Inleiding
Heb je ooit wel eens een uil in het echt gezien?
En je hebt vast in het nieuws wel over de oehoe gehoord. Dat is een hele agressieve uil.
Je gaat nu eerst, voordat je verdergaat, een woordweb maken van de uil. Het woord uil schrijf je in het midden en eromheen schrijf je op wat je al weet. Denk aan het voedsel van de uil, leefomgeving etc.
Klaar? Vergelijk jou woordweb met je buurman of buurvrouw.
Een uil heeft ook eten nodig. Wat zal een uil eten? En heb je wel eens van braakballen gehoord?
Een braakbal braakt een uil uit nadat hij gegeten heeft. Wel eens gezien? Kijk maar eens naar de volgende 2 filmpjes. Je kunt ze hieronder aanklikken
https://www.youtube.com/watch?v=31Vb92CQ7vA
http://www.schooltv.nl/no_cache/video/crid/20050614_uilen02/
Opdracht 1
Opdrachten
Welke dieren worden door uilen gevangen, denk je? Overleg eerst in je groepje. Daarna kun je jezelf controleren door op internet op zoek te gaan.
Maak nu de volgende opdrachten die hieronder staan. Veel succes!
Ik heb voor jullie de werkboekjes al klaargelegd en in je weektaak gedaan. Deze hoef je alleen nog maar uit je bureau te pakken.
Opdracht 2
Wat zijn braakballen?
Voordat je verder gaat met het onderzoeken van de braakbal ga je eerst een kleine rekenopdracht doen.
Zoek op internet op hoelang een uil erover doet voordat hij zijn braakbal gaat uitspugen. Hoeveel braakballen zijn dit per dag? Hoeveel zijn het er dan per week? Vergelijk je antwoord met je buurman of buurvrouw.
Uilen slikken hun prooi vaak helemaal in. De stukjes die niet verteerd kunnen worden, blijven in hun maag achter en worden na een poosje uitgebraakt. Die braaksels noem je; braakballen.
Jullie gaan zelf onderzoek doen naar braakballen!
Je krijgt een werkboekje en met je groepje krijg je 2 braakballen. 1 iemand uit je groepje zorgt ervoor dat de braakbal met de spullen die je nodig hebt, bij jullie groepje terecht komt. Deze heb ik al klaargelegd en hoef je alleen nog maar te pakken van de instructietafel.
Verwerking: onderzoek doen
In je werkboekje zie je een afbeelding met verschillende botjes. Kun jij de botjes terug vinden in de braakbal?
Wat voor botjes heb je gevonden? Je mag ze op het blad plakken.
Afsluiting
Je bent nu klaar met de opracht! Super goed gewerkt! Je weet nu een heleboel over de uil.
Je hebt zelfs zijn braakbal onderzocht.
Had je verwacht dat er zoveel botjes in zouden zitten? Als je het leuk vind mag je 3 botjes mee naar huis nemen, dan kun je ze nog eens bekijken en aan anderen laten zien.
Heel goed gewerkt jongens en meiden!
Klaaropdracht:
Zijn alle opdrachten gemaakt en heb je de braakbal helemaal onderzocht?
Ik heb een puzzelboekje voor jullie gemaakt. Deze ligt voorin de klas en mag je pakken als je klaar bent. Je gaat het maken op je eigen plek.
Beoordeling
Als het goed is hebben de leerlingen de volgende punten verzameld;
- Ingevuld werkboekje met hierop een aantal botjes
- Woordweb
- Uitkomsten rekenopdracht
Tijdens de opdracht let de leerkracht op de volgende punten;
- Zijn de leerlingen bezig met onderzoeken en ontdekken?
- Zoeken de leerlingen de informatie ook daadwerkelijk op op internet?
- Wisselen de leerlingen informatie uit? (werken ze samen? overleggen ze?)
Bij het beoordelen let de leerkracht op de volgende punten;
- Hebben de leerlingen vooraf al een brede kennis over het onderwerp? (checken op het woordweb)
- Hebben de leerlingen hun best gedaan zoveel mogelijk te ontdekken/onderzoeken in de braakbal?
- Werken de leerlingen netjes in het boekje nu zij zelfstandig en in groepjes aan het werk zijn?
- Is het hele boekje doorgewerkt?
Leerkracht
Titel: De Uil
Onderwerp: Een braakbal onderzoeken
Schooltype: Basisschool
Bestemd voor: Groep 7
Vakgebieden: Natuur, taal, ICT, rekenen
Uitvoering door: Groepjes van 4. De leerlingen zitten al in groepjes bij elkaar dus dit blijft zo. De kinderen krijgen een ipad om de opdrachten op internet op te zoeken.
Tijd: Ongeveer 90 minuten.
Braakballen zijn verkrijgbaar bij; 'De Hortus' centrum voor natuur en milieu in Harderwijk
Opbrengst:
- De leerlingen leren samen te werken doordat zij met een viertal 2 braakballen krijgen.
- De leerlingen maken gebruik van de eigen omgeving
- De leerlingen leren onderzoek doen in groepjes waarbij de leerkracht een terughoudende rol heeft.
- De leerlingen verbreden kennis over de uil door uit te zoeken wat een uil eet, hoe een braakbal eruit ziet.
Leerpunten:
- De leerlingen maken vooraf een woordweb over de uil en zo wordt duidelijk hoeveel kennis zij al over dit onderwerp beschikken.
- De leerlingen worden bewust van de materialen die ze gebruiken om de braakbal te onderzoeken. Ze leren hiermee omgaan. (denk aan bijv. de loep)
- De leerlingen leren hoe een braakbal eruit ziet en wat er in zit. Dit ervaren zij door zelf onderzoek te doen naar braakballen.
- De leerlingen leren samenwerken door te overleggen over de opdrachten.
De leerlingen kunnen aan het einde van de les vertellen waarom een uil een braakbal braakt.
Vakdidactisch portfolio
Beeldvormers: - De student biedt waar mogelijk leerlingen de gelegenheid om met concreet materiaal te experimenteren.
- De student maakt gebruik van de eigen omgeving van leerlingen.
Inquiry aproach;
- De student daagt de kinderen uit om via de inquiry aproach vragen te stellen.
- De student kan het onderzoekende proces verdiepen vanuit de inquiry aproach door gerichte vragen te stellen.
G1; Technologie en natuur;
- Tijdens de activiteit is de rol van de leerling die van ontdekker/ onderzoeker/ uitvinder/ ontwerper.
- Tijdens de activiteit is de rol van student die van observeerder, teruggetrokken begeleider, houder van het overzicht.
- De inhoud van de lesactiviteit heeft betrekking op een van de kerndoelen zoals geformuleerd onder het domein natuur en techniek van de SLO (TULE).
Kerndoel 42
De leerlingen leren onderzoek doen aan materialen en natuurkundige verschijnselen, zoals licht, geluid, elektriciteit, kracht, magnetisme en temperatuur.
Inrichting van de klas;
De leerlingen zitten al in groepjes. Dit komt goed uit voor de opdracht. Elk groepje krijgt 2 braakballen. Voorin de klas heb ik alle spullen al klaarliggen. Deze hoeven alleen nog maar uitgedeeld te worden. Ik kies ervoor om pas na de uitleg te gaan uitdelen. Zo komen de kinderen ook niet in de verleiding om al aan de spullen te gaan zitten.
Deze activiteit sluit aan bij de taalontwikkeling doordat de leerlingen vooraf een woordweb maken. De leerlingen wisselen informatie al uit over dit onderwerp waardoor zij werken aan de woordenschat. Zij zijn tijdens de gehele opdracht veel bezig met mondelinge taalvaardigheden.
Omdat deze opdracht vanuit zichzelf niet aansluit bij het rekenonderwijs, kun je er zelf deze rekenopdracht bij toevoegen. De leerlingen wisselen en vergelijken hun antwoorden en verdiepen zich zo in de opdracht.
Regels en routines;
- Op je plek blijven zitten, behalve als je van mij toestemming hebt gekregen om van je plek af te komen.
- Heb je de braakbal onderzocht? Gooi het in de prullenbak en niet op de grond.
- Je zit met je handen aan de braakbal. Ben je helemaal klaar? Was dan goed je handen en ga daarna weer naar je plek. Dit benoem ik voor de les begint.
Extra:
Materialen:
- Satéprikkers
- Loep, iedereen krijgt een eigen loep
- Kwastjes
- Werkblad
