opdracht heb je 2 uur nodig.

Aan de slag

Stap 1: Grondwet 1848

Het jaar 1848 wordt gezien als het jaar waarin ons politieke systeem is ontstaan.
In dat jaar werd de Nederlandse grondwet geschreven.
In de grondwet werd geregeld hoe ons land geregeerd moest worden.

Ga naar de Kennisbank geschiedenis:

Toch ontbraken er toen nog twee dingen in de politiek: politieke partijen en het algemeen kiesrecht.
Die zijn er tegenwoordig wel.

In 1850 had maar een heel klein deel van de bevolking kiesrecht.
Ga nogmaals naar de Kennisbank 'Grondwet 1848' en lees over het Algemeen kiesrecht.

Stap 2: Liberalisme

De politieke stroming die ervoor heeft gezorgd dat de grondwet geschreven werd, noemen we het liberalisme.

Ga naar de Kennisbank en bestudeer het onderdeel 'liberalisme':

Stap 3: Politiek rond 1900

Liberalen wilden dat de staat zich zo min mogelijk bemoeide met het leven van mensen. Iedereen was zelf verantwoordelijk voor zijn geluk.

Socialisten waren het daar niet mee eens. Zij wilden juist dat de staat zou zorgen voor goede werkomstandigheden en een normaal loon voor de arbeiders.

Naast de liberalen en socialisten was er nog een derde groep: de confessionelen (gelovigen).
De confessionelen bestonden uit twee groepen: de katholieken en de protestanten.

Liberalen wilden een sterke scheiding tussen kerk en staat.
De meeste socialisten vonden de kerk een nutteloze organisatie.
De confessionelen wilden juist dat het geloof de basis was van de politiek.

Bestudeer in de Kennisbank het onderdeel over de politieke situatie in de 19e eeuw:

Protestanten

Katholieken

Liberalen

Socialisten

Afronding

Begrippenlijst

Democratisering van de samenleving
Het volk komt aan de macht. De koning is niet langer alleenheerser.

J.R. Thorbecke (1798-1872)
Liberaal staatsman. Hij schreef de Nederlandse Grondwet van 1848.

Willem II (1792-1849)
Koning der Nederlanden van 1840 tot 1848.

Liberalisme
Het liberalisme is een stroming in de maatschappij die ontstond in de tweede helft van de negentiende eeuw. Het heeft als uitgangspunt de vrijheid van het individu. Dit betekent dat de overheid zo min mogelijk moet ingrijpen in de economie en het maatschappelijk leven.

Economische vrijheid
De staat bemoeit zich niet met de handel en de economie.

Politieke stroming
Denkrichting over hoe de samenwerking van mensen in staatsverband georganiseerd zou moeten worden.

Grondwet
Wet waarin staat hoe het land geregeerd wordt en wat de rechten en plichten van de burgers zijn. In 1848 schreef J.R. Thorbecke de eerste Nederlandse Grondwet.

Eenheidsstaat
Staat/land dat één regering heeft.

Industrialisering
Toenemende productie van goederen die met met machines in fabrieken gemaakt worden.

Partijvorming
Ontstaan van politieke partijen in de 19e eeuw. Mensen die dezelfde politieke standpunten hadden, verenigden zich in een partij.

Schoolstrijd
In een liberale wet stond dat alleen openbare scholen geld van de staat kregen. Daar waren de protestanten het niet mee eens. De confessionele scholen moesten ook geld van de staat kunnen krijgen. Er ontstond een strijd tussen de confessionele partijen en de liberale en socialistische partijen.

Sociale kwestie
Arbeidersvraagstuk: Arbeiders werkten en leefden in de 19e eeuw in armoedige omstandigheden en er was veel werkloosheid. Ze moesten het beter krijgen.

Communisme
Politieke stroming die is bedacht door Karl Marx (1818-1883). In een communistische samenleving zijn de productiemiddelen en consumptiemiddelen gemeenschappelijk eigendom van de burgers. De staat bepaalt welke producten er gemaakt worden en hoeveel. Dit zou een eind maken aan armoede en ongelijkheid.

Protestante politieke partijen en katholieke politieke partijen
Politieke partijen die hun politiek baseren op het geloof. De eerste protestante politieke partij was de ARP (Antirevolutionaire Partij). De eerste katholieke politieke partij was de RKSP (Rooms-Katholieke Staatspartij).

Socialistische politieke partijen
Zij willen gelijkheid in de maatschappij bereiken via het parlement. De eerste twee socialistische politieke partijen waren de SDB (Sociaal Democratische Bond) en de SDAP (Sociaal-Democratische Arbeiders Partij).

Sociale wetten
Wetten die de werk- en leefomstandigheden van mensen moeten verbeteren. Zoals: Kinderwetje van Van Houten (1874), de Arbeidswet (1889), de Wet op leerplicht (1901), de Woningwet (1901) en de Ongevallenwet (1901).

Algemeen kiesrecht
Het recht van alle meerderjarige (18 jaar en ouder) burgers om te mogen stemmen.

Karl Marx (1818 - 1883)
Duitse filosoof. Bedenker van het Communisme.

Revolutie
Plotselinge opstand van het volk of een plotselinge verandering. Poging om de macht te grijpen in een land.

Eindopdracht A: Toets

Als je kiest voor eindopdracht A maak je de toets 'Politieke stromingen'.

Als je alle vragen beantwoord hebt, zie je je score.
Je krijgt van de vragen die je fout hebt, het goede antwoord te zien.

Eindopdracht B: Tabel maken

Als je kiest voor eindproduct B maak je een schema met daarin de vier politieke groeperingen.
Achter iedere groepering zet je
- een korte omschrijving,
- een belangrijke leider en
- een politieke partij.

Download het schema Politieke stromingen.
Bekijk het schema goed.
Gebruik de antwoorden op de volgende twaalf vragen om het schema te vullen.

  1. Bij welke politieke stroming past de omschrijving 'Vrijheid voor de burgers' het best?
  2. Van welke politieke stroming was de ARP de politieke partij?
  3. Tot welke politieke stroming behoorde Herman Schaepman?
  4. Tot welke politieke stroming behoorde Thorbecke, de ontwerper van de grondwet van 1848?
  5. Van welke politieke stroming was de RKSP de politieke partij?
  6. Bij welke politieke stroming past de uitspraak 'Betere leefomstandigheden voor de arbeider' het best?
  7. Tot welke politieke stroming behoorde Domela Nieuwenhuis?
  8. Van welke politieke stroming was de SDAP de politieke partij?
  9. Tot welke politieke stroming behoorde Abraham Kuyper?
  10. Bij welke politieke stroming past de omschrijving 'God moet uitgangspunt zijn van al het handelen en emancipatie van de gereformeerden' het best?
  11. Bij welke politieke stroming past de omschrijving 'Verbeteren van de positie van de katholieken' het best?
  12. Van welke politieke stroming was de partij van de Vrijheidsbond de politieke partij?

Heb je het schema ingevuld?
Vergelijk je schema dan met het schema van een klasgenoot.
Bespreek eventuele verschillen.

Beoordeling
Je docent let bij de beoordeling op het volgende:

  • het schema is duidelijk en overzichtelijk
  • de vragen zijn op een juiste manier verwerkt in de opdracht
  • de tabel is netjes vormgegeven
  • aan de hand van de tabel zijn makkelijk conclusies te trekken

Klaar?
Lever je tabel in bij je docent.

Tabel maken

Een tabel of schema is een manier om gegevens in beeld te brengen, op zo’n manier dat het er overzichtelijk uit ziet.

 

Terugkijken

Intro

  • Lees de intro van deze opdracht nog eens door.
    Vind je het een goede intro om de opdracht mee te beginnen?
    Kun je na het maken van de opdracht nog beter uitleggen wat politiek is?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Wat zijn de verschillen tussen de stromingen?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 2 uur met de opdracht bezig zou zijn.
    Kon je al het werk binnen die 2 uur afronden?
  • Inhoud
    Was de inhoud van de opdracht nieuw voor je of wist je het meeste al?
    Schrijf op wat nieuw voor je was.
  • Eindopdracht
    Wat vond je van de eindopdracht?
    Paste de inhoud van de toets goed bij de opdracht?
    Geeft het schema dat je gemaakt hebt een duidelijk beeld van verschillende politieke stromingen?

Verzuiling

Verzuiling

Intro

Als je 60 jaar geleden katholiek was ging je naar een katholieke school, je sportte op een katholieke sportclub en je las een katholieke krant.

De verzuiling had grote invloed op het dagelijks leven in Nederland. Er waren strikte scheidingen op het gebied van onderwijs, sport, media, gezondheidszorg.
In de jaren 50 van de vorige eeuw had Nederland een verzuilde samenleving. De kerk speelde een belangrijke rol.

Rond de jaren 60 werd de verzuiling geleidelijk wat minder. Door de invloed van de televisie en de groei van het verkeer kwam men steeds vaker in contact met 'andere zuilen'.
Toch zie je de verzuiling nog steeds terug.

 

Wat kan ik straks?

Leerdoelen
Aan het eind van de opdracht kun je:

  • het begrip verzuiling omschrijven.
  • opnoemen welke vier zuilen er bestonden eind jaren 50 van de vorige eeuw.
  • een voorbeeld van verzuiling geven in Nederland in die jaren.
  • beschrijven wat er gebeurt in bij ontzuiling.

Wat ga ik doen?

Aan de slag
Stap Activiteit
Stap 1 Je leert welke zuilen er waren eind jaren 50. Je bekijkt een video over wat verzuiling is. Je bestudeert de Kennisbank en beantwoordt met een klasgenoot vragen over ontzuiling.
Stap 2 Je gaat samen met een klasgenoot opzoeken tot welke zuil een aantal scholen, kranten, omroepen en politieke partijen behoren.
Afronding
Onderdeel Activiteit
Begrippen De begrippen gaan over verzuiling en ontzuiling.
Eindopdracht Jullie gaan samen een artikel schrijven over het onderwerp verzuiling. Daarin leggen jullie uit of verzuiling nog steeds een belangrijke rol speelt.
Terugkijken Terugkijken op de opdracht.


Benodigdheden
Geen bijzonderheden.

Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer 2,5 uur nodig.

Aan de slag

Stap 1: Verzuiling en ontzuiling

In de jaren na de Tweede Wereldoorlog leefde Nederland in een verzuilde samenleving.
De kerk speelde daarin een behoorlijke rol.
Naast een katholieke en een protestantse zuil, was er ook een socialistische en liberale zuil.

Bekijk de video over wat precies 'verzuiling' inhoudt.



Vanaf de jaren 60 van de vorige eeuw raakte Nederland steeds verder ontzuild. Dat kwam mede door de komst van de televisie.
Het afnemen van de rol van de zuil wordt wel de 'ontzuiling' genoemd.

Ga naar de Kennisbank geschiedenis en bestudeer de pagina over Ontzuiling.

Stap 2: Welke zuil?

In deze opdrachten ga je uitzoeken tot welke zuil scholen, kranten, politieke partijen of omroepen behoren.
Je komt daar achter door op de betreffende website van de instantie te zoeken naar bepaalde informatie.
Deze informatie kun je weer gebruiken in je eindopdracht.

Je kunt deze opdracht samen doen met een klasgenoot.

Afronding

Begrippen

Verzuiling
De verdeling van een samenleving in groepen, waarbij de groepen in bepaalde mate van elkaar zijn afgeschermd. Deze verdeling is gebaseerd op sociaal-economische basis of op levensbeschouwing. Zo bestond de verzuilde samenleving rond 1950 uit een katholieke en een protestante zuil maar ook een socialistische zuil. En soms wordt er ook gesproken van een liberale zuil.
Ontzuiling
Ontzuiling is het verschijnsel dat mensen steeds meer buiten hun eigen zuil, hun eigen levensbeschouwelijke groep, gaan leven. De rol van de zuil neemt af.

Eindopdracht: Artikel schrijven

Vinden jullie dat verzuiling in onze maatschappij nog een belangrijke rol speelt?

Als eindopdracht gaan jullie een artikel schrijven.
In het artikel geef je antwoord op de vraag of verzuiling nog een belangrijke rol speelt.
In je artikel verwerk je de informatie over de scholen, kranten, omroepen en politieke partijen die jullie onderzocht hebben.
Bekijk in de gereedschapskist hoe je een artikel schrijft. Jullie artikel bevat ongeveer 300 woorden.

In het artikel zitten de volgende onderdelen:

  • Een titel.
  • Een inleiding waarin jullie uitleggen wat jullie onderzocht hebben en
    hoe jullie te werk zijn gegaan.
  • De resultaten van jullie onderzoek.
  • Een conclusie en jullie eigen mening.


Klaar?
Laat het artikel beoordelen door jullie docent. Hij/zij zal letten op:

  • Hebben jullie voldoende informatie verzameld voor het artikel?
  • Komt in het artikel duidelijk antwoord op de vraag of verzuiling nog een belangrijke rol speelt?
  • Ziet het artikel er verzorgd uit en bevat het niet te veel taalfouten?

Artikel schrijven

Een artikel is een goede manier om informatie te presenteren of een gebeurtenis te beschrijven.

 

Terugkijken

Intro

  • Lees de intro van deze opdracht nog eens door.
    Kun je uitleggen wat wordt bedoeld met 'Nederland had een verzuilde samenleving'?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je uitleggen waardoor de ontzuiling op gang kwam in de jaren 60?

Hoe ging het?

  • Inhoud
    Wist je al veel over verzuiling en ontzuiling? Schrijf op wat nieuw voor je was.
  • Eindopdracht
    Vond je het leuk een artikel te schrijven over de rol van de verzuiling in het heden? Heb je de informatie uit de vorige stappen toegepast? 

Afsluiting

Kennisbanken

Eindopdracht: Online krant

Je hebt alle opdrachten van het thema Christendom gemaakt.
Om het thema af te sluiten, ga je samen met een klasgenoot een online krant maken.

In de krant met als onderwerp 'Het Christendom' komen artikelen, foto's, schema's, tijdlijnen, enzovoorts. Natuurlijk kunnen jullie gebruikmaken van eindproducten die jullie al gemaakt hebben, maar je mag ook verslag doen van andere onderwerpen die met het christendom te maken hebben.

Denk bijvoorbeeld aan een artikel of verslag over:

  • De rol van het klooster bij de verspreiding van het christendom.
  • Het kloosterleven in het algemeen.
  • De rol van verzuiling bij kranten, scholen, politieke partijen of omroepen.
  • Het ontstaan en de verspreiding van het christendom.
  • Hoe het christendom zich in Europa verspreidde.
  • Het verschil in geloof tussen katholieken en protestanten.
  • De rol van Luther en Calvijn in de hervorming.

De krant maak je op de site: www.nieuwstool.nl. Op de site wordt uitgelegd hoe je een goede krant maakt.
Raadpleeg ook de gereedschapskist voor tips.

Beoordeling
Als de digitale krant klaar is, zal de docent deze beoordelen. Hij/zij zal daarbij letten op:

  • inhoud: de krant bevat minimaal zeven verschillende producten (artikelen, strips, fotocollages, etc).
  • inhoud: de producten in de krant gaan over de onderwerpen uit de opdrachten of andere onderwerpen die met het christendom te maken hebben.
  • netheid: er is voldoende aandacht besteed aan de lay-out van de krant.
  • taalgebruik: de teksten bevatten niet te veel taalfouten.

Krant maken

Een krant kun je natuurlijk hartstikke goed zelf maken! Je verzamelt foto’s, tekeningen, schema’s, tekststukjes en quotes over een bepaald onderwerp.

 

D-toets

Test je kennis. Maak de diagnostische toets.

Terugkijken

Intro

  • Lees de Inleiding van het thema nog eens door.
    Heb je een indruk gekregen welke onderwerpen in dit thema worden besproken?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je uitleggen waardoor de reformatie is ontstaan en welke personen daar een rol in hadden?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Bij de activiteiten stond dat je ruim twee uur met de opdracht bezig zou zijn.
    Heb je deze tijd nodig gehad voor het maken van alle opdrachten of kwam je tijd tekort?
  • Inhoud
    Wist je al iets over het ontstaan van ons parlementaire stelsel?
    Kun je een voorbeeld geven van wat in de Grondwet is vastgelegd?
  • Eindopdracht
    Wat vond je van de eindopdracht?
    Heb je een gevarieerde digitale krant over het christendom samengesteld?
    Waren er nog onderwerpen die je lastig vond te verwerken? Zo ja, welke?
  • Het arrangement Thema: Christendom - vmbo12 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2025-11-18 09:05:52
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Het thema 'Geloven' is ontwikkeld door auteurs en medewerkers van StudioVO.

    Fair Use
    In de Stercollecties van StudioVO wordt gebruik gemaakt van beeld- en filmmateriaal dat beschikbaar is op internet. Bij het gebruik zijn we uitgegaan van fair use. Meer informatie: Fair use

    Mocht u vragen/opmerkingen hebben, neem dan contact op via de helpdesk VO-content.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Dit thema valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Mens en Maatschappij voor vmbo-12. In dit thema staat het christendom centraal. Je gaat aan de hand van verschillende opdrachten leren over de verspreiding van het christendom, het christendom in Europa, de kerk en staat (+kruistochten), reformatie en splitsing, politieke stromingen en verzuiling. Om het thema af te sluiten ga je samen met een klasgenoot een online krant maken met als onderwerp 'Het Christendom'. Ook is er een extra oefenopgave beschikbaar.
    Leerniveau
    VMBO gemengde leerweg, 2; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 1; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 2; VMBO basisberoepsgerichte leerweg, 1; VMBO theoretische leerweg, 1; VMBO gemengde leerweg, 1; VMBO theoretische leerweg, 2; VMBO basisberoepsgerichte leerweg, 2;
    Leerinhoud en doelen
    Mens en maatschappij; Cultuur, levensbeschouwing en identiteit; Macht, gezag en bestuur;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    15 uur 0 minuten
    Trefwoorden
    arrangeerbaar, christendom, kerk en staat, kruistochten, mens en maatschappij, reformatie, splitsing van de kerk, stercollectie, verspreiding van het christendom, vmbo-12

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    VO-content - Toetsen. (z.d.).

    Thema Christendom

    https://maken.wikiwijs.nl/148698/Thema_Christendom

    VO-content Geschiedenis. (2025).

    Christendom in Europa - vmbo12

    https://maken.wikiwijs.nl/98913/Christendom_in_Europa___vmbo12

    VO-content Geschiedenis. (2025).

    Kerk en staat - vmbo12

    https://maken.wikiwijs.nl/98925/Kerk_en_staat___vmbo12

    VO-content Geschiedenis. (2019).

    Politieke stromingen - vmbo12

    https://maken.wikiwijs.nl/98956/Politieke_stromingen___vmbo12

    VO-content Geschiedenis. (2025).

    Reformatie en splitsing - vmbo12

    https://maken.wikiwijs.nl/98928/Reformatie_en_splitsing___vmbo12

    VO-content Geschiedenis. (2025).

    Verspreiding christendom - vmbo12

    https://maken.wikiwijs.nl/98906/Verspreiding_christendom___vmbo12

    VO-content M&M. (2019).

    Opdracht: Verzuiling - vmbo12

    https://maken.wikiwijs.nl/62166/Opdracht__Verzuiling___vmbo12

  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    Oefeningen en toetsen

    Christendom D-toets

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    QTI

    Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat alle informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen punten, etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.

    Versie 2.1 (NL)

    Versie 3.0 bèta

    Voor developers

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.