Ecoreizen
Ecoreizen
ECOREIZEN BV SCHRIJFT WEDSTRIJD UIT!!!!
ECOREIZEN BV is een reisbureau in oprichting en wil groen en duurzaam reizen onder jongeren stimuleren.
ECOREIZEN BV wil jongeren de kans geven om goedkoop en toch verantwoord groen en duurzaam te reizen!
ECOREIZEN BV looft een prijs uit voor de meest groene en duurzame reis!
ECOREIZEN BV nodigt jongeren uit om als potentiële consultants een plan in te dienen voor een groene en duurzame wereldreis.
Inleiding
Wat ga je doen?
Je doet mee aan de wedstrijd van ECOREIZEN BV.
Je schrijft je in, in een groep van vier personen. Kleinere groepjes zijn onhandig, omdat tijdens een aantal activiteiten verschillende dingen tegelijkertijd moeten gebeuren. Je kunt dan opsplitsen in twee groepjes van twee.
Om jullie te helpen de meest groene en duurzame reis te ontwerpen, doe je een aantal activiteiten. In deze activiteiten oefen en leer je belangrijke dingen die je zullen helpen bij het ontwerpen van de winnende reis.
De wedstrijd wordt afgesloten met een presentatie.
De presentatie wordt beoordeeld door een jury.
Aansluitend is de prijsuitreiking.
Je hoort van je docent hoe je precies wordt beoordeeld.
Jullie gaan:
- Engage: leren dat een duurzame reis een reis is, die weinig \(\small{C}{O}_{{{2}}}\) uitstoot.
- Explore: je reis uitstippelen, experimenten uitvoeren, leren over duurzaamheid, oefenen met rekenen.
- Explain: rekenen aan je reis en voorbereiden op de presentatie.
- Evaluate: je reis presenteren voor de jury en het geleerde nog eens op een rijtje zetten, zodat je het later nog ‘uit je hoofd kunt halen’ om te gebruiken in een toets, op examen of anderszins.
In de tabel staat hoeveel lessen je hier ongeveer mee bezig bent.
Activiteit |
|
Max. aantal lessen |
Engage |
Activiteit 1 |
1 |
Explore |
Activiteit 2 |
2 |
|
Activiteit 3 |
2 |
|
Activiteit 4 |
2 |
|
Activiteit 5 |
1 |
Explain |
Activiteit 6 |
1 |
|
Activiteit 7 |
1 |
Evaluate |
|
2 |
|
Totaal |
12 |
Hoe verloopt een les?
Elke les verloopt als volgt:
- Als je binnen komt, pak je de spullen die je voor deze les nodig hebt.
- Je gaat in je groepje (van 4) zitten.
- Je stelt vast wie in deze les welke rol heeft. Lees hier meer over in ‘samenwerken’.
- Je bekijkt het groepslogboek en verwerkt de opmerkingen van de docent. Eventueel stel je de planning bij.
- Je bespreekt het huiswerk.
- Je voert de planning van de les uit. Uiteraard doe je verslag van wat je doet in het groepslogboek.
- De laatste 10 minuten check je of het groepslogboek volledig is ingevuld en of duidelijk is wat het huiswerk is voor de volgende les.
Samenwerken
Om het groepswerk goed te laten verlopen heeft elk groepslid een eigen taak, naast de taken die volgens afspraak uitgevoerd moeten worden.
Deze taken zijn: de voorzitter, de secretaris, de contactpersoon en de klusser.
De voorzitter:
- Heeft de leiding.
- Maakt in onderling overleg een planning en zorgt ervoor dat iedereen weet wat hij moet doen.
- Houdt de tijd in de gaten.
- Verdeelt de taken eerlijk over de groepsleden.
De secretaris:
- Schrijft de planning en de afspraken op.
- Schrijft de resultaten van het onderzoek of de practica op.
- Is eindverantwoordelijk voor het groepslogboek.
De contactpersoon:
- Inventariseert eventuele vragen.
- Checkt altijd eerst of een groepsgenoot de antwoorden weet.
- Vraagt, als niemand in de groep de antwoorden weet, hulp aan docent of TOA.
De klusser:
- Haalt de spullen voor het practicum.
- Ruimt alles netjes op.
- Doet andere klusjes die noodzakelijk zijn voor een goed verloop van het onderzoek.
Taken van alle groepsleden:
- Eigen inbreng hebben
- Planning en eigen taken uitvoeren (dus ook hun eigen onderzoek: theorie en experimenten)
- Afspraken nakomen
- Groepslogboek bijhouden
Groepslogboek
In het groepslogboek houden jullie bij wat jullie in elke les doen en leren. Dit groepslogboek is een gezamenlijk document,
waar jullie samen in werken. Maak hier goede afspraken over. Zo kun je in het groepslogboek terugzien waar iedereen mee bezig is en online op elkaar reageren.
Jullie docent zal ook opmerkingen maken in het logboek.
Bekijk en verwerk deze opmerkingen aan het begin van elke volgende les.
Van je docent hoor je welk systeem je zult gebruiken om in te werken.
Mogelijk is dat Google Drive. Ook zal je docent aangeven wat de eisen zijn voor de naamgeving van je logboek
(dit om alles overzichtelijk te houden) en zal je docent je vragen om hem of haar toegang te geven tot het document.
Zie hier een mogelijke opzet van het groepslogboek. Dit is maar een voorbeeld, het kan nodig zijn om zelf een model te vinden. Dit kan ook per les wisselen.
Namen groepsleden:
Datum:
Les:
Aanwezige groepsleden in deze les:
Afwezig:
Taak |
Vorige les |
Deze les |
A. Voorzitter
|
Naam :
Les : |
Naam :
Les : |
B. Secretaris
|
Naam :
Les : |
Naam :
Les : |
C. Klusser
|
Naam :
Les : |
Naam :
Les : |
D. Contactpersoon
|
Naam :
Les : |
Naam :
Les : |
Je kan ook de onderstaande vragen gebruiken in het groepslogboek.
- Heeft iedereen gedaan wat door jullie onderling was afgesproken?
- Welke bronnen heb je deze les bestudeerd?
- Welke experimenten heb je deze les gedaan?
- Wat heb je deze les geleerd?
- Hebben jullie alles af wat je gepland hebt?
- Als je niet meer op schema loopt, waarin uit zich dat en wat ga je doen om weer op schema te komen?
- Zijn er nog vragen waar je deze les geen antwoord op hebt gekregen?
- Hoe verloopt de samenwerking tussen de groepsleden?
- Wat ga je de volgende les anders en/of beter doen?
- Overige opmerkingen:
Wat ga je leren?
Je leert de volgende begrippen kennen:
Inhoudelijk:
- Atomaire massa-eenheid
- Overmaat
- De chemische hoeveelheid stof
- Molaire massa
- Getal van Avogadro
- Molverhouding
- Concentratie
- Molair gasvolume
- Rendement van een reactie
- Triple P
- Duurzame ontwikkeling
- Broeikaseffect
Je leert het volgende kunnen:
- Meetapparaten nauwkeurig aflezen, notie hebben van de afleesonnauwkeurigheid.
- Algemene regels voor rekenen met meetwaarden kunnen toepassen.
- Molecuulmassa’s berekenen uit de atoommassa’s van BINAS tabel 99.
- De molaire massa m.b.v. tabel 99 in gram/mol van een stof berekenen wanneer de formule bekend is.
- De chemische hoeveelheid stof berekenen uit de massa.
- Aantal moleculen berekenen uit de massa van de stof en de formule.
- De concentratie van een stof berekenen.
- Rekenen met de verdunningsfactor.
- Rekenen met de dichtheid.
- Wet van Avogadro: berekenen chemische hoeveelheid stof uit het volume van een gas m.b.v. het molair volume.
- Rekenen aan reacties: SPA (5 punten aanpak).
- De molverhouding opstellen tussen de gevraagde stof en de gegeven stof in de juiste notatie.
- Het rekenen met verhoudingstabellen dan wel met formules waarin een aantal grootheden zijn opgenomen.
- Berekenen van molaire volume uit de dichtheid.
- Gegevens met de juiste eenheden uit de tabellen 7, 10, 11, 12, 98 en 99 gebruiken.
- Verband tussen uitstoot \(\small{C}{O}_{{{2}}}\) en broeikaseffect uitleggen.
- Duurzame ontwikkeling beschrijven.
Engage
Activiteit 1
Inventariseer in jullie groep wat je allemaal zou moeten onderzoeken en moeten weten om een groene en duurzame reis te kunnen maken.
Doe dit op de volgende wijze:
- Iedereen schrijft individueel op wat hij/zij zou willen onderzoeken en te weten zou willen komen.
- Als iedereen klaar is, geef je jouw papier door aan je buurman/buurvrouw. Deze leest door wat er geschreven staat en vult aan met eigen ideeën. Liefst met een andere kleur pen.
- Dit doe je nog twee keer, zodat je uiteindelijk je eigen blaadje weer terug hebt.
- Als het goed is heeft nu iedereen hetzelfde op papier staan. Maak nu gezamenlijk een lijst met vragen die jullie willen onderzoeken. Neem deze lijst op in het groepslogboek.
Er is veel te doen over het broeikaseffect.
In de discussies speelt \(\small{C}{O}_{{{2}}}\) een belangrijke rol.
Raadpleeg Bron 1 voor meer informatie:
Bron 1 Het broeikaseffect
Bekijk ook de animatie over het broeikaseffect op de volgende site: Broeikaseffect Spel
Aan de slag 1: Versterkt broeikaseffect - teamopdracht
Maak de volgende opgaven in het groepslogboek:
- Bespreek kort waarom men denkt dat \(\small{C}{O}_{{{2}}}\)-uitstoot een slechte invloed heeft op het klimaat.
- Schrijf samen minstens vier activiteiten op waarbij \(\small{C}{O}_{{{2}}}\) ontstaat.
- Verzin 2 manieren waarop jij zelf de uitstoot van \(\small{C}{O}_{{{2}}}\) kunt beperken. Bespreek met elkaar wat je bedacht hebt.
- ‘Klimaatproblemen oplossen doet pijn’. Leg uit hoe dit zit.
Explore
Activiteit 2
In deze activiteit gaan jullie een groene, duurzame reis door Europa uitstippelen. Kijk goed naar de spelregels en de tips.
Verwerk uiteraard weer alle opdrachten in het groepslogboek.
Spelregels
- Je hebt 10 dagen om Europa rond te reizen. Je vertrekt uit je woonplaats en moet daar na 10 dagen weer uitkomen.
- Je bezoekt tenminste 4 van de volgende steden: Londen, Helsinki, Athene, Moskou, Istanbul, Dublin, Rome, Barcelona, Oslo, Wenen. Per stad geef je aan hoe lang je er verblijft.
- Je mag overal de Nederlandse tijd aanhouden.
- In twee hoofdsteden doe je een experiment (zie activiteit 4).
- Je moet minimaal vier verschillende vervoermiddelen gebruiken waarvan één de bioethanol-auto.
Tips:
- Het is handig gebruik te maken van een atlas.
Deze kun je misschien lenen bij een aardrijkskundedocent.
- Op Widget Distance Converter kun je, indien nodig, miles naar kilometers omrekenen. (Omrekening: 1 mile = 1.609 m).
- Op www.indo.com kun je je reisafstanden laten berekenen. Voer gewoon je begin- en eindplaats in (in het engels) en laat het programma rekenen.
Om het niet te ingewikkeld te maken:
- Vliegtuig: de afstand tussen twee plaatsen = afstand hemelsbreed (as the crow flies).
- Boot: afstand tussen 2 plaatsen = afstand hemelsbreed (tenzij je duidelijk om moet varen!)
- Landvoertuigen: de afstand tussen twee plaatsen = afstand hemelsbreed * 1,5.
Je mag natuurlijk ook gebruik maken van de gratis te downloaden programma’s GoogleEarth en/of GoogleMaps .
Activiteit 2 - Aan de slag 2
Aan de slag 2: Uitstippelen - teamopdracht
Jullie gaan nu de reis door Europa daadwerkelijk uitstippelen. Houd alles goed bij in jullie (digitale) groepslogboek, die eventueel in googledrive staat.
Bij het uistippelen van de route moeten jullie je aan de spelregels houden die eerder beschreven zijn.
Gebruik de onderstaande tabel om jullie vervoersmiddelen uit te kiezen.
Vervoermiddel |
Brandstof1 |
Formule1 |
Snelheid2 |
Verbruik3 |
Dichtheid4 |
Max. uur5 |
Fiets |
Glucose |
\(\small{C}_{{{6}}}{H}_{{{12}}}{O}_{{{6}}}\) |
20 |
250,0 |
1,58 |
10 |
Auto |
Benzine |
\(\small{C}_{{{7}}}{H}_{{{16}}}\) |
95 |
18,3 |
0,72 |
10 |
Auto |
Bioethanol |
\(\small{C}_{{{2}}}{H}_{{{5}}}{O}{H}\) |
95 |
15 |
0,80 |
10 |
Bus |
Diesel |
\(\small{C}_{{{8}}}{H}_{{{18}}}\) |
70 |
33,0 |
0,82 |
17 |
Trein |
Kolen/Elektriciteit |
\(\small{C}\) |
100 |
32,6 |
3,50 |
22 |
Boot |
Stookolie |
\(\small{C}_{{{10}}}{H}_{{{22}}}\) |
65 |
61,5 |
0,95 |
22 |
Vliegtuig |
Kerosine |
\(\small{C}_{{{9}}}{H}_{{{20}}}\) |
750 |
7,6 |
0,90 |
19 |
In de tabel is per vervoermiddel gegeven:
- de brandstof die het vervoermiddel verbruikt (ook in formulevorm).
- de snelheid van het vervoermiddel in km/uur.
- het verbruik van het vervoermiddel in (pers*km)/L
aantal km dat 1 persoon kan reizen per liter brandstof.
- de dichtheid van de brandstof in kg/L.
- het aantal uur dat je maximaal op één dag met dit vervoermiddel kunt reizen.
- Welke steden ga je bezoeken?
- In welke volgorde doe je dat?
- Welke vervoermiddelen ga je gebruiken?
Activiteit 2 - Aan de slag 3
Aan de slag 3: Hoeveel brandstof? - teamopdracht
Nu jullie een idee hebben gevormd over hoe de reis eruit gaat zien, is het van belang om de hoeveelheid brandstof te berekenen.
Doe dit aan de hand van Bron 2, vul de tabel in. De laatste kolom wordt pas later ingevuld.
Bron 2: Gegevensblad
Activiteit 3
In deze activiteit leer je rekenen met dichtheden, met grammen, met porties (molen) en met het molaire volume van gassen. Ook leer je hoe je met behulp van reactievergelijkingen aan de hand van gegeven hoeveelheden van één van de stoffen, de (nog) onbekende hoeveelheden van de andere stoffen die in de reactie een rol spelen, kunt berekenen.
01 - individueel
Lees bron 3 en de korte samenvatting uit de kennisbank. Maak bij het lezen van bron 3 ook alle vragen in je (digitale) schrift. Iedereen in je groepje moet deze opdracht gedaan hebben. Help elkaar als iemand er niet uitkomt.
KB: Rekenen met mollen
Bron 3: Chemisch rekenen
Activiteit 4 - Aan de slag 4
In deze activiteit doe je in twee steden een experiment. Hiermee oefen je bepaalde berekeningen. Dit soort berekeningen ga je in activiteit 6 nodig hebben.
Aan de slag 4: Experimenten - teamopdracht
Lees de experimenten goed door en kies er twee uit waarvan je denkt dat de berekeningen bij het betreffende experiment een goede oefening zijn.
Voordat je een experiment doet, maak je eerst een werkplan. Pas als dit door de docent of de TOA is goedgekeurd, mag je het experiment uitvoeren.
Noteer je waarnemingen, je resultaten, je berekeningen en je conclusies in het groepslogboek. Maak ook de vragen die bij de experimenten staan in het groepslogboek.
Download de experimenten van bron 4. Op de volgende pagina's zie je hoe zo'n voorbereiding op een practicum aan moet pakken.
Bron 4: Experimenten
Activiteit 4 - Handleiding
Handleiding practicum
Voorbereiding:
- Maak een werkplan (hierin staat wie wat haalt/doet en op welk moment).
- Laat je werkplan door de docent of de TOA controleren.
Tijdens de les:
- Ga aan de slag (houd je aan het goedgekeurde werkplan).
- Noteer alle waarnemingen, ook als daar niet speciaal naar wordt gevraagd! Vergeet de waarnemingen aan de beginstoffen niet te beschrijven (dus vóór samenvoegen). Iemand die je waarnemingen leest, moet het hele experiment als het ware voor zich kunnen zien.
- Ruim alles op en was je handen!
Tijdens de les, na de uitvoering van de proef (maak dit eventueel thuis af!):
- Beantwoord de vragen bij de proef.
- Formuleer de conclusie. Let daarbij op de onderzoeksvragen (of het doel).
- Controleer tot slot of je alles weet wat aangegeven is (op het werkblad bovenaan in het kader).
- Verwerk het bovenstaande uiteraard allemaal in het groepslogboek.
Werkplan:
- Schrijf in eigen woorden het doel van het experiment op.
- Schrijf in eigen woorden puntsgewijs de taken op en in welke volgorde deze gedaan moeten worden.
- Geef aan hoeveel tijd je per taak nodig denkt te hebben.
- Schrijf per taak uit welke materialen, dus ook boeken, Binas, computer, gebruikt worden.
- Beschrijf wat je gaat doen in het kader van de veiligheidsvoorschriften (gebruik hiervoor de op school aanwezige informatie over veiligheid).
- Beschrijf wat je uit milieu-overwegingen met het afval gaat doen (gebruik hiervoor de op school aanwezige informatie over veiligheid).
- Geef per taak aan wie deze taak uitvoert.
- Laat je docent het werkplan nakijken en neem eventuele op- of aanmerkingen over.
Activiteit 5
In deze activiteit ga je het begrip duurzaamheid wat nader bekijken aan de hand van een video die gemaakt is van het programma ‘Tegenlicht’, Tegenlicht .
Aan de slag 5: Energie in overvloed - teamopdracht
Maak onderstaande vragen in het groepslogboek. In de video wordt gesproken over de mens als jager en verzamelaar, ook op het gebied van energie.
- Welke problemen komt de verzamelaar daarbij tegen?
In de video wordt conventionele energie afgezet tegen zonne-energie.
- Wat wordt bedoeld met conventionele energie?
- Waarom zouden we geen grote investeringen meer moeten doen in conventionele energie?
- “Het is het bewijs van het succes van de Duitse wet ‘Einspeisegesetz’. De wet heeft de opwekking van duurzame elektriciteit financieel levensvatbaar gemaakt.” Welke 2 maatregelen zijn o.a. genomen? Hoe wordt dat betaald?
- Herman Scheer spreekt over 3 scenario’s met betrekking tot de invoering van zonne-energie. Noem ze alle 3 kort.
- Stel dat over 10 jaar alle energie duurzaam wordt opgewekt. Komt onze elektriciteit dan uit de Sahara woestijn of vindt Hermen Scheer dat het anders moet? Hoe?
- Zijn moderne zonnepanelen duur? Leg uit.
Explain
Activiteit 6 - Aan de slag 6
In deze activiteit ga je rekenen aan de reis zoals jullie die vastgesteld hebben.
Aan de slag 6: Groene reis - teamopdracht
Bereken de \(\small{C}{O}_{{{2}}}\)-productie van jouw duurzame en groene reis (denk aan bron 3.4!). In activiteit 2, " Aan de slag 3 " heb je berekend hoeveel brandstof je nodig hebt voor de reis. Deze informatie hebben jullie op het gegevensblad ingevuld.
- Zoek in de tabel die je gemaakt hebt bij activiteit 1 de gegevens op over de hoeveelheden van de brandstoffen die jij op je groene en duurzame wereldreis wilt gebruiken. Als je bijvoorbeeld tweemaal de boot hebt gebruikt, dan bereken je eerst de totale hoeveelheid gebruikte stookolie. Doe dat ook eerst voor de andere brandstoffen. Vul dat in onder de kolom ‘verbruikt’, in kg brandstof.
Vervoermiddel |
Brandstof |
Formule |
Verbruikt |
CO2-Productie |
Fiets |
Glucose |
\(\small{C}_{{{6}}}{H}_{{{12}}}{O}_{{{6}}}\) |
|
|
Auto |
Benzine |
\(\small{C}_{{{7}}}{H}_{{{16}}}\) |
|
|
Auto |
Bioethanol |
\(\small{C}_{{{2}}}{H}_{{{5}}}{O}{H}\) |
|
|
Bus |
Diesel |
\(\small{C}_{{{8}}}{H}_{{{18}}}\) |
|
|
Trein |
Kolen/Elektriciteit |
\(\small{C}\) |
|
|
Boot |
Stookolie |
\(\small{C}_{{{10}}}{H}_{{{22}}}\) |
|
|
Vliegtuig |
Kerosine |
\(\small{C}_{{{9}}}{H}_{{{20}}}\) |
|
|
- Bereken hoeveel kg \(\small{C}{O}_{{{2}}}\) je totaal produceert op je reis (p=po , 298K). Laat van alle berekening in je verslag zien hoe je aan je antwoord bent gekomen.
- Tel op hoeveel km je totaal hebt afgelegd en bereken dan je \(\small{C}{O}_{{{2}}}\) uitstoot per reiskilometer in gram per kilometer. Verwerk dat in je presentatie.
Activiteit 6 - Aan de slag 7
Aan de slag 7: Compensatie - teamopdracht
Bereken hoeveel hectare eikenbos nodig is om die \(\small{C}{O}_{{{2}}}\) (binnen 30 dagen) uit de lucht te halen (te assimileren).
Tips
- Neem aan dat 1 hectare bos 10 000 kg \(\small{C}{O}_{{{2}}}\) per jaar uit de lucht haalt.
- (Koolstofassimilatie = 6 \(\small{C}{O}_{{{2}}}\) + 6 \(\small{H}_{{{2}}}{O}\) --> \(\small{C}_{{{6}}}{H}_{{{12}}}{O}_{{{6}}}\) + 6 \(\small{O}_{{{2}}}\))
Activiteit 7
Aan de slag 8: Presentatie - teamopdracht
Per groep bereid je een presentatie voor, die je gaat houden voor de rest van de klas. In die presentatie licht je je reis toe en maak je duidelijk waardoor jouw reis een duurzame en verantwoorde groene reis is. De presentatie moet potentiële klanten verleiden voor jullie reis te kiezen. Een jury van leerlingen zal elke presentatie waarderen aan de hand van een scoreformulier.
Houd verder rekening met het onderstaande:
- de presentatie mag hooguit 5 minuten duren;
- de presentatie moet een gezamenlijk product zijn;
- je mag de presentatie ‘opleuken’ met afbeeldingen van leuke bezienswaardigheden of een attribuut of kledingstuk uit de regio.
Vermeld in je presentatie onder andere:
- een overzicht van je reis;
- gebruikte brandstoffen en brandstofverbruik;
- totaal aantal km en het aantal kg \(\small{C}{O}_{{2}}\) per reiskilometer;
- aantal hectare bos dat zou moeten worden aangeplant ter compensatie;
- waarom jullie reis de meest duurzame en groene reis is met de leukste steden.
Zie voor het te gebruiken scoreformulier:
Bron 5: Scoreformulier presentatie
Evaluate
Evaluatie
Je bent onderweg in deze module veel scheikundige begrippen en begripstoepassingen tegengekomen. We zijn inmiddels op een belangrijk punt aangeland in onze reis. De bedoeling is dat jij test of je klaar bent met deze module en of je voldoende weet en begrijpt over de stof. Als dat niet het geval is, zul je nog aanvullend leerwerk moeten verrichten. Voor evaluatie-activiteiten trekken we twee lesuren uit, exclusief de zelfstudietijd.
Evaluatie-activiteiten in les 1
In de introductie van deze module, onder het kopje ‘Wat ga je leren?’ zijn de leerdoelen geformuleerd. Het is belangrijk dat jij zelf controleert of je ook echt helemaal klaar bent. Dat betekent dat je weet wat je moet weten, dat je begrijpt wat je moet begrijpen en dat je de opdrachten kunt uitvoeren die geformuleerd zijn.
Stap 1 Buiten de les
Zelfstudie-opdracht buiten de les ter voorbereiding op de les
- Besteed een uur aan het checken of je de doelen bereikt hebt. Doe dat door met behulp van je computer of pen en papier antwoorden te geven, zonder te spieken in de module of in je aantekeningen. Werk overzichtelijk, zodat je aan het eind van het uur kunt zien wat je wel weet en kunt en waar je nog aandacht voor moet hebben.
- Besteed een tweede uur aan het opzoeken van de antwoorden die je niet kon geven in het eerste uur.
Stap 2 In de les
Samenwerken met je buur in de les
- Vergelijk je aantekeningen/antwoorden uit de zelfstudie-opdracht met je buurman/buurvrouw. Speel waar nodig elkaars docent en zorg in ieder geval dat je de goede antwoorden hebt aan het eind van dit lesonderdeel. Als er inhoudelijke problemen zijn, roep je de hulp van de docent of andere leerlingen in.
- Waarschijnlijk heb je voor deze eerste activiteit van stap 2 geen heel lesuur nodig. Daarom adviseren we je in de les ook nog het volgende te doen. Vraag de docent in het tweede deel van de les een kort klassengesprek te houden over de allerbelangrijkste zaken uit deze module. Zorg dat je over hetgeen er besproken wordt aanvullingen maakt in je aantekeningen.
- Pas op: je bent ook nu nog niet helemaal klaar. Zie stap 3.
Stap 3 Zelfstudieopdracht na de les
- Ontwerp thuis zeven toetsvragen over de presentatie van de ecoreis van jouw groep (zie activiteit 7). Het moeten de vragen zijn waarvan je inschat dat klasgenoten ze aan jouw groep zullen stellen naar aanleiding van de presentatie van jullie ecoreis. Het is de bedoeling dat je de vragen op papier/computer zet en voorziet van een antwoord. Natuurlijk is het ook nu weer handig dat je je vragen en antwoorden nog even vergelijkt met je groepsgenoten en eventueel gezamenlijk tot de beste vragen en antwoorden komt.
Veel succes.
Presenteren
Geef een presentatie en overtuig de jury dat jullie de meest groene en duurzame reis hebben ontworpen. Win de prijs!
Bijzonderheden hoor je van je docent.
Zie voor het te gebruiken scoreformulier bron 5.
Bron 5: Scoreformulier presentatie