De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Als je kiest voor eindopdracht B schrijf je een kort verslag over het onderzoekje dat je hebt gedaan in stap 4.
Het verslag krijgt als titel: 'Het aantal werkwoorden in een tekst'.
Schrijf in het verslag:
Wat je onderzocht hebt.
Hoe je te werk bent gegaan.
Wat je conclusie is.
Je verslag mag niet groter zijn dan een half A4'tje.
In de reisgids kun je vinden waar je docent op let tijdens het beoordelen van het verslag. Lees de beoordelingscriteria door en pas je verslag eventueel nog wat aan.
Tevreden?
Laat je verslag beoordelen door je docent.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Lees de intro van deze opdracht nog eens door.
Vond je de video duidelijk? Wist je nog wat een werkwoord is?
Kan ik wat ik moet kunnen?
Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
Kun je wat je moet kunnen?
Hoe ging het?
Tijd
Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 2 uur met de opdracht bezig zou zijn.
Had je die tijd ook nodig voor deze opdracht of kwam je tijd te kort?
Inhoud
Welke stap vond je de beste oefening om werkwoorden te leren?
Eindopdracht
Welke heb je gekozen? Vond je het een moeilijke keuze? Waarom wel/niet?
Extra opdrachten
Heb je één of beide extra opdrachten gemaakt? Ging het goed?
Het arrangement Opdracht: Grammatica - Werkwoord vmbo-kgt12 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Deze opdracht hoort bij het thema 'Mijn ster', en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Nederlands voor vmbo-kgt12. In deze opdracht staat het werkwoord centraal. In de subopdrachten wordt geoefend met het herkennen van het werkwoord in een zin, het gebruik van de verschillende werkwoordsvormen en het verschil tussen zwakke en sterke werkwoorden.
Om de opdracht af te sluiten is er zowel een toets als een eindopdracht beschikbaar. Veel succes!
Deze opdracht hoort bij het thema 'Mijn ster', en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Nederlands voor vmbo-kgt12. In deze opdracht staat het werkwoord centraal. In de subopdrachten wordt geoefend met het herkennen van het werkwoord in een zin, het gebruik van de verschillende werkwoordsvormen en het verschil tussen zwakke en sterke werkwoorden.
Om de opdracht af te sluiten is er zowel een toets als een eindopdracht beschikbaar. Veel succes!