Inleiding
Welkom bij de opleiding verzorgende-IG.
Je start je nieuwe opleiding met een introductieweek. Tijdens deze week ga je kennismaken met je groep, je docenten, de school en de stad.
Het introductieprogramma loopt van dinsdag 26 augustus tot en met donderdag 28 augustus.
Wij wensen je veel plezier.
docenten van het eerste jaar.
Draaiboek
Woensdag
Namen associatiespel
Bepaalde gedrags,- of uiterlijkeigenschappen blijft iemand altijd bij. Daar associeer je iemand mee. Dus nu kan je er bewust mee omgaan. Iedereen staat in de kring. De spelleider begint met het roepen van zijn eigen naam. Daarbij maakt hij een bepaalde beweging, zoals een buiging. De volgende in de kring (met de klok mee) noemt ook zijn of haar naam en maakt hierbij een andere beweging. Zo gaat de hele kring rond. Hierna ga je weer de kring rond, maar moet je steeds de namen en bewegingen van de vorige mensen opnoemen en voordoen. Dus de eerste persoon in de kring doet alleen zijn eigen naam en beweging, maar de laatste in de kring moet alle voorgaande namen en bewegingen doen.
namen associeren
Spinnenweb
De spelleider werpt een bolletje wol naar een medespeler, maar houdt zelf het begin van de draad vast. Deze medespeler vangt de bol, roept zijn naam, pakt de draad vast en werpt de bol naar iemand anders. Deze roept ook weer zijn naam en gooit verder. De rest spreekt voor zich. Als dit allemaal is gelukt, herhaal je het werpen in tegengestelde richting. De draad wordt zo weer opgerold. Zou het lukken de naam te noemen naar wie je de draad toewerpt?
spinnenweb
Oefening met namen
what's in a name....
De groep staat in een kring. De deelnemers bedenken een bijvoeglijk naamwoord dat ze voor hun naam kunnen plaatsen en wat met dezelfde letter begint als hun naam. Het bijvoeglijk naamwoord moet iets zeggen over de persoon zelf. Bijvoorbeeld: Beeldige Barbera, Lastige Leo, Sterke Cynthia. Geef eventueel 1 minuut (niet te lang) om de deelnemers te laten nadenken. Wanneer iemand moeite heeft om iets te bedenken, geef voorbeelden. Bij een stevige drukke groep kan je er ook voor kiezen om meteen te beginnen en de deelnemers juist niet te laten nadenken. Ze moeten dan gewoon het eerste wat in hen opkomt noemen. Vaak blijkt dit ook nog bij de persoon te kloppen. Op deze manier zegt iedereen in de kring één voor één luid en krachtig de naam. Zorg ervoor dat de groep niet te snel gaat. Laat elke naam even goed op je inwerken, coach de deelnemers dat ze er zich iets bij proberen voor te stellen.
- Wanneer iemand luid en kracht zijn naam zegt met bijvoeglijk naamwoord herhaalt de groep dit. Coach met name op de energie. Wanneer iemand het slap en zonder energie doet, zal de groep dit nadoen en een paar deelnemers verder is de energie uit de groep. Terwijl als de deelnemers lekker krachtig hun naam zeggen, dan zal de groep dit overnemen, en zal er een goede energie ontstaan. Op deze manier kun je de oefening ook als warming up gebruiken, zeker met de volgende variatie er bij:
Met beweging
Wanneer iemand zijn naam zegt, probeert hij hier ook een beweging of gebaar bij te maken die het bijvoeglijk naamwoord ondersteunt. Coach op de uitvoering en de intentie waarmee ze het doen: als iemand bijvoorbeeld zegt "Bange Bas" en hij verstopt zijn hoofd achter zijn handen, dan kan de bangheid ook in de manier van bewegen vormgeven.
Ook dit kan de groep herhalen.
Krantenmep
Maak van de krant een rol zodat je ermee kunt meppen, niet te hard, maar ook niet te slap.
Het spel
Iedereen zit in een kring en noemt om de beurt zijn naam. Dan gaat één iemand in het midden van de kring staan met de krant in zijn handen. Er wordt vervolgens een naam genoemd van iemand die in de kring zit. De mepper probeert die persoon op de knieën te slaan, maar als die persoon snel een andere naam noemt moet die gemept worden. Wanneer iemand gemept is vóórdat hij een andere naam heeft genoemd, is hij af en mag hij de plaats van de mepper innemen.
Krantenmep is een snel en hilarisch spel om snel de namen van anderen te leren kennen. Wanneer iedereen een andere naam kiest, kan het ook gespeeld worden met mensen die elkaar wél goed bij naam kennen
krantenmep
Interview 2 aan 2
Maak 2 aan 2 kennis met elkaar. Kies iemand die je nog niet kent.
Interview elkaar en probeer zoveel mogelijk over de persoon te weten te komen.
Ieder duo krijgt een flap. Deel de flap in 2 helften. Ieder maakt op 1 helft van de flap een duidelijk beeld van de persoon die jij hebt geïnterviewd. Dit doe je met hulp van plaatjes uit tijdschriften.
Presenteer de flaps. Hierbij vertelt iedereen over de persoon die hij/zij heeft geïnterviewd.
.
interviewen
Groepsopdracht
grachtenpand
UITWERKING SPELWOENSDAG:
Tijdsduur: 50 minuten
Benodigdheden: minimaal 4 flappen, 8 dikke stiften
Uitleg:
Verdeel de klas in groepjes van 4
SLB-er legt aan hele klas uit dat zij/hij een flap met een tekening op het bord zal gaan hangen.
Van elk groepje is 1 student de zgn. boodschapper.
De taak van de boodschapper is om elke aan haar/hem gestelde vraag uitsluitend met “ja”of “nee”te beantwoorden. De boodschapper mag zeker niet helpen!
De boodschappers blijven in het lokaal. De overige studenten verspreiden zich over ruimtes in de buurt.
De docent laat alleen aan de boodschappers de tekening zien op de flap, gemaakt door de docent. Dit kan bv. een huis zijn met een trapgevel, schoorsteen, deur, ramen, hekje, tuintje, e.d.
De boodschappers gaan met een lege flap en 2 stiften naar hun groepje toe. De groepsleden gaan aan hun eigen boodschapper vragen stellen, die UITSLUITEND met ja of nee beantwoord zullen worden. Dmv. Veel vragen en doorvragen moeten ze erachter komen wat de docent op de flap had getekend. In het begin zullen de vragen heel breed beginnen, immers, de studenten weten nog helemaal niet het onderwerp dat op de flap staat. Geleidelijk worden de vragen dan specifieker.
De studenten van elk groepje moeten op ware grootte de tekening van de docent op hun flap zien te krijgen. De boodschapper helpt niet, beantwoord slechts alle vragen met ja of met nee.
Welk groepje krijgt binnen de tijd de juiste tekening op de flap?
Donderdag
Ballon trappen
Een opwindend spel. Hoe meer mensen er meedoen, hoe leuker het is.
Duur: ongeveer 10 minuten
Benodigdheden: een ballon per persoon, touw
- Elke student krijgt een ballon, die hij moet opblazen en aan zijn enkel moet binden.
- Op een teken proberen de studenten de ballonnen van de anderen kapot te trappen terwijl men tegelijkertijd probeert zijn eigen ballon heel te houden.
- De studenten van wie de ballon is stukgetrapt zijn af,
- Degene die erin slaagt zijn ballon te behoeden voor de vernielzucht van de anderen heeft gewonnen.
ballon
Eierrace
Benodigdheden: een lepel, een pingpongballetje per student
- Alle studenten gaan aan één kant van de ruimte staan met de steel van een lepel in de mond en op de lepel een pingpongballetje of ei.
- Aan de andere kant van de ruimte zet men twee meter van de muur een stoel neer.
- Na het startsein beginnen alle deelnemers naar de overkant te lopen terwijl ze proberen te vermijden dat het balletje/ei van de lepel valt. Als een deelnemer zijn balletje/ei laat vallen, mag hij pas weer doorlopen als het ei terug op de lepel is gelegd.
- Degene die achter de stoel is omgelopen en het eerst weer bij de start terug is, heeft gewonnen.
.
eierrace
Spijkerpoepen
Bij dit spel heeft niet alleen de deelnemer plezier. Ook de anderen kunnen lachen als ze de capriolen zien die men moet uithalen om de spijker in de fles te krijgen.
Benodigdheden: een fles, touw, een spijker een horloge
- We nemen een fles, liefst met een dikke bodem, en zetten die op de grond. Vervolgens maken we een touwtje van een meter lang vast aan een potlood.
- De student moet het touwtje om zijn middel binden. Het potlood moet achter hem ter hoogte van zijn knieën komen te hangen.
- Na het startsein moet de student proberen zonder zijn handen te gebruiken het potlood in de fles te krijgen. Hij krijgt daarvoor 2 minuten de tijd.
- Elke keer dat het lukt is een punt waard.
spijkerpoepen
Benodigdheden: stoelen (1 minder dan er studenten zijn), muziek
- Alle stoelen worden in een kring gezet met de rugleuningen naar binnen.
- De studenten staan ervoor, de docent regelt de muziek.
- Als de muziek begint lopen de studenten rond de stoelen op het ritme van de muziek. Op het moment dat de docent de muziek stopt probeert iedereen op een stoel te gaan zitten. Wie buiten de boot valt is af.
- De docent haalt een stoel weg en de muziek begint weer. Men herhaalt het spel tot er nog één stoel is overgebleven.
Knipoogspel
- Een student moet zich even afzonderen van de rest. De overgebleven studenten bepalen wie de ‘leider’ (moordenaar) is en vormen een kring.
- De student die zich afzonderde mag in het midden van de kring gaan staan. Als de moordenaar naar je knipoogt, moet je omvallen, maar de leider moet ervoor zorgen dat de student in het midden van de kring het niet ziet.
- De student in het midden van de kring mag drie keer raden wie de moordenaar is.
knipoog
Quizvragen
Algemene kennisvragen:
- Wat is de hoofdstad van Noord- Brabant? (Den Bosch)
- Hoeveel is 579-90? (489)
- In welke stad staat de Eiffeltoren? (Parijs)
- Noem een dier dat begint met de letter W
- Hoe heten de kinderen van Koning Willem Alexander en koningin Maxima? (Ariana, Alexia, Amalia)
- Hoe heet de premier van Nederland? (Rutte)
- Bij welk dorp ligt de luchthaven van Groningen? (Eelde)
- Hoe heet de commissaris van de koning in Groningen? (Max vd Berg)
- Welke kleuren zitten er in de vlag van de gemeente Groningen? (groen en wit)
- Hoe heet het stadion van FC Groningen? (Euroborg)
Welke Nederlandse plaatsen zitten in deze zinnen verborgen?
- De meeste auto’s hebben er twee van onder de auto (Assen)
- In deze zaak verkopen ze paarden (Roswinkel)
- Er was een vechtpartij in de herberg. Toen Marie de herberg binnenkwam vond ze een…..(Dodewaard)
- Wat is dat hout duur, ik wed dat ik met hetzelfde geld een heel….(Boskoop)
- Ik ben altijd erg bleek. Zij hoeft maar even in de zon te liggen en….(Bruinisse)
Intelligentie vragen:
- Er staat ergens een huis. Elke zijde heeft uitzicht op het Zuiden. Er loopt een beer langs. Welke kleur heeft de beer? (wit, ijsbeer.
- Is het in Rusland toegestaan dat een man met de zuster van zijn weduwe trouwt? (kan niet, dan is hij zelf overleden)
- Deel 30 door een half en tel er 10 bij op. Wat is de einduitkomst? (70)
- Krijgt een nachtwaker pensioen als hij overdag overlijdt? (als hij dood is krijgt hij geen pensioen)
- Iemand gaat een donkere kamer in met een doosje met één lucifer. Hij wil daar een krant lezen. In die kamer bevinden zich een petroleumlamp, een kaars en een open haard. Wat steekt hij het eerst aan? (de lucifer)
- Bestaat 5 december ook in Duitsland? (ja natuurlijk)
- Een boer heeft 17 schapen. Alle, met uitzondering van 9, gaan dood. Hoeveel levende schapen heeft hij nog over? (9)
Welke beroepen staan hier?
- TASR (arts)
- PRAKPE (kapper)
- GETAN (agent)
- EGAJR (jager)
- ENZAME (zeeman)
- OTIPOL (politie)
Zoek uit onderstaande woorden namen van dieren (alle letters gebruiken)
- STERKE (ekster)
- DRAPA (paard)
- HENKEOOR (eekhoorn)
- TRAMMO (marmot)
- LEKEMA (kameel)
- LEVIG (vlieg)
- WAPU (pauw)
- GEEL (egel)
Benodigdheden: 2 teams, een doos en kookwekker
De studenten zitten in een kring. De studenten worden om en om genummerd met een 1 of een 2. Dit bepaald in welk team je zit.
In een dichte taartdoos wordt een kookwekker gedaan en deze op 5 minuten gezet.
Net zoals in het programma "Ik hou van Holland" krijgt 1 student de "taart" en een vraag. Is het antwoord goed, dan snel de taart doorgeven. Is het antwoord fout, dan de volgende vraag.
Heel spannend, want wie heeft de taart vast als de kookwekker af gaat.
Fotospeurtocht
Vrijdag
Puzzeltocht
Overzicht benodigde materialen